Lezersrecensie
Vermakelijke roman over alomtegenwoordige waanbeelden
We worden geregeerd door de waan de dag en door waanideeën waar geen kruid tegen gewassen is. P.C. Hooft-prijs 2025 winnaar Maarten ’t Hart werkte dit gegeven uit in zijn intrigerende en vermakelijke roman Lotte Weeda, die in 2004 werd gepubliceerd. De schrijver en bioloog kon toen niet vermoeden dat sindsdien feiten er alleen maar minder toe zouden doen.
’t Hart is erin geslaagd talloze waanbeelden in een eenvoudig en lichtvoetig verhaal te verweven, of zij zich nu in het dagelijkse leven (buitenechtelijke kinderen, transseksuelen, het ruimen van veestapels en hobbydieren ter bestrijding van veeziektes, een ontsnapte gifslang) of daarbuiten (geloof en bijgeloof, goena goena, de onafhankelijkheidsoorlog in Atjeh tussen 1976 en 2004) afspelen. Steeds stelt hij de lezer voor de keuze: Waar geloof je in? Wat doet je twijfelen en wat overtuigt je?
De schrijfstijl is onmiskenbaar ’t Hart door de lyrische natuurbeschrijvingen, de extase die klassieke composities teweegbrengen en de talloze verwijzingen naar de bijbel, werken van Vestdijk en bekende opera’s. ’t Hart schetst de dorpsbewoners als kleinzielige en afgunstige doemdenkers. Met zijn ironische toon doet hij de lezer herhaaldelijk in de lach schieten, al valt hij met flauwe woordgrapjes soms in herhaling.
Met Lotte Weeda treft Maarten ’t Hart een mooi evenwicht tussen een serieus maatschappelijk thema en vermakelijke lichtvoetigheid.
’t Hart is erin geslaagd talloze waanbeelden in een eenvoudig en lichtvoetig verhaal te verweven, of zij zich nu in het dagelijkse leven (buitenechtelijke kinderen, transseksuelen, het ruimen van veestapels en hobbydieren ter bestrijding van veeziektes, een ontsnapte gifslang) of daarbuiten (geloof en bijgeloof, goena goena, de onafhankelijkheidsoorlog in Atjeh tussen 1976 en 2004) afspelen. Steeds stelt hij de lezer voor de keuze: Waar geloof je in? Wat doet je twijfelen en wat overtuigt je?
De schrijfstijl is onmiskenbaar ’t Hart door de lyrische natuurbeschrijvingen, de extase die klassieke composities teweegbrengen en de talloze verwijzingen naar de bijbel, werken van Vestdijk en bekende opera’s. ’t Hart schetst de dorpsbewoners als kleinzielige en afgunstige doemdenkers. Met zijn ironische toon doet hij de lezer herhaaldelijk in de lach schieten, al valt hij met flauwe woordgrapjes soms in herhaling.
Met Lotte Weeda treft Maarten ’t Hart een mooi evenwicht tussen een serieus maatschappelijk thema en vermakelijke lichtvoetigheid.
1
Reageer op deze recensie