Lezersrecensie
Een unieke roman
Over Hoeder van de vulkaan is vanuit verschillende invalshoeken van alles te zeggen. Het is een boek waarvan ik mij afvraag of het in de Nederlandstalige fantastische genreliteratuur een klassieker zal worden. Een goed leesbare fantasy die op alle vlakken het predikaat ‘degelijk’ verdient; een directe degelijke stijl, een goed doortimmerde compositie, gelardeerd met kleinere spanningsboogjes. Het is hechter en beter doortimmerd dan de eerste fantasy van Johan Klein Haneveld, het tweeluik De Krakenvorst (2016/2017).
Fantasy? Ja, want er zijn magische, door tovenaars te hanteren voorwerpen, waarvan een proloog beweert dat deze door de goden aan de mens zijn gegeven om hem voor zijn onverzadigbare hebzucht te straffen. Die magie ontrekt energie aan de aarde, waardoor deze is geëvolueerd tot een onvruchtbare ijswoestijn. Alleen de vulkanen geven nog wat energie en warmte, een vereiste voor leven. In zo’n vulkaar leeft het volk van de K’ral, waar de Tovenaars de baas zijn en in luxe leven, de slaven in steeds erbarmelijkere omstandigheden het werk doen en een klasse van strijders de status quo in stand houden. En toch, fantasy…?
We kennen allemaal de fantasy waarin magische vermogens voortkomen uit een technologie die verloren is gegaan, maar in zekere mate, geheel onbegrepen, nog steeds werkzaam is. Een mengeling van sciencefiction en fantasy die we wel aanduiden met science fantasy. De fantasy Hoeder van de vulkaan voelt als sciencefiction, ook al doet het verhaal geen poging om de magie technologisch te verklaren. Dat komt ook omdat het eigenlijke thema van deze roman in onze hedendaagse wereld volop verbonden is met wetenschappelijk inzicht en wetenschappelijke oplossingen, namelijk duurzaamheid. Johan draait het om, maakt niet de opwarming maar de afkoeling van de aarde tot het probleem, maar dat verandert niets aan de kern: de mens, en de manier waarop die met zijn wereld omgaat. Een fantasy, vooruit, maar wel een waar de sciencefiction-toekomst van een misbruikte aarde in door straalt. En die toon van sciencefiction wordt nog versterkt door de directie stijl waarin het verhaal is geschreven, een stijl die meer hoort bij klassieke sciencefiction dan bij de vaak veel bloemrijkere taal van de fantasy.
Hoe je het ook wendt of keert: Johan Klein Haneveld is een SF-schrijver, ook wanneer hij fantasy schrijft. En dat is uitstekend, geeft zowel de genres als het oeuvre van Johan meer diversiteit.
De roman is sowieso uniek doordat het verhaal helemaal in de tweede persoon wordt verteld. Een vertelperspectief dat in romans zelden wordt gehanteerd. Ik ken alleen Slender man van Guido Eekhaut, waarin deze vorm mij als lezer stoorde. Dat was bij Hoeder van de vulkaan alleen in het begin het geval, toen de vorm mij allerlei vragen opdrong. Wie is die verteller dan wel en waarom spreekt hij mij als lezer aan over zaken die ik helemaal niet gedaan heb? Ik vroeg mij af waarom Johan dit perspectief had gekozen. Omdat hij het nog nooit had gebruikt? Een spelletje van de schrijver, dat voor mij eigenlijk alleen maar een negatieve invloed had, omdat het me op afstand dwong en op opstand hield? Want al snel begreep ik dat het verhaal door een onbekende ik wordt verteld aan de hoofdpersoon D’rik, een tot strijder opgeklommen slaaf, en ook al gaf de vraag wie de verteller is een extra spanningsboog door het verhaal heen, de lezer is toch tot toeschouwer gemaakt, een buitenstaander, een toehoorder die luistert naar het verhaal dat door een onzichtbare verteller aan D’rik wordt verteld. Natuurlijk, de lezer is in wezen altijd toeschouwer, maar deze vorm benadrukt dat bijna voortdurend.
