Lezersrecensie
Waar blijft die tijdmachine!!!
Als je ooit al rondgelopen hebt in dit wereldberoemde kasteel, dan ben je reuze blij dat iemand de moeite genomen heeft om eens uit te zoeken hoe het eigenlijk ontstaan is en hoe het in de eeuwen daarna verder ging.
Johan op de Beeck heeft dat voor ons gedaan, het moet een heidens karwei geweest zijn.
Want het eerste dat je opsteekt van alle informatie is wel dat er steeds van alles veranderd is!
Iedere nieuwe bewoner van de stichter tot aan de bezetter(s) hebben er een stempel op gedrukt.
Is er dus überhaupt nog wat te zien van hoe het in de beginjaren er uit zag?
Het begon allemaal in 1623, toen Louis (of Lodewijk als je dat wil) XIII een jachtpaviljoen liet bouwen. In Versailles, dat toen een klein gehucht was, op zo'n 20 kilometer van Parijs. Louis XIII – als ook zijn opvolgers - waren dol op de jacht, het was dus prettig om een pied-à-terre te hebben, dichter bij het bos dan Parijs, waar hij het hof voerde in het Palais Royal.
Pas in 1661 besloot Louis XIV, de Zonnekoning, het jachtslot uit te bouwen tot een majestueus geheel, een kasteel waarin je verdwaalt, en van de ne verbazing in de andere valt.
Het werd zijn levenswerk. Jarenlang – Louis XIV was 72 jaar lang de heerser over Frankrijk - werd de ene verbouwing na de andere, de ene verfraaiing na de andere uitgevoerd. Steeds was de koning zelf degene die de beslissingen nam, al liet hij het werk natuurlijk over aan architecten.
Het paleis heeft een lange en ingewikkelde geschiedenis. Vanaf het moment dat Louis XIV besloot Versailles tot zijn woning te maken tot aan het heden, waarin het een nog steeds indrukwekkend museum is.
Helaas niet meer in de staat waarin het verkeerde in de zeventiende eeuw. Daarom is het des te boeiender om te lezen hoe het geweest is.
Bij gebrek aan een tijdmachine, of zelfs maar een fotoalbum, moeten we het doen met de beschrijvingen van Op de Beeck, en de afbeeldingen die hij uit de archieven gevist heeft.
Het paleis bezat 226 (!) woningen en dubbel zoveel appartementen voor een persoon. Men schat dat er op het einde van de regeerperiode van Lodewijk XIV dagelijks tussen de 3000 en 10.000 hovelingen woonden, waarbij - naar gelang de status van je persoontje, er nogal eens verhuisd werd.
Verbijsterend is het te lezen dat de koninklijke vertrekken, inclusief de slaapkamers, 24 uur per dag toegankelijk waren voor iedereen! En dat er eigenlijk helemaal geen sanitaire voorzieningen waren.
De enige die dat wel had was de koning zelf, maar hij zal zeker last gehad hebben van de slechte – eigenlijk niet-bestaande – hygiëne van degene die hem omringden.
Op een gegeven moment werden er dan weer wel geheime gangen gebouwd, voor een beetje privacy!
Johan Op de Beeck vertelt zoals alleen hij dat kan boeiend over de vele bewoners, vooral natuurlijk over de koningen, hun vrouwen (koningin of maîtresses) en andere leden van het hof. Over hun manier van leven, hert gekonkel en de machtsspelletjes die aan de orde van de dag waren. En natuurlijk over hun invloed op de verbouwingen.
Het boek concerteert zich op de zeventiende eeuw, maar dat was dan ook de periode waarin Versailles floreerde.
Het begin van het einde was de revolutie. Die van 1789, waarbij Louis XVI gedwongen werd van Versailles naar Parijs te verhuizen. Sinds 1792 is het een museum, hetgeen overigens niet verhinderde dat er nog bewoning was: Napoleon woonde er en later bivakkeerden de Duitse bezetters er.
Johan op de Beeck heeft dat voor ons gedaan, het moet een heidens karwei geweest zijn.
Want het eerste dat je opsteekt van alle informatie is wel dat er steeds van alles veranderd is!
Iedere nieuwe bewoner van de stichter tot aan de bezetter(s) hebben er een stempel op gedrukt.
Is er dus überhaupt nog wat te zien van hoe het in de beginjaren er uit zag?
Het begon allemaal in 1623, toen Louis (of Lodewijk als je dat wil) XIII een jachtpaviljoen liet bouwen. In Versailles, dat toen een klein gehucht was, op zo'n 20 kilometer van Parijs. Louis XIII – als ook zijn opvolgers - waren dol op de jacht, het was dus prettig om een pied-à-terre te hebben, dichter bij het bos dan Parijs, waar hij het hof voerde in het Palais Royal.
Pas in 1661 besloot Louis XIV, de Zonnekoning, het jachtslot uit te bouwen tot een majestueus geheel, een kasteel waarin je verdwaalt, en van de ne verbazing in de andere valt.
Het werd zijn levenswerk. Jarenlang – Louis XIV was 72 jaar lang de heerser over Frankrijk - werd de ene verbouwing na de andere, de ene verfraaiing na de andere uitgevoerd. Steeds was de koning zelf degene die de beslissingen nam, al liet hij het werk natuurlijk over aan architecten.
Het paleis heeft een lange en ingewikkelde geschiedenis. Vanaf het moment dat Louis XIV besloot Versailles tot zijn woning te maken tot aan het heden, waarin het een nog steeds indrukwekkend museum is.
Helaas niet meer in de staat waarin het verkeerde in de zeventiende eeuw. Daarom is het des te boeiender om te lezen hoe het geweest is.
Bij gebrek aan een tijdmachine, of zelfs maar een fotoalbum, moeten we het doen met de beschrijvingen van Op de Beeck, en de afbeeldingen die hij uit de archieven gevist heeft.
Het paleis bezat 226 (!) woningen en dubbel zoveel appartementen voor een persoon. Men schat dat er op het einde van de regeerperiode van Lodewijk XIV dagelijks tussen de 3000 en 10.000 hovelingen woonden, waarbij - naar gelang de status van je persoontje, er nogal eens verhuisd werd.
Verbijsterend is het te lezen dat de koninklijke vertrekken, inclusief de slaapkamers, 24 uur per dag toegankelijk waren voor iedereen! En dat er eigenlijk helemaal geen sanitaire voorzieningen waren.
De enige die dat wel had was de koning zelf, maar hij zal zeker last gehad hebben van de slechte – eigenlijk niet-bestaande – hygiëne van degene die hem omringden.
Op een gegeven moment werden er dan weer wel geheime gangen gebouwd, voor een beetje privacy!
Johan Op de Beeck vertelt zoals alleen hij dat kan boeiend over de vele bewoners, vooral natuurlijk over de koningen, hun vrouwen (koningin of maîtresses) en andere leden van het hof. Over hun manier van leven, hert gekonkel en de machtsspelletjes die aan de orde van de dag waren. En natuurlijk over hun invloed op de verbouwingen.
Het boek concerteert zich op de zeventiende eeuw, maar dat was dan ook de periode waarin Versailles floreerde.
Het begin van het einde was de revolutie. Die van 1789, waarbij Louis XVI gedwongen werd van Versailles naar Parijs te verhuizen. Sinds 1792 is het een museum, hetgeen overigens niet verhinderde dat er nog bewoning was: Napoleon woonde er en later bivakkeerden de Duitse bezetters er.
1
Reageer op deze recensie