Lezersrecensie
Echte horror is wat wij elkaar aandoen
‘November has tied me
to an old dead tree
get word to April
to rescue me’
Twee dingen worden duidelijk tijdens het lezen van Thomas Olde Heuvelts nieuwste horrorroman November. Ten eerste hoe goed hij op stoom is. Het boek verscheen zo’n anderhalf jaar na zijn vorige, Orakel, en is minstens zo dik. Hij heeft duidelijk zijn draai gevonden bij zijn nieuwe uitgever Meulenhoff Boekerij, met een sterke vormgeving en aangenaam uitgeeftempo. Ten tweede de breedte van zijn schrijven. Ontvouwde Orakel zich als een rollercoaster die tegen de YA aan schurkte, met pulpvillains en goddelijke manifestaties, in November gaan we terug naar de psychologische martelingen die we kennen uit zijn meesterwerk Echo.
De crux van het verhaal ligt bij een Faustiaans pact dat de inwoners van het Amerikaanse Bird Street hebben gesloten met een oud kwaad in het nabijgelegen bos. In ruil voor onwerkelijk geluk en succes in hun leven moeten zij iedere november een menselijk offer achterlaten. Deze maand staat te boek als de ‘Donkerder Dagen’, waarin de inwoners het tegenovergestelde te verduren krijgen van hun normale dieet: bittere pech, ellende, depressie. En hoe langer het duurt voordat het offer wordt gemaakt, des te kwader krijgt iedereen het te pakken. Dit gegeven zou zo uit een gotische novelle van Edgar Allan Poe kunnen komen, ware het niet dat Olde Heuvelt er een kenmerkend moderne twist aan geeft. Liefhebbende vader Ralph Lewis houdt namelijk een oogje in het zeil dat het occulte ritueel moreel verdedigbaar blijft door enkel zelfmoordenaars of bejaarden met een ‘voltooid leven’ te selecteren, of mensen met een uitzichtloze ziekte.
Dat maakt November een verhaal dat zwaar op de hand ligt, met thema’s als zelfmoord, euthanasie en in hoeverre je recht hebt op je geluk. De schrijver houdt dit met zijn vlotte pen luchtig en levert genoeg groteske huiveringen én komische knipogen om het meer dan draaglijk te houden – maar alsnog opent het boek met een verwijzing naar 1-1-3 voor lezers die vatbaar zijn voor somberte.
(Vanaf hier volgens spoilers.)
Je voelt natuurlijk op je klompen aan dat het niet zo simpel ligt als het hierboven staat beschreven. De deal met de duivel betekent dat de geofferde mensen in het hiernamaals op een vreselijke manier lijden, en allerlei complicaties zorgen ervoor dat de inwoners van Bird Street, hoewel doodgelukkig, tegelijkertijd geketend zijn aan deze nare gang van zaken. Het komt, zoals vaker in Stephen King-achtige horror, aan op de jeugd, de opgroeiende kinderen uit de wijk, om verontwaardigd aan de bel te trekken.
Het boek volgt de snelkookpan van horror tijdens een lange, lange Novembermaand door de ogen van het gezin van Lewis, die we op momenten haast dag voor dag meemaken terwijl alles zienderogen verslechterd. Vader Ralph, Moeder Luana, dochter Kaila en zoontje Django hebben elk hun eigen kijk op de situatie, trauma’s om te verwerken en geheimen die ze verborgen willen houden.
Zei ik één Novembermaand? Een van de mooie vondsten in het boek is dat het is opgesplitst in twee delen, met twee Donkerder Dagen in totaal. De eerste November (die zich expliciet afspeelt in 2022) werkt toe naar een gruwelijke apotheose waarin de buurt, ten einde raad, een met zijn geaardheid worstelende jongen de dood in jaagt. Ralph gaat hieraan ten onder, zelfs tijdens het zogenaamd gelukkige jaar dat erop volgt. Als in 2023 de hel weer van voor af aan begint, grijpt het kwaad erger dan ooit om zich heen.
Het verhaal wordt vanaf dit middenstuk écht aangrijpend door de focus op de morele dilemma’s van de situatie – een steviger vorm van horror dan de kwijlende Accountant met zijn Slenderman-vibes en de takkenstapels die zich verplaatsen (waarbij ik niets af wil doen aan de huiveringwekkendheid van deze bovennatuurlijke creaties). Maar Ralph die toe moet kijken hoe de homoseksuele Levi met een strop rond zijn nek van een tak wordt gejaagd door een krankzinnige buurvrouw, dát is pas eng. Of de schreeuwende ontreddering als hij later in een dronken bui het buurtkindje Liam met zijn auto schept, en dan besluit hem in het bos te begraven en het geheel te verzwijgen voor de wijk, wetende dat zij de politie erbuiten zullen laten omdat ze tenslotte allemaal in hetzelfde schuitje zitten…
Op deze momenten doet het denken aan de gitzwarte films van de Coen Brothers, waarin de gruwel en de lach dicht bij elkaar liggen, soms niet uit elkaar te halen zijn. En altijd, altijd, is de bron het kleine menselijke kwaad, of juist zijn onvolkomenheden. November grossiert in deze situaties en Thomas Olde Heuvelt weet precies wanneer hij op de rem moet trappen en wanneer hij beter juist gierend, met sadistisch plezier, uit de bocht kan vliegen.
