Achterdocht is troef
Lesley Kara begon medio 2017 met het schrijven van haar debuut. Ze kwam op het idee nadat een kennis haar een gerucht vertelde. Het ging over een berucht persoon die ooit een ernstige misdaad had begaan en nu met een andere identiteit in haar buurt zou wonen. Ze vroeg zichzelf af of dit gerucht juist zou zijn en ging erover nadenken of personen die ze op straat tegenkwam en – die qua geslacht en leeftijd overeenkwamen met de misdadiger – de persoon in kwestie zou kunnen zijn. Hoe zou het zijn als het gerucht waar zou zijn? Ze kwam tot het besef dat men nooit echt weet wat voor mensen je buurtgenoten en kennissen zijn. Het idee dat iemand met een dergelijk geheim in een kleine gemeenschap terecht komt, vormde de basis voor het schrijven van Het gerucht.
Het verhaal speelt zich af in Flinstead, een klein slaperig stadje aan de kust van North Essex. Er is maar één winkelstraat, een handvol cafés en restaurants en een vergrijzende bevolking. De alleenstaande moeder Joanna Critchley is er met haar zesjarig zoontje Alfie naartoe verhuisd, zodat ze in een rustige plaats dicht bij haar moeder woont. Ze hoopt met Alfie een nieuwe start te maken nadat hij in Londen werd gepest. Ze probeert vrienden te worden met andere moeders door mee te gaan doen met een boekenclub en een oppaskring. Op het schoolplein hoort Joanna het gerucht dat ene Sally McGowan, die een jongetje heeft vermoord toen ze pas tien jaar oud was, onder een andere naam in het plaatsje woont. Hoewel Joanna eigenlijk niet van plan is het gerucht door te geven, leidt een opmerking van een vriendin ertoe dat ze dit wel doet in een poging zichzelf interessant en sympathiek te maken. Dit brengt de geruchtenstroom verder op gang, met als gevolg dat de kleine gemeenschap bol komt te staan van vooroordelen en beschuldigingen.
‘Geruchten zijn als zaadjes die worden verspreid door de wind. Je weet nooit waar ze terechtkomen, maar dát ze ergens terecht komen is zeker. Ze belanden in spleten en scheuren en kiemen. Ze schieten wortel. Het maakt niet uit of ze waar of niet waar zijn. Hoe vaker erover wordt gesproken, hoe sneller en sterker ze groeien. Als bonenstaken die wuiven in de wind.’
Het verhaal wordt voornamelijk verteld in de tegenwoordige tijd in de eerste persoon, vanuit het perspectief van Joanna. Tussendoor zijn er passages vanuit het perspectief van de kindermoordenaar, alsook krantenartikelen uit het verleden over deze zaak. Joanna komt over als een sympathieke verteller die het goed bedoelt. Ze is parttime makelaar en haar zoon Alfie is alles voor haar. Journalist Michael is Alfies vader; hij woont elders, maar is altijd op goede voet met Joanna blijven staan. Het gerucht dat er een kindermoordenaar in de buurt van Joanna woont, brengt hem terug om bij haar te werken aan een boek over de huidige identiteit van de kindermoordenaar. Joanna’s moeder is zorgzaam en dol op haar dochter en kleinzoon; wanneer Michael terugkomt bij Joanna is ze aanvankelijk sceptisch.
En er is nog een aantal personages dat een rol speelt. Hoewel hun karakters weinig zijn uitgewerkt, hebben zij vaak wel een cruciale rol. Het zijn met name de vriendinnen van Joanna uit de boekenclub en de oppaskring. Vrijwel allen komen ervoor in aanmerking de moordenaar Sally McGowan te zijn. Voor de lezer blijft het tot het eind gissen wie het in werkelijkheid is. Het gerucht laat zien wat de verwoestende effecten kunnen zijn van een ogenschijnlijk simpele roddel op een kleine hechte gemeenschap. Het is een huiveringwekkend verhaal vol beschuldigingen en achterdocht, vertaald door Els van Son, waarbij met een dramatisch einde de spanning zijn hoogtepunt bereikt.
Reageer op deze recensie