Maar wanneer je de positie als toeschouwer accepteert, leest het verhaal toch vlot weg. Een paar als onjuistheid ervaren elementen in de compositie, bijvoorbeeld dat D’rik opeens geen last meer heeft van zijn zware buikwond, tot de schrijver/verteller opeens bedenkt dat hij het niet zomaar voorbij kan laten gaan en er toch even op terugkomt, of dat het gevecht in het onderaardse paddenstoelenwoud net iets te lang duurt, het zijn allemaal dingen die je opzij kunt schuiven als het gevolg van de focus van de verteller. En aan het einde besef je dat de gekozen vorm uitstekend past bij deze roman, er nog een extra ‘boodschap’ aan meegeeft, namelijk dat het er in het leven om gaat welk verhaal anderen over jou vertellen, niet om het verhaal dat je zelf vertelt, want dat zul je uiteindelijk kwijt zijn, in de dood of daarvoor al. Het gaat er om dat je dingen doet die naar je terugkomen.
Hoeder van de vulkaan is een existentialistische roman, een speurtocht naar de zin van het bestaan.
D’rik heeft zich als slavenjongen opgewerkt tot de veel meer bevoorrechte klasse van de strijders. Meer dan de anderen doet hij zijn best om zijn positie waard te zijn, maar hij blijft een buitenstaander, ook omdat hij net als de slaven negroïde is, terwijl de overheersende klassen van krijgers en tovenaars Arisch blank zijn. De keuze voor een negroïde hoofdpersoon sluit modieus aan bij de protesten van Black Lives Matter, die wereldwijd heftig werden na de dood van George Floyd in mei 2020, maar het is een oprechte keuze, die bovendien of misschien zelfs vooral een uitbeeldende waarde heeft, want D’rik is niet alleen zwart van buiten, maar ook van binnen. Een man met een zwarte leegte, een diepe duisternis in zichzelf, die hij niet weet op te vullen. Ook wanneer hij met een tovenaar en enkele andere strijders naar een andere, pas ontdekte vulkaan wordt gestuurd, om te kijken of die vulkaan bewoond is en een eventuele verovering voor te bereiden, en ze die vulkaan ook vinden en er een toekomst voor zijn volk lijkt te zijn, ‘bleek er echter niets te zijn veranderd. Je gedachten tolden net als tevoren rond je gevoel van tekortschieten en je had nog steeds het idee dat je elk ogenblik in een zwarte diepte kon wegzinken’ (blz. 140). Een man die steeds weer morele keuzes moet maken, maar die niet in staat is zijn leven zin te geven, die uit een wanhopige volharding niets beters weet te doen dan ‘steeds de ene voet voor de andere blijven zetten’ (blz. 162). Maar uiteindelijk is dat niet voldoende. ‘Koppig de ene voet voor de andere blijven zetten, was niet langer voldoende. Ook het zoeken van vergetelheid nadat het pad dat voor je was vastgesteld ten einde was gekomen, volstond voor jou niet langer. In de as van je ziel was voor het eerst in lange maanden een vuurtje gaan branden.’ (blz. 210) Het verhaal eindigt met de vraag ‘wat moet ik nu doen?’ En het antwoord is: ‘De ene voet voor de andere zetten, elke dag opnieuw… Maar met één verschil…’ En hoe D’rik er dan aan toe is, wat dat verschil is, daar mag je gedurende het lezen van het verhaal zelf naar toe groeien.
Het is de recensent voorgeschreven dat hij een korte synopsis van het verhaal geeft, zonder spoilers. Ik trek mij daar niets van aan en laat het achterwege. Je kunt het allemaal zelf lezen. Wanneer Hoeder van de vulkaan een klassieker wordt, dan zal dat komen door de vorm, onderliggende thema’s en SF-toon van deze fantasy.
