Lezersrecensie
Een estafette aan perspectieven
Het was helemaal niet de bedoeling om met een verhalenbundel te komen, vertelde Hanna Bervoets tijdens een Boekenweek-interview in Enschede. Ze had weleens vaker korte verhalen geschreven, maar dan in opdracht of voor een stijlexperiment. Echter, toen ze bezig was met haar achtste roman, de opvolger van het veelgeprezen ‘Welkom in het Rijk der zieken’ uit 2019, liep ze vast. Het toepassen van de omgekeerde tijdsstructuur die ze aanvankelijk als een uitdaging zag, zette haar steeds verder klem. Om uit het zwarte schrijfgat te komen, begon ze weer aan een kort verhaal. En nog een. En zo verder. Samen met enkele eerder geschreven verhalen ontstond zo de bundel ‘Een modern verlangen’. In februari 2022 won Bervoets hiermee de Biesheuvelprijs. En terecht.
Hanna Bervoets schrijft in klare taal verhalen die de lezer achteloos tot zich kan nemen, tot het moment dat hij of zij niet anders kan dan peinzen over de bijzondere structuur, verrassende ontwikkeling of buitengewone situatie. Zo maakt de estafette aan perspectieven in ‘Een koffiebar met een Duitse naam’, over de vermissing van een baby, het verhaal tot een geweldige, compacte en schokkende thriller. In ‘Een van ons’ ontwikkelt een caviaforum op internet zich tot een broedplaats van veroordeling, terwijl juist dat tegen de huisregels indruist. En in ‘De doos’ belandt een man in een volledig donkere omgeving waar hij een bijzondere behandeling tegen zijn dagelijks lijden krijgt, waarna hij bij pijn vooral vaak denkt: “Mijn situatie is niet erg, de doos, dat is pas erg. Mijn lijden is geen lijden, de doos, dat is pas lijden.”
Het lijden door ziekte is een terugkerend onderwerp van Bervoets. Geen wonder, want ze lijdt zelf aan de genetisch bepaalde chronische bindweefselaandoening EDS. In het titelverhaal onderzoekt een stel dat klaar is voor een gezamenlijke toekomst of ze ook fysiek bij elkaar passen. Niet helemaal, weet de geneticus. Dus hoe nu verder? In ‘Ganzen’ wordt de prognosekaart gespeeld: een kind kan vanaf de twaalfde verjaardag zijn gezondheidsverwachting ontvangen, waarna het bij slecht nieuws vast kan beginnen aan een bucketlist. Of de ontwikkeling van de wetenschap en de techniek goed of slecht is, vraagt Bervoets zich af in ‘Dit is hoe vlierbessen ruiken’, waarin patiënt Paul de wereld om zich heen naar zijn hand kan zetten door al naar gelang zijn gemoed de optie ‘anderen’ aan en uit te schakelen. Handig als je het geklaag en gesomber van de medemens zat bent. Maar ook lastig als je de gekmakende twijfel aan je depressieve zelf bij anderen wilt toetsen.
Nog verder gaat mijn favoriete verhaal ‘Dag 1851’, waarin zorgrobot Ik alles doet om een oude mevrouw te controleren, assisteren en verzorgen aan de hand van rationeel bepaalde plussen en minnen:
“Mevrouw De Clou volgt de honden met haar ogen.
Haar hartslag wordt weer iets hoger.
‘De honden zijn ongevaarlijk,’ spreek Ik.
‘Ja, dat weet ik.’
‘Hoelang wenst u hier nog te blijven?’
‘Hoelang heb ik nog te leven?’
Geen antwoord. Een vraag. Ik functioneer optimaal. Registreer, vertaling faalt.
‘Kunt u uw vraag opnieuw formuleren?’
‘Hoeveel jaar duurt het nog voor ik doodga?’
‘Verstrekking van dergelijke informatie is niet in lijn met de gemoedsregels’ - Ik zal niets meten.
‘Kom op, zeg het gewoon!’
De hartslag van mevrouw De Clou blijft stijgen, tweehonderddrie slagen per minuut nu, dat is drieëntwintig slagen boven de aanvaardbare waarde (min). Ik leg een hand om haar bovenarm, meet een systolische bloeddruk van honderdzeventig millimeter kwikdruk (min).
‘Bent u boos?’ spreek Ik.
‘Ja, ik wil een antwoord.’
Hartslag en bloeddruk blijven stijgen, ze mogen niet boven de aanvaardbare waarde blijven, dat is gevaarlijk, mevrouw De Clou is zeven maanden en drie dagen geleden door een tia getroffen, er bestaat kans op herhaling; er is, op dit moment, sprake van een gemiddeld tot hoog gezondheidsrisico.
‘Zeg het gewoon!’
Naleving van de gemoedsregels weegt niet op tegen een hoog gezondheidsrisico.
Ik reken.
De bundel eindigt met het drieluik ‘Kerstmis in de ruimte’, waarin mensen de kans krijgen om de onleefbaar geworden aarde te verlaten in kleine ruimtecapsules. Niet iedereen kan mee, dus moeten er lastige keuzes gemaakt worden. Met welke vriend of vriendin zou jij die onzekere en lange reis willen maken? Wie is van nut op de nieuwe plek? En wat vinden we ervan dat, zoals altijd, rijk boven arm gaat? Een interessant gedachtenexperiment, maar een trilogie had van mij niet gehoeven. Goed dat de elf voorgaande verhalen van dit boek al voldoende zijn voor een dikke sigaar, om in de stijl van Biesheuvel te schrijven. Stiekem hoop ik dat Hanna Bervoets snel weer in een zwart gat belandt.
