Gouden ei in een Russische grot
Jaartallen en al dan niet vrij korte hoofdstukken, waarbij steeds achter dat jaartal een naam van een van de hoofdpersonen opduikt: Saartje, Maarten, Diederik. Het is een ritme waaraan de lezer even moet wennen, de auteur laat hem constant sprongetjes door de tijd maken. Dat is de opbouw van Russisch voor beginners, van de Belgische schrijver Dominique Biebau, die eerder al de spannende thriller IJslands Gambiet schreef.
Maak kennis met Maarten, een jongeman uit een ondernemersgeslacht die door zijn vader op Russische les wordt gestuurd. Daar krijgt hij les van ene Pavel, mede-cursisten zijn onder meer de mysterieus mooie Lore en haar man Diederik. Het tweetal wil de taal leren om een ‘telegeleid’ bezoek te brengen aan de Kungur-grotten in Rusland. Lore brengt niet alleen het hoofd van Maarten op hol (Maarten is de hoofdpersoon van het verhaal), ook de morsige Pavel, excentriek, Russisch-nationalistisch, valt voor haar charmes.
‘Elke taal is een vrouw’, zei Pavel op een avond. ‘Engels is een keurige kostschooljuf met kanten lingerie. Duits een barones met een vijftal koppeltekens in haar naam...’ ‘En Nederlands?’ onderbrak Lore hem, zich nieuwsgierig voorover buigend. ‘Een reuzin met hangtieten... En ze stinkt naar zuivel.’
Tijdens de cursusavonden is wel iets van de spanning voelbaar, maar tot thrillerwaardige activiteiten leidt het allemaal nog niet. Wel voelt de lezer, al is het maar omdat de hoofdstukken ook stapjes terug in de tijd zetten, dat er iets staat te gebeuren (en al gebeurd is).
En ja hoor, als Lore en Diederik naar ‘hun’ grotten in Rusland vertrekken, krijgt het verhaal vaart. Er wordt geswitcht tussen 1998 en 2010, met veel wit tussen de alinea’s, halverwege het boek begint het de lezer te dagen wat er ongeveer gebeurd kan zijn in die grotten nabij de Oeral. ‘Ongeveer’, want Lore blijkt de klassieke femme fatale, die aan het eind van het boek uit geheel onverwachte hoek de knock-out verzorgt.
Taal, een vage term om niet te veel te verklappen, speelt een grote rol - het zal niet verbazen dat Biebau in het dagelijks leven leraar Nederlands is, die ook al ‘gewone’ literatuur geschreven heeft. Russisch voor beginners is dan ook geen knalharde thriller, al is er op een bepaald moment wel een lijk, het is eerder een subtiel verteld verhaal, vol mooie zinnen, dat enigszins aan de sfeer van Het gouden ei doet denken, de klassieker van Tim Krabbé. (En nee, heus, dat geeft niks van de plot weg.). Dit is subtiel puntje-van-je-stoel-werk, tot het einde.
‘Zo trokken de dagen voorbij, zonder naam of doel, als schepen met grijze zeilen.’
Biebau is, kortom, een schrijver om in de gaten te gaan houden. In zijn vaderland werd hij onlangs verrast met de Hercule Poirotprijs, de prijs voor de beste Vlaamse misdaadroman. Het zou niet verbazen als hij ook bij de komende Gouden Strop hoge ogen gaat gooien.
Reageer op deze recensie