Empathie en mededogen
Lezing van het boek De wetten van de melancholie van Georgi Gospodinov roept meteen associaties op met de romans Malone sterft en Naamloos van de Ierse (toneel)schrijver en dichter Samuel Beckett. Deze romans bestaan uit kaal gestileerde monologen waarin de eenzaamheid van de mens en de zinloosheid van het leven centraal staan. Tussen alle verbale hoogstandjes door tot een glasheldere zelfanalyse in domineren de ellende, eenzaamheid, apathie en spot in het relaas. In De wetten van de melancholie wordt het verhaal door de lens van de oude Griekse mythe over de Minotaurus, de half-mens en half-stier verteld. Het betreft een schepsel dat de donkere tunnels van een labyrint bewoont.
De auteur zelf voert je als lezer ook langs en via allerlei labyrinten. Je krijgt als lezer daarbij het gevoel alsof je constant aan het betasten en bevoelen bent waar het verhaal eigenlijk over gaat. Soms waan je je als lezer aan de roman Apollo van Simon Vestdijk. Gospodinov, die zelf in het midden van de roman figureert, doet zijn vertelling in de eerste persoon waarbij het perspectief niet altijd hetzelfde is: hij komt niet alleen zichzelf tegen maar de verhalen van anderen zijn hier ook aan gerelateerd. Een verandering in zijn leven is de centrale crisis in de roman: zijn huwelijk is uit elkaar gevallen, en zijn vrouw is zwanger geworden van een andere man.
Gospodinov gebruikt als bouwfundament het verhaal van de Minotaurus uit de Griekse mythologie dat zijn boek in drie thema’s doet opdelen: verwaarlozing, isolatie en misverstand. De wetten van de melancholie is dan ook uiteengezet als de karakterisering van een schepsel dat het verdient om een half-mens, half-stier te mogen zijn. Al vanaf de leeftijd van zes moest hij het zien te redden en zich te vermaken om op die manier aan het eind van een lange dag te komen. Toen hij de leeftijd van drie had was hij door zijn moeder bijna achtergelaten bij een molen. Halverwege naar huis ontdekte één van zijn zeven zusters dat hij gemist werd. Georgi, de verteller valt na de geboorte van zijn dochter in een diepe melancholie. Op advies van zijn arts reisde hij door Europa en doorkruiste hij zijn eigen labyrint van stad naar stad, van hotel naar hotel om zijn extreme somberheid van zich af te schudden. Hij verliet zijn familie om de balans te vinden in zijn geestelijke gezondheid maar isoleerde zich uiteindelijk van de wereld. Georgi trok de kelder van het huis in uit zijn jeugd en woonde helemaal alleen in de donkere doolhof van zichzelf. Aan het einde van de roman probeerde hij de taal van de kwantumfysica te gebruiken om zijn verdriet te beschrijven, te sorteren en om er zelfs mee weg te kunnen.
De rode draad door De wetten van de melancholie is één van empathie en mededogen. Op een gegeven moment wordt in het boek de Minotaurus op de proef gesteld en moet die zich in de rechtbank verdedigen tegen de beschuldiging dat hij een gewelddadig monster is. Hij is een half mens en een half-mens kan zich nooit volledig aanpassen in de maatschappij van mens of dier.
Gospodinov schrijft beeldend. De centrale crisis van de schrijver die in dit boek gedramatiseerd is, is zeer persoonlijk (de ineenstorting van zijn huwelijk) en hij slaagt er uitstekend in om de angst en verwarring (en vooral het verlies van een gevoel van tijd) op een poëtische wijze van zich weg te schrijven. Zijn roman is een resulterend mengsel van wat zowel aards als intellectueel is. Gospodinov beschrijft het centrum van de absurde wereld die beschreven is met mededogen maar niet minder met een sardonisch gevoel voor humor. De door hem gecreëerde literatuur verdubbelt het raadsel van de werkelijkheid. Uiteindelijk moet de tekst maar voor zichzelf spreken, zoals steeds ook bij Beckett het geval is. De woorden zitten elkaar dwars en heffen elkaar op maar elke garantie ontbreekt dat het ergens op slaat.
Reageer op deze recensie