(Deze recensie verscheen eerder op www.kortverhaal.info)
Hanna Bervoets schrijft in klare taal verhalen die de lezer achteloos tot zich kan nemen, tot het moment dat hij of zij niet anders kan dan peinzen over de bijzondere structuur, verrassende ontwikkeling of buitengewone situatie. Zo maakt de estafette aan perspectieven in ‘Een koffiebar met een Duitse naam’, over de vermissing van een baby, het verhaal tot een geweldige, compacte en schokkende thriller. In ‘Een van ons’ ontwikkelt een caviaforum op internet zich tot een broedplaats van veroordeling, terwijl juist dat tegen de huisregels indruist. En in ‘De doos’ belandt een man in een volledig donkere omgeving waar hij een bijzondere behandeling tegen zijn dagelijks lijden krijgt, waarna hij bij pijn vooral vaak denkt: “Mijn situatie is niet erg, de doos, dat is pas erg. Mijn lijden is geen lijden, de doos, dat is pas lijden.”
Het lijden door ziekte is een terugkerend onderwerp van Bervoets. Geen wonder, want ze lijdt zelf aan de genetisch bepaalde chronische bindweefselaandoening EDS. In het titelverhaal onderzoekt een stel dat klaar is voor een gezamenlijke toekomst of ze ook fysiek bij elkaar passen. Niet helemaal, weet de geneticus. Dus hoe nu verder? In ‘Ganzen’ wordt de prognosekaart gespeeld: een kind kan vanaf de twaalfde verjaardag zijn gezondheidsverwachting ontvangen, waarna het bij slecht nieuws vast kan beginnen aan een bucketlist. Of de ontwikkeling van de wetenschap en de techniek goed of slecht is, vraagt Bervoets zich af in ‘Dit is hoe vlierbessen ruiken’, waarin patiënt Paul de wereld om zich heen naar zijn hand kan zetten door al naar gelang zijn gemoed de optie ‘anderen’ aan en uit te schakelen. Handig als je het geklaag en gesomber van de medemens zat bent. Maar ook lastig als je de gekmakende twijfel aan je depressieve zelf bij anderen wilt toetsen.
Nog verder gaat mijn favoriete verhaal ‘Dag 1851’, waarin zorgrobot Ik alles doet om een oude mevrouw te controleren, assisteren en verzorgen aan de hand van rationeel bepaalde plussen en minnen:
“Mevrouw De Clou volgt de honden met haar ogen.
Haar hartslag wordt weer iets hoger.
‘De honden zijn ongevaarlijk,’ spreek Ik.
‘Ja, dat weet ik.’
‘Hoelang wenst u hier nog te blijven?’
‘Hoelang heb ik nog te leven?’
Geen antwoord. Een vraag. Ik functioneer optimaal. Registreer, vertaling faalt.
‘Kunt u uw vraag opnieuw formuleren?’
‘Hoeveel jaar duurt het nog voor ik doodga?’
‘Verstrekking van dergelijke informatie is niet in lijn met de gemoedsregels’ - Ik zal niets meten.
‘Kom op, zeg het gewoon!’
De hartslag van mevrouw De Clou blijft stijgen, tweehonderddrie slagen per minuut nu, dat is drieëntwintig slagen boven de aanvaardbare waarde (min). Ik leg een hand om haar bovenarm, meet een systolische bloeddruk van honderdzeventig millimeter kwikdruk (min).
‘Bent u boos?’ spreek Ik.
‘Ja, ik wil een antwoord.’
Hartslag en bloeddruk blijven stijgen, ze mogen niet boven de aanvaardbare waarde blijven, dat is gevaarlijk, mevrouw De Clou is zeven maanden en drie dagen geleden door een tia getroffen, er bestaat kans op herhaling; er is, op dit moment, sprake van een gemiddeld tot hoog gezondheidsrisico.
‘Zeg het gewoon!’
Naleving van de gemoedsregels weegt niet op tegen een hoog gezondheidsrisico.
Ik reken.
De bundel eindigt met het drieluik ‘Kerstmis in de ruimte’, waarin mensen de kans krijgen om de onleefbaar geworden aarde te verlaten in kleine ruimtecapsules. Niet iedereen kan mee, dus moeten er lastige keuzes gemaakt worden. Met welke vriend of vriendin zou jij die onzekere en lange reis willen maken? Wie is van nut op de nieuwe plek? En wat vinden we ervan dat, zoals altijd, rijk boven arm gaat? Een interessant gedachtenexperiment, maar een trilogie had van mij niet gehoeven. Goed dat de elf voorgaande verhalen van dit boek al voldoende zijn voor een dikke sigaar, om in de stijl van Biesheuvel te schrijven. Stiekem hoop ik dat Hanna Bervoets snel weer in een zwart gat belandt.
(Deze recensie verscheen eerder op www.kortverhaal.info)
1
Reageer op deze recensie