Unni Lindell heeft al betere boeken geschreven
Unni Lindell is een veelschrijfster, actief in vele genres, van kookboek tot thriller. Dat moet kunnen. Sinds ze in 1986 debuteerde moet ze in haar woonkamer zo tegen een respectabele boekentoren aankijken, gesteld dat ze alle boeken zou stapelen. In 1996 waagde ze zich aan haar eerste thriller, Slangebaereren ( Het dertiende sterrenbeeld). Met haar tweede thriller, Dromenvanger, won ze in 1999 de 'Riverton Price' voor beste Noorse thriller. Een prestigieuze prijs die ook Chris Tvedt, Kjell Ola Dahl, Karin Fossum en Jo Nesbø heeft bekroond.
Sinds in de jaren zestig Sjöwall & Wahlöö doorbraken, zijn schrijvers uit het hoge Noorden weer in. Er kwamen kleppers als Henning Mankell en Karin Fossum, maar de vloedgolf kwam pas echt op gang toen ene Stieg Larsson het pad effende. Hij had bovendien de waardigheid te sterven, als de vaandeldrager van een regiment over wiens lijk de collega's naar de overwinning grijpen.
Sindsdien sneeuwt het "nieuwe Larssons" en "Zweedse of Deense misdaadsensaties". Je struikelt over de “Scandinavian Crime Queens”. Sneeuw op de crimescene leek wel de vruchtbare bodem om op door te breken als thrillerauteur. Unni Lindell is de Noorse exponent van die marketinghype. Zij wordt dus aangekondigd als de "Norvegian Crime Queen". Met Duivelskus zit ze aan haar tiende thriller.
Duivelskus begint met een verkeersagressie bij een smalle brug. Iemand steekt een vinger op, er wordt getoeterd, er zijn getuigen. Vivian Glenne, moeder van drie kinderen (bij twee vaders) is aangedaan en raakt overstuur. Wanneer ze thuis een sigaret rookt in de tuin, krijgt ze een klap op het hoofd. Iemand vindt haar half begraven in de tuin. Rechercheurs Marian Dahle en Cato Isaksen onderzoeken de zaak. Een schop, wat aarde, een wonde, ze hebben wel wat om handen.
Alles speelt zich af in hetzelfde dorp, haast in dezelfde straat, waar iedereen wel iets weet van elkaar en daar op eigen manier mee omgaat. Birgit, de collega en buurvrouw van Vivian, besluit te zwijgen. Colin, de vader van Danny en voormalige echtgenoot van Vivian, duikt onder. Danny vermoedt dat zijn vader wel eens de schuldige kan zijn, en legt valse sporen aan.
Dahle en Isaksen doen hun werk maar worden van het kastje naar de muur gestuurd. Ze onderzoeken sporen, ondervragen mensen en proberen de gebeurtenissen te beheersen. Hun werkrelatie is echter niet wat je perfect noemt. Dahle zit trouwens volop in een identiteitscrisis omtrent haar Koreaanse afkomst. Het verhaal krijgt zijn spanningshoogtepunt als het jongste kind van Vivian wordt ontvoerd.
Ik ben blijkbaar niet geconcentreerd genoeg aan het boek begonnen. Ik was zo’n vijftig bladzijden ver, maar verstond er nog niets van. Dat talloze personages en feiten van bij de aanvang van een boek opgevoerd worden gebeurt regelmatig, maar hier maken de korte teksten en het wisselende perspectief het extra moeilijk. Die verwarring is bewust, daar ben ik van overtuigd, maar het is dan ook ten volle gelukt. Ik ben opnieuw moeten beginnen, en nam dit keer notities. Pas wanneer Dahle en Isaksen op de voorgrond treden krijg je een ankerpunt. Aha, politie, dit ken ik. Pas dan ben je (was ik) weg.
Toch zit die vertelstructuur me niet lekker. Het boek mist hoofdstukken, is opgebouwd van alinea naar alinea. Na elke witlijn krijg je een ander stukje verhaal. Het is een manipulatie zoals we die van soaps kennen, en daar heeft Duivelskus veel van weg. Twee inspecteurs die wat over en weer rennen en personages die zowat elke bladzijde van idee veranderen. Het maakt het verhaal nodeloos ingewikkeld. De spanning wordt kunstmatig opgepompt door verwachtingen steeds af te breken en nieuwe problemen te stellen. Positief punt is de psychologische omkadering van zowat alle personages. Je weet met wie je te maken hebt, eens je je kunt vereenzelvigen met hun inzichten en handelingen.
Slotsom: Unni Lindell heeft ongetwijfeld al betere boeken geschreven dan Duivelskus.
Reageer op deze recensie