Lezersrecensie
Langzame YA met vreemde dialogen
Het is alweer een hele tijd geleden sinds ik voor het laatst een young adult boek las, dus ik vond het wel weer eens tijd voor een poging. Zoals ik op deze blog al wel eens heb verteld, vond ik YA de laatste tijd niet meer leuk – te weinig variatie, te weinig diepgang, te weinig diversiteit. Maar er zijn zo nu en dan verhalen die me wél aanspreken, en De onverklaarbare logica van mijn leven van Benjamin Alire Sáenz was er daar één van (en dat omslag!).
Het verhaal gaat over Salvador, die een nogal ‘ongewone’ thuissituatie heeft: hij is een Amerikaan, geadopteerd door een Mexicaanse vader die homo en alleenstaand is. Dit wekt vragen op bij Salvador wanneer hij ouder wordt: lijkt hij meer op zijn biologische of adoptievader? Is hij meer Mexicaans of Amerikaans? De uitgever van Blossom Books schrijft in een voorwoord: “Als ik De onverklaarbare logica ergens mee moet vergelijken, dan leest het boek een beetje als een lange, lome zomer. Je hebt oneindig veel vrijheid, je wilt dat er geen einde aan komt, je slentert er rustig doorheen… de hitte maakt je wat trager, maar oh, wat ben je gelukkig.”
Dit wekt bij mij dan weer wat vragen op. Is dit een mooie manier op te zeggen dat dit een traag rotboek is waar niks in gebeurd? Zo eentje waar je jezelf doorheen moet sleuren om het uit te krijgen? Het antwoord is ja en nee. Het is een boek dat inderdaad totaal niet gefocust is op het plot, maar op de personages en hun gedachtes, gevoelens en relaties. Er gebeurd vrij weinig en op actie hoef je niet te rekenen. Maar het leest niet traag. Je vliegt er doorheen, en dit komt met name door hoe het boek is opgedeeld: hele korte hoofdstukken en veel dialoog.
Wat mij het meest aansprak in dit verhaal was Salvador’s vader. Ik begon hem een beetje te zien als de Dumbledore/Perkamentus van dit boek: de wijze ‘oude’ man die alles weet, altijd de juiste dingen zegt, en waar meer achter schuilgaat dan je denkt. Hij is wijs en maakt vaak de juiste keuzes, maar is niet perfect: ook hij kent verdriet en problemen (zoals roken). Een passage die indruk op mij maakte: Er verscheen een stille en verdrietige uitdrukking op zijn gezicht. ‘Maar wij homo’s zullen altijd de welwillendheid van jullie hetero’s nodig hebben om te kunnen overleven. En dat is de verdomd pijnlijke waarheid’ (p. 64). En ook: Tussen de schetsen op de muur had mijn vader een citaat geplakt. ‘Ik wil leven met de kalmte van het ochtendlicht.’ Ik vind het top dat er zoveel diversiteit in dit boek was, maar jammer dat het ‘homo zijn’ ook echt een ding was in het verhaal. Er werd gestrooid met het woord ‘flikker’ en er werd veel aandacht aan besteed.
Helaas was er veel meer in dit boek wat me niet aansprak, en dit had alles te maken met de schrijfstijl. Ik weet niet of het aan de vertaling lag, misschien ook wel een deel, maar het lag met name aan de auteur zelf. Salvador is in dit boek een jongen van 17, maar praat en denkt als een jongen van 12. Dit maakte het hele geheel ontzettend ongeloofwaardig. De zinnen zijn kort en simpel, en dan soms probeert de auteur ineens ontzettend poëtisch te schrijven en dat voelt geforceerd. De dialogen zijn ronduit onrealistisch. Niemand praat met elkaar zoals ze doen in dit boek, niemand. Heb jij ooit zomaar tegen een vriend gezegd: ‘ik vind je echt aardig.’ en dat zij dan zeiden: ‘ik vind jou ook aardig’? Ja, misschien toen jullie vijf waren.
Dit stuk was voor mij echt het toppunt: Toen hield een getatoeëerde foute jongen ons tegen en zei tegen Sam: ‘Fuck, wat ben jij een hete bitch’ (p. 211). Als iemand dit tegen mij zou zeggen zou ik echt heel hard in de lach schieten. En wat is in godsnaam een ‘foute jongen’? Dat woord wordt zo vaak gebruikt in dit boek, er bestaan alleen ‘goede’ en ‘foute’ jongens. Lekker diepgaand, weer.
