Lezersrecensie
Twee families, één moord.
Het donker was het fragielst op de plek waar hemel en zee elkaar ontmoetten en een tere lijn het zwart doorkruiste. Het water rustte in sereniteit.
Met deze poëtische zinnen opent de Zweedse schrijver Mattias Edvardsson zijn vierde boek, volgens de cover een “literaire thriller” maar net zoals de drie voorgaande is Wie zwijgt stemt toe veel meer een spannende psychologische roman te noemen. Edvardsson probeert diep in de zielen van zijn personages te duiken…
Jari en Maria Kekkonen hebben hun zaakjes goed voor elkaar: ze zijn welstellend, wonen in een mooie villawijk van Trelleborg, en hebben twee sportieve, bijna volwassen dochters. Isabella, de ernstige van de twee, is evenwichtig, slim, en heeft een stabiele relatie met de rijke Sixten. Haar jongere zus Amanda is aantrekkelijk en impulsief, een partygirl met “het beoordelingsvermogen van een jackrussellterriër die drugs had gebruikt”, aldus haar vader, weliswaar ironisch en plagend, maar ook wel een beetje gemeend.
Sasho en Linda Palevski wonen in een eenvoudige arbeiderswoning in een marginale buurt van Trelleborg. In zijn jeugd bouwde Sasho een reputatie van vechtersbaas en brokkenmaker op, en zat hij zelfs een tijdlang in de gevangenis. Het paar heeft één zoon, Niko, een intelligente, ijverige jongen.
Beide vaders maken zich zorgen als Amanda en Niko het met elkaar aanleggen. Jari heeft weet van Sasho’s gewelddadige verleden en is bang dat Niko de aard van de vader heeft meegekregen, en Sasho vreest dat de frivole Amanda de ernstige ambities van zijn zoon zal ondergraven.
Maar dan wordt Amanda vermoord, en Niko is de zeer evidente verdachte. Tijdens opeenvolgende ondervragingen zegt hij niets, behalve dat hij iemand heeft beloofd te zullen zwijgen… Maar waarom, en wie is die ‘iemand’?
Edvardsson ontplooit het verhaal door de ogen van de twee families, wier levens hun gewone gangetjes gaan, zonder al te sterke ups of downs. Hun sociale statussen zijn dermate uiteenlopend dat ze wellicht nooit met elkaar te maken kunnen krijgen. Maar dan is daar plots die verliefdheid, en die maakt de vaders nerveus. In een ver verleden hebben zij namelijk wél met elkaar te maken gehad, maar op een niet al te fraaie manier. De onschuldige verliefdheid van hun kinderen dreigt lang weggeduwde schaamte en lang onderdrukte frustraties naar boven te brengen. En er schuilen nog meer geheimen onder het oppervlak, het water rust niet langer in sereniteit…
De moord zet alles op scherp, brengt alles in een stroomversnelling. Beide ouderparen worden verteerd door verdriet, het ene vanwege de dood van hun dochter, het andere omdat hun enige zoon misschien de moordenaar is. Binnenskamers komen de ouders tot inzichten, komt er begrip maar komen er ook verwijten en beschuldigingen. De ouders proberen in de eerste plaats te begrijpen, maar komen onvermijdelijk tot het pijnlijke besef dat ze maar weinig over hun kinderen weten. Edvardsson volgt en observeert nauwgezet de ontwikkeling van al die emoties, die uiteindelijk naar de ultieme onthulling moet leiden.
Niettemin is Edvardsson met de karakterisering van zijn personages niet altijd even zorgvuldig omgesprongen. Enkele toch vrij belangrijke figuren krijgen nooit een echte ziel, ze ontberen echtheid en ze stralen te weinig empathie uit om de lezer de kans te geven voeling te krijgen met hun karakters. Dat geldt evenwel niet voor de zussen Isabella en Amanda Kekkonen. Deze twee personages werden op een bijzonder gevoelige en aansprekende wijze neergezet, je raakt ontroerd als zij dat zijn, je bent bang als zij dat zijn, of blij, of verdrietig, enzovoort. Hun liefde voor elkaar is levensecht en onverzettelijk, zelfs op de momenten dat de ene zus iets doet waar de andere door gekwetst zal zijn. Deze twee figuren dragen als het ware het hele verhaal, en het is jammer dat sommige andere personages niet met dezelfde echtheid en fijngevoeligheid getypeerd werden.
