Lezersrecensie
Schetsen van een harmonieuze multi-etnische samenleving
In 1630 veroverde de West-Indische Compagnie een deel van Brazilië op de Portugezen. De gouverneur, Johan Maurits, haalde vele kunstenaars en wetenschappers naar de kolonie, waardoor Nederlands-Brazilië het best bestudeerde en vaakst afgebeelde exotische gebied uit de zeventiende eeuw werd. Ernst van den Boogaart geeft hiervan een overzicht in zijn boek Het land van de suikermolen en onderzoekt de politieke boodschap van deze afbeeldingen.
Koloniale geschiedenis
Aan het einde van de zestiende eeuw was de suikerproductie in Portugees-Brazilië van de grond gekomen en zo succesvol dat deze lucratieve plantages met hun suikermolens de wereldmarkt beheersten. Om deze plantages op de Portugezen te veroveren zocht de West-Indische Compagnie steun bij de inheemse volkeren. De Nederlanders huurden de als krijgshaftig beschouwde Tarairiu-indianen, die door de Nederlanders Tapoeyers werden genoemd, soms in voor hun militaire veldtochten tegen de Portugezen en voor strafexpedities tegen gevluchte slaven. In 1630 slaagde de Nederlandse Republiek erin Recife op hun Portugese vijand te veroveren. Zes jaar later veroverde zij het achterland (Pernambuco, Itamaraca en Paraiba).
De WIC benoemde in 1637 de leergierige en wetenschappelijk geïnteresseerde Johan Maurits van Nassau tot gouverneur. In zijn hofhouding had Johan Maurits diverse wetenschappers en schilders.
Toen de suikerproductie weer goed op gang kwam begon de WIC aan de slavenhandel, hoewel de Nederlanders tot dan toe juist tegen slavernij waren geweest. Door zijn rol in de aanvang van de Nederlandse slavenhandel, die vervolgens ruim twee eeuwen duurde, is Johan Maurits heden ten dage controversieel. Hij keerde in 1644 terug naar Den Haag. In 1661 werd de Vrede van Den Haag getekend, waarmee de Republiek de kolonie Nederlands-Brazilië officieel afstond aan Portugal en Portugal Ceylon aan de Nederlanders.
De werken en hun makers
De wetenschapper Georg Marcgraf maakte een schitterende kaart en diverse topografische prenten van het gebied. Deze prenten werden in een boek van Caspar Barlaeus opgenomen.
Frans Post en Albert Eckhout waren schilders die tekeningen en schilderijen van de landschappen en plantages maakten. De afgebeelde flora en fauna vertelde over de exotische natuurlijke omgeving. Zij vervaardigden ook natuurgetrouwe afbeeldingen van de verschillende bevolkingsgroepen, zoals de indianen, Afrikaanse slaven, mulatten en Europese opzichters, zowel in werktijd als in hun vrije tijd. Hun kleding, sieraden en wapens bieden aanknopingspunten ten aanzien van hun zeden en gewoonten.
Jacob van Campen, toparchitect van onder andere het Mauritshuis, ontwierp op basis van het beeldmateriaal enkele wandtapijten.
Johan Maurits’ collectie is versplinterd geraakt doordat hij de werken later weggaf. Ze zijn nu te zien in Amsterdam, Den Haag, Kopenhagen, Parijs en Cordoba.
Bijdrage van Van den Boogaart
Van den Boogaart betoogt dat Johan Maurits met de opgedragen afbeeldingen koloniale bedoelingen had, omdat de mensen en de natuur er op hun bekoorlijkst uitzien. De kolonie Nederlands-Brazilië moest gelden als een embleem van de vooruitgang. De prenten van een harmonieuze multi-etnische samenleving waren natuurlijk schone schijn. Ze waren bedoeld om de steun van staatslieden te verkrijgen en investeerders te lokken. Dit is een allerminst opzienbarende conclusie, want zeker in die tijd was voor kunstenaars een sterke afhankelijkheid van de opdrachtgever onvermijdelijk. Bovendien zou de Verlichting zich pas een eeuw later voltrekken.
Aan de hand van een reeks portretten van de inheemse bevolking legt Van den Boogaart uit dat er een ordening naar beschaving bestond. Aan kleding en schoeisel, of afwezigheid daarvan, kon de maatschappelijke en zedelijke rangorde van de geportretteerde worden afgeleid. Deze vaststelling is van alle tijden en alle landen.
Boekbeoordeling
Het boek omvat ongeveer 70 afbeeldingen in kleur, een bibliografie, een index en plattegronden. Sommige afbeeldingen zijn te veel verkleind om ze, zelfs met loep, goed te kunnen bestuderen. Er zijn weliswaar details uit schilderijen opgenomen, maar die zijn dan vaak nauwelijks groter dan in de volledige reproductie. Het is jammer dat de schrijver voor een wetenschappelijke benadering kiest. Hij somt vele droge feiten op waarmee de lezer zelf een samenhangend verhaal moet construeren. Het redactiewerk laat wat te wensen over. Een verklarende woordenlijst ontbreekt.
Dit boek is geschikt voor eenieder met belangstelling voor koloniale geschiedenis. Van den Boogaart heeft een bekoorlijke verzameling van topstukken geselecteerd, waarmee het vroege beeld van de kolonie Brazilië toegankelijk wordt. De vormgevers krijgen ook een pluim.