to an old dead tree
get word to April
to rescue me’
Twee dingen worden duidelijk tijdens het lezen van Thomas Olde Heuvelts nieuwste horrorroman November. Ten eerste hoe goed hij op stoom is. Het boek verscheen zo’n anderhalf jaar na zijn vorige, Orakel, en is minstens zo dik. Hij heeft duidelijk zijn draai gevonden bij zijn nieuwe uitgever Meulenhoff Boekerij, met een sterke vormgeving en aangenaam uitgeeftempo. Ten tweede de breedte van zijn schrijven. Ontvouwde Orakel zich als een rollercoaster die tegen de YA aan schurkte, met pulpvillains en goddelijke manifestaties, in November gaan we terug naar de psychologische martelingen die we kennen uit zijn meesterwerk Echo.
De crux van het verhaal ligt bij een Faustiaans pact dat de inwoners van het Amerikaanse Bird Street hebben gesloten met een oud kwaad in het nabijgelegen bos. In ruil voor onwerkelijk geluk en succes in hun leven moeten zij iedere november een menselijk offer achterlaten. Deze maand staat te boek als de ‘Donkerder Dagen’, waarin de inwoners het tegenovergestelde te verduren krijgen van hun normale dieet: bittere pech, ellende, depressie. En hoe langer het duurt voordat het offer wordt gemaakt, des te kwader krijgt iedereen het te pakken. Dit gegeven zou zo uit een gotische novelle van Edgar Allan Poe kunnen komen, ware het niet dat Olde Heuvelt er een kenmerkend moderne twist aan geeft. Liefhebbende vader Ralph Lewis houdt namelijk een oogje in het zeil dat het occulte ritueel moreel verdedigbaar blijft door enkel zelfmoordenaars of bejaarden met een ‘voltooid leven’ te selecteren, of mensen met een uitzichtloze ziekte.
Dat maakt November een verhaal dat zwaar op de hand ligt, met thema’s als zelfmoord, euthanasie en in hoeverre je recht hebt op je geluk. De schrijver houdt dit met zijn vlotte pen luchtig en levert genoeg groteske huiveringen én komische knipogen om het meer dan draaglijk te houden – maar alsnog opent het boek met een verwijzing naar 1-1-3 voor lezers die vatbaar zijn voor somberte.
(Vanaf hier volgens spoilers.)
Je voelt natuurlijk op je klompen aan dat het niet zo simpel ligt als het hierboven staat beschreven. De deal met de duivel betekent dat de geofferde mensen in het hiernamaals op een vreselijke manier lijden, en allerlei complicaties zorgen ervoor dat de inwoners van Bird Street, hoewel doodgelukkig, tegelijkertijd geketend zijn aan deze nare gang van zaken. Het komt, zoals vaker in Stephen King-achtige horror, aan op de jeugd, de opgroeiende kinderen uit de wijk, om verontwaardigd aan de bel te trekken.
Het boek volgt de snelkookpan van horror tijdens een lange, lange Novembermaand door de ogen van het gezin van Lewis, die we op momenten haast dag voor dag meemaken terwijl alles zienderogen verslechterd. Vader Ralph, Moeder Luana, dochter Kaila en zoontje Django hebben elk hun eigen kijk op de situatie, trauma’s om te verwerken en geheimen die ze verborgen willen houden.
Zei ik één Novembermaand? Een van de mooie vondsten in het boek is dat het is opgesplitst in twee delen, met twee Donkerder Dagen in totaal. De eerste November (die zich expliciet afspeelt in 2022) werkt toe naar een gruwelijke apotheose waarin de buurt, ten einde raad, een met zijn geaardheid worstelende jongen de dood in jaagt. Ralph gaat hieraan ten onder, zelfs tijdens het zogenaamd gelukkige jaar dat erop volgt. Als in 2023 de hel weer van voor af aan begint, grijpt het kwaad erger dan ooit om zich heen.
Het verhaal wordt vanaf dit middenstuk écht aangrijpend door de focus op de morele dilemma’s van de situatie – een steviger vorm van horror dan de kwijlende Accountant met zijn Slenderman-vibes en de takkenstapels die zich verplaatsen (waarbij ik niets af wil doen aan de huiveringwekkendheid van deze bovennatuurlijke creaties). Maar Ralph die toe moet kijken hoe de homoseksuele Levi met een strop rond zijn nek van een tak wordt gejaagd door een krankzinnige buurvrouw, dát is pas eng. Of de schreeuwende ontreddering als hij later in een dronken bui het buurtkindje Liam met zijn auto schept, en dan besluit hem in het bos te begraven en het geheel te verzwijgen voor de wijk, wetende dat zij de politie erbuiten zullen laten omdat ze tenslotte allemaal in hetzelfde schuitje zitten…
Op deze momenten doet het denken aan de gitzwarte films van de Coen Brothers, waarin de gruwel en de lach dicht bij elkaar liggen, soms niet uit elkaar te halen zijn. En altijd, altijd, is de bron het kleine menselijke kwaad, of juist zijn onvolkomenheden. November grossiert in deze situaties en Thomas Olde Heuvelt weet precies wanneer hij op de rem moet trappen en wanneer hij beter juist gierend, met sadistisch plezier, uit de bocht kan vliegen.
2
Reageer op deze recensie