Lezersrecensie
Weinig zonlicht en weinig inhoud
De strijd om de zon is het tweede deel uit de Lange Winter trilogie van de schrijver A.G. Riddle.
Met het op de Aarde afsturen van een aantal asteroïden opent de buitenaardse vijand opnieuw de aanval op de mensheid, die nèt weer bezig was de draad op te pakken na de gebeurtenissen uit het eerste boek. Met deze nieuwe aanval wordt de bevolking, die al flink was uitgedund, bijna uitgeroeid. Het handjevol overlevenden krijgt vervolgens door de vijand een keuze voorgelegd: op Aarde blijven en alsnog uitsterven of een aanbod aannemen en verhuizen naar een andere leefbare planeet in een verafgelegen sterrenstelsel waar ze de werkzaamheden van de vijand niet in de weg zitten.
Net als in het eerste boek wisselen de hoofdstukken tussen de twee hoofdrolspelers James en Emma. Hierdoor worden andere personen helaas onderbelicht en komen die nauwelijks tot leven in het boek. Het zou wel kunnen werken als James en Emma interessant genoeg zouden zijn om het hele boek te volgen, maar daar wringt de schoen voor mij. Alleskunner James begint erg irritant te worden. De specialist in het bouwen van robots en drones is inmiddels ook chirurg, psycholoog, militair strateeg en onbetwist leider. Voor alle problemen heeft James een oplossing en een plan en alle andere personen lopen als schoothondjes achter hem aan. Daarentegen is Emma behoorlijk nutteloos voor het verhaal. Emma slaapt, is bezig met de kleine weeskinderen, is bezig met haar eigen nog ongeboren kind en denkt voornamelijk aan James en wat James op dat moment aan het doen zal zijn. Het zou leuker zijn geweest als Emma wat meer inhoud kreeg en wat belangrijker zou zijn bij beslissende momenten in het verhaal, nu is ze niet meer dan een volgzame huisvrouw.
Vlak voor de inslagen weet een select groepje, met daarbij ook de hoofdpersonen, zich te verschansen in de bunker die daar voor is gemaakt. Ze moesten er iets eerder dan gepland al gebruik van maken, maar het is een wel erg slechte planning als er na enkele dagen opsluiting al paniek ontstaat over de hoeveelheid voedsel. Oke, er zitten iets meer mensen in de bunker dan vooraf gedacht, maar toch komt dit wat vreemd over. In ieder geval zitten ze door het instorten van de toegangswegen opgesloten in de bunker, maar uiteindelijk weten ze te ontsnappen. De manier waarop is erg flauw. Een paar mensen inclusief James (uiteraard) weten zich een weg naar buiten te werken. Een dagenlange poging de anderen daarna te redden middels een grote graafmachine mislukt, dus bouwen we vervolgens een (daar komt het woord weer...) drone die met een laser een kleine tunnel graaft en binnen één dag is de rest bevrijd.
Een dingetje dat mij daarna bezig hield was de energievoorziening. Je zou denken dat met het verwoesten van 99% van de Aarde het gebruik van stroom een groot probleem zou zijn. Ze hebben alleen de zonnepanelen die nog intact zijn en met het afnemen van de zonkracht en het stof van de ingeslagen asteroïden in de dampkring zal ook die energievorm niet erg optimaal meer zijn. Het is een bron van zorg bij de hoofdrolspelers in het verhaal, maar ondertussen loopt iederen nog met een werkende tablet rond (ook alle kinderen), rijden er tientallen voertuigen rond, hebben we een fabriek die op volle kracht draait, een commandocentrum vol met electronica en vliegen er drones rond. Het is science fiction, maar dit vind ik niet heel erg waarschijnlijk. Een van de kinderen was zelfs "tv aan het kijken" op zijn tablet, wat impliceert dat er ook ergens op dat moment een uitzending plaats vindt (het tv kijken kan een vertaalfoutje zijn). En even terzijde: geen woord over radioactieve straling door alle kerncentrales op Aarde die ongetwijfeld allemaal zijn vernietigd.