Ik kan nog uren praten over dit boek en er zijn vast dingen die ik ben vergeten, maar deze recensie wordt alweer veel te lang dus ik houd het hier maar bij. Ondanks goede punten was dit boek het voor mij helaas niet.
Het verhaal gaat over Salvador, die een nogal ‘ongewone’ thuissituatie heeft: hij is een Amerikaan, geadopteerd door een Mexicaanse vader die homo en alleenstaand is. Dit wekt vragen op bij Salvador wanneer hij ouder wordt: lijkt hij meer op zijn biologische of adoptievader? Is hij meer Mexicaans of Amerikaans? De uitgever van Blossom Books schrijft in een voorwoord: “Als ik De onverklaarbare logica ergens mee moet vergelijken, dan leest het boek een beetje als een lange, lome zomer. Je hebt oneindig veel vrijheid, je wilt dat er geen einde aan komt, je slentert er rustig doorheen… de hitte maakt je wat trager, maar oh, wat ben je gelukkig.”
Dit wekt bij mij dan weer wat vragen op. Is dit een mooie manier op te zeggen dat dit een traag rotboek is waar niks in gebeurd? Zo eentje waar je jezelf doorheen moet sleuren om het uit te krijgen? Het antwoord is ja en nee. Het is een boek dat inderdaad totaal niet gefocust is op het plot, maar op de personages en hun gedachtes, gevoelens en relaties. Er gebeurd vrij weinig en op actie hoef je niet te rekenen. Maar het leest niet traag. Je vliegt er doorheen, en dit komt met name door hoe het boek is opgedeeld: hele korte hoofdstukken en veel dialoog.
Wat mij het meest aansprak in dit verhaal was Salvador’s vader. Ik begon hem een beetje te zien als de Dumbledore/Perkamentus van dit boek: de wijze ‘oude’ man die alles weet, altijd de juiste dingen zegt, en waar meer achter schuilgaat dan je denkt. Hij is wijs en maakt vaak de juiste keuzes, maar is niet perfect: ook hij kent verdriet en problemen (zoals roken). Een passage die indruk op mij maakte: Er verscheen een stille en verdrietige uitdrukking op zijn gezicht. ‘Maar wij homo’s zullen altijd de welwillendheid van jullie hetero’s nodig hebben om te kunnen overleven. En dat is de verdomd pijnlijke waarheid’ (p. 64). En ook: Tussen de schetsen op de muur had mijn vader een citaat geplakt. ‘Ik wil leven met de kalmte van het ochtendlicht.’ Ik vind het top dat er zoveel diversiteit in dit boek was, maar jammer dat het ‘homo zijn’ ook echt een ding was in het verhaal. Er werd gestrooid met het woord ‘flikker’ en er werd veel aandacht aan besteed.
Helaas was er veel meer in dit boek wat me niet aansprak, en dit had alles te maken met de schrijfstijl. Ik weet niet of het aan de vertaling lag, misschien ook wel een deel, maar het lag met name aan de auteur zelf. Salvador is in dit boek een jongen van 17, maar praat en denkt als een jongen van 12. Dit maakte het hele geheel ontzettend ongeloofwaardig. De zinnen zijn kort en simpel, en dan soms probeert de auteur ineens ontzettend poëtisch te schrijven en dat voelt geforceerd. De dialogen zijn ronduit onrealistisch. Niemand praat met elkaar zoals ze doen in dit boek, niemand. Heb jij ooit zomaar tegen een vriend gezegd: ‘ik vind je echt aardig.’ en dat zij dan zeiden: ‘ik vind jou ook aardig’? Ja, misschien toen jullie vijf waren.
Dit stuk was voor mij echt het toppunt: Toen hield een getatoeëerde foute jongen ons tegen en zei tegen Sam: ‘Fuck, wat ben jij een hete bitch’ (p. 211). Als iemand dit tegen mij zou zeggen zou ik echt heel hard in de lach schieten. En wat is in godsnaam een ‘foute jongen’? Dat woord wordt zo vaak gebruikt in dit boek, er bestaan alleen ‘goede’ en ‘foute’ jongens. Lekker diepgaand, weer.
Ik kan nog uren praten over dit boek en er zijn vast dingen die ik ben vergeten, maar deze recensie wordt alweer veel te lang dus ik houd het hier maar bij. Ondanks goede punten was dit boek het voor mij helaas niet.
2
Reageer op deze recensie