Lezersrecensie
Schemerleven
Wat was het goede aan die goeie ouwe tijd? Wellicht dat we genoegen namen met hetgeen er was, wat we lazen, het weinige wat we zagen. Ik ben van het begin van de zestiger jaren, en hoewel er bij ons thuis veel mocht en veel kon, waren er dingen die slechts gefluisterd werden, zaken waar nog schaamte van gesproken werd. De provincie van de jaren zestig lag in de schaduw van de kerk, ook voor de families die minder straf geloofden. Respect - zonder te beseffen dat vrij respect meer waarde gehad zou hebben als opgelegd respect. Economische groei was dankzij het collectief. Regelmaat. Als de natuur. Lente, zomer, herfst, winter.
Tegen het decor van dat provinciaal Nederland in die beginjaren zestig wordt de 21-jarige Frieda aan het eind van zo’n strak omlijnde koude winter verliefd op Otto. Hij is de dertig al gepasseer, getrouwd bovendien. Frieda raakt in verwachting. Schande. Haar ouders geven haar, met hulp van meneer pastoor de kans zich terug in het gelid te plooien als ze haar kind afstaat. Otto geeft haar de kans abortus te plegen en opnieuw te beginnen. Frieda’s daad van verzet: ze kiest voor haar kind.
Ze ziet Otto voor het laatst als haar kind net geboren is, twee voetjes die ze in een doek gewikkeld in de armen van een vroedzuster de deur uitgedragen ziet worden. In een ziekenhuis komt ze bij, haar kind is dood, Otto weg, ze staat er helemaal alleen voor. De enige optie is thuis aan te kloppen, bij haar ouders die haar eerder de deur gewezen hebben. Vanaf dan wordt het kind letterlijk doodgezwegen.
Later trouwt Frieda met Louis, ze krijgen een zoon, Tobias. Geen van beiden weten iets over het kind dat hun echtgenote en moeder in een vorig leven gebaard heeft. Niemand weet het. Frieda heeft het zwijgen dat haar in dat jaar 1963 is opgelegd op geen enkele manier kunnen doorbreken. Een leven lang draagt ze het geheim met zich mee, nooit een woord, nooit de mogelijkheid om het immense verlies te verwerken, het verdriet een plaats te geven.
Ze is in de tachtig als Louis plotseling overlijdt. In plaats van elkaar troost te kunnen geven botst het steeds heftiger tussen moeder en zoon. Frieda’s innerlijke bitterheid laat geen enkele ruimte meer voor een straaltje zonnelicht of iets van positiviteit.
Natuurlijk gaat het boek verder, maar het heeft geen zin om meer van de inhoud prijs te geven.
Jaap Robben’s “Schemerleven” maakt indruk. Niet alleen om hoe hij Frieda neer weet te zetten, maar vooral de manier waarop het verhaal geconstrueerd is. De beschreven gebeurtenissen zijn geconcentreerd in 1963 en vandaag, 2022. Daartussen liggen zestig jaar, die Robben bijna onbeschreven laat. Slechts enkele passages worden aangeroerd, lichte penseelstreken op een bijna wit doek. Maar precies op die manier weet hij perfect de beklemmende sfeer van Frieda’s leven weer te geven. Monddood, het is een uitdrukking die bij me opkomt. Het lijden dat voortkomt uit het moeten zwijgen.
“Schemerleven” is een ode aan het woord, het gesproken woord en het geschrevene.
Jaap Robben – “Schemerleven” (2022)
●●●●○ (4,5/5)
PS: 1963, 1922. Andere werelden.
Je vind de volledige recensie, met een prent en een fragment, op mijn blog "Ron de tijd": https://rondetijd.blogspot.com/2023/02/schemerleven.html
Tegen het decor van dat provinciaal Nederland in die beginjaren zestig wordt de 21-jarige Frieda aan het eind van zo’n strak omlijnde koude winter verliefd op Otto. Hij is de dertig al gepasseer, getrouwd bovendien. Frieda raakt in verwachting. Schande. Haar ouders geven haar, met hulp van meneer pastoor de kans zich terug in het gelid te plooien als ze haar kind afstaat. Otto geeft haar de kans abortus te plegen en opnieuw te beginnen. Frieda’s daad van verzet: ze kiest voor haar kind.
Ze ziet Otto voor het laatst als haar kind net geboren is, twee voetjes die ze in een doek gewikkeld in de armen van een vroedzuster de deur uitgedragen ziet worden. In een ziekenhuis komt ze bij, haar kind is dood, Otto weg, ze staat er helemaal alleen voor. De enige optie is thuis aan te kloppen, bij haar ouders die haar eerder de deur gewezen hebben. Vanaf dan wordt het kind letterlijk doodgezwegen.
Later trouwt Frieda met Louis, ze krijgen een zoon, Tobias. Geen van beiden weten iets over het kind dat hun echtgenote en moeder in een vorig leven gebaard heeft. Niemand weet het. Frieda heeft het zwijgen dat haar in dat jaar 1963 is opgelegd op geen enkele manier kunnen doorbreken. Een leven lang draagt ze het geheim met zich mee, nooit een woord, nooit de mogelijkheid om het immense verlies te verwerken, het verdriet een plaats te geven.
Ze is in de tachtig als Louis plotseling overlijdt. In plaats van elkaar troost te kunnen geven botst het steeds heftiger tussen moeder en zoon. Frieda’s innerlijke bitterheid laat geen enkele ruimte meer voor een straaltje zonnelicht of iets van positiviteit.
Natuurlijk gaat het boek verder, maar het heeft geen zin om meer van de inhoud prijs te geven.
Jaap Robben’s “Schemerleven” maakt indruk. Niet alleen om hoe hij Frieda neer weet te zetten, maar vooral de manier waarop het verhaal geconstrueerd is. De beschreven gebeurtenissen zijn geconcentreerd in 1963 en vandaag, 2022. Daartussen liggen zestig jaar, die Robben bijna onbeschreven laat. Slechts enkele passages worden aangeroerd, lichte penseelstreken op een bijna wit doek. Maar precies op die manier weet hij perfect de beklemmende sfeer van Frieda’s leven weer te geven. Monddood, het is een uitdrukking die bij me opkomt. Het lijden dat voortkomt uit het moeten zwijgen.
“Schemerleven” is een ode aan het woord, het gesproken woord en het geschrevene.
Jaap Robben – “Schemerleven” (2022)
●●●●○ (4,5/5)
PS: 1963, 1922. Andere werelden.
Je vind de volledige recensie, met een prent en een fragment, op mijn blog "Ron de tijd": https://rondetijd.blogspot.com/2023/02/schemerleven.html
12
Reageer op deze recensie