Lezersrecensie
Wandelen als een god door de ruimtetijd
Een goed tijdreisverhaal is geen sinecure om te schrijven. Ten eerste is het in de sciencefiction zo’n uitgekauwd gegeven dat je een wel héél originele invalshoek moet hebben, wil je er nog mee wegkomen. Ten tweede is het lastige kost om goed te krijgen: de paradoxen, de tijdlijnen, de manier waarop. Lastig, maar niet onmogelijk.
Jasper Polane (die eerder de Onzichtbare Maalstroom-tetralogie schreef en binnen de Zwijgende Aarde-reeks het indrukwekkende Roest) leunt in Zwartruimte op een aantal mooie innovaties en complicaties. Onze hoogtechnologische nazaten kunnen de ruimtetijd namelijk naar hun hand zetten en tijdlijnen ‘configureren’: dezelfde aanwezige elementen aanpassen om andere uitkomsten te krijgen. Deze configuraties liggen dan als dikke lagen make-up bovenop de oorspronkelijke tijdlijn en gelden als ‘echt’.
Dat vormt gelijk al in Witruimte – het korte, prijswinnende verhaal waarop Zwartruimte voortborduurt – de bron van allerlei ellende, als verschillende facties elkaar de tent uit vechten rond de slag om Constantinopel in 1453. Om ervoor te zorgen dat de ene partij niet wint van de ander, worden zowel de Grieken als de Ottomanen uitgerust met futuristisch wapentuig en zelfs demonische kunstmatige intelligenties.
In dat verhaal lezen we hoe de kille priesteres Zahra haar hart verliest aan de knappe Dawud, wat haar in staat stelt een krachtige resetdemon los te laten – die als betaling de dood van een geliefde eist. Zwartruimte begint met dit gegeven en spint het uit tot een roman die in de eerste helft de tijd neemt om zijn personages rustig op te bouwen, en in de tweede alle remmen loslaat voor een wervelende tocht door de ruimtetijd. Zahra krabbelt langzaam uit een ontwrichtend verdriet, gesteund door haar sektarische zusters. Ze stelt een hoopvol, dom, ijdel plan op om Dawud terug te krijgen, de strohalm die ze nu nodig heeft.
Tegelijkertijd (bestaat er zoiets als ‘tegelijkertijd’ in een verhaal waarin de tijd gewoon een ander landschap is om te bewandelen?) lezen we over het nieuwe personage Tobias, die een erbarmelijk bestaan heeft als kloon én ‘drone’, iemand zonder de fenomenale tijdreismogelijkheden van de ‘witgangers’. Hij zwoegt in een fabriek aan de lopende band, is ongeschoold maar opvallend pienter qua technisch inzicht. Hij leidt een getormenteerd bestaan op de industriële nachtmerrieplaneet Dagon, maar krijgt ineens een buitenkans als een witganger zijn talent opmerkt.
Zwartruimte heeft meerdere verrassende wendingen in petto waar ik in de rest van de recensie over zal schrijven. Als je de roman nog niet hebt gelezen, haak hier dan vooral af.
De manier waarop het verhaal deze twee personages, die aanvankelijk in totaal andere realiteiten lijken te leven, bij elkaar brengt, en vooral hóé, is een genot. Het grappige is dat Polane zo uitgebreid de tijd neemt voor sfeerzetting en de opbouw van de personages in het eerste deel, dat ik me bijna zorgen begon te maken: dit stuk leest haast als een fantasyroman, waardoor ik vreesde dat de nodige sciencefictioncomplicaties uit zouden blijven. Op ingenieuze wijze weeft hij in de tweede helft gelukkig allerlei laagjes in en dóór het eerdere relaas. De vleesgeworden goden van deze wereld blijken gehackte mensen te zijn, met Tobias zelf als oppergod, en zijn oorsprongsverhaal heeft juist relatief veel eerder plaatsgevonden dan Zahra’s verhaallijn. Een heerlijke truc. De megalomane, getalenteerde (en toch oliedomme) Tobias blijkt de boel bij elkaar gemanipuleerd te hebben en is hongerig naar verdere verheffing. Zijn volgende doelwit is de Hoge Machines, scheppers van de witruimte en vernietigers van de aarde in een catastrofale oorlog in 3030.
Ja, dat klinkt als sciencefiction.
Enkele kritische noten wil ik echter ook kraken. Zo werd het mij nooit helemaal duidelijk hoe de witruimte, de technologie die in dit boek het novum is, nu precies wérkt. Het verhaal is doordrenkt met reizigers die erin en eruit stappen en klooien met tijdlijnen – er wordt lustig geconfigureerd en geplot – maar het kristalliseerde in mijn hoofd niet helemaal tot een helder gegeven. De precieze kaders, de wetmatigheden, blijven vaag. Er wordt een punt van gemaakt dat je je verleden niet kunt veranderen (bijv. een dienblad overeind houden of een geliefde redden), maar het verhaal lijkt vervolgens toch te draaien om het veranderen van cruciale momenten in de tijdlijn. Dawud is niet te redden, maar later in het boek kan de moord op Lorenzo de’ Medici eenvoudig voorkomen worden.
