Lezersrecensie
Je geliefde in een kooi
Wat doe je als je partner tegen je zegt dat je opgesloten zou moeten worden in de dierentuin? John Cromartie twijfelt niet en schrijft een brief naar het comité van het dierenpark. Door zichzelf ten toon te stellen wil hij hun collectie compleet maken en de bezoekers laten nadenken over hun plaats in het dierenrijk.
Als Josephine zegt dat ze niet méér van John houdt dan van haar familie, ontstaat er ruzie in Een man in de dierentuin. John beweert dat hij enkel van háár houdt en de rest van de mensheid noodzakelijkerwijs als vijand beschouwt. Zij vindt dat belachelijk en merkt op dat hij een stap terug is in de evolutie.
John laat zich opsluiten en doet alsof hij zich, in tegenstelling tot Josephine, niet druk maakt over wat anderen van hem denken. Maar hoezeer hij zichzelf probeert te overtuigen dat hij niets om de mens geeft, is hij tegelijkertijd smoorverliefd op Josephine. Zijn tweede drijfveer om zichzelf op te sluiten komt al gauw naar boven. Hij wil zijn geliefde testen; als ze van hem houdt, zal ze lijden onder zijn opsluiting. Ondertussen probeert Josephine zichzelf wijs te maken dat ze niet meer om hem geeft dan om een willekeurig ander dier, maar ze voelt zich vernederd door zijn besluit om zich naast een lelijke orang-oetan op te sluiten.
De geliefden worden continu heen en weer geslingerd tussen tegenstrijdige gevoelens. Rationaliteit krijgt geen grip op de hoofdpersonen en daarmee laat auteur David Garnett zien dat het niet zo gek is om het idee van de mens als kroon van de schepping, wat te nuanceren. Niet alleen omdat mensen zich irrationeel kunnen gedragen, maar ook omdat dieren emoties tonen waar intelligentie voor nodig is. Zo wordt de orang-oetan die in het verblijf naast John zit, jaloers op zijn hoge bezoekersaantallen. Ook dieren maken zich dus druk om wat anderen van hen denken.
Tegelijkertijd toont het verhaal dat jezelf simpelweg opsluiten er niet voor zorgt dat je op een gelijke positie met dieren komt te staan. Johns voornemen om zich niet boven het dier te verheffen, komt in het geding wanneer hij een huisdier in zijn kooi neemt, een soort lynx. John denkt dat hun gevangenschap een goede basis is voor vriendschap, maar degene die hem het beste begrijpt, blijkt toch Josephine te zijn. Wanneer John de dierentuin verlaat om samen met haar verder te leven, is hij de lynx compleet vergeten.
Op het eerste gezicht is het een grappig maar simpel liefdesverhaal, maar het zit boordevol elementen die als startpunt kunnen dienen om te filosoferen over de vraag wat het verschil is tussen mens en dier. De opzet doet denken aan De wereld van Sofie, waarin het verhaal aan de oppervlakte je meevoert langs filosofische vragen (alleen worden die door Garnett niet expliciet gemaakt). Het is de keuze aan de lezer waar die zich op wil focussen.
Als Josephine zegt dat ze niet méér van John houdt dan van haar familie, ontstaat er ruzie in Een man in de dierentuin. John beweert dat hij enkel van háár houdt en de rest van de mensheid noodzakelijkerwijs als vijand beschouwt. Zij vindt dat belachelijk en merkt op dat hij een stap terug is in de evolutie.
John laat zich opsluiten en doet alsof hij zich, in tegenstelling tot Josephine, niet druk maakt over wat anderen van hem denken. Maar hoezeer hij zichzelf probeert te overtuigen dat hij niets om de mens geeft, is hij tegelijkertijd smoorverliefd op Josephine. Zijn tweede drijfveer om zichzelf op te sluiten komt al gauw naar boven. Hij wil zijn geliefde testen; als ze van hem houdt, zal ze lijden onder zijn opsluiting. Ondertussen probeert Josephine zichzelf wijs te maken dat ze niet meer om hem geeft dan om een willekeurig ander dier, maar ze voelt zich vernederd door zijn besluit om zich naast een lelijke orang-oetan op te sluiten.
De geliefden worden continu heen en weer geslingerd tussen tegenstrijdige gevoelens. Rationaliteit krijgt geen grip op de hoofdpersonen en daarmee laat auteur David Garnett zien dat het niet zo gek is om het idee van de mens als kroon van de schepping, wat te nuanceren. Niet alleen omdat mensen zich irrationeel kunnen gedragen, maar ook omdat dieren emoties tonen waar intelligentie voor nodig is. Zo wordt de orang-oetan die in het verblijf naast John zit, jaloers op zijn hoge bezoekersaantallen. Ook dieren maken zich dus druk om wat anderen van hen denken.
Tegelijkertijd toont het verhaal dat jezelf simpelweg opsluiten er niet voor zorgt dat je op een gelijke positie met dieren komt te staan. Johns voornemen om zich niet boven het dier te verheffen, komt in het geding wanneer hij een huisdier in zijn kooi neemt, een soort lynx. John denkt dat hun gevangenschap een goede basis is voor vriendschap, maar degene die hem het beste begrijpt, blijkt toch Josephine te zijn. Wanneer John de dierentuin verlaat om samen met haar verder te leven, is hij de lynx compleet vergeten.
Op het eerste gezicht is het een grappig maar simpel liefdesverhaal, maar het zit boordevol elementen die als startpunt kunnen dienen om te filosoferen over de vraag wat het verschil is tussen mens en dier. De opzet doet denken aan De wereld van Sofie, waarin het verhaal aan de oppervlakte je meevoert langs filosofische vragen (alleen worden die door Garnett niet expliciet gemaakt). Het is de keuze aan de lezer waar die zich op wil focussen.
1
Reageer op deze recensie