Lezersrecensie
Cinnamon Gardens is actueler en dichterbij dan ooit
Shyam Selvadurai is een vooraanstaande Sri Lankaanse auteur die in de traditie van de Britse literatuur is geworteld, waaronder de toneelstukken van Shakespeare en de Victoriaanse romans. Na zijn fenomenale debuutroman Rare jongen volgde in 1999 de historische roman Cinnamon Gardens. Aan de koloniale kaneeltuinen heeft de elitewijk Cinnamon Gardens in de hoofdstad Colombo haar naam ontleend. Het is 1927 en de wijk is in rep en roer omdat het land in verwachting is. Over vier jaar zal Ceylon (nu Sri Lanka) het eerste land in Azië zijn waarin de democratie wordt geboren. Selvadurai situeert het drama van twee Tamil gezinnen uit deze wijk in die turbulente tijd. Door de verstrengeling van politieke en maatschappelijke gebeurtenissen met persoonlijke verhalen is het een rijke roman over het land en zijn bevolking.
De 22-jarige Annalukshmi staat voor een dilemma: ze wil dolgraag lerares Engels worden, maar dan zal ze ongetrouwd moeten blijven en haar verlangen naar een gezin moeten opgeven. Zij zal geestelijk moeten groeien om in staat te zijn een afgewogen keuze te maken met wie ze de rest van haar leven wil delen. Haar oom, de 45-jarige Balendran, is al jaren gelukkig met zijn gezin maar valt op mannen en moet zien te leren leven met wie hij is. Beiden hunkeren naar meer persoonlijke vrijheid en geluk, maar zien dat dat ten koste gaat van het geluk van anderen.
De twee verhalen worden afwisselend verteld en spelen tegen de achtergrond van de grondlegging van de democratie in Ceylon. Er moet worden beslist wie kiesrecht krijgt en op welke manier de minderheden in het land op nationaal niveau kunnen worden vertegenwoordigd. De Tamils, die altijd door de Britten zijn voorgetrokken, dreigen daarbij hun privileges kwijt te raken aan de Singalezen. De feodale structuur van het land wordt gepersonifieerd door de behoudende vader van Balendran, een mudaliyar (topambtenaar) die zijn vooraanstaande positie dreigt kwijt te raken met de opkomst van vakbonden en het socialisme, de emancipatie van vrouwen en lagere kasten, een vrijere moraal en een dreigende dictatuur van de Singalese meerderheid. Niet alleen zijn maatschappelijke positie dreigt te worden ondergraven, ook zijn zoon Balendran en zijn achternicht Annalukshmi dreigen zich niet meer te onderwerpen aan zijn gezag.
Een belangrijk thema is de schone schijn die koste wat kost moet worden opgehouden en de daarmee gepaard gaande hypocrisie. De façade, waarop de reputatie van vooraanstaande families is gebaseerd, leidt onvermijdelijk tot geroddel, grote geheimen en verwachtingen die je worden opgelegd door je omgeving en door jezelf. Andere kernthema zijn het opkijken naar de Britse cultuur en het Christendom, en het neerkijken en onderdrukken van lagere kasten, armen, vrouwen en homoseksuelen.
Selvadurai beschrijft de geestelijke ontwikkeling van Annalukshmi en Balendran, die als vertegenwoordigers van onderdrukte maatschappelijke stromingen kunnen worden beschouwd en steeds beter voor zichzelf weten op te komen, eigen keuzes durven te maken en daarvan ook de gevolgen willen dragen. Het is mooi om te zien hoe ze in de spiegel naar zichzelf durven te kijken. Ook de overige personages komen volkomen tot leven, al had de vrouw van Balendran iets meer mogen worden uitgewerkt. Selvadurai schept ruimte door alleen te beschrijven en het oordeel over de personages aan de lezer over te laten. De schrijver beheerst zowel de grote lijn alsook talloze details over voedsel, kleding en architectuur, die ervoor zorgen dat het boek authenticiteit ademt, dat alles zich voor je neus afspeelt. De schrijfstijl is gepolijst en beknopt, elk woord doet ertoe. In het begin van het boek gebeurt er niet zoveel maar dat wordt later goedgemaakt. De vloeiende stijl van schrijven is een genot om te lezen.
In het verhaal komen alle menselijke emoties voorbij. Tegen het einde ontstaat een hartverscheurende situatie en lopen je af en toe de rillingen over het lijf. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig en toch niet voorspelbaar. Selvadurais groot schrijverschap blijkt ook uit vertelstructuur: de maatschappelijke en politieke gebeurtenissen vallen precies op de goede plaats. Bij mindere schrijvers zou deze roman al gauw een allegaartje van bijeengeraapte thema’s worden. Het is een wonder hoe Selvadurai de complexe geschiedenis begrijpelijk maakt zonder een geschiedenisles af te steken.
Cinnamon Gardens kan worden beschouwd als het kleine broertje van De geschikte jongen, dat speelt ten tijde van de geboorte van de democratie in India. Klein qua omvang, want kwalitatief doet Cinnamon Gardens weinig onder voor Vikram Seths magnum opus. Ik ben benieuwd of Een deugdzaam man van de Bengaalse schrijfster Tahmima Anam het kleine zusje is.