Dus: hoe werkt de witruimte nu precies? Een film als Inception is een goede leidraad van hoe je zoiets kunt aanpakken. Ook daar is sprake van een ingewikkelde structuur met geneste realiteiten, en dat verhaal spendeert ongeveer een halve film aan uitleg en details, zodat iedereen in de zaal mee is. Zwartruimte houdt zich ver van de nitty-gritty en dat is jammer, want zo blijft het wazig wat precies de consequenties van allerlei gebeurtenissen en acties zijn. Nu heb ik een rotsvast vertrouwen dat alles wel degelijk tot vijf decimalen achter de komma is uitgedokterd, alleen als lezer word ik er niet deelgenoot van gemaakt.
Wat ik daarnaast een tikkeltje mis in Zwartruimte is de verdieping. Het verhaal zelf is vernuftig, vol plotwendingen en cirkelbewegingen, maar lijkt weinig geïnteresseerd in de grotere filosofische vragen die een technologie als de witruimte opwerpt. Wat betékent het voor een mens als de tijd een trivialiteit is geworden, oorzaak en gevolg een speeltje? Hoe verandert dat je perspectief? Verder dan aardigheidjes als personages die elkaar vragen ‘wanneer zijn we?’, relatief van elkaar, gaat het niet, hooguit zien we hoe Tobias vervalt tot blasé verveling. Maar een echte bevraging blijft uit. Ik had juist van een epos als Zwartruimte verwacht dat het wat meer met de sciencefiction zelf zou engageren. (Nu kun je het een verhaal natuurlijk niet aanrekenen wat iemand anders ervan verwácht.)
Toch kan en ga ik hier niet enorm over struikelen. Dit is zo’n aangenaam boek om te lezen, eentje die met name in de tweede helft vuurwerk oplevert. Zahra is een prima hoofdpersoon, maar het is vooral Tobias die schittert als selfmade schurk, iemand die je aanvankelijk zijn geluk gunt, maar prompt in een ‘love to hate’-categorie glibbert met zijn seksklonen en gebrek aan zelfreflectie. Als schrijver kan ik niet anders dan onder de indruk zijn: ga er maar eens aan om zo'n labyrintisch tijdreisverhaal uit te werken! Zwartruimte is goed geschreven, goed geplot, opent met een waanzinnige premisse en is tot de prachtige cover aan toe smaakvol uitgewerkt.
Jasper Polane (die eerder de Onzichtbare Maalstroom-tetralogie schreef en binnen de Zwijgende Aarde-reeks het indrukwekkende Roest) leunt in Zwartruimte op een aantal mooie innovaties en complicaties. Onze hoogtechnologische nazaten kunnen de ruimtetijd namelijk naar hun hand zetten en tijdlijnen ‘configureren’: dezelfde aanwezige elementen aanpassen om andere uitkomsten te krijgen. Deze configuraties liggen dan als dikke lagen make-up bovenop de oorspronkelijke tijdlijn en gelden als ‘echt’.
Dat vormt gelijk al in Witruimte – het korte, prijswinnende verhaal waarop Zwartruimte voortborduurt – de bron van allerlei ellende, als verschillende facties elkaar de tent uit vechten rond de slag om Constantinopel in 1453. Om ervoor te zorgen dat de ene partij niet wint van de ander, worden zowel de Grieken als de Ottomanen uitgerust met futuristisch wapentuig en zelfs demonische kunstmatige intelligenties.
In dat verhaal lezen we hoe de kille priesteres Zahra haar hart verliest aan de knappe Dawud, wat haar in staat stelt een krachtige resetdemon los te laten – die als betaling de dood van een geliefde eist. Zwartruimte begint met dit gegeven en spint het uit tot een roman die in de eerste helft de tijd neemt om zijn personages rustig op te bouwen, en in de tweede alle remmen loslaat voor een wervelende tocht door de ruimtetijd. Zahra krabbelt langzaam uit een ontwrichtend verdriet, gesteund door haar sektarische zusters. Ze stelt een hoopvol, dom, ijdel plan op om Dawud terug te krijgen, de strohalm die ze nu nodig heeft.
Tegelijkertijd (bestaat er zoiets als ‘tegelijkertijd’ in een verhaal waarin de tijd gewoon een ander landschap is om te bewandelen?) lezen we over het nieuwe personage Tobias, die een erbarmelijk bestaan heeft als kloon én ‘drone’, iemand zonder de fenomenale tijdreismogelijkheden van de ‘witgangers’. Hij zwoegt in een fabriek aan de lopende band, is ongeschoold maar opvallend pienter qua technisch inzicht. Hij leidt een getormenteerd bestaan op de industriële nachtmerrieplaneet Dagon, maar krijgt ineens een buitenkans als een witganger zijn talent opmerkt.
