Sciencefiction is kunst in de handen van Ted Chiang
De Amerikaanse schrijver Ted Chiang is een buitenbeentje in de sciencefictionwereld. Waar veel schrijvers er van dromen om zich volledig aan het schrijversvak te kunnen wijden, ziet Chiang dat duidelijk anders. Zijn volledige productie tussen 1993 en 2015 bestaat uit een vijftiental korte verhalen. Zijn langste werk, het in 2010 verschenen The Lifecycle of Software Objects, telt iets meer dan 30.000 woorden. Chiang neemt de tijd voor zijn verhalen. Hij schrijft en herschrijft net zo lang tot ze in zijn ogen zo goed zijn als hij ze kan maken. Pas dan wordt het gepubliceerd. Het is een manier van werken die je maar zelden ziet.
Je zou denken dat een schrijver die maar zo weinig produceert niet al te veel aandacht kan verwachten. Hierover heeft Chiang echter niet te klagen. Het beperkte aantal verhalen dat hij tot nu toe gepubliceerd heeft hebben hem vier Nebula Award, vier Hugo Awards, vier Locus Awards, een Theodore Sturgeon Award en nog een heleboel nominaties voor deze en andere Awards opgeleverd. Daarnaast heeft hij ook de John W. Campbell Award voor beste nieuwe schrijver in ontvangst mogen nemen. De schoorsteenmantel van Chiang is inmiddels waarschijnlijk wat aan de kleine kant om deze hele collectie te herbergen. De publicatie van een nieuw verhaal van zijn hand is niet iets dat onopgemerkt voorbij gaat in de sciencefictionwereld.
In 2002 verscheen Chiangs eerste en tot nu toe enige bundel Stories of Your Life and Others. Het staat momenteel opnieuw in de belangstelling omdat het verhaal dat in de titel van de bundel aangehaald wordt, momenteel verfilmd wordt. De verwachting is dat we het dit jaar nog op het witte doek kunnen zien.
De publicatie van deze bundel ging niet zonder slag of stoot. Uitgever Tor en Chiang waren het over een aantal zaken niet eens. Zo vond Chiang de cover art niet om over naar huis te schijven. Later zou er bij het veel kleinere Small Beer Press een nieuwe versie worden uitgegeven waarbij een illustratie waarvoor Chiang zelf de opdracht had gegeven is gebruikt. Ook vond hij dat Tor zoveel haast maakte met het publiceren dat het enige verhaal dat nog niet eerder uitgegeven was, Liking What You See: A Documentary, nog niet naar zijn zin was. De lezers waren het niet met hem eens en nomineerden het prompt voor een Hugo Award. Chiang trok het verhaal echter terug.
Tower of Babylon
De bundel presenteert de verhalen van Chiang op volgorde van publicatie. Het opent met Tower of Babylon, dat voor het eerst verscheen in het tijdschrift Omni in November 1990. Chiang haalde er direct zijn eerste Nebula mee op. Tower of Babylon is, zoals de titel al doet vermoeden, gebaseerd op delen van Genesis. In het verhaal probeert de stad Babylon een toren te bouwen die tot de hemel rijkt. Na vele generaties harde arbeid heeft de toren bijna het hemelgewelf bijna bereikt. Hillalum maakt deel uit van een groep mijnwerkers die ingezet wordt om zich deze laatste hindernis te slechten.
Chiang heeft in een interview ooit verklaard atheïst te zijn maar religie is een thema dat in zijn werk toch af en toe opduikt. Dit verhaal toont ons een letterlijke weergave van het geocentrische wereldbeeld van de Bijbel. Het is een verhaal dat vooral qua stijl en beeldspraak mooi is. Het plot is hieraan ondergeschikt en redelijk voorspelbaar. Verder valt op dat het beeld van religie in dit verhaal haaks staat op wat Chiang de lezer verderop in de bundel in Hell Is the Absence of God voorschotelt.