De auteur heeft Wie zwijgt stemt toe op een ongewone manier opgebouwd. Het is op zich al bijzonder dat in dit misdaadverhaal amper sprake is van een gerechtelijk onderzoek, en dat de politie maar een onbelangrijk rolletje op de achtergrond speelt. Maar nog opvallender is de chronologische indeling van het verhaal. De nacht van de moord is de titel van het eerste hoofdstuk, en alle volgende hoofdstukken hebben “moord” in de titel staan. Met het moment van de moord als oriëntatiepunt in de tijd navigeert de auteur van De nacht van de moord naar (bijvoorbeeld) Een jaar voor de moord, springt vervolgens naar Na de moord, keert weer terug naar Twee maanden voor de moord, heeft het daarna over De dag van de moord, enzovoort… Die chronologische wanorde maakt dat de lezer vaak al feiten kent die de personages in het verhaal nog moeten overkomen of vernemen, en met die ‘tegenstelling’ creëert de schrijver een lichte, maar immer aanwezige spanning.
De ontknoping is een verrassing van jewelste. Van Edvardsson wordt weleens gezegd dat hij zijn lezers voortdurend op het verkeerde been zet, en dat is hier absoluut het geval. Toch laat het einde een wat onvoldane indruk na ‒ ‘geforceerd’ zou je kunnen zeggen. Het hele verhaal door toonde Edvardsson zich een bekwaam psycholoog, maar bij de ontknoping lijkt de psychologie plots niet goed meer te kloppen.
Wie zwijgt stemt toe is een vlot geschreven en dus zeer leesbaar verhaal, met hier en daar interessante psychologische karaktertekeningen. Spannend ook wel, op een stille, subtiele en gevoelige manier, maar nooit nagelbijtend.
Met deze poëtische zinnen opent de Zweedse schrijver Mattias Edvardsson zijn vierde boek, volgens de cover een “literaire thriller” maar net zoals de drie voorgaande is Wie zwijgt stemt toe veel meer een spannende psychologische roman te noemen. Edvardsson probeert diep in de zielen van zijn personages te duiken…
Jari en Maria Kekkonen hebben hun zaakjes goed voor elkaar: ze zijn welstellend, wonen in een mooie villawijk van Trelleborg, en hebben twee sportieve, bijna volwassen dochters. Isabella, de ernstige van de twee, is evenwichtig, slim, en heeft een stabiele relatie met de rijke Sixten. Haar jongere zus Amanda is aantrekkelijk en impulsief, een partygirl met “het beoordelingsvermogen van een jackrussellterriër die drugs had gebruikt”, aldus haar vader, weliswaar ironisch en plagend, maar ook wel een beetje gemeend.
Sasho en Linda Palevski wonen in een eenvoudige arbeiderswoning in een marginale buurt van Trelleborg. In zijn jeugd bouwde Sasho een reputatie van vechtersbaas en brokkenmaker op, en zat hij zelfs een tijdlang in de gevangenis. Het paar heeft één zoon, Niko, een intelligente, ijverige jongen.
Beide vaders maken zich zorgen als Amanda en Niko het met elkaar aanleggen. Jari heeft weet van Sasho’s gewelddadige verleden en is bang dat Niko de aard van de vader heeft meegekregen, en Sasho vreest dat de frivole Amanda de ernstige ambities van zijn zoon zal ondergraven.
Maar dan wordt Amanda vermoord, en Niko is de zeer evidente verdachte. Tijdens opeenvolgende ondervragingen zegt hij niets, behalve dat hij iemand heeft beloofd te zullen zwijgen… Maar waarom, en wie is die ‘iemand’?
