Hebban recensie
Niet verrassend
wel lekker,Neem een chagrijnige en geharde SAS-agent. Neem een gros slechteriken. En neem een land in het Midden-Oosten. Geef allen een AK-47 en laat ze vechten tot het bittere einde. Voilà, klaar is de Chris Ryan-thriller. Zo verrassend als de dagelijkse kop koffie. Maar lekker dat ie is!
Nick Scott heeft als agent van SAS, het elitekorps van het Britse leger, de eerste golfoorlog in de jaren 80 meegemaakt. En dat is hem slecht bevallen. Na een mislukte geheime actie werd Scott gevangen genomen door het Irakese leger. Hij werd dagenlang op gruwelijke wijze gefolterd, maar wist te overleven. Terug in Groot-Brittannië keert Scott zich af van alles wat met SAS te maken heeft. Totdat zijn dochter Sarah, een veelbelovende wetenschapper, wordt vermist. Het spoor leidt naar Irak. Samen met Jed Bradley, de vriend van Sarah en toevallig ook SAS-agent en toevallig net lekker aan het vechten in Irak aan de vooravond van de oorlog tegen Saddam Hoessein, gaat Scott de strijd aan met iedereen die tussen hem en zijn dochter in staat. Inclusief zichzelf.
Chris Ryan schrijft met kennis van zaken. Logisch, want hij maakte jarenlang zelf deel uit van de SAS en heeft de eerste golfoorlog live meegemaakt. Minder logisch is zijn kunde om met deze kennis een goed leesbare en zeer spannende actiethriller neer te zetten. Het laatste wapen bevat bovendien een flinke portie geloofwaardigheid. De passage over de martelkamers onder het Paleis van Saddam is even gruwelijk als, volgens de laatste krantenberichten, realistisch. Ja, natuurlijk vertonen Scott en Bradley een overbodige hoeveelheid machogedrag en natuurlijk kun je niet honderden kilometers lopend afleggen met een kapotgeschoten been, maar een kniesoor die zich daaraan stoort in dit thrillergenre. Leve de actiethriller, leve Ryan!
Nick Scott heeft als agent van SAS, het elitekorps van het Britse leger, de eerste golfoorlog in de jaren 80 meegemaakt. En dat is hem slecht bevallen. Na een mislukte geheime actie werd Scott gevangen genomen door het Irakese leger. Hij werd dagenlang op gruwelijke wijze gefolterd, maar wist te overleven. Terug in Groot-Brittannië keert Scott zich af van alles wat met SAS te maken heeft. Totdat zijn dochter Sarah, een veelbelovende wetenschapper, wordt vermist. Het spoor leidt naar Irak. Samen met Jed Bradley, de vriend van Sarah en toevallig ook SAS-agent en toevallig net lekker aan het vechten in Irak aan de vooravond van de oorlog tegen Saddam Hoessein, gaat Scott de strijd aan met iedereen die tussen hem en zijn dochter in staat. Inclusief zichzelf.
Chris Ryan schrijft met kennis van zaken. Logisch, want hij maakte jarenlang zelf deel uit van de SAS en heeft de eerste golfoorlog live meegemaakt. Minder logisch is zijn kunde om met deze kennis een goed leesbare en zeer spannende actiethriller neer te zetten. Het laatste wapen bevat bovendien een flinke portie geloofwaardigheid. De passage over de martelkamers onder het Paleis van Saddam is even gruwelijk als, volgens de laatste krantenberichten, realistisch. Ja, natuurlijk vertonen Scott en Bradley een overbodige hoeveelheid machogedrag en natuurlijk kun je niet honderden kilometers lopend afleggen met een kapotgeschoten been, maar een kniesoor die zich daaraan stoort in dit thrillergenre. Leve de actiethriller, leve Ryan!
1
Reageer op deze recensie