Lezersrecensie
De pruik van de geleerde
Na ‘De wereld als wil en voorstelling’ (1818 en 1844) schreef Arthur Schopenhauer (1788-1860) essays over diverse onderwerpen, de ‘Parerga en paralipomena’ (1851). Hieruit zijn in onze taal diverse selecties gemaakt, zoals ‘Bespiegelingen over levenswijsheid’ en ‘Er is geen vrouw die deugt’.
In het essay over vrouwen beweert Schopenhauer dat we ze ten onrechte het schone geslacht noemen, mannen denken dat alleen maar als ze seks willen. Vrouwen leggen het in schoonheid, karakter en verstand af tegen mannen. Hoe komt Schopenhauer aan deze ideeën? Hij leeft in een tijd waarin voor vrouwen alleen een afhankelijke rol is weggelegd. Voor mannen is het evenmin ideaal: ‘In ons monogame werelddeel betekent trouwen zijn rechten halveren en zijn plichten verdubbelen’. Bovendien heeft Schopenhauer geen al te beste ervaringen met vrouwen. Na het overlijden van zijn vader kan hij het slecht met zijn moeder vinden en hij heeft weinig geluk in de liefde.
Schopenhauer heeft geen goed woord over voor de universiteitsfilosofie. Als je het aantal instellingen, docenten en studenten ziet, zou je denken dat het de mensheid om kennis en inzicht te doen is. Maar schijn bedriegt. De docenten leven van hun vak in plaats van voor hun vak. De studenten leren niet uit interesse, maar om mee te kunnen praten. Kortom: ‘De pruik is het goed gekozen symbool van de pure geleerde als zodanig. Het hoofd wordt daardoor getooid met een weelderige bos haar van anderen, bij gebrek aan eigen haar’. Schopenhauer hekelt de specialisatie in de wetenschap. Een geleerde lijkt daardoor op een fabrieksarbeider die zijn hele leven hetzelfde maakt.
Schopenhauer is op zijn best in het essay over schrijven en stijl. Schrijven is onderhevig aan de zwaartekracht: het is makkelijker om gedachten op papier te zetten, dan ze de weg naar het hoofd van de lezer te laten volgen. Als je de lezer wilt bereiken, moet de weg zo direct mogelijk zijn. Geen abstracties, maar concrete, op ervaring gebaseerde begrippen. Vooral: helder denken, want alleen wat helder gedacht is, kun je helder opschrijven.
Andere essays gaan over godsdienst, recht en politiek, zelfmoord en zelfstandig denken. Schopenhauer bestrijdt het idee dat zelfmoord een laffe daad is, integendeel, het gaat lijnrecht in tegen de voor hem zo primaire levenswil. Hij is kritisch over lezen: ‘Gedachten die wij lezen, zijn de kruimels van andermans tafel, de kleren die een gast heeft laten hangen. […] Lezen is slechts een surrogaat voor ons eigen denken; wanneer wij lezen, laten we onze gedachten aan de leiband van een ander lopen’.
‘Er is geen vrouw die deugt’ is een fijne bloemlezing uit de omvangrijke verzameling filosofische essays van Schopenhauer. Het is een ideale introductie tot zijn werk, de essays zijn altijd prikkelend en nodigen uit tot discussie. Eerder verschenen als privé-domein 30 met op de kaft een fraaie schets van Schopenhauer en zijn onafscheidelijke poedel.
In het essay over vrouwen beweert Schopenhauer dat we ze ten onrechte het schone geslacht noemen, mannen denken dat alleen maar als ze seks willen. Vrouwen leggen het in schoonheid, karakter en verstand af tegen mannen. Hoe komt Schopenhauer aan deze ideeën? Hij leeft in een tijd waarin voor vrouwen alleen een afhankelijke rol is weggelegd. Voor mannen is het evenmin ideaal: ‘In ons monogame werelddeel betekent trouwen zijn rechten halveren en zijn plichten verdubbelen’. Bovendien heeft Schopenhauer geen al te beste ervaringen met vrouwen. Na het overlijden van zijn vader kan hij het slecht met zijn moeder vinden en hij heeft weinig geluk in de liefde.
Schopenhauer heeft geen goed woord over voor de universiteitsfilosofie. Als je het aantal instellingen, docenten en studenten ziet, zou je denken dat het de mensheid om kennis en inzicht te doen is. Maar schijn bedriegt. De docenten leven van hun vak in plaats van voor hun vak. De studenten leren niet uit interesse, maar om mee te kunnen praten. Kortom: ‘De pruik is het goed gekozen symbool van de pure geleerde als zodanig. Het hoofd wordt daardoor getooid met een weelderige bos haar van anderen, bij gebrek aan eigen haar’. Schopenhauer hekelt de specialisatie in de wetenschap. Een geleerde lijkt daardoor op een fabrieksarbeider die zijn hele leven hetzelfde maakt.
Schopenhauer is op zijn best in het essay over schrijven en stijl. Schrijven is onderhevig aan de zwaartekracht: het is makkelijker om gedachten op papier te zetten, dan ze de weg naar het hoofd van de lezer te laten volgen. Als je de lezer wilt bereiken, moet de weg zo direct mogelijk zijn. Geen abstracties, maar concrete, op ervaring gebaseerde begrippen. Vooral: helder denken, want alleen wat helder gedacht is, kun je helder opschrijven.
Andere essays gaan over godsdienst, recht en politiek, zelfmoord en zelfstandig denken. Schopenhauer bestrijdt het idee dat zelfmoord een laffe daad is, integendeel, het gaat lijnrecht in tegen de voor hem zo primaire levenswil. Hij is kritisch over lezen: ‘Gedachten die wij lezen, zijn de kruimels van andermans tafel, de kleren die een gast heeft laten hangen. […] Lezen is slechts een surrogaat voor ons eigen denken; wanneer wij lezen, laten we onze gedachten aan de leiband van een ander lopen’.
‘Er is geen vrouw die deugt’ is een fijne bloemlezing uit de omvangrijke verzameling filosofische essays van Schopenhauer. Het is een ideale introductie tot zijn werk, de essays zijn altijd prikkelend en nodigen uit tot discussie. Eerder verschenen als privé-domein 30 met op de kaft een fraaie schets van Schopenhauer en zijn onafscheidelijke poedel.
4
Reageer op deze recensie