Lezersrecensie
Misschien nog iets te gehaast, maar...
Het zal anders, met op de cover als toelichting: “korte verhalen Charles van Wettum Nederlandse SF”. Het boek is “published by Muttew”; dat zal wel iets van eigen beheer zijn. De achterflap vertelt ons: “Charles van Wettum (1957) studeerde Natuur- en Sterrenkunde. Hij schrijft sinds 2021 Nederlandstalige SF. Zijn motto is: science fiction gaat over ons en onze wereld, ook als het niet gaat over ons en onze wereld.” Sciencefiction schrijf je aan elkaar Charles, en wat is het nou, SF of sciencefiction? Maar dat is een detail. Verder vertelt de flaptekst: “De tien verhalen in deze bundel zijn science fiction. Soms met humor, soms met een bijzondere twist – maar altijd met iets om even tot je laten doordringen. Om even over na te denken. Het zijn geen wetenschappelijke artikelen maar verhalen. Het gaat niet om de technische snufjes – al staan die er wel in – maar om de mensen. Over de keuzes die ze maken om het leven betekenis te geven. Over hoe ze gelukkig willen zijn. De verhalen zijn soms leuk en ontspannend, soms beangstigend en soms ook een beetje verdrietig. Dat hoort allemaal bij het leven.” Het geeft uitstekend aan wat Charles van Wettum in zijn verhalen tot uitdrukking brengt: enthousiasme, humor, relativering, schrijfvaardigheid, intelligentie, medemenselijkheid en belangstelling voor de natuurwetenschappen en de daaruit voortvloeiende techniek die onze maatschappij vorm geeft. In alle verhalen voel je de achterliggende menselijke problematiek. Het moeilijke van opvoeden in Hoe Henri zich ontwikkelt. De worsteling van de puber op de middelbare school naar zijn eigen identiteit in Big Bang (met daarin de schimmel die mij deed denken aan de lichtflitsjes in mijn verhaal Christiaan, de Fakkas en de bol, zij het dat Charles een veel positievere toon aan zijn verhaal geeft). De verheven verwachting van het Huwelijk, met hoofdletter, in Verstrengeling. Het cultureel bepaalde ervaren van emoties in Bijles. Het zelf kiezen van je echtgenoot in Uit Afrika. Het verhaal Dat maakt ons mens geeft misschien wel de kern van wat Charles van Wettum drijft.
Toch lees ik in de verhalen ook wat Charles op de achterflap over zichzelf schrijft: dat hij Natuur- en Sterrenkunde studeerde en dat hij vanaf 2021 sciencefiction schrijft. Ofwel: dat hij zo’n veertig jaar met andere dingen bezig is geweest en dat hij nu heel veel haast heeft om die ‘verloren’ tijd in te halen. Want sommige verhalen voelen te gehaast en daardoor wat onevenwichtig. Een voorbeeld is het openingsverhaal Teruggaan valt niet mee. Het is een verhaal over verandering, over het plotseling aanwezig zijn van onbegrijpelijke techniek, maar ook over het lezen van sciencefiction. Dat het anders zal, inderdaad. Dat er opeens vanuit het niets een machine verschijnt is oké, de speurtocht van de hoofdpersoon eveneens, en de ontknoping is inderdaad relativerend grappig. Maar in dit verhaal wordt veel te veel aandacht besteed aan het instellen van metertjes, hetgeen volgens mij geen enkele toegevoegde waarde heeft. In het korte verhaal Crathos vind ik de ontknoping niet in balans met de drie pagina’s die er aan vooraf gaan; hij komt erg uit de lucht vallen en laat het belangrijke thema veel te onduidelijk, als ik dat thema goed begrijp. En het einde van Hoe Henri zicht ontwilkkelt… ja, dat vloeit logisch voort uit het voorgaande, maar… misschien is op het eind de sprong in jaren te groot?
Maar genoeg gezeurd! De verhalen kunnen misschien nog wat intenser, wat minder luchtig, maar ze zijn intelligent en vaardig geschreven, leuk om te lezen. En deze keer struikelde ik niet over technologisch onzinnige details, zoals ik dat bij Sherlock & Rex, de dokter in het donker wel deed. En dat komt volgens mij omdat Charles zich in deze verhalen niet verliest in details (behalve die metertjes in het eerste verhaal), zelfs niet in Datazee, waarin informatietechnologie een grote rol speelt.
Toch lees ik in de verhalen ook wat Charles op de achterflap over zichzelf schrijft: dat hij Natuur- en Sterrenkunde studeerde en dat hij vanaf 2021 sciencefiction schrijft. Ofwel: dat hij zo’n veertig jaar met andere dingen bezig is geweest en dat hij nu heel veel haast heeft om die ‘verloren’ tijd in te halen. Want sommige verhalen voelen te gehaast en daardoor wat onevenwichtig. Een voorbeeld is het openingsverhaal Teruggaan valt niet mee. Het is een verhaal over verandering, over het plotseling aanwezig zijn van onbegrijpelijke techniek, maar ook over het lezen van sciencefiction. Dat het anders zal, inderdaad. Dat er opeens vanuit het niets een machine verschijnt is oké, de speurtocht van de hoofdpersoon eveneens, en de ontknoping is inderdaad relativerend grappig. Maar in dit verhaal wordt veel te veel aandacht besteed aan het instellen van metertjes, hetgeen volgens mij geen enkele toegevoegde waarde heeft. In het korte verhaal Crathos vind ik de ontknoping niet in balans met de drie pagina’s die er aan vooraf gaan; hij komt erg uit de lucht vallen en laat het belangrijke thema veel te onduidelijk, als ik dat thema goed begrijp. En het einde van Hoe Henri zicht ontwilkkelt… ja, dat vloeit logisch voort uit het voorgaande, maar… misschien is op het eind de sprong in jaren te groot?
Maar genoeg gezeurd! De verhalen kunnen misschien nog wat intenser, wat minder luchtig, maar ze zijn intelligent en vaardig geschreven, leuk om te lezen. En deze keer struikelde ik niet over technologisch onzinnige details, zoals ik dat bij Sherlock & Rex, de dokter in het donker wel deed. En dat komt volgens mij omdat Charles zich in deze verhalen niet verliest in details (behalve die metertjes in het eerste verhaal), zelfs niet in Datazee, waarin informatietechnologie een grote rol speelt.
1
Reageer op deze recensie