Opgeruimd staat netjes.

Tom, gescheiden, woont in een appartement in Amsterdam. Het betreft een twee over één trap woning. Dat betekent dat de bovenbuurman ook van de ingang gebruik maakt. In het weekend woont Tom zijn zoon David bij hem op een zolderkamer. Eigenlijk een berging omgebouwd tot kamer. Het is zondag als er bij Tom wordt gebeld. Zondag, dat kan niemand, behalve Jehova’s zijn, denkt Tom. “Kijk even uit het raam”, zegt Tom tegen David. Maar dan heeft David al opengedaan. Met veel bombarie stormt een groep politieagenten naar boven. Zij gaan naar de bovenbuurman, die kort daarna door de politie wordt meegenomen. Vanwege stalking, zegt een agent nog bij het langsgaan.

Tom raakt in de war. Hij verkeert in de veronderstelling dat zijn buurman hem kwalijk neemt dat hij de deur voor de politie heeft opengemaakt en krijgt paranoïde trekken. Tom meent dat de buurman hem in de gaten houdt. Maar omdat te ontdekken kruipt Tom zelf in de huid van een stalker.

In DE DRUPPEL (2020) geschreven door FREDERIK BAAS, (pseudoniem voor Jan van Mersbergen) komt hoofdpersonage Tom over als een chaoot. Dat mag. Maar daardoor komt ook de schrijfwijze van het hele verhaal chaotisch over. Ik overweeg het weg te leggen. Maar nieuwsgierig naar het einde, toch maar uitgelezen. Geen spijt van.