Lezersrecensie
Vingeroefening met een knipoog naar James Bond
‘De spionne’ is het eerste deel in een nieuwe serie van de Amerikaanse schrijfster Tess Gerritsen (1953), ‘The spy coast’ in het Engels, over een groep gepensioneerde CIA-agenten. Gerritsen vond haar inspiratie hiervoor in Maine, de staat waar ze woont, waar bovengemiddeld veel oud-spionnen blijken te wonen.
Het verhaal begint superspannend als voormalig spionne Maggie Bird in het fictieve kustplaatsje Purity een lichaam op haar oprit vindt. Dat dwingt haar af te dalen in haar verleden. Gerritsen neemt de lezeres via vlot geschreven flashbacks mee naar Istanboel, Londen en Bangkok. Door af te wisselen met scenes uit heden en verleden wordt langzaamaan duidelijk wat er gebeurd is en hoe het komt dat Maggie in Maine is beland en nu kippen houdt.
In de speurtocht naar het verleden komen haar oud-collega’s haar te hulp. Ze noemen zich, met een knipoog naar superspion James Bond, de Martiniclub. Ook al drinken ze liever whisky. Hoewel het thema van de gepensioneerde spionne veelbelovend is, laat de uitwerking te wensen over. De Martini’s zijn de enige overeenkomst met James Bond. Flitsend wordt het verhaal bijna nergens. De meeste personages zijn amper uitgewerkt. Aan het eind blijft de lezer met veel vragen achter. De belofte van meer boeken in de serie maken dat niet goed. Een boek moet ook in zichzelf spannend, begrijpelijk en leesbaar zijn.
Misschien moet Gerritsen zich de nieuwe personages nog eigen maken en is ‘De spionne’ een vingeroefening, een opmaat naar deel 2. Er zijn in ieder geval genoeg personages in en rond de Martiniclub en zelfs een mogelijke nieuwe liefdesrelatie om nog heel veel vervolgdelen te maken. Die belofte, die beter spreekt uit de originele titel ‘The spy coast’ dan uit de vertaalde titel, moet dan wel ingelost worden. Anders kunnen de gepensioneerde agenten zich beter richten op de pure Longmorn whisky waar ze zo van houden.
Het verhaal begint superspannend als voormalig spionne Maggie Bird in het fictieve kustplaatsje Purity een lichaam op haar oprit vindt. Dat dwingt haar af te dalen in haar verleden. Gerritsen neemt de lezeres via vlot geschreven flashbacks mee naar Istanboel, Londen en Bangkok. Door af te wisselen met scenes uit heden en verleden wordt langzaamaan duidelijk wat er gebeurd is en hoe het komt dat Maggie in Maine is beland en nu kippen houdt.
In de speurtocht naar het verleden komen haar oud-collega’s haar te hulp. Ze noemen zich, met een knipoog naar superspion James Bond, de Martiniclub. Ook al drinken ze liever whisky. Hoewel het thema van de gepensioneerde spionne veelbelovend is, laat de uitwerking te wensen over. De Martini’s zijn de enige overeenkomst met James Bond. Flitsend wordt het verhaal bijna nergens. De meeste personages zijn amper uitgewerkt. Aan het eind blijft de lezer met veel vragen achter. De belofte van meer boeken in de serie maken dat niet goed. Een boek moet ook in zichzelf spannend, begrijpelijk en leesbaar zijn.
Misschien moet Gerritsen zich de nieuwe personages nog eigen maken en is ‘De spionne’ een vingeroefening, een opmaat naar deel 2. Er zijn in ieder geval genoeg personages in en rond de Martiniclub en zelfs een mogelijke nieuwe liefdesrelatie om nog heel veel vervolgdelen te maken. Die belofte, die beter spreekt uit de originele titel ‘The spy coast’ dan uit de vertaalde titel, moet dan wel ingelost worden. Anders kunnen de gepensioneerde agenten zich beter richten op de pure Longmorn whisky waar ze zo van houden.
2
Reageer op deze recensie