Lezersrecensie
Het einde van de wereld
Jonathan komt uit Leiden, maar na de traumatische overlijdens van zijn moeder en jongere broertje, besluit hij te vertrekken. Hij gaat naar Miami.
Maar of het in de Verenigde Staten nou zoveel beter is? Hij besluit zich nuttig te gaan maken: in Miami is het water bezig aan een allesvernietigende opmars.
Over de hele aardbol zijn ‘de uitstervingen’ flink huis aan het houden, er zijn steeds minder dieren. De aarde zelf is nauwelijks meer geschikt om iets te kunnen verbouwen. De ene ramp volgt de andere.
Jonathan zoekt zijn heil in een motel in Miami, dat gerund wordt door Drake, een van de Seminole, de inheemse bevolking. Hij wil zich nuttig maken.
Maar het is vrijwel onmogelijk om hulp te verlenen. Daar heb je immers geld en middelen voor nodig, en dat is er niet. Honger, dorst, en overbevolking doordat vele vluchtelingen proberen een goed heenkomen te vinden, hebben als resultaat dat er iedere dag mensen sterven. Zoveel dat een fatsoenlijke begrafenis niet echt mogelijk is. Jonathan probeert de overleden mensen die hij gekend heeft toch niet zomaar los te laten. Hij schrijft necrologieën. En die lopen al in de duizenden...
In Miami heeft hij de arts Bobby ontmoet. Tegen beter weten in hebben zij een relatie en daaruit is Tommi geboren. Maar Tommi is ziek, zoals eigenlijk vrijwel iedereen dat is.
Moeder Bobby doet haar best om haar zoontje te redden, tevergeefs. Ze komt zelf te overlijden.
Dan zoekt Jonathan zijn heil voor Tommi - maar ook voor zichzelf, want ook hij is ziek - bij dokter Barbara, inheems arts. Ze ondergaan behandelingen die geënt zijn op ideeën over de evolutie.
En dokter Barbara kon dat versnellen, om zo het genezingsproces in versneld tempo te laten geschieden. Jonathan heeft nauwelijks een andere optie, gezien de lichamen die hij iedere dag weer begraaft.
Dit probleem, de ziekte, is al erg genoeg, maar het einde van de wereld roept nog andere problemen op.
Als je het aan André Platteel vraagt is het einde van de wereld nabij. In zijn apocalyptisch roman is vertelt de opa van de hoofdfiguur over de kampen in de Tweede Wereldoorlog. Jonathan is een tweede generatie, van onze tijd dus.
De wereld wordt door de ene na de andere ramp getroffen, kan dit wel goed aflopen?
De vormgeving is apart. De omslag is niet gelijk aan de hardcover. En de bindwijze valt eveneens op. Daar is over nagedacht!
Een hallucinerende roman, waarin je meegesleept wordt in een toekomst die hopelijk fictief blijft. Het verhaal valt uiteen in verschillende vormen: verteld door een ik-figuur – Jonathan; stukken waarin de zoon toegesproken wordt, de jij-vorm dus. En stukken waarin we lezen hoe het verleden van Jonathan, in Leiden en de begintijd in Amerika, er uitzag. Dit alles in n een steeds wisselende stijl. Met mooie zinnen en dialogen die in citaten worden gevoerd. Veel verwijzingen naar muziek en boeken, en nog veel meer stilistische elementen.
Het lijkt erg veel, en dat is het natuurlijk ook, maar als lezer word je meegesleept, je wilt weten hoe het Jonathan en Tommi zal vergaan. Hoe het de wereld zal vergaan.
Maar of het in de Verenigde Staten nou zoveel beter is? Hij besluit zich nuttig te gaan maken: in Miami is het water bezig aan een allesvernietigende opmars.
Over de hele aardbol zijn ‘de uitstervingen’ flink huis aan het houden, er zijn steeds minder dieren. De aarde zelf is nauwelijks meer geschikt om iets te kunnen verbouwen. De ene ramp volgt de andere.
Jonathan zoekt zijn heil in een motel in Miami, dat gerund wordt door Drake, een van de Seminole, de inheemse bevolking. Hij wil zich nuttig maken.
Maar het is vrijwel onmogelijk om hulp te verlenen. Daar heb je immers geld en middelen voor nodig, en dat is er niet. Honger, dorst, en overbevolking doordat vele vluchtelingen proberen een goed heenkomen te vinden, hebben als resultaat dat er iedere dag mensen sterven. Zoveel dat een fatsoenlijke begrafenis niet echt mogelijk is. Jonathan probeert de overleden mensen die hij gekend heeft toch niet zomaar los te laten. Hij schrijft necrologieën. En die lopen al in de duizenden...
In Miami heeft hij de arts Bobby ontmoet. Tegen beter weten in hebben zij een relatie en daaruit is Tommi geboren. Maar Tommi is ziek, zoals eigenlijk vrijwel iedereen dat is.
Moeder Bobby doet haar best om haar zoontje te redden, tevergeefs. Ze komt zelf te overlijden.
Dan zoekt Jonathan zijn heil voor Tommi - maar ook voor zichzelf, want ook hij is ziek - bij dokter Barbara, inheems arts. Ze ondergaan behandelingen die geënt zijn op ideeën over de evolutie.
En dokter Barbara kon dat versnellen, om zo het genezingsproces in versneld tempo te laten geschieden. Jonathan heeft nauwelijks een andere optie, gezien de lichamen die hij iedere dag weer begraaft.
Dit probleem, de ziekte, is al erg genoeg, maar het einde van de wereld roept nog andere problemen op.
Als je het aan André Platteel vraagt is het einde van de wereld nabij. In zijn apocalyptisch roman is vertelt de opa van de hoofdfiguur over de kampen in de Tweede Wereldoorlog. Jonathan is een tweede generatie, van onze tijd dus.
De wereld wordt door de ene na de andere ramp getroffen, kan dit wel goed aflopen?
De vormgeving is apart. De omslag is niet gelijk aan de hardcover. En de bindwijze valt eveneens op. Daar is over nagedacht!
Een hallucinerende roman, waarin je meegesleept wordt in een toekomst die hopelijk fictief blijft. Het verhaal valt uiteen in verschillende vormen: verteld door een ik-figuur – Jonathan; stukken waarin de zoon toegesproken wordt, de jij-vorm dus. En stukken waarin we lezen hoe het verleden van Jonathan, in Leiden en de begintijd in Amerika, er uitzag. Dit alles in n een steeds wisselende stijl. Met mooie zinnen en dialogen die in citaten worden gevoerd. Veel verwijzingen naar muziek en boeken, en nog veel meer stilistische elementen.
Het lijkt erg veel, en dat is het natuurlijk ook, maar als lezer word je meegesleept, je wilt weten hoe het Jonathan en Tommi zal vergaan. Hoe het de wereld zal vergaan.
1
Reageer op deze recensie