Een iPhone in 1468!
Het nieuwste boek van rasverteller Robert Harris begint traditioneel: ‘Laat op dinsdagmiddag 9 april van het jaar Onzes Herrezen Heren 1468 was in dat oeroude gebied in het zuidwesten van Engeland dat al sinds de Saksische tijd bekendstaat als Wessex, een eenzame reiziger te zien die zich te paard een weg zocht over de woeste heide.’ De ruiter passeert het stadje Axford, waar voor de herberg ‘een groepje ongure mannen zitten te drinken onder een uithangbord met een geschilderde zwaan erop’. Even later rijdt hij langs de ‘hoge muren van de stadsgevangenis, waar drie geëxecuteerde misdadigers rottend in een ijzeren kooi hingen...’.
Fijn, denk je, Harris, de auteur van heerlijke boeken vol alternatieve geschiedenis als Vaderland, München 1938, De officier en Enigma, heeft een nieuw boek geschreven dat zich in onze Middeleeuwen afspeelt, met de ietwat raadselachtige titel De tweede slaap. Een tijdperk waar Harris nog niet eerder over geschreven heeft.
Een jonge priester, Christopher Fairfax, is er door zijn bisschop op uit gestuurd om de dood van een priester in een afgelegen dorp te onderzoeken. De man zou tijdens een wandeling in de wouden zijn uitgegleden, aan de jonge priester de taak om de uitvaart te regelen.
Eenmaal in Addicott St George aangekomen merkt de jonge priester en dus ook de lezer dat er in het dorp een beangstigend sfeertje hangt. De huishoudster van de dode priester gedraagt zich vreemd, de dorpsbewoners doen er het zwijgen toe. Het is een grauwe, gesloten wereld, vol geheimen, zo vermoeden we.
En dan gebeurt het. We betrappen Harris meteen op de eerste pagina’s op een paar onvolkomenheden die helemaal niet passen in een roman die in de Middeleeuwen speelt. Het zijn rare details, waar je als lezer over struikelt. Eenvoudige huisjes die al beschikken over glazen ramen - kenden we die al in de Middeleeuwen? Een pijp roken - deed men dat in Europa al voor de tochten van Columbus? En die staande klok in de studeerkamer van de pastorie - waren die klokken er überhaupt al in 1468? Heeft Harris - en zijn redacteuren - rommelige research gepleegd voor zijn nieuwste boek? Het zal toch niet?
Nee, want dan krijgt het verhaal een hele verrassende wending. In een kast van de dode priester ontdekt Fairfax vreemd materiaal zoals stukjes bakstenen die op elkaar passen, en die wij lezers als Lego herkennen, een plastic babypop, bovendien ontwaart hij daar ‘een van de apparaten die de Ouden hadden gebruikt om met elkaar te communiceren’. Het is zwart, glad en glanzend. Hij keerde het voorwerp om: ‘Op de achterkant stond het ultieme symbool van hoogmoed en godslastering van de Ouden: een appel met een hap eruit’.
We zijn dan pas in hoofdstuk drie van het boek, op pagina 35, en dan krijgt het ‘Middeleeuwse’ verhaal van Robert Harris een zwieper van jewelste. Van een historische thriller lijken we ineens in een sciencefictionboek te belanden, want over welke 'Oudheid' gaat het hier nu eigenlijk?
De Kerk speelt in deze vreemde Middeleeuwen een hele belangrijke - en onderdrukkende - rol, alles wat neigt naar ‘wetenschap’, naar de kennis van de Ouden, wordt beschouwd als ketterij. Onderzoek naar die periode is ten strengste verboden. Maar dat verbod heeft de dode dorpspriester in het geheim dus aan zijn laars gelapt. Het werpt meteen ook een nieuw licht op zijn dood bij de heuvel die Duivelsstoel heet, en waar een mysterieuze toren uit de Oudheid staat.
Fairfax is een jonge priester die ook niet geheel aan de leiband van de kerk loopt. Hij gaat, geholpen door enkele dappere dorpelingen en een ‘ketterse’ wetenschapper, op onderzoek uit naar de oorzaak van de dood van de dorpspriester. Hij stuit al snel op vele raadsels. Want wie liggen er in het massagraf bij de toren en wat zijn dat voor rare objecten die het groepje onderzoekers daar in de buurt opgraaft? Welke ramp heeft ervoor gezorgd dat het tijdperk van de Ouden zo abrupt ten einde kwam?
Het zijn heerlijke ingrediënten en meesterverteller Harris heeft er een magistraal en razend spannend verhaal rond gesponnen, met tal van knipogen naar de actualiteit, naar een wereld waar we erg afhankelijk zijn geworden van moderne technieken, maar we volgens Harris slechts zes maaltijden verwijderd zijn van de hongersdood. Wat als dat vertrouwde leventje in één klap in elkaar dondert? Gaan de overlevenden dan ook terug naar een tijd die op de Middeleeuwen lijkt? En wat doen overheid en kerk dan?
De tweede slaap is een duistere, dystopische geschiedenis die niet alleen qua opgeroepen sfeer doet denken aan klassiekers als De naam van de roos van Umberto Eco, en, jawel, Margaret Atwoods Het verhaal van de dienstmaagd. De tweede slaap: een van de beste boeken van dit jaar.
Reageer op deze recensie