Het is de recensent ook voorgeschreven dat hij punten van kritiek goed onderbouwd aankaart, en ja, naast de punten die ik hiervoor op het conto van de verteller schreef, zijn er nog een paar dingen die mij niet correct leken. Maar het zijn er maar een paar en in de leeservaring van de totale roman en alles wat daar over te zeggen is, vind ik ze niet van belang.
Fantasy? Ja, want er zijn magische, door tovenaars te hanteren voorwerpen, waarvan een proloog beweert dat deze door de goden aan de mens zijn gegeven om hem voor zijn onverzadigbare hebzucht te straffen. Die magie ontrekt energie aan de aarde, waardoor deze is geëvolueerd tot een onvruchtbare ijswoestijn. Alleen de vulkanen geven nog wat energie en warmte, een vereiste voor leven. In zo’n vulkaar leeft het volk van de K’ral, waar de Tovenaars de baas zijn en in luxe leven, de slaven in steeds erbarmelijkere omstandigheden het werk doen en een klasse van strijders de status quo in stand houden. En toch, fantasy…?
We kennen allemaal de fantasy waarin magische vermogens voortkomen uit een technologie die verloren is gegaan, maar in zekere mate, geheel onbegrepen, nog steeds werkzaam is. Een mengeling van sciencefiction en fantasy die we wel aanduiden met science fantasy. De fantasy Hoeder van de vulkaan voelt als sciencefiction, ook al doet het verhaal geen poging om de magie technologisch te verklaren. Dat komt ook omdat het eigenlijke thema van deze roman in onze hedendaagse wereld volop verbonden is met wetenschappelijk inzicht en wetenschappelijke oplossingen, namelijk duurzaamheid. Johan draait het om, maakt niet de opwarming maar de afkoeling van de aarde tot het probleem, maar dat verandert niets aan de kern: de mens, en de manier waarop die met zijn wereld omgaat. Een fantasy, vooruit, maar wel een waar de sciencefiction-toekomst van een misbruikte aarde in door straalt. En die toon van sciencefiction wordt nog versterkt door de directie stijl waarin het verhaal is geschreven, een stijl die meer hoort bij klassieke sciencefiction dan bij de vaak veel bloemrijkere taal van de fantasy.
Hoe je het ook wendt of keert: Johan Klein Haneveld is een SF-schrijver, ook wanneer hij fantasy schrijft. En dat is uitstekend, geeft zowel de genres als het oeuvre van Johan meer diversiteit.
De roman is sowieso uniek doordat het verhaal helemaal in de tweede persoon wordt verteld. Een vertelperspectief dat in romans zelden wordt gehanteerd. Ik ken alleen Slender man van Guido Eekhaut, waarin deze vorm mij als lezer stoorde. Dat was bij Hoeder van de vulkaan alleen in het begin het geval, toen de vorm mij allerlei vragen opdrong. Wie is die verteller dan wel en waarom spreekt hij mij als lezer aan over zaken die ik helemaal niet gedaan heb? Ik vroeg mij af waarom Johan dit perspectief had gekozen. Omdat hij het nog nooit had gebruikt? Een spelletje van de schrijver, dat voor mij eigenlijk alleen maar een negatieve invloed had, omdat het me op afstand dwong en op opstand hield? Want al snel begreep ik dat het verhaal door een onbekende ik wordt verteld aan de hoofdpersoon D’rik, een tot strijder opgeklommen slaaf, en ook al gaf de vraag wie de verteller is een extra spanningsboog door het verhaal heen, de lezer is toch tot toeschouwer gemaakt, een buitenstaander, een toehoorder die luistert naar het verhaal dat door een onzichtbare verteller aan D’rik wordt verteld. Natuurlijk, de lezer is in wezen altijd toeschouwer, maar deze vorm benadrukt dat bijna voortdurend.
