Grote thema's in kleine verhalen
In Stamina neemt Enne Koens ons mee in de gangbare worstelingen van haar personages. Allemaal hebben ze net een verandering in hun leven meegemaakt die veel impact op ze heeft. Ze nemen afscheid van dingen, mensen en levensfasen. Omdat ze er nog middenin zitten, zijn het rauwe en soms chaotische vertellingen; het is niet altijd duidelijk wat er gaande is. De personages zijn in de war en de auteur maakt dat duidelijk voelbaar. De verhalen in deze bundel zijn stuk voor stuk intiem. Elk verhaal is ingebed in een heel alledaagse setting. Toch weet Koens elke keer iets bijzonders te maken van deze context.
‘Ik woon op de eerste verdieping. Niemand ziet mij maar ik zie iedereen.’
Nadat in prachtige verwoordingen de setting is geschetst, wordt langzaam duidelijk wat er gaande is. Een angstige jongen durft niet meer naar buiten, naar zijn bijbaantje in een Chinees afhaalrestaurant. Een vrouw raakt ontroerd wanneer ze haar vriend door het raam observeert als ze terugkomt van het hardlopen. Een jonge vrouw realiseert zich dat ze haar origamivogel-vouwende vriend toch niet aan haar ouders wil voorstellen.
Van ogenschijnlijk onbelangrijke details maakt Koens cruciale elementen die de verhalen naar een hoger niveau tillen. Zo is het ontroerend hoe in ‘Dierentuin’ een klein jongetje zich schuldig voelt dat hij chocolade- én vruchtenhagelslag op zijn boterham heeft gedaan, ook al weet hij dat dat niets te maken heeft met de ruzie tussen zijn ouders. Tragikomische beschrijvingen als deze doen denken aan de boeken van Griet Op de Beeck.
Hoe verward de personages ook zijn, het ontbreekt ze niet aan een scherp observatie- en reflectievermogen. ‘Ze dragen kleren die volwassenen naar hun werk aandoen en zeggen dingen over hoe het eraan toe gaat in de wereld.’ Het had een songtekst kunnen zijn van Eefje de Visser of Spinvis. Ook de beschrijving van de gezonde leefwijze van een van de personages is geniaal:
‘Ze lopen hard en eten zilvervliesrijst’
De verhalen beslaan vaak maar een kort moment in het leven van de karakters. Het is heel knap hoe de auteur zulke korte momenten zo interessant heeft weten te beschrijven. Dat komt doordat de hoofdpersonen vaak uitzoomen op de situatie en met helikopterblik naar zichzelf kijken. ‘Ik was te laat op school en heel soms op tijd, hing een nieuwe lamp op zonder de stroom uit te schakelen en als ik de straat overstak, weigerde ik naar links of naar rechts te kijken.’ Koens’ vermogen om van iets kleins iets groots te maken zorgt ervoor dat Stamina een heel krachtige bundel is.
In een van de verhalen wordt beschreven hoe het normale leven van een stel weer doorgaat na een miskraam: ‘Ze zullen oppakken wat uit hun handen is gevallen.’ Dat vat precies samen waar de hele bundel om draait: om mensen die de draad weer oppakken. Naast dit thema zijn de verhalen soms ook op lager niveau met elkaar verbonden. Zo komt het koppel uit ‘Wat liefde is’ in het laatste verhaal weer terug, wat de verzameling verhalen een extra dimensie geeft.
Je zou kunnen zeggen dat Koens de hand uitstrekt naar een van haar personages. De vrouw in ‘Oostende’ merkt namelijk op hoe jammer het is dat het onvermijdelijk blijft jezelf als middelpunt te beschouwen. Daardoor zie je het worstelen van anderen nooit echt, wat het lastig maakt om je situatie te relativeren. Koens maakt met Stamina dit worstelen zichtbaar, waarmee het ook een geruststellende en hoopgevende bundel is.
Reageer op deze recensie