Intens, verwarrend, afwisselend en creatief
Neem drie maanden verlof zonder wedde. Waarschuw vrouw en kinderen dat papa de stekker er even uittrekt. Pak je koffers, vertrek naar de Seychellen, Swaziland of Sarawak, of waar dan ook als wuivende palmen, hangmatten en koelte toewuivende strandnimfen er maar een garantie zijn. Je gaat immers 1983 lezen van David Peace, en daarvoor heb je al het doorzettingsvermogen nodig dat je maar uit je body kunt persen.
David Peace groeide op in een van de meest desolate landschappen ter wereld: Middle England, Yorkshire: het rijk van staal, wol en kolen. Hij bezat de juiste leeftijd om getuige te zijn van de economische marteldood van de plaatselijke bevolking. Geen ideale voedingsbodem voor een haha-temperament. Via Turkije belandde Peace in Japan waar hij al zijn boeken schreef, naar het aanschijn van zijn jeugd: druipend van ellende. In Dashiell Hammett en James Ellroy, niet bepaald de vrolijkste fransen van het kransje, vond hij zijn grote boegbeelden. Prettig is dus niet het adjectief dat je te binnen schiet bij het werk van Peace. Tenzij in de combinatie 'niet prettig'. Wat weer niet betekent dat we er een onprettige mening over hebben.
1983 sluit het vierluik af, bekend onder de verzamelnaam 'The Red Riding Quartet'. Vorige delen zijn getiteld: 1974, 1977 en 1980. Daarmee heb je het simpelste achter de rug. Wie vervolgens in staat is de plot in vijf zinnen uit de doeken te doen, verdient een nominatie voor de Gouden Strop. Ik onderneem een hopeloze poging.
Dit boek is gebaseerd op True Crime. Achtergrond en details zijn reëel. In 1974 begon de Yorkshire Ripper aan een serie moorden. In het boek 1977 wordt hij gepakt. 1983 begint met de verdwijning van een jong meisje, Hazel, waarvoor politieofficier Maurice Jobson het onderzoek doet.
Advocaat John Piggott komt in actie voor de moeder van Michael Myshkin, de vermoedelijke moordenaar van Clare, een meisje dat in gelijkaardige omstandigheden als Hazel verdween. De moeder beweert met koppige zekerheid dat hij het niet heeft gedaan, allesbehalve een valabel juridisch argument, maar voor haar het sluitende bewijs waarvoor Piggot de zaak tegen Myshkin in beroep moet brengen.
Derde hoofdpersoon is BJ, een jongeman die zijn lijf verkoopt aan graaiende handen. Hij was bij Clare in haar laatste dagen.
Op dit punt wordt het ondoenbaar jullie verder te leiden. Daar zijn twee grote argumenten voor. Eerst is 1983 het slotstuk van vier delen, verspreid over bijna 2000 paginas. Geen enkel personage loopt de hele tijd mee, wel het thema en de stijl. Over dat eerste kan ik kort zijn: moord en verkrachting vormen slechts het alibi voor de belichting van de achterkant van Engeland uit de seventies en eighties. Geen enkel personage komt in de buurt van het predicaat 'held'. Iedereen heeft boter op het hoofd en jaagt fanatiek eigenbelang na. Dit is niets meer en niets minder dan de verheerlijking van duisternis. Dit gaat over zieke mensen.
De middelen die David Peace voor zijn doel gebruikt zijn intens, verwarrend, afwisselend en creatief. De drie hoofdpersonages van dit boek spelen om beurten de ik-figuur, eentje zelfs in combinatie met de derde persoon. Schrijfstijl wisselt bijna om het hoofdstuk, gedachten en feiten springen van heden naar verleden, catchy zinnen zorgen voor cadans in deze literaire behuizing, transcriptie en vervoering lossen elkaar af. Kortom, alle kenmerken van 'stream of consciousness' zijn aanwezig, waarbij plot ondergeschikt wordt aan personage en stijl. David Peace werpt zich hiermee onbetwistbaar op tot de James Joyce van de thriller.
Thrillerliefhebbers die niet snakken naar literaire pijniging leggen 1983 onmiddellijk weg vanwege de ondoordringbare brij. Wie het uitzit doet dat vanwege de uitdaging, zoals bij het oplossen van een driedimensionale Rubiks kubus. Uiteraard uitgevoerd met blinddoek en stroomstoten tussen de tenen bij foute draaiing. Daarom is Sarawak een goed idee. Want zon valt er in de boeken van David Peace nauwelijks te bespeuren.
Reageer op deze recensie