Lezersrecensie
Met helemaal niets begonnen...
'Dit is Lucy [...] Lucy is met helemaal niets begonnen.'
Lucy Barton is een schrijfster in New York, moeder van twee dochters, en ligt in het ziekenhuis. Wat begint als een opname voor een eenvoudige operatie wordt een ziekenhuisverblijf van 9 weken. Lucy's man, druk met zijn baan en de zorgen voor hun twee dochters, vraagt de moeder van Lucy om hulp. Na negen jaar stilte ontmoeten moeder en dochter elkaar opnieuw. Wat volgt is een opeenvolging van gesprekken over oude bekenden uit het dorp waar Lucy opgroeide en familie.
Strout is een gevierd Amerikaans schrijfster, die zelf ook in New York woont. Dat benoemt ze zelf als het grootste risico bij het schrijven van het boek: lijkt de hoofdpersoon niet teveel op haarzelf? Volgens Strout is het boek absoluut fictie, maar zowel voor Lucy als de oudere schrijfster die Lucy in het boek ontmoet, zal deze Pulitzer Price winnares uit haar eigen schrijfervaring hebben geput.
Aan de hand van de gesprekken tussen moeder en dochter - bijna het hele boek speelt zich af binnen de ziekenhuismuren tijdens het verblijf van vijf dagen - en de herinneringen van Lucy, leren we Lucy steeds beter kennen. Haar vroegste jeugd in armoede (het gezin woonde in een garage), nare herinneringen aan met name haar vader, maar ook aan hoe het gezin met de nek werd aangekeken in het dorp, en de nooit helemaal verbroken band met de moeder, die gaandeweg hersteld wordt. Maar ook de relatie met bovenbuurman Jeremy (naar eigen zeggen Europese adel), voor de lezer duidelijk homoseksueel, die uiteindelijk overlijdt aan AIDS en de relatie met vriendin Molla (niet zozeer wat ze vertelt, maar dat ze vertelt is interessant voor Lucy) zeggen veel over de hoofdpersoon. Lucy mist van oorsprong een hoop, is zich daarvan bewust en probeert dat gemis steeds op te vullen door naar anderen te kijken.
Strout schreef met 'Ik heet Lucy Barton' een subtiel boek, dat vooral gaat over wat er niet besproken wordt. Want het voorval waardoor Lucy daadwerkelijk getraumatiseerd is, wordt nergens benoemd. Het boek gaat over wat dat met de Lucy van nu gedaan heeft en hoe ze daarmee omgaat. 'Mijn onderwijzeres zag dat ik graag las en gaf me boeken [...] Ze zorgden dat ik me minder alleen voelde. Daar gaat het me om. En ik dacht: ik ga schrijven en dan voelen mensen zich niet zo alleen!'
Daarmee is 'Ik heet Lucy Barton' vooral ook een boek vol hoop. Lucy begon misschien met niets, maar is wel degelijk een rijk mens, dat er uiteindelijk in slaagt de relatie met haar ouders zo te herstellen dat beide kanten op het allerlaatst in vrede afscheid kunnen nemen.
Lucy Barton is een schrijfster in New York, moeder van twee dochters, en ligt in het ziekenhuis. Wat begint als een opname voor een eenvoudige operatie wordt een ziekenhuisverblijf van 9 weken. Lucy's man, druk met zijn baan en de zorgen voor hun twee dochters, vraagt de moeder van Lucy om hulp. Na negen jaar stilte ontmoeten moeder en dochter elkaar opnieuw. Wat volgt is een opeenvolging van gesprekken over oude bekenden uit het dorp waar Lucy opgroeide en familie.
Strout is een gevierd Amerikaans schrijfster, die zelf ook in New York woont. Dat benoemt ze zelf als het grootste risico bij het schrijven van het boek: lijkt de hoofdpersoon niet teveel op haarzelf? Volgens Strout is het boek absoluut fictie, maar zowel voor Lucy als de oudere schrijfster die Lucy in het boek ontmoet, zal deze Pulitzer Price winnares uit haar eigen schrijfervaring hebben geput.
Aan de hand van de gesprekken tussen moeder en dochter - bijna het hele boek speelt zich af binnen de ziekenhuismuren tijdens het verblijf van vijf dagen - en de herinneringen van Lucy, leren we Lucy steeds beter kennen. Haar vroegste jeugd in armoede (het gezin woonde in een garage), nare herinneringen aan met name haar vader, maar ook aan hoe het gezin met de nek werd aangekeken in het dorp, en de nooit helemaal verbroken band met de moeder, die gaandeweg hersteld wordt. Maar ook de relatie met bovenbuurman Jeremy (naar eigen zeggen Europese adel), voor de lezer duidelijk homoseksueel, die uiteindelijk overlijdt aan AIDS en de relatie met vriendin Molla (niet zozeer wat ze vertelt, maar dat ze vertelt is interessant voor Lucy) zeggen veel over de hoofdpersoon. Lucy mist van oorsprong een hoop, is zich daarvan bewust en probeert dat gemis steeds op te vullen door naar anderen te kijken.
Strout schreef met 'Ik heet Lucy Barton' een subtiel boek, dat vooral gaat over wat er niet besproken wordt. Want het voorval waardoor Lucy daadwerkelijk getraumatiseerd is, wordt nergens benoemd. Het boek gaat over wat dat met de Lucy van nu gedaan heeft en hoe ze daarmee omgaat. 'Mijn onderwijzeres zag dat ik graag las en gaf me boeken [...] Ze zorgden dat ik me minder alleen voelde. Daar gaat het me om. En ik dacht: ik ga schrijven en dan voelen mensen zich niet zo alleen!'
Daarmee is 'Ik heet Lucy Barton' vooral ook een boek vol hoop. Lucy begon misschien met niets, maar is wel degelijk een rijk mens, dat er uiteindelijk in slaagt de relatie met haar ouders zo te herstellen dat beide kanten op het allerlaatst in vrede afscheid kunnen nemen.
1
Reageer op deze recensie