Geslaagd, maar traag
Elizabeth Bear is een buitengewoon productieve auteur. In 2005 verschijnt haar eerste roman. Inmiddels is ze de 25 al gepasseerd. Voeg daarbij haar novelles, korte verhalen en een aantal verhalenbundels en je komt aan een respectabel oeuvre. Bear schrijft in verschillende genres, van sciencefiction to epische fantasy en van steampunk to vampierromans. Haar werk valt daarom uiteen in een behoorlijk aantal series die meestal geen verband met elkaar hebben. In 2007 verscheen de roman Dust, het eerste deel in wat de Jacob’s Ladder-trilogie zou worden. Deze boeken volgen de lotgevallen van een ruimteschip dat, beperkt door de snelheid van het licht, generaties nodig heeft om de sterren te bereiken. Dit jaar keer Bear terug naar dit universum met haar nieuwe roman Ancestral Night.
Voor het lezen van deze roman is het niet nodig om de vorige trilogie gelezen te hebben. Er staan wat verwijzingen in naar de reis van het schip maar de verhalen staan volledig los van elkaar. Ancestral Night is het eerste boek in een serie waarvan nog niet geheel duidelijk is hoeveel delen het zal beslaan. Er komt in ieder geval een tweede deel, hieraan is Bear al begonnen. Het verhaal in Ancestral Night is overigens wel een mooi afgerond geheel. Een vervolg kan, maar is niet noodzakelijk om deze roman te kunnen waarderen.
Een aantal eeuwen in de toekomst heeft de mensheid kennisgemaakt met vele andere intelligente levensvormen en is het opgenomen in de Synarche, een groot verbond dat regeert over vele planeten. De barrière die de lichtsnelheid vormde is ook geslecht. Haimey Dz werkt op een klein bergingsschip dat gestrande schepen binnenhaalt om hergebruikt te worden. Op één van deze expedities in een stuk ruimte dat maar zelden bezocht wordt, stuit ze op een stuk technologie dat niet gecreëerd is door de op dat moment bekende beschavingen. Ze stuit ook op bewijs van een zeer ernstige misdaad. Niet iedereen is blij met het feit dat ze zich in deze zaak mengt. Al gauw raakt Haimey verstrikt in een crimineel kat-en-muisspel dat een pijnlijk deel uit haar verleden bloot zal leggen.
Alles in de Verenigde Staten wordt momenteel gezien in het licht van de strijd tussen liberaal tegen conservatief. Hierbij lijkt de Amerikaanse samenleving steeds meer de extremen op te zoeken. Door deze lens beschouwd is het in één oogopslag duidelijk waar Bear zich ergens bevindt. Haar werk bevat vele vrouwelijke hoofdpersonen, ze is niet bang om homoseksualiteit - soms redelijk expliciet - te beschrijven en heeft lak aan traditionele rolpatronen. Ook in deze roman komen al deze zaken duidelijk aan bod. Bear is, met andere woorden, zo links dat ze door Joseph McCarthy direct op de zwarte lijst zou zijn gezet.
Toch is Ancestral Night in een bepaald opzicht ook een vrij klassiek sciencefictionroman. Het barst van de grote ideeën. Bear gaat vrij uitgebreid in op hoe haar ruimteschepen zich sneller kunnen verplaatsen dan het licht. Ook is er een aantal scènes waarin beschreven wordt wat je op een ruimtewandeling allemaal tegen kan komen, wat een gebrek aan zwaartekracht met je doen en bevat de roman beschrijvingen van zogenaamde big dumb objects waar Arthur C. Clarke een puntje aan kan zuigen. Haimey voelt zich in de ruimte nietig en Bear weet dat heel goed over te brengen. Bears politiek voorkeur mag dan duidelijk zijn, ze breekt niet met de conventies van het genre.
Waar ze wel, meer dan menig klassieke sciencefictionroman, mee bezig is, is de ontwikkeling van haar personages. De roman gaat voor een groot deel over identiteit, zelfperceptie en de rol die geheugen daarin speelt. Haimey is op die manier beschouwd dan ook een klassiek voorbeeld van de onbetrouwbare verteller. Naast verschillende intelligente wezens die onder verschillende omstandigheden geëvolueerd zijn introduceert Bear ook kunstmatige intelligentie in haar verhaal. De computer die haar schip bestuurt is dusdanig geavanceerd dat het burgerrechten heeft in de Synarche. Om het geheel nog ingewikkelder te maken, bestaan er ook tal van technologische mogelijkheden om lichamen aan te passen en geheugen te manipuleren. In het geval van Hainey gaat dat zo ver dat ze zelf niet in de gaten heeft in hoeverre er met haar verstand is gerommeld en dat zorgt voor de nodige twijfel en uiteindelijk een stevige identiteitscrisis.
Er zitten behoorlijk wat ethische vragen achter de manier waarop Hainey behandeld wordt door de Synarche. Aan de ene kant lijkt het een organisatie die het gemeenschappelijke belang van de deelnemende planeten in het oog houdt, aan de andere kant kun je als individu lelijk op de koffie komen als je iets doet wat ze niet bevalt. Of het bewust gedaan is lijkt twijfelachtig maar de manier waarop Haimy naar de Synarche kijkt, lijkt wel een beetje naar de manier waarop veel mensen op dit moment naar de Europese Unie kijken.
Om nog een duidelijker contrast aan te brengen wordt Haimey ook blootgesteld aan een heel ander maatschappijbeeld. Waar in de Synarche het gemeenschappelijk belang boven dat van het individu wordt gesteld, is het piratennest waar de antagonist in het verhaal vandaan komt veel egoïstischer. De drang om eigen schaapjes op het droge te trekken voordat je naar die van een ander kijkt brengt Haimey hevig aan het twijfelen.
Op zich zijn alle ingrediënten voor een geslaagde roman duidelijk aanwezig. Het grootste probleem dat het boek kent, is dat het vrij traag is. De hardcover is ruim 500 pagina’s en Bear gebruikt die niet allemaal even effectief. Als je als lezer niet geïnteresseerd bent in Haimeys uitweidingen over haar avonturen in de ruimte is er geen doorkomen aan. Datzelfde geldt voor de verhaallijn die Haimeys verleden blootlegt. Bear hangt beide verhaallijnen op aan haar karakter maar heeft duidelijk moeite om ze zo in het plot te vervlechten dat het een geheel wordt. Het deel van het boek dat de lezer echt uitdaagt om na te denken over vragen als identiteit komt pas vrij diep in de roman naar boven. Een echte synthese van alle door Bear geïntroduceerde elementen blijft daardoor toch een beetje uit.
Ancestral Night dus is een roman die de belofte niet helemaal waarmaakt. Bear heeft duidelijk geprobeerd om er geen Amerikaanse-frontier-in-de-ruimte space opera van te maken en in die opzet is ze redelijk geslaagd. In de plot zitten echter toch wat haperingen. Op zich is dat jammer, anders had deze roman wel eens één van de betere van 2019 had kunnen zijn. Neemt niet weg dat het een goed leesbare roman is, die laat zien dat er ook met klassieke onderwerpen nog steeds wat te doen is in moderne sciencefiction. Misschien is een tweede boek toch geen overbodige luxe.
Reageer op deze recensie