Maar wanneer je de positie als toeschouwer accepteert, leest het verhaal toch vlot weg. Een paar als onjuistheid ervaren elementen in de compositie, bijvoorbeeld dat D’rik opeens geen last meer heeft van zijn zware buikwond, tot de schrijver/verteller opeens bedenkt dat hij het niet zomaar voorbij kan laten gaan en er toch even op terugkomt, of dat het gevecht in het onderaardse paddenstoelenwoud net iets te lang duurt, het zijn allemaal dingen die je opzij kunt schuiven als het gevolg van de focus van de verteller. En aan het einde besef je dat de gekozen vorm uitstekend past bij deze roman, er nog een extra ‘boodschap’ aan meegeeft, namelijk dat het er in het leven om gaat welk verhaal anderen over jou vertellen, niet om het verhaal dat je zelf vertelt, want dat zul je uiteindelijk kwijt zijn, in de dood of daarvoor al. Het gaat er om dat je dingen doet die naar je terugkomen.
Hoeder van de vulkaan is een existentialistische roman, een speurtocht naar de zin van het bestaan.
D’rik heeft zich als slavenjongen opgewerkt tot de veel meer bevoorrechte klasse van de strijders. Meer dan de anderen doet hij zijn best om zijn positie waard te zijn, maar hij blijft een buitenstaander, ook omdat hij net als de slaven negroïde is, terwijl de overheersende klassen van krijgers en tovenaars Arisch blank zijn. De keuze voor een negroïde hoofdpersoon sluit modieus aan bij de protesten van Black Lives Matter, die wereldwijd heftig werden na de dood van George Floyd in mei 2020, maar het is een oprechte keuze, die bovendien of misschien zelfs vooral een uitbeeldende waarde heeft, want D’rik is niet alleen zwart van buiten, maar ook van binnen. Een man met een zwarte leegte, een diepe duisternis in zichzelf, die hij niet weet op te vullen. Ook wanneer hij met een tovenaar en enkele andere strijders naar een andere, pas ontdekte vulkaan wordt gestuurd, om te kijken of die vulkaan bewoond is en een eventuele verovering voor te bereiden, en ze die vulkaan ook vinden en er een toekomst voor zijn volk lijkt te zijn, ‘bleek er echter niets te zijn veranderd. Je gedachten tolden net als tevoren rond je gevoel van tekortschieten en je had nog steeds het idee dat je elk ogenblik in een zwarte diepte kon wegzinken’ (blz. 140). Een man die steeds weer morele keuzes moet maken, maar die niet in staat is zijn leven zin te geven, die uit een wanhopige volharding niets beters weet te doen dan ‘steeds de ene voet voor de andere blijven zetten’ (blz. 162). Maar uiteindelijk is dat niet voldoende. ‘Koppig de ene voet voor de andere blijven zetten, was niet langer voldoende. Ook het zoeken van vergetelheid nadat het pad dat voor je was vastgesteld ten einde was gekomen, volstond voor jou niet langer. In de as van je ziel was voor het eerst in lange maanden een vuurtje gaan branden.’ (blz. 210) Het verhaal eindigt met de vraag ‘wat moet ik nu doen?’ En het antwoord is: ‘De ene voet voor de andere zetten, elke dag opnieuw… Maar met één verschil…’ En hoe D’rik er dan aan toe is, wat dat verschil is, daar mag je gedurende het lezen van het verhaal zelf naar toe groeien.
Het is de recensent voorgeschreven dat hij een korte synopsis van het verhaal geeft, zonder spoilers. Ik trek mij daar niets van aan en laat het achterwege. Je kunt het allemaal zelf lezen. Wanneer Hoeder van de vulkaan een klassieker wordt, dan zal dat komen door de vorm, onderliggende thema’s en SF-toon van deze fantasy.
Het is de recensent ook voorgeschreven dat hij punten van kritiek goed onderbouwd aankaart, en ja, naast de punten die ik hiervoor op het conto van de verteller schreef, zijn er nog een paar dingen die mij niet correct leken. Maar het zijn er maar een paar en in de leeservaring van de totale roman en alles wat daar over te zeggen is, vind ik ze niet van belang.
1
Reageer op deze recensie