Understand
Het tweede verhaal in de bundel is Understand. Chiang schreef het voor Tower of Babylon maar zag pas kans het te verkopen na het winnen van zijn eerste Nebula. Het verscheen uiteindelijk in augustus 1991 in Asimov’s. Het verhaal gaat over een man die een ernstige hersenbeschadiging oploopt en behandeld wordt met een experimenteel medicijn. Dit medicijn werkt boven verwachting en de hoofdpersoon voelt na elke behandeling zijn intelligentie toenemen. Al snel wekt dit de belangstelling van onderzoekers, artsen en de CIA. De hoofdpersoon is echter niet van plan om zich voor het karretje van een ander te laten spannen.
Chiang balanceert perfect tussen genialiteit en waanzin. Het verhaal illustreert prachtig hoe dicht deze twee termen bij elkaar liggen.
Het verhaal is volledig geschreven in de eerste persoon. Chiang maakt in het verhaal duidelijk gebruik van de onbetrouwbare verteller. Gedurende het verhaal neemt het inzicht van de hoofdpersoon en de beheersing van de zijn lichaam steeds verder toe en krijgt de lezer het gevoel dat de hoofdpersoon ofwel geniaal ofwel compleet gestoord is. De hoofdpersoon ontwikkelt zich tot een übermensch waar Nietzsche niet van had kunnen dromen. Hij keert zich steeds verder naar binnen omdat de wereld van zijn medemens voor hem zo doorzichtig wordt dat het hem eigenlijk niet meer interesseert. Op een gegeven moment gaat Chiang zelfs met het tijdsbesef van de hoofdpersoon spelen om zijn compleet bovenmenselijke belevingswereld tot uitdrukking te brengen. Chiang balanceert perfect tussen genialiteit en waanzin. Het verhaal illustreert prachtig hoe dicht deze twee termen bij elkaar liggen.
Division by Zero
Het volgende verhaal is mijn persoonlijke favoriet. Het is een van de weinige verhalen dat niet in de prijzen viel. Waarschijnlijk heeft dat meer te maken met het feit dat het niet in een tijdschrift te vinden was. Division by Zero verscheen in 1991 in de bloemlezing Full Spectrum 3. Het is een verhaal waarin de vorm, perspectief en plot zo prachtig bij elkaar aansluiten dat het het verhaal naar en nog hoger niveau tilt dan de twee openingsverhalen al hadden.
Het verhaal gaat over een wiskundige. Ze stuit bij haar werk min of meer per ongeluk op het rekenkundige bewijs dat 1 gelijk is aan 2. Of elk ander willekeurig getal. De bodem onder haar vakgebied wordt in één keer weggeslagen. Het systeem dat zo mooi was dat het wel waar moest zijn, blijkt ineens geen relatie te hebben met de natuurlijke wereld. Verbazing, frustratie, wanhoop en depressie volgen elkaar in snel tempo op.
Chiang beschrijft de ontwikkelingen vanuit twee verschillende gezichtspunten en wisselt deze af met kleine stukjes informatie over de geschiedenis van de wiskunde. Het ene karakter bekijkt de zaak enigszins afstandelijk, maar wel met een blik van iemand die de een soortgelijke crisis al eens doorgemaakt heeft. Het andere is van de onfortuinlijke wiskunde zelf. Chiang beschrijft de gebeurtenissen niet chronologisch waardoor we het effect van de crisis eerder zien dan de oorzaak. Hij doet dat echter niet om het maximale effect van de uiteindelijke onthulling te bereiken, maar om de verandering in één van de twee karakters goed over te brengen. Het is een stille tragedie eigenlijk, vol onuitgesproken gevoelens en inzichten.
Er is ontzettend veel oog voor detail in het verhaal. Zo gebruikt Chiang voor de hoofdstukken alleen cijfers, met de toevoeging A en B voor de twee perspectieven. De stukjes informatie over de wiskunde staan in dienst van het verhaal door er gezamenlijk op te wijzen hoe eenvoudig het is om iets dat intuïtief klopt als waar aan te nemen en hoe moeilijk het is om het met logica te bewijzen. In dat licht beschouwd valt iedereen regelmatig in de valkuil die de wiskundige niet kon ontwijken.
Story of Your Life
Het volgende verhaal zou maar liefst zeven jaar op zich laten wachten. Story of Your Life verscheen in 1998 in de bloemlezing Starlight 2. Het is het langste stuk uit de bundel en het verhaal dat momenteel verfilmd wordt. Het is een verhaal waarin taal, een van de thema’s die Chiang vaker aanroert, een grote rol speelt. Er zijn ook andere lagen in aangebracht die aan het eind mooi op zijn plaats vallen. Het geheel doet me enigszins denken aan het verhaal Ej-Es van Nancy Kress, waarin ook het ontcijferen van de taal van buitenaardse wezens een rol speelt.