Edvardsson ontplooit het verhaal door de ogen van de twee families, wier levens hun gewone gangetjes gaan, zonder al te sterke ups of downs. Hun sociale statussen zijn dermate uiteenlopend dat ze wellicht nooit met elkaar te maken kunnen krijgen. Maar dan is daar plots die verliefdheid, en die maakt de vaders nerveus. In een ver verleden hebben zij namelijk wél met elkaar te maken gehad, maar op een niet al te fraaie manier. De onschuldige verliefdheid van hun kinderen dreigt lang weggeduwde schaamte en lang onderdrukte frustraties naar boven te brengen. En er schuilen nog meer geheimen onder het oppervlak, het water rust niet langer in sereniteit…
De moord zet alles op scherp, brengt alles in een stroomversnelling. Beide ouderparen worden verteerd door verdriet, het ene vanwege de dood van hun dochter, het andere omdat hun enige zoon misschien de moordenaar is. Binnenskamers komen de ouders tot inzichten, komt er begrip maar komen er ook verwijten en beschuldigingen. De ouders proberen in de eerste plaats te begrijpen, maar komen onvermijdelijk tot het pijnlijke besef dat ze maar weinig over hun kinderen weten. Edvardsson volgt en observeert nauwgezet de ontwikkeling van al die emoties, die uiteindelijk naar de ultieme onthulling moet leiden.
Niettemin is Edvardsson met de karakterisering van zijn personages niet altijd even zorgvuldig omgesprongen. Enkele toch vrij belangrijke figuren krijgen nooit een echte ziel, ze ontberen echtheid en ze stralen te weinig empathie uit om de lezer de kans te geven voeling te krijgen met hun karakters. Dat geldt evenwel niet voor de zussen Isabella en Amanda Kekkonen. Deze twee personages werden op een bijzonder gevoelige en aansprekende wijze neergezet, je raakt ontroerd als zij dat zijn, je bent bang als zij dat zijn, of blij, of verdrietig, enzovoort. Hun liefde voor elkaar is levensecht en onverzettelijk, zelfs op de momenten dat de ene zus iets doet waar de andere door gekwetst zal zijn. Deze twee figuren dragen als het ware het hele verhaal, en het is jammer dat sommige andere personages niet met dezelfde echtheid en fijngevoeligheid getypeerd werden.
De auteur heeft Wie zwijgt stemt toe op een ongewone manier opgebouwd. Het is op zich al bijzonder dat in dit misdaadverhaal amper sprake is van een gerechtelijk onderzoek, en dat de politie maar een onbelangrijk rolletje op de achtergrond speelt. Maar nog opvallender is de chronologische indeling van het verhaal. De nacht van de moord is de titel van het eerste hoofdstuk, en alle volgende hoofdstukken hebben “moord” in de titel staan. Met het moment van de moord als oriëntatiepunt in de tijd navigeert de auteur van De nacht van de moord naar (bijvoorbeeld) Een jaar voor de moord, springt vervolgens naar Na de moord, keert weer terug naar Twee maanden voor de moord, heeft het daarna over De dag van de moord, enzovoort… Die chronologische wanorde maakt dat de lezer vaak al feiten kent die de personages in het verhaal nog moeten overkomen of vernemen, en met die ‘tegenstelling’ creëert de schrijver een lichte, maar immer aanwezige spanning.
De ontknoping is een verrassing van jewelste. Van Edvardsson wordt weleens gezegd dat hij zijn lezers voortdurend op het verkeerde been zet, en dat is hier absoluut het geval. Toch laat het einde een wat onvoldane indruk na ‒ ‘geforceerd’ zou je kunnen zeggen. Het hele verhaal door toonde Edvardsson zich een bekwaam psycholoog, maar bij de ontknoping lijkt de psychologie plots niet goed meer te kloppen.
Wie zwijgt stemt toe is een vlot geschreven en dus zeer leesbaar verhaal, met hier en daar interessante psychologische karaktertekeningen. Spannend ook wel, op een stille, subtiele en gevoelige manier, maar nooit nagelbijtend.
3
2
Reageer op deze recensie