Lompe hond met nog lomper baasje
John Fantes eerste roman werd in 1938 uitgegeven. Hij was een Amerikaanse auteur met Italiaanse roots, wat ook geldt voor de hoofdpersoon in De geschiedenis van een hond: Henry J. Molise. Net als John Fante schrijft Henry filmscenario’s.
Het verhaal is grotendeels een beschrijving van gebeurtenissen; we kruipen niet in het hoofd van Henry. Daardoor krijgen we beperkt hoogte van zijn beweegredenen. Doordat de auteur alles vrij rechttoe rechtaan beschrijft, zie je alles wel meteen voor je. Dat moet regisseur Yvan Attal ook hebben gedacht, want in 2019 verfilmde hij het boek als My Stupid Dog. Het had een filmscenario van Alex van Warmerdam kunnen zijn, vol met zwarte humor.
De originele boektitel is My Dog Stupid, welke direct iets blootgeeft van de komische toon van het verhaal. De vertelling draait om een hond die het gezin van Henry uiteen laat vallen. Op een regenachtige avond treft Henry’s vrouw het beest in de tuin aan. Ze zien niet direct wat voor dier het is. Hoewel je als lezer, afgaand op de titel van het boek, een sterk vermoeden hebt, is het toch zeer vermakelijk om te lezen hoe ze er met een pistool op af gaan:
“Volgens mij is het een beer.’
‘Waar?’
‘Op het grasveld. Onder het keukenraam.’
‘Misschien is het een van de kinderen.’ […]
‘Nee. Kom eerst kijken. Misschien is het niks. Misschien is het gewoon een ezel.’
‘Och god. Nu is het opeens een ezel. Heeft-ie grote oren?’
‘Heb ik niet op gelet.’'
Het grote, slome beest krijgt al gauw de naam Stupid.
Het wordt snel duidelijk dat Henry ontevreden is over zijn leven. Hij krijgt weinig opdrachten voor zijn werk, zijn kinderen kijken op hem neer en eigenlijk is dat wederzijds. Als het kon zou hij zijn kinderen inruilen tegen een mooie auto. Hij kan niet wachten tot ze het huis uit gaan en droomt ervan om dan naar Rome te gaan, naar zijn geboorteland. Ook Stupid doet hem denken aan vroeger, toen hij nog gelukkig was en ook een hond had.
In zekere zin benijdt Henry zijn huisdier. Die heeft immers geen kinderen die problemen veroorzaken en kan simpelweg zijn (seksuele) behoeften najagen. Henry is er trots op als Stupid andere honden aanvalt of zelfs hun eigenaren. De hond compenseert daarmee het falen van zijn baasje:
‘Stupid was de overwinning, de boeken die ik niet had geschreven, de plaatsen die ik niet had gezien, de Maserati die ik niet had bezeten, de vrouwen naar wie ik had gehunkerd. (…) Hij was mijn droom van een groot nageslacht van briljante geesten.’
In tussentijd krijgt zijn gezin meer en meer een hekel aan zowel de hond als aan Henry.
Op verschillende momenten is er sprake van erg platte humor. Zo laat Henry zijn gezin weten dat hij jaloers is dat Stupid zichzelf overal kan likken. Toch wekt hij medeleven op naarmate je er als lezer achter komt dat zijn lompe gedrag voortvloeit uit onvermogen. Hij heeft nauwelijks grip op zijn gezinsleven; alles overkomt hem voortdurend. Hij blijkt er toch meer moeite mee te hebben dan gedacht wanneer zijn kinderen het ouderlijk huis verlaten. En stel je voor dat dan ook de hond wegloopt…
Ondanks de puberale grappen zit De geschiedenis van een hond slim in elkaar. Het laat zien hoe mensen van alles op hun huisdier kunnen projecteren. Het is een tijdloos verhaal over teleurstelling en hoe daarmee om te gaan. Of eigenlijk: hoe daarmee niet om te gaan. Het is komisch om te lezen. maar waarschijnlijk zou geen enkele lezer in de schoenen van Henry’s vrouw willen staan. Misschien kun je nog beter in de positie van Henry’s hond staan.
Reageer op deze recensie