De problematiek in Cinnamon Gardens is actueler en dichterbij dan ooit, want het stelt vragen die ook voor een nieuw Sociaal Contract in Nederland van belang zijn. Wie hebben hier geen stemrecht? Worden de stemmen van minderheden wel voldoende, of juist teveel, gehoord? Met wie hou je rekening als je voor een grote beslissing in je leven staat? Ben je blind voor je eigen hypocrisie? Wanneer ben je moedig en nobel? Aan welke tradities wil je niet tornen? Cinnamon Gardens verdient een vertaling in het Nederlands.
De 22-jarige Annalukshmi staat voor een dilemma: ze wil dolgraag lerares Engels worden, maar dan zal ze ongetrouwd moeten blijven en haar verlangen naar een gezin moeten opgeven. Zij zal geestelijk moeten groeien om in staat te zijn een afgewogen keuze te maken met wie ze de rest van haar leven wil delen. Haar oom, de 45-jarige Balendran, is al jaren gelukkig met zijn gezin maar valt op mannen en moet zien te leren leven met wie hij is. Beiden hunkeren naar meer persoonlijke vrijheid en geluk, maar zien dat dat ten koste gaat van het geluk van anderen.
De twee verhalen worden afwisselend verteld en spelen tegen de achtergrond van de grondlegging van de democratie in Ceylon. Er moet worden beslist wie kiesrecht krijgt en op welke manier de minderheden in het land op nationaal niveau kunnen worden vertegenwoordigd. De Tamils, die altijd door de Britten zijn voorgetrokken, dreigen daarbij hun privileges kwijt te raken aan de Singalezen. De feodale structuur van het land wordt gepersonifieerd door de behoudende vader van Balendran, een mudaliyar (topambtenaar) die zijn vooraanstaande positie dreigt kwijt te raken met de opkomst van vakbonden en het socialisme, de emancipatie van vrouwen en lagere kasten, een vrijere moraal en een dreigende dictatuur van de Singalese meerderheid. Niet alleen zijn maatschappelijke positie dreigt te worden ondergraven, ook zijn zoon Balendran en zijn achternicht Annalukshmi dreigen zich niet meer te onderwerpen aan zijn gezag.
Een belangrijk thema is de schone schijn die koste wat kost moet worden opgehouden en de daarmee gepaard gaande hypocrisie. De façade, waarop de reputatie van vooraanstaande families is gebaseerd, leidt onvermijdelijk tot geroddel, grote geheimen en verwachtingen die je worden opgelegd door je omgeving en door jezelf. Andere kernthema zijn het opkijken naar de Britse cultuur en het Christendom, en het neerkijken en onderdrukken van lagere kasten, armen, vrouwen en homoseksuelen.
Selvadurai beschrijft de geestelijke ontwikkeling van Annalukshmi en Balendran, die als vertegenwoordigers van onderdrukte maatschappelijke stromingen kunnen worden beschouwd en steeds beter voor zichzelf weten op te komen, eigen keuzes durven te maken en daarvan ook de gevolgen willen dragen. Het is mooi om te zien hoe ze in de spiegel naar zichzelf durven te kijken. Ook de overige personages komen volkomen tot leven, al had de vrouw van Balendran iets meer mogen worden uitgewerkt. Selvadurai schept ruimte door alleen te beschrijven en het oordeel over de personages aan de lezer over te laten. De schrijver beheerst zowel de grote lijn alsook talloze details over voedsel, kleding en architectuur, die ervoor zorgen dat het boek authenticiteit ademt, dat alles zich voor je neus afspeelt. De schrijfstijl is gepolijst en beknopt, elk woord doet ertoe. In het begin van het boek gebeurt er niet zoveel maar dat wordt later goedgemaakt. De vloeiende stijl van schrijven is een genot om te lezen.
In het verhaal komen alle menselijke emoties voorbij. Tegen het einde ontstaat een hartverscheurende situatie en lopen je af en toe de rillingen over het lijf. De gebeurtenissen zijn geloofwaardig en toch niet voorspelbaar. Selvadurais groot schrijverschap blijkt ook uit vertelstructuur: de maatschappelijke en politieke gebeurtenissen vallen precies op de goede plaats. Bij mindere schrijvers zou deze roman al gauw een allegaartje van bijeengeraapte thema’s worden. Het is een wonder hoe Selvadurai de complexe geschiedenis begrijpelijk maakt zonder een geschiedenisles af te steken.
Cinnamon Gardens kan worden beschouwd als het kleine broertje van De geschikte jongen, dat speelt ten tijde van de geboorte van de democratie in India. Klein qua omvang, want kwalitatief doet Cinnamon Gardens weinig onder voor Vikram Seths magnum opus. Ik ben benieuwd of Een deugdzaam man van de Bengaalse schrijfster Tahmima Anam het kleine zusje is.
De problematiek in Cinnamon Gardens is actueler en dichterbij dan ooit, want het stelt vragen die ook voor een nieuw Sociaal Contract in Nederland van belang zijn. Wie hebben hier geen stemrecht? Worden de stemmen van minderheden wel voldoende, of juist teveel, gehoord? Met wie hou je rekening als je voor een grote beslissing in je leven staat? Ben je blind voor je eigen hypocrisie? Wanneer ben je moedig en nobel? Aan welke tradities wil je niet tornen? Cinnamon Gardens verdient een vertaling in het Nederlands.
3
1
Reageer op deze recensie