Een bruisende boerderij van literaire bedrijvigheden
Rinus van de Coevering is evenals Oek De Jong in de jaren tachtig een literaire aanwinst. Het verschil zit’ m enkel in de schrijfstijl, inhoudende dat Oek De Jong meer paste in de literair avantgardische milieus van Revisor en Raster, tegenover Van de Coevering die ietwat oneerbiedig in te delen is bij de hedendaagse koffietafel literatuur. Daar waar Oek de Jong de symfonie van het taalspektakel opzocht, bedient Van de Coevering zich van een snackhouse idiom. Echter: het fantasierijkdom van allebei de auteurs is even groot en fascinerend, soms ontroerend. Opmerkelijk in de verhaalcompositie van Van de Coevering is de filmische benadering waar hij voor heeft gekozen.
In het begin van de roman staat de 47 jarige Willem Noordgeest voor het raam van zijn Amsterdamse grachtenpand en laat zijn blikken dwalen over rondvarende toeristen die hun fototoestellen op objecten die hun blikveld binnen huppen, in werking stellen. De roman speelt zich af in de jaren tachtig van de vorige eeuw, waarbij Van de Coevering -gebruikmakend van de flashback methode uit de roman Een vlucht regenwulpen van Maarten ’t Hart- ontvouwt hoe het Willem Noordgeest gelukt is om het grachtenpand van de eens zo roemruchte familie weer in handen te krijgen. Op deze wijze wil Willem Noordgeest de eer van zijn familie herstellen. In het relaas is hij een nakomeling van een vrij antiek geslacht. Hij doet ogenschijnlijk aan een soort zelf-regressietherapie waardoor het hem lukt zich meditatief terug te trekken in de 17e en de 18e eeuw. Hij start met het herstellen van het erfgoed dat hem een zekere rust geeft. Voor hem is het fascinerend hoe hij een replica van een slavenschip van zijn verre voorouder kan afbouwen en daarin de hele vergane historie kan laten reflecteren. Eén van hen draagt de oprichting van de V.O.C. op zijn geweten.
De familie Noordgeest bestond in de Gouden Eeuw uit invloedrijke burgers die zich over de ruggen van slaven verrijkten. De familie vergaarde haar rijkdom middels het transformeren van vrachtschepen tot kroesschepen waarin negerslaven uit Afrika konden worden vervoerd. Pas in de negentiende eeuw raakte de familie hun fortuin en hun invloed kwijt. Centraal hierin staat de ambitie van de hoofdpersoon en waar die ambitie toe leidt. In dat perspectief past deze roman prima bij de verfilmde roman Hoe duur was de suiker van Cynthia Mc leod waarin eveneens een familiedrama gesitueerd wordt in de historische nijverheid in de slavernij business.
Willem Noordgeest is evenals zijn vader en opa een slagerszoon. Zijn vrouw overlijdt jong en hij laat zijn beide kinderen kort daarna onder de hoede van zijn moeder om weer te gaan varen. Na een scheepsongeluk belandt hij in Ghana voor herstel. Daar ontmoet hij de jonge Ghanese AMA die hij meeneemt naar zijn huis opdat zij voor zijn kinderen zou kunnen zorgen, een soort Aupair all in. Als de Ghanese een keer heupwiegend de benen neemt ontstaan er problemen met zijn kinderen, vooral met zijn opstandige dochter die gevangen zit in het harnas van haar puberteit. Willem Noordgeest zoekt de grenzen op van zijn ambitie, waar hij zelfs het geluk van zijn eigen kinderen aan opoffert. Als dochter Rosa in verzet komt tegen haar vader worden de spanningen erdoor alleen maar intenser.
Van de Coevering presenteert zich hier als een ware verteller met een mega fantasie. Hij schrijft zeer gedreven en meeslepend maar dan ook met veel detailbeschrijving. Een enkele keer bekruipt je als lezer het gevoel of dat allemaal wel zo moet. Zijn taal is van het hap-slik-weg-genre en verleidt je niet om er even bij stil te staan teneinde de desbetreffende zinswending in je te laten bezinken en erover te blijven mijmeren zoals je dat bij de romans van Vestdijk en Couperus overkomt. De auteur behaagt en intrigeert je van de eerste tot de laatste pagina en sleept je mee in de bruisende boerderij van literaire bedrijvigheden.
Reageer op deze recensie