Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Verlies van verbinding

Peter Bakema 18 mei 2023 Auteur
Van nature deugt de mens nog wel. Hij is vooral een sociaal wezen, wil de anderen helpen en leeft graag in groepen zonder grote ongelijkheid. Zeker, hij (zij veel minder) heeft een neiging tot agressie, maar die wordt in groepen meestal onderdrukt. Veel meer valt erover onze genetische aanleg niet te zeggen. In iedere cultuur krijgt die aanleg een specifieke invulling met een verbindend verhaal dat met de tijd verandert. Zo’n verhaal bestaat uit de waarden en overtuigingen die we met elkaar delen. In ‘Onbehagen’ laat Paul Verhaeghe zien hoe groot de kloof is tussen onze natuur en de culturele invulling in onze tijd.

Mensen maken zich het verhaal eigen door processen van identificatie en individuatie. Met identificatie bedoelt Verhaeghe dat we ons richten op wat de samenleving vraagt, we willen erbij horen, aanvaard en erkend worden. Individuatie is de vorming van een eigen identiteit, we willen ook een individu zijn. De spanning tussen identificatie en individuatie bestaat in elke samenlevingsvorm, erbij willen horen en uniek zijn schuurt zowel in relaties als in maatschappijen en is de eerste oorzaak van onbehagen.

Het onbehagen is na 1980 volgens Verhaeghe sterk toegenomen. In de periode ervóór is de samenleving eerder statisch. De religie gaf zekerheid, mannen en vrouwen hadden een vaststaande rol, er waren sociale klassen met een voorspelbare politieke voorkeur.

Na 1980 komt de samenleving in een stroomversnelling terecht en wordt dynamisch. De belangrijkste oorzaak hiervan ziet Verhaeghe in het neoliberalisme, het idee dat de overheid een belemmering is voor de vrijheid en dat bedrijven efficiënter werken. Reagan en Thatcher zetten dit idee om in de realiteit en de vrijemarkteconomie krijgt vrij spel, hoe minder overheidsregulering, hoe beter.

Het neoliberalisme heeft gevolgen voor hoe mensen met elkaar omgaan: ze zien elkaar als concurrenten, egoïsme en individualisme worden aangewakkerd. De samenleving valt uiteen in vereenzaamde individuen. Je bent niet meer slecht en zondig, zoals vroeger, maar goed, al kan het altijd beter. Zoals bedrijven streven naar maximale winst, moet je het maximum uit jezelf halen. Het is nooit genoeg. Je moet je smijten in je job. Zo ontstaat de plicht om succesvol te zijn: je bent wat je doet. De troost moet komen van bezit en spullen.

Alleen: we kunnen niet allemaal succesvol zijn. Velen haken af en kunnen de druk niet aan, het zijn ‘losers’. De maatschappelijke ongelijkheid neemt toe. Wie niet meedoet, hoort er niet bij. Politici deinzen er niet voor terug werklozen, zieken en allochtonen te brandmerken als profiteurs. Zo bevestigen ze het neoliberalisme zonder iets op te hoeven lossen: de schuld wordt bij het individu gelegd, niet bij de maatschappij.

Ons taalgebruik is doordrenkt van het vrijemarktdenken. Alles is een markt: de arbeidsmarkt, de huwelijksmarkt. Een ondernemende universiteit vermarkt haar kennis met spin-offs. Wat iemand doet, is zijn output die je kunt meten met indicatoren (alleen de kwantiteit telt, nooit de kwaliteit). Werknemers zijn menselijk kapitaal. Relatieproblemen? Investeer in je relatie.

Het is om doodziek van te worden en dat is precies wat er gebeurt. Verhaeghe noemt drie indicatoren voor de toestand van een samenleving: het aantal kinderen dat speciaal onderwijs nodig heeft, het gebruik van psychofarmaca en het aantal volwassenen met psychische problemen. Zowel in België als in Nederland zijn de cijfers hoog en in stijgende lijn. Verhaeghe merkt op dat in de rapporten en studies meer staat over de kosten dan over de ongelukkigen.

Het neoliberale verhaal staat haaks op onze sociale aanleg en is de bron van het huidige onbehagen. Het is geen verbindend, maar een ontbindend verhaal. Met alle remmen los, ijlen we stuurloos voort. Als uitweg ziet Verhaeghe reflectie, het typisch menselijke vermogen om bij zichzelf stil te staan en zich af te vragen: hoe wil ik zijn?, wat maakt me gelukkig?, hoe moet ik leven? Als we er niet in slagen met een nieuw verhaal te komen, zou het resultaat van reflectie kunnen zijn dat velen de samenleving hun rug toekeren.

Verhaeghe geeft in ‘Onbehagen’ een scherpe maatschappijkritiek met voorbeelden waarin velen zich kunnen herkennen. In een heldere en zakelijke stijl vraagt hij aandacht voor een veelheid van verschijnselen en laat vooral de samenhangen ertussen overtuigend zien. Ik hoop dat dit boek bijdraagt aan het politieke debat over een andere samenleving met minder concurrentie en competitie, met meer solidariteit en verbondenheid. Als dit zo doorgaat, deugen we straks nergens meer voor.

Lees ook 'Overvloed en onbehagen: hoe groot is de kloof tussen welvaart en welzijn?' op dewereldmorgen.be

Reageer op deze recensie

Meer recensies van Peter Bakema

Gesponsord

Als Hyoyoung wordt gevraagd in een brievenwinkel in Seoul te komen werken, realiseert ze zich al snel hoe helend een brief kan zijn. Schrijf je nu in voor de Hebban Leesclub.