Vijftien fantastische stijfkoppen
Het is het midden van de vierde eeuw voor Christus en Agnodice, een Atheense jonge vrouw, besluit naar Egypte af te reizen om daar voor arts te studeren. In Athene kan dat niet, omdat vrouwen daar niet als arts mogen werken. Vrouwelijke artsen worden er namelijk van verdacht abortussen uit te voeren en dat kunnen de mannen natuurlijk niet toestaan. Als het al waar is. Agnodice keert na haar opleiding terug naar Athene, maar moet zich vervolgens natuurlijk als man vermommen om haar werk te kunnen doen. Zij doet dat zo goed, ze helpt zoveel vrouwen en redt zoveel kinderen dat ze na enige tijd ongemeen populair wordt bij de vrouwen. Dat valt natuurlijk verkeerd bij de andere artsen en dus wordt zhij ervan beschuldigd haar patiëntes te misbruiken. Een tribunaal van echtgenoten en artsen veroordeelt Agnodice vervolgens.
Leymah Gbowee, geboren in 1972 in Monrovia, Liberia, wil net als Agnodice arts worden. Helaas komt het daar niet van omdat Charles Taylor met zijn NPFL de macht grijpt in Liberia, waardoor een burgeroorlog uitbreekt. Leymah vlucht samen met haar moeder en zussen naar een vluchtelingenkamp in Ghana. Ondanks dat ze ingepalmd wordt door een verkeerde man die haar keer op keer mishandelt, lukt het haar via hard studeren en vooral hard werken om het verschil te maken voor talloze vluchtelingen.
Meer en meer richt Leymah zich op het bewerkstelligen van vrede en de wijze waarop vrouwen daarbij een rol van betekenis kunnen spelen. Zij organiseert de vredesbeweging Women of Liberia Mass Action for Peace, die er in 2003 op unieke wijzer voor zorgt dat er een einde komt aan de (tweede) burgeroorlog in Liberia. Hoewel zij gevraagd wordt om Liberia mee te helpen regeren, besluit zij om haar opleiding te vervolgen, want, zo zegt ze: 'Ik ben veel nuttiger als ik vrouwen ga leren zich te verenigen om de wereldproblemen aan te pakken.' Volledig terecht ontvangt dit machtig sterke wijf in 2011 de Nobelprijs voor de Vrede.
Het zijn zomaar twee vrouwenlevens uit Pénélope Bagieu's Wereldwijven (deel 1) gescheiden door pakweg tweeduizend jaar en de Middellandse zee. Er zijn vele overeenkomsten tussen (het leven van) Leymah en Agnodice te vinden, maar wat zij en álle andere vrouwen in dit boek bovenal met elkaar gemeen hebben, is dat ze hardnekkig zichzelf willen zijn en tot het uiterste gaan om dat te bereiken. Dat geldt voor Clémentine Delait, de vrouw met de baard, die als eerste geportretteerd wordt, tot en met Wu Zetian, keizerin in China, waarmee wordt afgesloten. De meeste, maar niet alle, vrouwen vechten tegen mannen, oorlog en/of maatschappelijke onderdrukking: Georgina Reid vecht bijvoorbeeld tegen het water dat haar tuin en een vuurtoren dreigt op te eten, terwijl Annette Kellerman, de zeemeermin, haar hele leven dankbaar gebruik maakt van water om successen te behalen.
Bagieu maakt spaarzaam gebruik van kleur – veel zwart-wit met hier en daar toefjes groen en rood – in de kleine tekeningen waarmee ze de levensverhalen van deze vijftien stijfkoppen vertelt. Ze leeft zich echter helemaal uit in de afsluitende, twee pagina's vullende afbeelding waarmee elk vrouwenvignet wordt afgesloten. Soms zijn die afbeeldingen verpletterend kleurrijk en soms alleen maar verpletterend, zoals die van Joséphine Baker. Wat een wereldwijf was dat!
Vijftien wereldwijven, die stuk voor stuk plaats hebben opgeëist en verdiend. Dit eerste deel van Wereldwijven smaakt naar meer. Veel meer!
Reageer op deze recensie