Het andere dingetje waar ik mee zat is de manier waarop de overlevenden in staat zijn nieuwe dingen te maken. We hebben dus nog maar één werkende fabriek, maar ze weten wel in amper 11 maanden tijd leefruimte te maken voor meer dan 10.000 mensen, diverse (ja hoor, daar zijn ze weer) drones die de aarde rondvliegen op zoek naar andere overlevenden, een lanceerplatform met alle benodigde apparatuur, een compleet veld met zonnepanelen om het lanceerplatform van stroom te voorzien en last, but not least, twee enorme ruimteschepen voor het reizen buiten ons zonnestelsel met plaats voor alle overlevenden. Ze krijgen van de vijand technologische ondersteuning voor de ruimteschepen, maar die dingen moeten nog wel even in elkaar gezet worden. En ondertussen ontwikkelen we ook nog een nieuwe technologie om mensen in te vriezen (in stasi te brengen) voor de lange ruimtereis inclusief de benodigde materialen zoals stasi-hoezen. Ja, het is werkelijk science fiction...
Halverwege het boek verschijnt Richard Chandler plots weer op het toneel, de voormalige mentor van James en inmiddels zijn aartsvijand en fanatiek tegenstander van zijn plannen. Je hoopt even op een opleving in het verhaal, maar de manier waarop Chandler wordt neergezet is eerder lachwekkend dan een verrijking voor het verhaal. Chandler is een erg stereotiepe slechterik en het verhaal leest op dat moment als een slechte James Bond persiflage. Chandler dreigt nog nèt niet met het afschieten van atoombommen... Je bent blij als deze fase in het verhaal wordt afgesloten en we toe kunnen gaan werken naar de afsluiting.
Het lijkt nu alsof ik erg negatief ben over het boek, maar net als bij het eerste deel is het best te doen als je de verwachtingen flink naar beneden schroeft. Het leest makkelijk en je hoeft geen lijst met plaatsnamen of personen uit je hoofd te leren. Het is bij vlagen een beetje popcorn-amusement, maar gelukkig begint het verhaal aan het eind interessanter te worden. Dus dat nodigt in ieder geval uit het volgende en laatste boek uit de trilogie te gaan lezen.
Met het op de Aarde afsturen van een aantal asteroïden opent de buitenaardse vijand opnieuw de aanval op de mensheid, die nèt weer bezig was de draad op te pakken na de gebeurtenissen uit het eerste boek. Met deze nieuwe aanval wordt de bevolking, die al flink was uitgedund, bijna uitgeroeid. Het handjevol overlevenden krijgt vervolgens door de vijand een keuze voorgelegd: op Aarde blijven en alsnog uitsterven of een aanbod aannemen en verhuizen naar een andere leefbare planeet in een verafgelegen sterrenstelsel waar ze de werkzaamheden van de vijand niet in de weg zitten.
Net als in het eerste boek wisselen de hoofdstukken tussen de twee hoofdrolspelers James en Emma. Hierdoor worden andere personen helaas onderbelicht en komen die nauwelijks tot leven in het boek. Het zou wel kunnen werken als James en Emma interessant genoeg zouden zijn om het hele boek te volgen, maar daar wringt de schoen voor mij. Alleskunner James begint erg irritant te worden. De specialist in het bouwen van robots en drones is inmiddels ook chirurg, psycholoog, militair strateeg en onbetwist leider. Voor alle problemen heeft James een oplossing en een plan en alle andere personen lopen als schoothondjes achter hem aan. Daarentegen is Emma behoorlijk nutteloos voor het verhaal. Emma slaapt, is bezig met de kleine weeskinderen, is bezig met haar eigen nog ongeboren kind en denkt voornamelijk aan James en wat James op dat moment aan het doen zal zijn. Het zou leuker zijn geweest als Emma wat meer inhoud kreeg en wat belangrijker zou zijn bij beslissende momenten in het verhaal, nu is ze niet meer dan een volgzame huisvrouw.
