Enerverend verhaal met forse cliffhanger
Na een onderbreking van zes jaar is Steph Swainston terug met het vijfde deel in haar Castle-reeks, waarin een door een onsterfelijke keizer geleide groep langlevenden probeert het land te beschermen tegen een zwerm reusachtige en vraatzuchtige insecten. De roman is een direct vervolg op de eerste drie delen in de serie. Het vierde boek, Above the Snowline (2010), blikt terug op de jonge jaren van hoofdpersoon Jant. De lezer kan dit boek eventueel overslaan zonder dat de draad van het verhaal te verliezen. Ondanks de lange onderbreking sluit het boek naadloos aan op de vorige delen. Het voelt alsof Swainston nooit echt weggeweest is uit Fourlands. Fans van de serie zullen het boek de moeite van het wachten waard vinden. Swainston verlaat ons na een enerverend verhaal wel met een forse cliffhanger. En de belofte van een deel zes.
Vijftien jaar na de ramzalige poging om de insecten letterlijk weg te spoelen uit een deel van het land dat ze bezetten, is de keizer klaar voor een nieuw offensief. Deze keer beschikken ze over een nieuw wapen: buskruit. Met deze nieuwe vinding is een hele reeks nieuwe, krachtige wapens toegevoegd aan het arsenaal van de onsterfelijken. Om nu wel terreinwinst te boeken, is een plan bedacht waarbij grote hoeveelheden van het nieuwe explosief gebruikt zullen worden. Op het moment dat de val dicht moet klappen, komt men echter tot de ontdekking dat de vaten minder buskruit bevatten dan de bedoeling was. Als het offensief vastloopt, wordt onze vliegende junk Jant op pad gestuurd om uit te zoeken wat er met het ontbrekende buskruit is gebeurd. Hij komt al snel een samenzwering op het spoor die de troon van de keizer zal doen wankelen.
De roman opent met een scène die, hoewel de technologie daar iets op achter loopt, aan de slagvelden aan het westelijk front in de Eerste Wereldoorlog doet denken. Het gebruik van artillerie en mijnen om de slag in gang te zetten is een tactiek die destijds door beide partijen werden gebruikt. Swainston geeft er met het gebruik van recente en oudere technologie wel een eigen draai aan. Men is in het boek nog zoekende naar hoe deze technologie het best toegepast kan worden en welke oude technologie nog steeds waarde heeft. Dit verweven van technologische elementen uit verschillende tijdvakken doet Swainston in de hele serie heel handig. Hoewel de lezer regelmatig het beeld van wat mogelijk is in deze wereld moet bijstellen, voelt het nooit echt geforceerd.
De opening van de roman mag dan doen denken aan de grote veldslagen van een eeuw geleden, thematisch is het een erg actueel werk. Wat Jant in het verhaal tegenkomt is eigenlijk een terroristische organisatie. Swainston laat in het boek zien hoe een vastberaden persoon de door economische ongelijkheid, discriminatie en racisme veroorzaakte breuklijnen in de samenleving kan gebruiken om een stortvloed aan woede, jaloezie, haat en geweld over de maatschappij uit te storten. Ze is nooit zuinig geweest op haar karakters, en al helemaal niet op de figuranten die zo onfortuinlijk zijn in het conflict te belanden, maar dit boek is toch wel de gewelddadigste in de reeks.
Terrorisme is, als je de media en politici geloofd, het grootste kwaad van het moment. Het zinloos doden om politieke of religieuze redenen, waarbij vaak slachtoffers gemaakt worden die geen rol in het conflict spelen maar domweg op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn, wordt gezien als het ultieme kwaad. Hoe krankzinnig die daden ook zijn, de terrorist die ze begaat is een mens met gevoelens, dromen en geliefden en dat gegeven wordt in het verhaal gebruikt. Swainston had er voor kunnen kiezen om het kwaad dat Jant te lijf gaat zoals zo vaak in fantasyromans gedaan wordt, gezichtsloos te maken. Ze pakt het echter anders aan en voegt hoofdstukken vanuit het perspectief van de voornaamste terrorist toe aan het boek. De motivatie van dit karakter maakt dat het boek erg nadrukkelijk parallel loopt aan een aantal geopolitieke ontwikkelingen die momenteel gaande zijn. Woede en geweld die een regime omver werpen zonder enig oog voor de consequenties en zonder een plan voor na de revolutie. Waar hebben we dat eerder gezien? Het maakt de terrorist in Fair Rebel erg geloofwaardig en zelfs niet volledig onsympathiek.
De andere kant van de medaille is natuurlijk de verleiding om vuur met vuur de bestrijden en je mee te laten trekken in een spiraal van zinloos geweld. Het is makkelijk te generaliseren, een hele bevolkingsgroep weg te zetten als verdacht en op die manier de kloof nog verder uit te diepen. Het eeuwige leven hebben, maakt Jant duidelijk niet immuun voor dit soort gedachten. De spiraal van achterdocht, haat en geweld wordt in het boek heel duidelijk neergezet. We hoeven niet ver te kijken om dit patroon om ons heen terug te zien.
Swainston wekt bewust wantrouwen bij de lezer over de handelswijze van Jant en de onsterfelijken. Vanuit het perspectief van de terrorist is Jant een tirannieke overheerser die afwisselend ontzag, angst en verachting oproept. Hij is duidelijk gegroeid in de rol die de keizer hem heeft toebedeeld en schuwt harde ingrepen niet. Een enorm verschil met de onzekere, zeurende junk die we te zien krijgen vanuit Jants perspectief. Een groter contrast is bijna niet denkbaar.
De keizer is ook niet verheven boven de verdachtmakingen in het boek. Aan het eind van het derde deel, The Modern World, krijgt hij van een wezen die op andere werelden het gevecht tegen de insecten heeft aanschouwd, het verwijt naar het hoofd geslingerd dat hij niet het volledige technologische potentieel van zijn wereld benut. Blijkbaar trof de beschuldiging doel. De uitvinding van buskruit lijkt er een duidelijk antwoord op. Iets van de Olympische uitstraling die de keizer en zijn onsterfelijken hadden aan het begin van de serie is toch aan het vervagen. De keizer komt over als een ordinaire dictator, met verdeel en heers als belangrijkste tactiek. Misschien nog verontrustender zijn de tekenen van zwakte die hij begint te vertonen. De verhoudingen staan duidelijk op scherp voor het zesde deel.
Fair Rebel rond één van de verhaallijnen netjes af. Swainston heeft echter zoveel balletjes in de lucht dat het boek toch wel erg duidelijk een vervolg nodig heeft. Als je dat als lezer niet al te veel stoort dan is Fair Rebel een heel lekker boek om te lezen. Het tempo is in vergelijking met de vorige delen nog wat opgeschroefd en is dusdanig meeslepend dat je eigenlijk direct aan het volgende deel wil beginnen. Na vier boeken beginnen veel fantasy-werelden vertrouwd te voelen. Dat is duidelijk niet het geval met Fourlands. Er is nog meer dan voldoende te ontdekken. Wat mij betreft mag deel zes komen.
Reageer op deze recensie