Lezersrecensie
Humanistische, harde SF voor de liefhebbers
(Deze recensie verscheen eerder in het tijdschrift Fantastische Vertellingen, zeer de moeite waard om te lezen! Check het hier --> https://www.fantastische-vertellingen.nl )
Charles van Wettum maakte de afgelopen jaren een stormachtig entree in het speculatieve wereldje met zijn ‘Datazee’-universum. Zijn losjes verbonden korte verhalen vertellen over een Nederland dat in de toekomst is ondergelopen en waar de steden ‘koepels’ zijn geworden waarin wij er het beste van maken. Met steevast een lichte, humanistische toets tekent Van Wettum hier verhalen in op over de rol van kunstmatige intelligentie, hoe we misdrijven aanpakken, enzovoort. Bovendien nooit dystopisch, wat het verfrissend maakt in een genre vol schrijvers die onze toekomst graag iets te zwartgallig weergeven.
Het tempo van deze gepensioneerde schrijver is indrukwekkend: sinds 2022 (gokje van mijn kant) heeft hij meerdere verhalen geplaatst en ondertussen ook gewerkt aan zijn eerste roman, KWANTUMSCHUIM. Deze verscheen in augustus 2023. Wederom met zijn bekende setting als achtergrond, maar Van Wettum neemt hier een wilde sprong naar een nieuw decor: de personages in koepel Bergen op Zoom ontdekken namelijk dat hun AI Anoka het heeft gepresteerd om zichzelf te manifesteren in het ‘kwantumschuim’, een theoretische diepere laag van onze werkelijkheid van subatomaire deeltjes die in een continu bruisend bad onze realiteit aan elkaar knopen.
Als je bij het lezen hiervan al denkt ‘dit wordt mij iets te abstract’, dan kun je KWANTUMSCHUIM beter links laten liggen. Dit is sciencefiction voor de liefhebber. Voor lezers die er geen probleem mee hebben dat het hier en daar wat droog en traag is, maar zich verlekkerd vastbijten in de speelse wetenschap die Van Wettum aanvoert om het kwantumschuim te bevolken met – ho even, dit begint zich in spoilerterritorium te begeven. Ik zal eerst nog de globale contouren van het verhaal beschrijven, voordat we díé overstap wagen.
Zoals gezegd begint alles met de ontdekking van het kwantumschuim door Anoka, een van de AIs die koepel Bergen op Zoom besturen. Het schuim bestaat uit oneindige subatomaire deeltjes die gecodeerd kunnen worden, zodat het hele universum feitelijk een programmeerbare omgeving wordt. Een klein wetenschappelijk team (psychologe Zwingli, beheerder Arthur en de technici David en Terry) ontwikkelen samen met de AI een manier om een uitvalsbasis in deze nieuwe wereld te maken, die door virtual reality-interfaces kan worden weergegeven en bewoond. Daar ontdekken ze stap voor stap zijn wonderlijke aspecten en mogelijkheden.
Tegelijkertijd volgen we vanaf het begin van het boek meerdere perspectieven van personages die al onderdeel zijn van het kwantumschuim. Volledig digitale, buitenaardse volkeren dus. Een conflict met de opkomende menselijke aanwezigheid lijkt onvermijdelijk.
Het is te merken dat Van Wettum voornamelijk korte verhalen schrijft. Zo is het narratief opgedeeld in zeer korte hoofdstukjes die tot op het zenuwachtige aan toe elkaar afwisselen. Dat past bij een kort verhaal, maar leent zich minder voor een roman. Hier is het effect namelijk dat je nooit lekker ‘in een scene’ kunt gaan zitten, doordat je voortdurend moet schakelen tussen perspectieven. Dat leest onrustig en de gedachte overviel me dat een minder ADHD-erig tempo deze op zichzelf al vrij complexe materie iets soepeler leesbaar zou hebben gemaakt.
