Geen prettig boek, maar wel beklijvend
Helen Fitzgerald is een Australische die haar Schotse echtgenoot volgde naar Glasgow. Daar heeft ze in eerste instantie werk gezocht als reclasseringsambtenaar, wat haar in contact bracht met het gevangeniswezen. Ongetwijfeld heeft ze daar geleerd het leven te relativeren. Haar creatieve uitlaatklep zocht ze eerst bij scenarios, in opdracht voor BBC Schotland. Toen ze merkte dat geen enkel scenario werd gerealiseerd, stopte ze daarmee en begon ze thrillers te schrijven. "Je hoort mij niet klagen."
Werd haar debuut Kleine meisjes (2007) nog ontvangen en omschreven als een spannende chicklit, ze ontpopte zich toch als een schrijfster met een eigen stijl, waar de critici niet dadelijk een vakje beschikbaar voor hadden. De ontwikkeling van die stijl kan je volgen met Mijn laatste bekentenis (2009), het griezelige De duivelskamer (2010) en Ex (2011). Fitzgerald heeft er een handje van weg haar hoofdpersonages tegelijk onsympathiek maar toch empatisch te maken. Dat gevoel overkomt je opnieuw in De overdosis (2013).
Joanna en Alistair reizen met hun negen weken oude zoontje naar Australië. Doel van de reis: een voogdijregeling treffen voor Chloe, de dochter van Alistair. In het vliegtuig is de kleine Noah rusteloos en door een misverstand geven ze het zoontje de verkeerde medicijnen. Daardoor sterft hij langzaam, wat ze niet zien aankomen. De constatering van diens dood is een huwelijksdrama, maar onder druk van Alistair beramen ze een plan dat de aandacht moet afleiden van hun nalatigheid. Hun baby is zogezegd ontvoerd. De gevolgen daarvan hebben ze schromelijk onderschat. De publieke verontwaardiging spreidt zich uit over het hele land en galmt in alle media. In een klimaat van ontreddering en verontwaardiging probeert Joanna het hoofd koel te houden. Geprangd tussen verdriet en gespeelde woede voelt ze zich langzaam afglijden naar een diepe poel van twijfel. Wordt ze krankzinnig of zal ze kraken? En wie zal ze uiteindelijk meesleuren in haar val in het duister?
Fitzgerald wordt veelvuldig het gebruik van wrange humor toegeschreven. Als je daar onder verstaat dat personages commentaar leveren op hun eigen gedrag zoals een buitenstaander dat zou doen, dan heeft dit boek dat volop. De koele kritiek op het eigen falen als moeder, die een baby op een vliegtuig maar niet rustig krijgt, is van een haast zenuwsnijdende bitterheid. De ontdekking van Noahs dood en de daaropvolgende beslissingen zijn tegelijk ijzing- en meelijwekkend. De nasleep, de nationale zoekactie, bemoeienissen en quotes op internet en media, de pertinente vragen naar huiveringwekkende details: het moet onverdraaglijk zijn om in een net gestrikt te zijn met alleen maar starende ogen of waarin je priemende vingers op je af ziet komen. De storm in het hoofd van Joanna, het engagement van haar nichtje Chloe, de doortraptheid van Alistair en de bemoeienissen van diens eerste vrouw Alexandra draaien de plot tot een claustrofobische mayonaise waaruit ontsnappen onmogelijk lijkt.
Toch brengt de schrijfster het voor elkaar dit psychologisch drama een zweem van spanning te geven, al is het maar voor een beperkt deel, ergens in het midden, wanneer de lezer beseft dat Alistair voor niets zal terugdeinzen. Fitzgerald gebruikt daarvoor rechtbankscènes en verschillende vertelstandpunten. Het maakt het een stuk boeiender om te lezen, maar kan nauwelijks verhullen dat hier van een regelrechte thriller weinig sprake is. Alleen met uitgestelde verwachtingen suggereert Fitzgerald haar spanning, maar De overdosis blijft in de eerste plaats een mooi psychologisch drama. Geen prettig boek, maar wel beklijvend.
Reageer op deze recensie