Zwartruimte heeft meerdere verrassende wendingen in petto waar ik in de rest van de recensie over zal schrijven. Als je de roman nog niet hebt gelezen, haak hier dan vooral af.
De manier waarop het verhaal deze twee personages, die aanvankelijk in totaal andere realiteiten lijken te leven, bij elkaar brengt, en vooral hóé, is een genot. Het grappige is dat Polane zo uitgebreid de tijd neemt voor sfeerzetting en de opbouw van de personages in het eerste deel, dat ik me bijna zorgen begon te maken: dit stuk leest haast als een fantasyroman, waardoor ik vreesde dat de nodige sciencefictioncomplicaties uit zouden blijven. Op ingenieuze wijze weeft hij in de tweede helft gelukkig allerlei laagjes in en dóór het eerdere relaas. De vleesgeworden goden van deze wereld blijken gehackte mensen te zijn, met Tobias zelf als oppergod, en zijn oorsprongsverhaal heeft juist relatief veel eerder plaatsgevonden dan Zahra’s verhaallijn. Een heerlijke truc. De megalomane, getalenteerde (en toch oliedomme) Tobias blijkt de boel bij elkaar gemanipuleerd te hebben en is hongerig naar verdere verheffing. Zijn volgende doelwit is de Hoge Machines, scheppers van de witruimte en vernietigers van de aarde in een catastrofale oorlog in 3030.
Ja, dat klinkt als sciencefiction.
Enkele kritische noten wil ik echter ook kraken. Zo werd het mij nooit helemaal duidelijk hoe de witruimte, de technologie die in dit boek het novum is, nu precies wérkt. Het verhaal is doordrenkt met reizigers die erin en eruit stappen en klooien met tijdlijnen – er wordt lustig geconfigureerd en geplot – maar het kristalliseerde in mijn hoofd niet helemaal tot een helder gegeven. De precieze kaders, de wetmatigheden, blijven vaag. Er wordt een punt van gemaakt dat je je verleden niet kunt veranderen (bijv. een dienblad overeind houden of een geliefde redden), maar het verhaal lijkt vervolgens toch te draaien om het veranderen van cruciale momenten in de tijdlijn. Dawud is niet te redden, maar later in het boek kan de moord op Lorenzo de’ Medici eenvoudig voorkomen worden.
Dus: hoe werkt de witruimte nu precies? Een film als Inception is een goede leidraad van hoe je zoiets kunt aanpakken. Ook daar is sprake van een ingewikkelde structuur met geneste realiteiten, en dat verhaal spendeert ongeveer een halve film aan uitleg en details, zodat iedereen in de zaal mee is. Zwartruimte houdt zich ver van de nitty-gritty en dat is jammer, want zo blijft het wazig wat precies de consequenties van allerlei gebeurtenissen en acties zijn. Nu heb ik een rotsvast vertrouwen dat alles wel degelijk tot vijf decimalen achter de komma is uitgedokterd, alleen als lezer word ik er niet deelgenoot van gemaakt.
Wat ik daarnaast een tikkeltje mis in Zwartruimte is de verdieping. Het verhaal zelf is vernuftig, vol plotwendingen en cirkelbewegingen, maar lijkt weinig geïnteresseerd in de grotere filosofische vragen die een technologie als de witruimte opwerpt. Wat betékent het voor een mens als de tijd een trivialiteit is geworden, oorzaak en gevolg een speeltje? Hoe verandert dat je perspectief? Verder dan aardigheidjes als personages die elkaar vragen ‘wanneer zijn we?’, relatief van elkaar, gaat het niet, hooguit zien we hoe Tobias vervalt tot blasé verveling. Maar een echte bevraging blijft uit. Ik had juist van een epos als Zwartruimte verwacht dat het wat meer met de sciencefiction zelf zou engageren. (Nu kun je het een verhaal natuurlijk niet aanrekenen wat iemand anders ervan verwácht.)
Toch kan en ga ik hier niet enorm over struikelen. Dit is zo’n aangenaam boek om te lezen, eentje die met name in de tweede helft vuurwerk oplevert. Zahra is een prima hoofdpersoon, maar het is vooral Tobias die schittert als selfmade schurk, iemand die je aanvankelijk zijn geluk gunt, maar prompt in een ‘love to hate’-categorie glibbert met zijn seksklonen en gebrek aan zelfreflectie. Als schrijver kan ik niet anders dan onder de indruk zijn: ga er maar eens aan om zo'n labyrintisch tijdreisverhaal uit te werken! Zwartruimte is goed geschreven, goed geplot, opent met een waanzinnige premisse en is tot de prachtige cover aan toe smaakvol uitgewerkt.
3
Reageer op deze recensie