Over de auteur
Ernst van den Boogaart is historicus. Hij maakte als gastconservator voor het Mauritshuis een tentoonstelling over Johan Maurits van Nassau. Hij schreef over slavenhandel in Nederlands-Brazilië en Suriname en heeft diverse boeken over andere onderwerpen uit de Europese expansie geschreven.
Koloniale geschiedenis
Aan het einde van de zestiende eeuw was de suikerproductie in Portugees-Brazilië van de grond gekomen en zo succesvol dat deze lucratieve plantages met hun suikermolens de wereldmarkt beheersten. Om deze plantages op de Portugezen te veroveren zocht de West-Indische Compagnie steun bij de inheemse volkeren. De Nederlanders huurden de als krijgshaftig beschouwde Tarairiu-indianen, die door de Nederlanders Tapoeyers werden genoemd, soms in voor hun militaire veldtochten tegen de Portugezen en voor strafexpedities tegen gevluchte slaven. In 1630 slaagde de Nederlandse Republiek erin Recife op hun Portugese vijand te veroveren. Zes jaar later veroverde zij het achterland (Pernambuco, Itamaraca en Paraiba).
De WIC benoemde in 1637 de leergierige en wetenschappelijk geïnteresseerde Johan Maurits van Nassau tot gouverneur. In zijn hofhouding had Johan Maurits diverse wetenschappers en schilders.
Toen de suikerproductie weer goed op gang kwam begon de WIC aan de slavenhandel, hoewel de Nederlanders tot dan toe juist tegen slavernij waren geweest. Door zijn rol in de aanvang van de Nederlandse slavenhandel, die vervolgens ruim twee eeuwen duurde, is Johan Maurits heden ten dage controversieel. Hij keerde in 1644 terug naar Den Haag. In 1661 werd de Vrede van Den Haag getekend, waarmee de Republiek de kolonie Nederlands-Brazilië officieel afstond aan Portugal en Portugal Ceylon aan de Nederlanders.
De werken en hun makers
De wetenschapper Georg Marcgraf maakte een schitterende kaart en diverse topografische prenten van het gebied. Deze prenten werden in een boek van Caspar Barlaeus opgenomen.
Frans Post en Albert Eckhout waren schilders die tekeningen en schilderijen van de landschappen en plantages maakten. De afgebeelde flora en fauna vertelde over de exotische natuurlijke omgeving. Zij vervaardigden ook natuurgetrouwe afbeeldingen van de verschillende bevolkingsgroepen, zoals de indianen, Afrikaanse slaven, mulatten en Europese opzichters, zowel in werktijd als in hun vrije tijd. Hun kleding, sieraden en wapens bieden aanknopingspunten ten aanzien van hun zeden en gewoonten.
Jacob van Campen, toparchitect van onder andere het Mauritshuis, ontwierp op basis van het beeldmateriaal enkele wandtapijten.
Johan Maurits’ collectie is versplinterd geraakt doordat hij de werken later weggaf. Ze zijn nu te zien in Amsterdam, Den Haag, Kopenhagen, Parijs en Cordoba.
Bijdrage van Van den Boogaart
Van den Boogaart betoogt dat Johan Maurits met de opgedragen afbeeldingen koloniale bedoelingen had, omdat de mensen en de natuur er op hun bekoorlijkst uitzien. De kolonie Nederlands-Brazilië moest gelden als een embleem van de vooruitgang. De prenten van een harmonieuze multi-etnische samenleving waren natuurlijk schone schijn. Ze waren bedoeld om de steun van staatslieden te verkrijgen en investeerders te lokken. Dit is een allerminst opzienbarende conclusie, want zeker in die tijd was voor kunstenaars een sterke afhankelijkheid van de opdrachtgever onvermijdelijk. Bovendien zou de Verlichting zich pas een eeuw later voltrekken.
Aan de hand van een reeks portretten van de inheemse bevolking legt Van den Boogaart uit dat er een ordening naar beschaving bestond. Aan kleding en schoeisel, of afwezigheid daarvan, kon de maatschappelijke en zedelijke rangorde van de geportretteerde worden afgeleid. Deze vaststelling is van alle tijden en alle landen.
Boekbeoordeling
Het boek omvat ongeveer 70 afbeeldingen in kleur, een bibliografie, een index en plattegronden. Sommige afbeeldingen zijn te veel verkleind om ze, zelfs met loep, goed te kunnen bestuderen. Er zijn weliswaar details uit schilderijen opgenomen, maar die zijn dan vaak nauwelijks groter dan in de volledige reproductie. Het is jammer dat de schrijver voor een wetenschappelijke benadering kiest. Hij somt vele droge feiten op waarmee de lezer zelf een samenhangend verhaal moet construeren. Het redactiewerk laat wat te wensen over. Een verklarende woordenlijst ontbreekt.
Dit boek is geschikt voor eenieder met belangstelling voor koloniale geschiedenis. Van den Boogaart heeft een bekoorlijke verzameling van topstukken geselecteerd, waarmee het vroege beeld van de kolonie Brazilië toegankelijk wordt. De vormgevers krijgen ook een pluim.
Over de auteur
Ernst van den Boogaart is historicus. Hij maakte als gastconservator voor het Mauritshuis een tentoonstelling over Johan Maurits van Nassau. Hij schreef over slavenhandel in Nederlands-Brazilië en Suriname en heeft diverse boeken over andere onderwerpen uit de Europese expansie geschreven.
1
Reageer op deze recensie