Een boeiende doorlezer
De Amerikaanse auteur Michael Connelly heeft al een indrukwekkend oeuvre bij elkaar geschreven, en kan daarbij twee dingen niet verbergen: zijn achtergrond als misdaadjournalist, en zijn bewondering voor Raymond Chandler. In Het recht om te zwijgen, het vijfde deel in zijn serie rond advocaat Michael Mickey Haller, wordt dat nog maar eens bevestigd. Het boek laat zich probleemloos lezen als een afzonderlijke thriller.
De immobiliëncrisis in de Verenigde Staten - de nasleep van het Fannie Mae en Freddie Mac debacle - is voor advocaat Mickey Haller de kip met de gouden eieren. Hij heeft zich gespecialiseerd in onteigeningsrecht en heeft de zaken voor het oprapen. Een van zijn aanhangige dossiers betreft Lisa Trammel die, zoals al Mickeys cliënten, haar huis dreigt te verliezen. De zoveelste routineklus, denkt Mickey, tot zich een kleine complicatie voordoet: de bankmanager, die Lisa's hypotheek vroegtijdig wil afsluiten, wordt het hoofd ingeslagen en het lijkt er sterk op dat Lisa Trammel de hamer hanteerde. Vanwege de sociale gevoeligheid krijgt het proces meteen veel media-aandacht. De pers klopt de zaak op, en transformeert Mickey Haller van een simpel onteigeningsadvocaatje in "een befaamd strafpleiter" in een moordzaak die het symbool van het financiële lijden van de natie dreigt te worden. Mickey is niet vies van al die aandacht. In de rechtbank zet hij alles op alles om de vrijspraak te verkrijgen. Daartoe moet hij wel de bewijslast van openbaar aanklager en gehaaide harde tante Andrea Freeman kunnen ontkrachten. Maar niet alles verloopt naar wens, en Mickey wordt op een pijnlijke manier tot het besef gedwongen dat er dubieuze belangen in het spel zijn...
Al vroeg in het verhaal heeft de lezer de kant van Mickey Haller gekozen. Hij werkt hard, heeft een nuchtere kijk, en neemt zijn functie als advocaat erg letterlijk. Een proces is een wedstrijd, en winnaar ben je pas als "vrijspraak" op het scorebord staat. Of de cliënt schuldig is of niet, speelt in wezen geen rol: Mickey is advocaat, geen jurylid, het is dus niet aan hem om deze vraag te beantwoorden. Dit doorgedreven professionalisme maakt hem nog niet harteloos of onmenselijk: geregeld volgt de ontnuchtering als Mickey na afloop van een proces toch een antwoord op de schuldvraag krijgt. Op zulke momenten neemt de mens het over van de advocaat, en zal Mickey alsnog een en ander willen rechtzetten.
Het recht om te zwijgen is een legal thriller in de engste betekenis: behalve enkele korte, inleidende hoofdstukjes die de aanloop naar het proces uiteenzetten, speelt de actie zich vrijwel uitsluitend op de rechtbank af. Dat kan onmogelijk anders dan saai zijn, zou je denken, maar Connelly zet de lezer op de publieksbanken, en laat hem getuige zijn van een fascinerend spel tussen de aanklager en de verdediger, die als sluwe vossen om elkaar heen draaien, voortdurend elkaars strategieën trachten te doorzien, vezeltje na vezeltje elkaars theorieën pogen te ontzenuwen, en onvermoeibaar aan elkaars stoelpoten zagen in de hoop dat de ander onderuitgaat. Met open vizier vechten Haller en Freeman een verbaal steekspel uit, doorgaans subtiel, soms ronduit agressief, maar altijd doelgericht. Geen van beiden deinst ervoor terug de randjes van het wettelijk of fatsoenlijk toelaatbare op te zoeken om de zaak in het eigen voordeel te doen kantelen. Natuurlijk is er ook nog rechter Perry, onwrikbaar in zijn principiële rechtlijnigheid, om de twee kemphanen geregeld tot de orde te roepen... Dit gaat zo 400 bladzijden door, maar het verveelt geen halve seconde.
Toch is Het recht om te zwijgen "slechts" een verslag van een proces. Iedere procesdag wordt tot in de details gerapporteerd, bijna als een artikelenreeks in een krant. Alwéér saai, zou je dan alwéér denken, maar alwéér is dat fout! Doordat alles verteld wordt door ik-figuur Mickey Haller, en we zijn originele, scherpzinnige gedachtegangen aldus op de minuut kunnen volgen - iets waar een échte verslaggever op een écht proces uiteraard van verstoken blijft - onderscheidt Het recht om te zwijgen zich toch duidelijk van een ordinair journalistiek feuilleton. Een literaire hoogvlieger is dit boek niet, en aan psychologische profilering besteedt Connelly maar weinig aandacht: over de privélevens van de protagonisten komen we trouwens niet veel te weten, maar toch voldoende om er een band mee te kweken.
Al bij al is Het recht om te zwijgen een boeiende "doorlezer", goed gedocumenteerd en bijzonder geloofwaardig. Het is een cliché, maar wel op zijn plaats: wie aan dit boek begint, zal het niet kunnen wegleggen.
Reageer op deze recensie