Wat mij daarnaast opviel is dat de personages vaak wat expliciet worden uitgelegd. Het gebeurt regelmatig dat een personage iets doet wat daarna direct, beschouwend wordt verklaard. Het laat weinig mysterie over voor de lezer.
Toch zeg ik dit alles met de grootst mogelijke liefde. KWANTUMSCHUIM heeft zoveel leuks en moois te bieden, niet in de laatste plaats – en daar komen de spoilers, dus lees nu eerst zelf het boek als je dat nog van plan bent – vanwege die digitale beschavingen die we daar tegenkomen. Ons menselijke team en Anoka komen er al snel achter dat er diverse volkeren zijn die al miljoenen jaren geleden hun fysieke bestaan hebben ingeruild voor het digitale. Vanwege allerlei hinderlijke natuurwetten kunnen de afstanden tussen buitenaardse levensvormen in de ‘echte’ wereld nooit overbrugd worden, maar digitaal kun je je verplaatsen zonder enige vertraging. Er is dus ook een totaal ander gevoel van afstand en immensiteit in het kwantumschuim.
Schokkender, en interessanter, is hoe Van Wettum deze beschavingen vormgeeft. Bewoners van het schuim zijn namelijk continu blootgesteld aan entropie en, eenmaal gedigitaliseerd, hebben maar beperkte ruimte voor hun eigen codering. Ze kunnen die bovendien naar hartenlust aanpassen. Deze twee zaken hebben ervoor gezorgd dat wat ooit levende wezens waren, inmiddels abstracties zijn geworden, ontdaan van de grillige complexiteit die eigen is aan natuurlijk leven. Zo is er de ‘Hof’ beschaving, die extreem hiërarchisch is opgebouwd en fantasieloze rangaanduidingen als ‘Hoog’ en ‘Midden van Melkweg-Zuid’ gebruikt. Er is een ras van ‘Herders’ wiens anarcho-kapitalisme is gesublimeerd tot het oogsten en verhandelen van de waardevolste grondstof die in het schuim bestaat: de entropieverlagende majoranadeeltjes. Tot slot is er ‘Korf’, een Borg-achtig collectief waarvan elk individu onderdeel is van het grotere geheel.
Deze beschavingen beschouwen het universum exclusief vanuit hun eigen perspectief en hebben weinig tot geen inlevingsvermogen. Fijn dus dat Van Wettum deze passages scherp houdt en hun wereldbeeld nooit doorbreekt. Het zorgt lange tijd voor een mooie puzzel voor de lezer om op te lossen: hoe zit dit alles in elkaar? De confrontaties tussen en binnen deze volkeren lezen soms als wiskundige speltheorie, over de maximalisatie van voordeel en het voorkomen van pijn.
Dat de mens wellicht gedoemd is om ook ooit zijn essentie te verliezen, mochten we de overstap maken, wordt opgezet door de verhaallijn van de tragische David. Hij kiest, gedreven door afgunst en woede, voor een digitaal bestaan als eerste mens in het schuim. Daar maakt hij de keuze om steeds meer fragmenten uit zijn eigen geheugen te wissen om plaats te maken voor nieuwe ervaringen en verliest zichzelf als zijn obsessies de overhand krijgen. Een macaber lot dat de schrijver gelukkig niet probeert te verzachten met een geforceerde happy ending.
Het verhaal eindigt met een apocalyptische veldslag waarbij de vele beschavingen elkaar treffen en concurrenten elkaar proberen uit te schakelen. De mens ontsnapt op het nippertje, meer door de giftige rivaliteit tussen de partijen dan hun eigen militaire macht. Ook hier zit weer een randje tragiek aan, het levert een aangename huivering op.
Mocht het nog niet duidelijk zijn, ik behoor tot die groep liefhebbers voor wie KWANTUMSCHUIM is bedoeld. Het is een soms wat onhandig geschreven boek met heerlijke ideeën – en die kunnen een SF-roman prima dragen. Ik ben blij dat we een schrijver als Charles van Wettum hebben die zijn boeiende verhaalwereld met zichtbaar elan uitwerkt en blijft uitbreiden.
