Hebban recensie
Zonneschijn in donkere tijden
Ze hadden wel even nodig om de knul te kruisigen. Niet dat hij het hun moeilijk maakte; hij was eerder meegaand. Nee, het probleem was de spijkers door zijn handen zien te krijgen ze stuitten steeds op botten.
Ondertussen mompelde de knul iets.
De jongste zei,
Roept om zijn moeder.
Het meisje boog zich over hem heen en zei met verbaasde stem,
Hij is aan het bidden.
Wat had ze dan verwacht een liedje?
Vrolijk makende zwartgalligheid bestaat. Wie daaraan twijfelt zou eens een boek uit de Jack Taylor-serie van Ken Bruen moeten lezen. Taylor is een sociaal onaangepaste en drankzuchtige vijftiger die ooit om een onverkwikkelijke reden uit het Ierse politiekorps is gegooid en sindsdien tegen wil en dank privédetective is. Hij schopt tegen een maatschappij die voortdurend harder terugschopt. Door zijn verslaving, gewelddadigheid en ontembare cynisme heeft hij vele vijanden gemaakt. Slechts een enkeling ziet dat Taylor vooral een slachtoffer is en dat er een blanke pit in hem schuilt. Al zou hij dat zelf ten stelligste ontkennen.
Kruis is de zesde titel uit de serie, waarvan tot op heden alleen deel één en vijf werden vertaald. Dat is niet alleen vreemd, maar vooral jammer, omdat een aantal belangrijke gebeurtenissen uit Taylors ellendige verleden voor Nederlandse lezers die met Kruis instappen, of met het vorige boek Priester, onderbelicht blijven. Aan de andere kant, ook zonder voorkennis blijft er meer dan genoeg te genieten over. Want hoe ellendig Taylor zich ook voelt en hoe schrijnend zijn situatie ook is, zijn zwarte humor biedt hem - en de lezer - immer redding. Het brengt rust tijdens verontrustende gebeurtenissen. In Ken Bruens eigen woorden: Dé manier om ellende te verwerken, is door het licht te houden.
Hoewel in Kruis wordt gespeurd naar zowel een hondenvanger als een gezin dat gezamenlijk een jonge knul kruisigde, doet dit er eigenlijk niet zo heel veel toe. Het vormt vooral een decor voor Taylors strijd met zichzelf. Dit maakt Kruis minder geschikt voor de liefhebber van een complexe puzzel. De kracht van Kruis ligt in het feit dat het af en toe heerlijk is om te zwelgen in melancholie. Bovendien heeft Taylor lak aan vrijwel iedereen die autoriteit uitstraalt en zijn de dialogen met zijn aartsvijanden pastoor Malachy en hoofdinspecteur Clancy prijswinnend op het gebied van trefzekerheid en scherpte. Na het lezen van een Jack Taylor-verhaal ziet zelfs de grootste somberman weer wat zonneschijn. En daarvan kunnen we in de komende wintermaanden allemaal wel een portie gebruiken.
Ondertussen mompelde de knul iets.
De jongste zei,
Roept om zijn moeder.
Het meisje boog zich over hem heen en zei met verbaasde stem,
Hij is aan het bidden.
Wat had ze dan verwacht een liedje?
Vrolijk makende zwartgalligheid bestaat. Wie daaraan twijfelt zou eens een boek uit de Jack Taylor-serie van Ken Bruen moeten lezen. Taylor is een sociaal onaangepaste en drankzuchtige vijftiger die ooit om een onverkwikkelijke reden uit het Ierse politiekorps is gegooid en sindsdien tegen wil en dank privédetective is. Hij schopt tegen een maatschappij die voortdurend harder terugschopt. Door zijn verslaving, gewelddadigheid en ontembare cynisme heeft hij vele vijanden gemaakt. Slechts een enkeling ziet dat Taylor vooral een slachtoffer is en dat er een blanke pit in hem schuilt. Al zou hij dat zelf ten stelligste ontkennen.
Kruis is de zesde titel uit de serie, waarvan tot op heden alleen deel één en vijf werden vertaald. Dat is niet alleen vreemd, maar vooral jammer, omdat een aantal belangrijke gebeurtenissen uit Taylors ellendige verleden voor Nederlandse lezers die met Kruis instappen, of met het vorige boek Priester, onderbelicht blijven. Aan de andere kant, ook zonder voorkennis blijft er meer dan genoeg te genieten over. Want hoe ellendig Taylor zich ook voelt en hoe schrijnend zijn situatie ook is, zijn zwarte humor biedt hem - en de lezer - immer redding. Het brengt rust tijdens verontrustende gebeurtenissen. In Ken Bruens eigen woorden: Dé manier om ellende te verwerken, is door het licht te houden.
Hoewel in Kruis wordt gespeurd naar zowel een hondenvanger als een gezin dat gezamenlijk een jonge knul kruisigde, doet dit er eigenlijk niet zo heel veel toe. Het vormt vooral een decor voor Taylors strijd met zichzelf. Dit maakt Kruis minder geschikt voor de liefhebber van een complexe puzzel. De kracht van Kruis ligt in het feit dat het af en toe heerlijk is om te zwelgen in melancholie. Bovendien heeft Taylor lak aan vrijwel iedereen die autoriteit uitstraalt en zijn de dialogen met zijn aartsvijanden pastoor Malachy en hoofdinspecteur Clancy prijswinnend op het gebied van trefzekerheid en scherpte. Na het lezen van een Jack Taylor-verhaal ziet zelfs de grootste somberman weer wat zonneschijn. En daarvan kunnen we in de komende wintermaanden allemaal wel een portie gebruiken.
1
Reageer op deze recensie