Lezersrecensie
De logica van het absurde
Het ‘Verzameld proza’ bevat de Kafka-vertalingen van Maarten van Toorn die eerder als afzonderlijke boeken verschenen. Er is nu een homogene vertaling van de romans, verhalen en prozafragmenten. De dagboeken en brieven van Kafka zijn niet opgenomen. In een eerdere recensie gaf ik een typering van Kafka’s werk en besprak het verhaal ‘De gedaanteverwisseling’. Deze recensie gaat over twee andere verhalen: ‘Blumfeld, een vrijgezel op jaren’ (4*) en ‘In de strafkolonie’ (5*). Een komisch en een luguber verhaal.
Blumfeld hijst zich iedere dag naar zijn appartement op de zesde verdieping. Als hij op een dag van zijn werk thuiskomt, vraagt hij zich af of hij een hond zal nemen. Hij heeft dan gezelschap, een hond is aanhankelijk en trouw, maar hij maakt de kamer vuil, wordt oud en ziek. Blumfeld ziet er niets meer in en opent de voordeur.
Op het parket stuiteren twee kleine, witte ballen met blauwe strepen op en neer. Blumfeld wringt zich in allerlei bochten om van de ballen af te raken, maar ze blijven hem achtervolgen. Hij draait zich snel om en ziet ze nog net in de spiegel achter zich. Hij opent een deur, stapt snel naar binnen en is ze te vlug af, maar hoort ze nu tegen de deur stuiteren. Toch hebben de ballen een zwakke plek: ze zijn onhoorbaar als hij er een tapijt onder legt.
Een onvoltooid verhaal over paranoia, dat van alles kan betekenen. Misschien symboliseren de stuiterende ballen de geslachtsdrift die de vrijgezel blijft kwellen. De ballen kunnen projecties zijn van het innerlijk, van zijn geweten, twijfels en zorgen, zodat hij zich niet van zichzelf kan bevrijden. Had hij toch een hond moeten nemen? Ze zijn dol op het vangen van ballen. Blumfeld belandt toevallig in een absurde situatie, waarvan hij zich tracht te bevrijden. Meestal heeft zo’n situatie een eigen logica waar geen ontsnappen aan is, zoals blijkt uit ‘In de strafkolonie’.
Een reiziger krijgt van de commandant van een buitenlandse strafkolonie een uitnodiging om een executie bij te wonen. Een officier leidt hem rond, brengt hem naar een apparaat en verklaart de werking ervan. De officier heeft groot ontzag voor de vorige commandant die alles zo voortreffelijk georganiseerd had.
De veroordeelde staat er onderdanig bij, het is een soldaat die zijn meerdere beledigd had. Hij zwijgt en verstaat het gesprek tussen de reiziger en de officier niet. Hij kent zijn vonnis niet, hij zal het volgens de officier wel aan den lijve ondervinden. De reiziger voelt afschuw voor de executie, maar is ook nieuwsgierig. Het apparaat graveert met stalen naalden het vonnis in de huid van de veroordeelde. Het kost tijd, zodat de doodsstrijd lang duurt.
Uiteindelijk verwerpt de reiziger deze executiemethode en de officier is teleurgesteld. De officier voelt zich schuldig dat hij de reiziger niet heeft overtuigd, laat de soldaat vrij en veroordeelt zichzelf tot het apparaat. De reiziger verlaat na zijn dood de strafkolonie. Eerst bezoekt hij het graf van de vroegere commandant waarop diens wederopstanding wordt aangekondigd.
Het blijft een absurd verhaal dat een dwingende logica volgt. We vernemen niet waarom de reiziger wordt uitgenodigd en waarom hij op de uitnodiging is ingegaan. Nu hij er is, gaat de morbide excursie noodzakelijk verder. De officier pleegt zelfmoord als hij merkt dat de reiziger niet overtuigd is van de voortreffelijke organisatie van de strafkolonie. Maar de reiziger verzet zich uit afkeer en menselijkheid, hij twijfelt niet aan de voortreffelijkheid van alles.
De vroegere commandant lijkt wel God. Hij heeft alles in de strafkolonie bedacht, was almachtig en alwetend. Op zijn graf wordt zelfs zijn terugkeer beloofd. ‘In de strafkolonie’ is dan een religieuze parabel, waarbij de aarde Gods strafkolonie is waar de commandant de hemelse rechtvaardigheid uitoefent.