Charles van Wettum maakte de afgelopen jaren een stormachtig entree in het speculatieve wereldje met zijn ‘Datazee’-universum. Zijn losjes verbonden korte verhalen vertellen over een Nederland dat in de toekomst is ondergelopen en waar de steden ‘koepels’ zijn geworden waarin wij er het beste van maken. Met steevast een lichte, humanistische toets tekent Van Wettum hier verhalen in op over de rol van kunstmatige intelligentie, hoe we misdrijven aanpakken, enzovoort. Bovendien nooit dystopisch, wat het verfrissend maakt in een genre vol schrijvers die onze toekomst graag iets te zwartgallig weergeven.
Het tempo van deze gepensioneerde schrijver is indrukwekkend: sinds 2022 (gokje van mijn kant) heeft hij meerdere verhalen geplaatst en ondertussen ook gewerkt aan zijn eerste roman, KWANTUMSCHUIM. Deze verscheen in augustus 2023. Wederom met zijn bekende setting als achtergrond, maar Van Wettum neemt hier een wilde sprong naar een nieuw decor: de personages in koepel Bergen op Zoom ontdekken namelijk dat hun AI Anoka het heeft gepresteerd om zichzelf te manifesteren in het ‘kwantumschuim’, een theoretische diepere laag van onze werkelijkheid van subatomaire deeltjes die in een continu bruisend bad onze realiteit aan elkaar knopen.
Als je bij het lezen hiervan al denkt ‘dit wordt mij iets te abstract’, dan kun je KWANTUMSCHUIM beter links laten liggen. Dit is sciencefiction voor de liefhebber. Voor lezers die er geen probleem mee hebben dat het hier en daar wat droog en traag is, maar zich verlekkerd vastbijten in de speelse wetenschap die Van Wettum aanvoert om het kwantumschuim te bevolken met – ho even, dit begint zich in spoilerterritorium te begeven. Ik zal eerst nog de globale contouren van het verhaal beschrijven, voordat we díé overstap wagen.
Zoals gezegd begint alles met de ontdekking van het kwantumschuim door Anoka, een van de AIs die koepel Bergen op Zoom besturen. Het schuim bestaat uit oneindige subatomaire deeltjes die gecodeerd kunnen worden, zodat het hele universum feitelijk een programmeerbare omgeving wordt. Een klein wetenschappelijk team (psychologe Zwingli, beheerder Arthur en de technici David en Terry) ontwikkelen samen met de AI een manier om een uitvalsbasis in deze nieuwe wereld te maken, die door virtual reality-interfaces kan worden weergegeven en bewoond. Daar ontdekken ze stap voor stap zijn wonderlijke aspecten en mogelijkheden.
Tegelijkertijd volgen we vanaf het begin van het boek meerdere perspectieven van personages die al onderdeel zijn van het kwantumschuim. Volledig digitale, buitenaardse volkeren dus. Een conflict met de opkomende menselijke aanwezigheid lijkt onvermijdelijk.
Het is te merken dat Van Wettum voornamelijk korte verhalen schrijft. Zo is het narratief opgedeeld in zeer korte hoofdstukjes die tot op het zenuwachtige aan toe elkaar afwisselen. Dat past bij een kort verhaal, maar leent zich minder voor een roman. Hier is het effect namelijk dat je nooit lekker ‘in een scene’ kunt gaan zitten, doordat je voortdurend moet schakelen tussen perspectieven. Dat leest onrustig en de gedachte overviel me dat een minder ADHD-erig tempo deze op zichzelf al vrij complexe materie iets soepeler leesbaar zou hebben gemaakt.
Wat mij daarnaast opviel is dat de personages vaak wat expliciet worden uitgelegd. Het gebeurt regelmatig dat een personage iets doet wat daarna direct, beschouwend wordt verklaard. Het laat weinig mysterie over voor de lezer.