De hoofdpersoon is een linguïste van middelbare leeftijd. Ze wordt ingeschakeld om te helpen contact te leggen met een buitenaards volk dat de Aarde met een bezoek heeft vereerd. Haar progressie is minimaal totdat ze er met behulp van een collega wetenschapper in slaagt de denkwijze van de buitenaardse wezens te doorgronden. Het is een inzicht dat haar kijk op de wereld voorgoed zal veranderen.
Ook dit verhaal kent twee verhaallijnen, beide vanuit het gezichtspunt van de hoofdpersoon. Taal mag van groot belang zijn in het plot, uiteindelijk draait het verhaal om wet uit de Optica. Fermat’s Principe (de weg die een lichtstraal tussen twee punten aflegt, is die welke in de kortste tijd afgelegd wordt) wordt gebruikt als metafoor voor het wereldbeeld dat achter de taal van de buitenaardse wezens schuil gaat. Achter dit principe gaat een lading kwantummechanica schuil waar het verhaal gelukkig aan voorbij gaat.
Hoe meer de hoofdpersoon van de taal leert, hoe meer het haar denkwijze gaat beïnvloeden. Chiang brengt dat prachtig tot uitdrukking met een van de verhaallijnen. Deze speelt in het verleden en gaat voornamelijk over de relatie tussen de linguïste en haar dochter. Chiang heeft er voor gekozen om deze in de (onvoltooid tegenwoordige) toekomende tijd te schrijven. De reden daarvoor wordt gedurende het verhaal duidelijk. Het is één van de vele voorbeelden in de bundel waaruit blijkt dat Chiang alle elementen van het verhaal volledig op elkaar afstemt. Ik ben erg benieuwd hoe de scenarist en regisseur dit verhaal op het witte doek denken over te brengen.
Seventy-Two
Op het volgende verhaal was het minder lang wachten. Seventy-Two Letters verscheen in 2000 in de bloemlezing Vanishing Acts. Het verhaal zou kunnen worden gezien als Steampunk, iets dat Chiang nog niet eerder heeft laten zien. Het verhaal maakt gebruik van een hele reeks aan ideeën die inmiddels al lang door de wetenschap zijn ontkracht. Ook zitten er aan het wereldbeeld dat in het verhaal wordt geschetst een hoop theologische consequenties. Het is wederom een verhaal met veel elementen die naadloos op elkaar aansluiten.
Robert is als jongen al geobsedeerd door nomenclatuur, de wetenschap die de beoefenaars in staat stelt om levenloze objecten te animeren. Hij maakt er zijn beroep van en boekt grote vooruitgang in het ontwikkelen van een fijnere motoriek voor automaten. Het brengt hem al snel in conflict met de ambachtslieden die in zijn werk het einde van hun beroep zien. Dan wordt hij benaderd door een edelman die zijn talenten op waarde lijkt te schatten. Robert wordt in een project ingewijd met een nog veel ambitieuzer doen dan zijn eigen onderzoek: het voorkomen van het uitsterven van de mensheid.
De kern van het verhaal is de zeventiende-eeuwse ‘ontdekking’ dat een spermatozoön een homunculus bevat. Een volledig gevormd miniatuur mens. Het was een poging om, na de uitvinding van de microscoop, het zogenaamde preformationisme een wetenschappelijke basis te geven. Al snel werd hieraan de theorie gehangen dat een man in feite alle toekomstige generaties al met zich meedraagt. Een soort biologisch droste-effect. Het preformationisme, dat op dat moment al eeuwen oud was, had echter zijn langste tijd gehad. Al snel kwamen er bedenkingen vanuit wetenschappelijke en filosofische kringen. In dit verhaal is het idee echter volkomen geaccepteerd en komt men tot de schokkende ontdekking dat het aantal nog overgebleven generaties beperkt is tot vijf. Mogelijk kan nomenclatuur uitkomst bieden.