Toch lijkt ‘In de strafkolonie’ me vooral een visionair verhaal waarin Kafka de toekomstige wereld voorzag. De concentratiekampen in de nazitijd, waarin alles draait om efficiëntie en organisatie. De bureaucratieën in onze tijd met feilloze procedures en regels. Het zijn systemen zonder menselijkheid die hun doel in zichzelf vinden. Kafka was een profeet van de moderne waanzin die zich als onvermijdelijke logica voordoet.
Blumfeld hijst zich iedere dag naar zijn appartement op de zesde verdieping. Als hij op een dag van zijn werk thuiskomt, vraagt hij zich af of hij een hond zal nemen. Hij heeft dan gezelschap, een hond is aanhankelijk en trouw, maar hij maakt de kamer vuil, wordt oud en ziek. Blumfeld ziet er niets meer in en opent de voordeur.
Op het parket stuiteren twee kleine, witte ballen met blauwe strepen op en neer. Blumfeld wringt zich in allerlei bochten om van de ballen af te raken, maar ze blijven hem achtervolgen. Hij draait zich snel om en ziet ze nog net in de spiegel achter zich. Hij opent een deur, stapt snel naar binnen en is ze te vlug af, maar hoort ze nu tegen de deur stuiteren. Toch hebben de ballen een zwakke plek: ze zijn onhoorbaar als hij er een tapijt onder legt.
Een onvoltooid verhaal over paranoia, dat van alles kan betekenen. Misschien symboliseren de stuiterende ballen de geslachtsdrift die de vrijgezel blijft kwellen. De ballen kunnen projecties zijn van het innerlijk, van zijn geweten, twijfels en zorgen, zodat hij zich niet van zichzelf kan bevrijden. Had hij toch een hond moeten nemen? Ze zijn dol op het vangen van ballen. Blumfeld belandt toevallig in een absurde situatie, waarvan hij zich tracht te bevrijden. Meestal heeft zo’n situatie een eigen logica waar geen ontsnappen aan is, zoals blijkt uit ‘In de strafkolonie’.
Een reiziger krijgt van de commandant van een buitenlandse strafkolonie een uitnodiging om een executie bij te wonen. Een officier leidt hem rond, brengt hem naar een apparaat en verklaart de werking ervan. De officier heeft groot ontzag voor de vorige commandant die alles zo voortreffelijk georganiseerd had.
De veroordeelde staat er onderdanig bij, het is een soldaat die zijn meerdere beledigd had. Hij zwijgt en verstaat het gesprek tussen de reiziger en de officier niet. Hij kent zijn vonnis niet, hij zal het volgens de officier wel aan den lijve ondervinden. De reiziger voelt afschuw voor de executie, maar is ook nieuwsgierig. Het apparaat graveert met stalen naalden het vonnis in de huid van de veroordeelde. Het kost tijd, zodat de doodsstrijd lang duurt.
Uiteindelijk verwerpt de reiziger deze executiemethode en de officier is teleurgesteld. De officier voelt zich schuldig dat hij de reiziger niet heeft overtuigd, laat de soldaat vrij en veroordeelt zichzelf tot het apparaat. De reiziger verlaat na zijn dood de strafkolonie. Eerst bezoekt hij het graf van de vroegere commandant waarop diens wederopstanding wordt aangekondigd.
Het blijft een absurd verhaal dat een dwingende logica volgt. We vernemen niet waarom de reiziger wordt uitgenodigd en waarom hij op de uitnodiging is ingegaan. Nu hij er is, gaat de morbide excursie noodzakelijk verder. De officier pleegt zelfmoord als hij merkt dat de reiziger niet overtuigd is van de voortreffelijke organisatie van de strafkolonie. Maar de reiziger verzet zich uit afkeer en menselijkheid, hij twijfelt niet aan de voortreffelijkheid van alles.
De vroegere commandant lijkt wel God. Hij heeft alles in de strafkolonie bedacht, was almachtig en alwetend. Op zijn graf wordt zelfs zijn terugkeer beloofd. ‘In de strafkolonie’ is dan een religieuze parabel, waarbij de aarde Gods strafkolonie is waar de commandant de hemelse rechtvaardigheid uitoefent.
Toch lijkt ‘In de strafkolonie’ me vooral een visionair verhaal waarin Kafka de toekomstige wereld voorzag. De concentratiekampen in de nazitijd, waarin alles draait om efficiëntie en organisatie. De bureaucratieën in onze tijd met feilloze procedures en regels. Het zijn systemen zonder menselijkheid die hun doel in zichzelf vinden. Kafka was een profeet van de moderne waanzin die zich als onvermijdelijke logica voordoet.
5
Reageer op deze recensie