Anekdotische vertelling vol soapachtige taferelen
In de roman Tirami sù van de Curaçaose schrijver Ronny Lobo zijn de figurerende architect Kenzo en zijn geliefde Karin de trotse ouders van een zoon. Hoewel het op Curaçao een statistische waarschijnlijkheid is dat de vader doorgaans zelden de biologische vader is, probeert Kenzo zich toch braaf te positioneren als de authentieke vader van Elroy. De daadwerkelijke vader blijkt een man te zijn die dood wordt gewaand en wiens lijk nooit is gevonden. Terwijl zij op het punt staat te bevallen, organiseert Karin een afscheidsdienst op een visafslag bij de haven van Kralendijk. Men heeft in de gaten dat er iets broeit tussen haar en de architect Kenzo. Sterker nog; Karin trekt zelfs bij hem in. In haar liefdesroes versmelt zij met de diepe Curaçaose nacht en waant zij zich in de eeuwigheid. Zij voelt zich het absolute. Haar beeltenissen in het verhaal worden door de dromen van Kenzo gevoed.
In het relaas wordt ook het vijf maanden oude Arubaanse meisje Silvana ten tonele gevoerd. Zij wordt geadopteerd door een Nederlands stel uit Zeewolde. Wanneer Silvana echter na vele jaren besluit om naar de Antillen terug te gaan, worden zij en Elroy verliefd op elkaar en slaan de handen ineen om op zoek te gaan naar de identiteit van hun ouders en hun verleden. De verhaalcompositie die Lobo gebruikt en de daarmee samenhangende personages die in groten getale opdoemen bevordert de leesbaarheid van deze roman bepaald niet.
De auteur trekt er alle tijd voor uit om op zijn gemak de verschillen te beschrijven van al de door hem gecreëerde personages uit Curaçao. Het luxe leven van de geslaagde architect Kenzo verschilt nogal van dat van de dood gewaande biologische vader Roy. Los van het feit dat de titel van de roman - de poëtische bedoeling ervan ten spijt - de lading niet dekt, wemelt het in de roman van de soapachtige taferelen die je concentratie niet ten goede komen. In deze roman demonstreert schrijver Lobo op psychologische wijze de bodem van de menselijke smeltkroes, anders gezegd een paradoxaal gebied waar de vereniging van geliefden plaatsvindt en waar er aan alle dingen de nodige waarde wordt toegekend, ook al woedt er eenzaamheid.
De moeder van Karin attendeert haar op de onbetrouwbaarheid van Antilliaanse mannen die een vrouw niet het hof wensen te maken enkel omdat men in haar de ideale beeldschone prinses ziet, maar omdat ze behoefde hebben aan een avontuur. Het maakt hen niet uit of zij de vrouw achterlaten met een leger aan onwettige kinderen; ze beperken zich uitsluitend tot hun primitieve animale driften. De moeder van Karin wijst haar erop dat de onafhankelijke ziel bij deze Curaçaose vrouw erg verborgen ligt; zij weet zelf niet dat zij zich niet goed kan schikken in haar lot, in haar uitzonderlijke fijngevoeligheid. Zij is in het relaas onbewust kinderlijk of ernstig vrolijk of nadenkend aanwezig:
‘Karen had Elroy wel over de periode voor Bonaire verteld. Over haar moeder Emmy waarvan zij nooit warmte had gekregen. Omdat zij het ook niet kreeg van haar oma, die gokverslaafd was. Karins moeder was opgegroeid in een internaat.’
Karin is in de roman gewoon levendig, zij weet dat de bron van echte waarde niet in uiterlijke dingen zit, maar in het hart van haar eigen charme.
De auteur pretendeert een roman geschreven te hebben met diverse lagen, die borg zouden moeten staan voor een reeks met elkaar in harmonie staande bedrijvigheden. Vandaar de titel Tirami sù, die als metafoor zou moeten dienen voor zijn verhaalcompositie. Toegegeven dat er heel wat in te lezen is, maar toch dekt de vlag de lading niet helemaal. De titelkeuze is te emotioneel en is enkel bij benadering van enige betekenis in de context van de roman. Tirami sù leest weliswaar prettig weg, maar getuigt niet van enig raffinement en heeft veel weg van een anekdotische vertelling in een wirwar aan uitweidingen.
Reageer op deze recensie