De nymfomaan en haar wekker
Mijn vriendin Natalia wordt verteld door een psycholoog, waarvan we geen naam te weten komen. Het feit dat de naam van zijn cliënte in de titel staat is veelzeggend. Natalia is namelijk een dominant persoon die nogal over haar psycholoog heen walst. Het is bovendien op haar verzoek dat de psycholoog het verhaal over hun sessies vertelt.
Al bij hun eerste kennismaking neemt Natalia de touwtjes in handen. De meeste cliënten weten niet waar ze hun handen moeten laten als ze plaats hebben genomen, maar Natalia is niet onzeker en legt uit dat ze staand makkelijker kan praten. Ze neemt zelf een wekker mee om de tijd bij te houden en aan te geven wanneer de sessie is afgelopen. Al snel noemt ze de psycholoog ‘mijn lieve dokter’.
De ‘dokter’ constateert dat Natalia lijdt aan nymfomanie, maar dat daaronder de kern van haar probleem zit: ‘een vermomde angst voor nabijheid, de angst om zich met een ander over te geven aan het moment. Met andere woorden, Natalia gebruikte zowel woorden als mannen om haar kwetsbaarheid te verbergen.’ Om dat te verhelpen geeft de therapeut haar schrijfoefeningen met een aantal steunwoorden die ze moet gebruiken. Het boek is opgedeeld in de verschillende behandelplannen voor elke week dat ze in therapie is.
Bij vlagen weet auteur Laura Lindstedt mooi te verwoorden waar psychologische hulp om draait. Zo vertelt de psycholoog dat Natalia geen hulp van hem nodig zou hebben als ze goede vrienden had gehad. Vrienden ‘van het soort waarmee je lief en leed deelt zodat het eerste zwelt en zingt als ijs in de lente, en het tweede wegdrijft op de woorden als pluisjes in de wind. (…) Leed is met geen praten de wereld uit te krijgen, het strijkt hooguit ergens anders neer. Maar als je genoeg praat, kan leed wel definitief van vorm veranderen.’
Helaas zijn dit soort gevoelige, poëtische uitingen zeldzaam. Over het algemeen overheerst een harde, grove sfeer. Natalia’s afgebeelde tekeningen van een penis en vagina zijn enerzijds grappig en origineel, maar anderzijds neigen ze naar een puberale sfeer. Aan de ene kant is het verhaal behoorlijk psychoanalytisch en filosofisch van aard (zie ook de bronnenlijst) en staat het vol met lange zinnen en ingewikkelde termen. Aan de andere kant wordt er ook heel populaire taal gebruikt: ‘Die chika begon dus te mediteren (…) wat by the way makkelijker gezegd is dan gedaan.’ Lindstedt experimenteert erop los, waardoor de rode draad wat ondergesneeuwd raakt.
Het is vermakelijk om te lezen hoe de psycholoog zich laat imponeren door Natalia. De auteur heeft dit machtsspel knap weergegeven door allerhande details. Een laatste prachtig voorbeeld daarvan is Natalia’s luide gezucht als de psycholoog een vraag stelt die haar niet bevalt, waarna die zich schuldig voelt. Toch maakt het niet voldoende nieuwsgierig naar het vervolg van de therapiesessies. Het is zeker een gedurfde roman, maar al met al heeft het niet de diepgang die je verwacht als je de flaptekst leest. Het boek is vertaald door Sophie Kuiper.
Reageer op deze recensie