Vlak voor de inslagen weet een select groepje, met daarbij ook de hoofdpersonen, zich te verschansen in de bunker die daar voor is gemaakt. Ze moesten er iets eerder dan gepland al gebruik van maken, maar het is een wel erg slechte planning als er na enkele dagen opsluiting al paniek ontstaat over de hoeveelheid voedsel. Oke, er zitten iets meer mensen in de bunker dan vooraf gedacht, maar toch komt dit wat vreemd over. In ieder geval zitten ze door het instorten van de toegangswegen opgesloten in de bunker, maar uiteindelijk weten ze te ontsnappen. De manier waarop is erg flauw. Een paar mensen inclusief James (uiteraard) weten zich een weg naar buiten te werken. Een dagenlange poging de anderen daarna te redden middels een grote graafmachine mislukt, dus bouwen we vervolgens een (daar komt het woord weer...) drone die met een laser een kleine tunnel graaft en binnen één dag is de rest bevrijd.
Een dingetje dat mij daarna bezig hield was de energievoorziening. Je zou denken dat met het verwoesten van 99% van de Aarde het gebruik van stroom een groot probleem zou zijn. Ze hebben alleen de zonnepanelen die nog intact zijn en met het afnemen van de zonkracht en het stof van de ingeslagen asteroïden in de dampkring zal ook die energievorm niet erg optimaal meer zijn. Het is een bron van zorg bij de hoofdrolspelers in het verhaal, maar ondertussen loopt iederen nog met een werkende tablet rond (ook alle kinderen), rijden er tientallen voertuigen rond, hebben we een fabriek die op volle kracht draait, een commandocentrum vol met electronica en vliegen er drones rond. Het is science fiction, maar dit vind ik niet heel erg waarschijnlijk. Een van de kinderen was zelfs "tv aan het kijken" op zijn tablet, wat impliceert dat er ook ergens op dat moment een uitzending plaats vindt (het tv kijken kan een vertaalfoutje zijn). En even terzijde: geen woord over radioactieve straling door alle kerncentrales op Aarde die ongetwijfeld allemaal zijn vernietigd.
Het andere dingetje waar ik mee zat is de manier waarop de overlevenden in staat zijn nieuwe dingen te maken. We hebben dus nog maar één werkende fabriek, maar ze weten wel in amper 11 maanden tijd leefruimte te maken voor meer dan 10.000 mensen, diverse (ja hoor, daar zijn ze weer) drones die de aarde rondvliegen op zoek naar andere overlevenden, een lanceerplatform met alle benodigde apparatuur, een compleet veld met zonnepanelen om het lanceerplatform van stroom te voorzien en last, but not least, twee enorme ruimteschepen voor het reizen buiten ons zonnestelsel met plaats voor alle overlevenden. Ze krijgen van de vijand technologische ondersteuning voor de ruimteschepen, maar die dingen moeten nog wel even in elkaar gezet worden. En ondertussen ontwikkelen we ook nog een nieuwe technologie om mensen in te vriezen (in stasi te brengen) voor de lange ruimtereis inclusief de benodigde materialen zoals stasi-hoezen. Ja, het is werkelijk science fiction...
Halverwege het boek verschijnt Richard Chandler plots weer op het toneel, de voormalige mentor van James en inmiddels zijn aartsvijand en fanatiek tegenstander van zijn plannen. Je hoopt even op een opleving in het verhaal, maar de manier waarop Chandler wordt neergezet is eerder lachwekkend dan een verrijking voor het verhaal. Chandler is een erg stereotiepe slechterik en het verhaal leest op dat moment als een slechte James Bond persiflage. Chandler dreigt nog nèt niet met het afschieten van atoombommen... Je bent blij als deze fase in het verhaal wordt afgesloten en we toe kunnen gaan werken naar de afsluiting.
Het lijkt nu alsof ik erg negatief ben over het boek, maar net als bij het eerste deel is het best te doen als je de verwachtingen flink naar beneden schroeft. Het leest makkelijk en je hoeft geen lijst met plaatsnamen of personen uit je hoofd te leren. Het is bij vlagen een beetje popcorn-amusement, maar gelukkig begint het verhaal aan het eind interessanter te worden. Dus dat nodigt in ieder geval uit het volgende en laatste boek uit de trilogie te gaan lezen.
1
Reageer op deze recensie