Hebban recensie
Mislukt experiment
Het is meer dan vervelend als het nieuwe boek van je favoriete auteur tegenvalt. 1962 moet dus een moeilijk jaar geweest zijn voor de lezende James Bond-fans. De tiende Bond-roman The spy who loved me is op zijn minst controversieel te noemen. Een recensent uit die tijd noemde het boek een van de slechtste en saaiste ooit. Dat gelijk kan ik hem niet geven, maar het geeft goed weer hoe gedesillusioneerd de liefhebber toentertijd was. Auteur Ian Fleming gaf achteraf toe dat het boek een mislukt experiment was. Hij probeerde zijn uitgever zelfs zover te krijgen dat het boek nooit meer herdrukt zou worden. Dat lukte gelukkig niet, maar hij kreeg het wel voor elkaar dat het verhaal nooit voor de (zojuist gestarte) filmserie mocht worden gebruikt.
Voor een nietsvermoedende Bond-liefhebber is het lezen van The spy who loved me aanvankelijk een vreemde gewaarwording. Je ontkomt niet aan vragen als: waar is James Bond? Waar is de actie? Zit wel de juiste kaft om dit stapeltje paginas? De hoofdrol in dit verhaal wordt namelijk vertolkt door een vrouw, Vivienne Michel. Fleming neemt de lezer eerst mee door haar roerige puberteit, inclusief de onvermijdelijke ontdekking van de seksualiteit, en laat haar vervolgens terechtkomen in een duister motel. Hier wordt ze overvallen door twee walgelijke slechteriken. Wat een geluk dat, op tweederde van het verhaal, James Bond aanbelt. Uiteindelijk belanden Vivienne en haar reddende engel in bed, waarna zij met een ultiem gevoel van vervoering haar leven kan vervolgen.
Hoewel de hedendaagse (thriller)lezer nauwelijks meer op zal kijken van de erotische passages in dit boek, deed het in de jaren 60 een hoop stof opwaaien. Vooral de passage waarin Vivienne denkt dat iedere vrouw ervan houdt om half verkracht te worden. Van liefde die genomen wordt. Wat zijn liefdesspel zo heerlijk had gemaakt, was de zoete bruutheid waarmee hij mijn gekneusde lichaam had genomen. viel bij velen verkeerd. Ze zegt waarschijnlijk meer over Ians fantasie dan dat het een geloofwaardige gedachtegang van een vrouw weergeeft.
Een paar lichtpuntjes redden het boek. De slechteriken zijn origineel en het deel waarin Bond ten tonele verschijnt is best spannend. Flemings meeslepende schrijfstijl blijft, ondanks Brunas matige en gedateerde vertaling, fier overeind. Je zou kunnen verdedigen dat het helemaal niet erg was geweest als dit verhaal, dat minimaal gemengde gevoelens oproept, nooit had bestaan. Maar juist omdat Fleming het daar mee eens zou zijn, is The spy who loved me een titel die simpelweg tot zijn oeuvre moet blijven behoren. Immers, een slippertje moet vergeven kunnen worden. Of zeg ik hiermee iets controversieels?
Voor een nietsvermoedende Bond-liefhebber is het lezen van The spy who loved me aanvankelijk een vreemde gewaarwording. Je ontkomt niet aan vragen als: waar is James Bond? Waar is de actie? Zit wel de juiste kaft om dit stapeltje paginas? De hoofdrol in dit verhaal wordt namelijk vertolkt door een vrouw, Vivienne Michel. Fleming neemt de lezer eerst mee door haar roerige puberteit, inclusief de onvermijdelijke ontdekking van de seksualiteit, en laat haar vervolgens terechtkomen in een duister motel. Hier wordt ze overvallen door twee walgelijke slechteriken. Wat een geluk dat, op tweederde van het verhaal, James Bond aanbelt. Uiteindelijk belanden Vivienne en haar reddende engel in bed, waarna zij met een ultiem gevoel van vervoering haar leven kan vervolgen.
Hoewel de hedendaagse (thriller)lezer nauwelijks meer op zal kijken van de erotische passages in dit boek, deed het in de jaren 60 een hoop stof opwaaien. Vooral de passage waarin Vivienne denkt dat iedere vrouw ervan houdt om half verkracht te worden. Van liefde die genomen wordt. Wat zijn liefdesspel zo heerlijk had gemaakt, was de zoete bruutheid waarmee hij mijn gekneusde lichaam had genomen. viel bij velen verkeerd. Ze zegt waarschijnlijk meer over Ians fantasie dan dat het een geloofwaardige gedachtegang van een vrouw weergeeft.
Een paar lichtpuntjes redden het boek. De slechteriken zijn origineel en het deel waarin Bond ten tonele verschijnt is best spannend. Flemings meeslepende schrijfstijl blijft, ondanks Brunas matige en gedateerde vertaling, fier overeind. Je zou kunnen verdedigen dat het helemaal niet erg was geweest als dit verhaal, dat minimaal gemengde gevoelens oproept, nooit had bestaan. Maar juist omdat Fleming het daar mee eens zou zijn, is The spy who loved me een titel die simpelweg tot zijn oeuvre moet blijven behoren. Immers, een slippertje moet vergeven kunnen worden. Of zeg ik hiermee iets controversieels?
1
Reageer op deze recensie