Toch zeg ik dit alles met de grootst mogelijke liefde. KWANTUMSCHUIM heeft zoveel leuks en moois te bieden, niet in de laatste plaats – en daar komen de spoilers, dus lees nu eerst zelf het boek als je dat nog van plan bent – vanwege die digitale beschavingen die we daar tegenkomen. Ons menselijke team en Anoka komen er al snel achter dat er diverse volkeren zijn die al miljoenen jaren geleden hun fysieke bestaan hebben ingeruild voor het digitale. Vanwege allerlei hinderlijke natuurwetten kunnen de afstanden tussen buitenaardse levensvormen in de ‘echte’ wereld nooit overbrugd worden, maar digitaal kun je je verplaatsen zonder enige vertraging. Er is dus ook een totaal ander gevoel van afstand en immensiteit in het kwantumschuim.
Schokkender, en interessanter, is hoe Van Wettum deze beschavingen vormgeeft. Bewoners van het schuim zijn namelijk continu blootgesteld aan entropie en, eenmaal gedigitaliseerd, hebben maar beperkte ruimte voor hun eigen codering. Ze kunnen die bovendien naar hartenlust aanpassen. Deze twee zaken hebben ervoor gezorgd dat wat ooit levende wezens waren, inmiddels abstracties zijn geworden, ontdaan van de grillige complexiteit die eigen is aan natuurlijk leven. Zo is er de ‘Hof’ beschaving, die extreem hiërarchisch is opgebouwd en fantasieloze rangaanduidingen als ‘Hoog’ en ‘Midden van Melkweg-Zuid’ gebruikt. Er is een ras van ‘Herders’ wiens anarcho-kapitalisme is gesublimeerd tot het oogsten en verhandelen van de waardevolste grondstof die in het schuim bestaat: de entropieverlagende majoranadeeltjes. Tot slot is er ‘Korf’, een Borg-achtig collectief waarvan elk individu onderdeel is van het grotere geheel.
Deze beschavingen beschouwen het universum exclusief vanuit hun eigen perspectief en hebben weinig tot geen inlevingsvermogen. Fijn dus dat Van Wettum deze passages scherp houdt en hun wereldbeeld nooit doorbreekt. Het zorgt lange tijd voor een mooie puzzel voor de lezer om op te lossen: hoe zit dit alles in elkaar? De confrontaties tussen en binnen deze volkeren lezen soms als wiskundige speltheorie, over de maximalisatie van voordeel en het voorkomen van pijn.
Dat de mens wellicht gedoemd is om ook ooit zijn essentie te verliezen, mochten we de overstap maken, wordt opgezet door de verhaallijn van de tragische David. Hij kiest, gedreven door afgunst en woede, voor een digitaal bestaan als eerste mens in het schuim. Daar maakt hij de keuze om steeds meer fragmenten uit zijn eigen geheugen te wissen om plaats te maken voor nieuwe ervaringen en verliest zichzelf als zijn obsessies de overhand krijgen. Een macaber lot dat de schrijver gelukkig niet probeert te verzachten met een geforceerde happy ending.
Het verhaal eindigt met een apocalyptische veldslag waarbij de vele beschavingen elkaar treffen en concurrenten elkaar proberen uit te schakelen. De mens ontsnapt op het nippertje, meer door de giftige rivaliteit tussen de partijen dan hun eigen militaire macht. Ook hier zit weer een randje tragiek aan, het levert een aangename huivering op.
Mocht het nog niet duidelijk zijn, ik behoor tot die groep liefhebbers voor wie KWANTUMSCHUIM is bedoeld. Het is een soms wat onhandig geschreven boek met heerlijke ideeën – en die kunnen een SF-roman prima dragen. Ik ben blij dat we een schrijver als Charles van Wettum hebben die zijn boeiende verhaalwereld met zichtbaar elan uitwerkt en blijft uitbreiden.
3
3
Reageer op deze recensie