Naast van achterhaalde wetenschappelijke ideeën, maakt Chaing ook optimaal gebruik van de Victoriaanse setting. Industrialisatie, sociale problemen, seksisme en de klassenmaatschappij spelen op de achtergrond een rol. Zo bespreken de karakters (allen mannen) een oplossing die er op neer komt dat mannen voor de voortplanting overbodig worden en voegen er tussen neus en lippen daar de manier aan toe om de vrouwen op hun plaats te houden. Ook de lagere sociale klassen moeten er aan geloven. Immers, als voorplanting niet meer vanzelfsprekend is maar kunstmatige interventie vereist, kan het worden ingezet om het gepeupel in toom te houden.
Het mooiste aan dit verhaal is echter dat de ‘wetenschap’ nomenclatuur in feite een metafoor voor de genetica is. De Hebreeuwse letters van Roberts formules als guanine, cytosine, adenine en thymine, het alfabet van het leven. Robert is als Mendel, die de regels van de voortplanting en ontwikkeling van soorten begint te doorzien zonder het mechanisme volledig te begrijpen. Het meest geniale van dit verhaal is misschien wel dat Chiang uit zoveel onjuist gebleken wetenschappelijke ideeën en pseudowetenschap zo’n treffende vergelijking kan bouwen.
The Evolution of Science
Met nog geen 800 woorden is The Evolution of Science het kortste verhaal in de bundel. Het verscheen onder de titel Cathcing Crumbs from the Table in het wetenschappelijke tijdschrift Nature. Het beschrijft een toekomst waar in de mensheid opgesplitst is in twee vormen. Normale mensen en genetisch gemanipuleerde, hyperintelligente meta-mensen. Het verschil is zo groot dat er voor normale mensen geen eer meer te behalen is aan een carrière als wetenschapper. Het stuk vraagt zich af of het de moeite waard is om toch door te blijven onderzoeken. Het is niet zo zeer een verhaal maar meer een stuk om de lezer tot nadenken aan te zetten. Daar slaagt het op zich in maar persoonlijk vind ik dergelijke korte stukken niet heel erg bevredigend.
Hell is the Absence of God
Hell is the Absence of God verscheen in 2001 in de bloemlezing Starlight 3. In dit verhaal pakt Chiang wederom een religieus thema op. Deze keer heeft hij zijn inspiratie onder andere gevonden in het boek Job. In het verhaal staat eigenlijk de waarom-vraag centraal. Het is een van die levensvragen die geen antwoord heeft maar waar iedereen vroeg of laat mee geconfronteerd wordt. Chiang benadert de vraag van verschillende kanten in het verhaal.
Het verhaal noemt geen specifiek geloof maar maakt wel duidelijk gebruik van Joods-Christelijke elementen. Chiang zet in het verhaal de boel op scherp door de karakters te laten zien wat er in het hiernamaals wacht. Zowel de hemel als de hel zijn tot op zekere hoogte bekend terrein. Ook is het bij het overlijden van een persoon duidelijk voor de achterblijvers of de overledene in de hemel of de hel terecht komt. God is overduidelijk aanwezig in de wereld. Engelen bezoeken regelmatig de wereld en laten wonderbaarlijk genezen mensen achter, maar maken ook de nodige slachtoffers.
Het kan bijna niet anders dan dat hij met het verhaal op behoorlijk wat lange, religieuze tenen is gaan staan. God, zo stelt een van de karakters, is niet rechtvaardig, vergevingsgezind of begripvol.
De vrouw van de hoofdpersoon is aanwezig bij een verschijning van de engel Nathanael en overleeft dat niet. Als schrale troost wordt ze wel opgenomen in de hemel. Ze laat de onfortuinlijke Neil achter met een groot probleem. Hij heeft God nooit in zijn hart gesloten en is er altijd van uitgegaan dat hij in de hel terecht zou komen. Als hij na de dood herenigd wil worden met zijn geliefde zal hij een God moeten aanbidden die dat wat hij het meest lief heeft van hem heeft weggenomen. Geen gemakkelijke opgave.
