De hel van het dagelijks leven
Dit boek verenigt een van de opmerkelijkste speurdersduo’s uit de literaire geschiedenis. Michel Cardell is een ex-soldaat, die zijn arm heeft verloren in een of andere zeeslag en als oorlogsinvalide zijn kost verdient als buitenwipper van gore cafés. Cecil Winge is een bediende bij de Kamer van de Schout, die stervende is aan een slepende tering. Hij kan nauwelijks op zijn benen staan van zwakte, maar zijn kompaan is daar het merendeel van de dag evenmin toe in staat.
Hun ontmoeting wordt uitgelokt door het lijk dat Cardell vindt in de haven van Stockholm en dat wordt overgedragen aan de Schout. Het is Winge die oordeelt dat zijn onderzoek bij Cardell moet starten. Nadat het lijk helemaal gereinigd en wel op een autopsietafel ligt, blijkt dat het noch armen en benen heeft, blind is en geen tong heeft. Nauwlettend onderzoek leert dat de verwondingen met opzet een na een zijn gebeurd, en de dader telkens heeft gewacht tot een wonde was geheeld, voor hij er een nieuwe veroorzaakte.
Cecil Winge adopteert Cardell als zijn vaste assistent om dit merkwaardig overlijden te onderzoeken. Het brengt hen tot in de hoogste kringen van Zweden.
Als je dit verhaal zo leest, kan het zich in het heden afspelen. Alleen die opmerking over de Schoutenkamer doet het natuurlijk: dit verhaal speelt zich af in de tijd van de Verlichte Despoten, het donkere, ruige Europa, met Frankrijk als Culturele leider en Zweden als getrouwe volger van dezelfde principes. Maar daar waar in Frankrijk op bloederige manier werd gewerkt aan recht en maatschappij, was men in Zweden nog in het stadium van adellijk vertier en verdrukking van de armen. Dit op het eerste zicht eenvoudige verhaal krijgt glans door het naar het verleden te projecteren. Correcter zou zijn: door het verhaal in het verleden te impregneren.
Het Zweden van 1793 is donker en smerig, vol gore details. De onderkant van de maatschappij in de modder en het gure overheerst. Niemand is beschermd, iedereen vecht voor zijn leven. Daarvoor is de keuze van deze twee hoofdpersonen verantwoord: ze bevinden zich zelf aan de rand van de maatschappij. Winge is een soort openbare aanklager, wiens eergevoel hem drijvende houdt, iemand die zijn mooie vrouw de laan uitstuurt, omdat hij haar zijn verterende dood wil besparen. Cardell is meer beschonken dan nuchter, maar heeft aan zijn houten onderarm een trouwe bondgenoot in menig gevecht.
Niklas Natt och Dagg, zelf van adellijke afkomst, is ongenadig voor de intellectuele kaste van eind achttiende eeuw, die zich laat leiden door hebzucht, opportunisme en verderf. Hij tekent een wereld die haar ondergang niet kan ontkomen. Het boek is geschreven in vier delen, waarvan hierboven alleen het eerste deel werd samengevat. Het talent van de auteur toont zich in de verrassende verbanden tussen deze vier delen, die zoals bij een kaartspel, pas op het laatst op tafel komen.
1793 is een aangrijpend boek, met hier en daar scènes die je de adem benemen. Echt waar. Alleen het derde deel biedt wat zon, maar ook daar is miserie troef. Het verhaal sleurt je door de modder van een gedegenereerde maatschappij, waarin een dun spoortje recht kan overleven, dankzij de koppigheid van Cecil Winge. Alleen een zeer geharde lezer zal bij sommige beschrijvingen monkelen van plezier, maar voor al de andere wordt dit een aanslag op gevoelens. En toch moet je het doen. Al is het maar omdat dit soort boeken veel te zeldzaam zijn.
Reageer op deze recensie