Het verhaal is een van Chiangs meest populaire werken. Hij won er een Hugo, Nebula en Locus Award mee. Eigenlijk best verrassend. Het kan bijna niet anders dan dat hij met het verhaal op behoorlijk wat lange, religieuze tenen is gaan staan. God, zo stelt een van de karakters, is niet rechtvaardig, vergevingsgezind of begripvol. Hem desondanks liefhebben is ware devotie. Met die nogal cynische vaststelling kunnen we het als lezer doen.
Liking What You See: A Documentary
Het laatste verhaal in de bundel is het enige dat niet eerder verscheen. Liking What You See: A Documentary is ook het verhaal waar Chiang zelf nog niet helemaal tevreden over was. Als ik het zo lees dan vraag ik me werkelijk af waar hij nog aan had willen sleutelen. Het verhaal is een uitgeschreven versie van een televisiedocumentaire, waarin afwisselend verschillende personen aan het woord komen om zo vanuit verschillende gezichtspunten een onderwerp te bespreken. Het is een techniek waar de eveneens Chinees-Amerikaanse schrijver Ken Liu een aantal jaren na Chiang hoge ogen zou gooien met het verhaal The Man Who Ended History: A Documentary.
Liu bespreekt in zijn verhaal Japanse oorlogsmisdaden in China tijdens de tweede wereldoorlog. Chiang daarentegen snijdt in zijn verhaal een maatschappelijk probleem aan. Het fenomeen ‘lookism’, zoals een van de karakters het noemt, het bevoordelen van mooie mensen, is een wijdverbreid probleem met evolutionair diepe wortels in het menselijk brein. Iedereen oordeelt vaak onbewust over de gezondheid, vruchtbaarheid en seksuele aantrekkelijkheid van de mensen in zijn of haar omgeving. Mooie mensen worden hierdoor aardiger gevonden, hebben meer succes in hun carrière, kunnen sneller hulp van anderen verwachten, vinden makkelijker een partner enzovoort. Stel dat het mogelijk is om met een hersenimplantaat deze reactie te onderdrukken, door het brein als het ware de schoonheid van een gezicht niet te laten onderkennen? Zou dat de samenleving ten goede komen of juist niet?
Uit het nawoord van Chiang bij dit verhaal blijkt dat hij het zelf wel ziet zitten. Aan het einde van het verhaal klinkt dat ook een beetje door in de tekst. Toch ziet hij wel kans voor beide standpunten overtuigende argumenten op te voeren. Het verhaal is deels gebaseerd op bekende beschadigingen in de hersenen dus het is niet ondenkbaar dat we ooit ons eigen brein op dat niveau kunnen manipuleren. Wat helemaal geniaal aan het verhaal is, is de manier waarop schoonheid gebruikt wordt om de uitkomst van het debat te manipuleren. Het is een verhaal dat een hoop stof tot nadenken oproept. Als ik het zo lees vraag ik me af wat de recent overleden neuroloog en schrijver Oliver Sacks er van zou hebben gevonden. Niet alleen vanwege zijn vakgebied maar ook omdat hij leed aan prosopagnosie (gezichtsblindheid), een van de aandoeningen die Chiang in het verhaal aanhaalt.
Chiangs verhalen en zijn benadering van sciencefiction zijn zo uniek dat deze bundel eigenlijk in geen enkele boekenkast mag ontbreken.
Sciencefiction als kunst
Acht verhalen die de volledige productie van Chiang in een periode van meer dan tien jaar vormen. Elk verhaal is bewerkt tot het geheel van proza, thema, karakter en vormt een volmaakt geheel. Chiang benadert sciencefiction als een kunst, waarbij economische motieven volledig ondergeschikt zijn. Het verhaal moet volmaakt uitdrukken wat hij er mee wil zeggen, eerder laat hij ze niet gaan. Het is de ultieme 'kwaliteit boven kwantiteit'-benadering en levert verhalen op van een niveau waar maar heel weinig schrijvers aan kunnen tippen. Het is zeer de vraag of er ooit een roman van zijn hand zal verschijnen. Dat heeft hij ook niet nodig om tot de groten van het genre gerekend te worden. Chiangs verhalen en zijn benadering van sciencefiction zijn zo uniek dat deze bundel eigenlijk in geen enkele boekenkast mag ontbreken.
Op 6 september verschijnt de Nederlandse vertaling bij Uitgeverij Q - De verhalen van jouw leven en anderen.
Reageer op deze recensie