Boeiend, maar net niet intrigerend
Menno van der Veen (1979), schrijver van Rimpelgeweld, is blijkens zijn biografie een zeer veelzijdig mens: filosoof, jurist, schrijver, trainer en programmamaker, gepromoveerd. Naast dit alles richtte hij bedrijven op en trad hij op als standupfilosoof. Dit op het oog veelzijdige maar wat versnipperde bestaan, vindt qua vorm zijn weerslag in zijn debuutroman.
Rimpelgeweld handelt over de vriendschap tussen vijf vrienden, en meer in het bijzonder over de complexiteit en de kwetsbaarheid van die vriendschap. De onderlinge relaties zijn diffuus; de schrijfstijl is dat tot op zekere hoogte ook. Menno van der Veen heeft zijn roman in kwarten opgedeeld. Via in totaal 156 hoofdstukken, al is tekstdelen wellicht een beter woord, schetst hij relaties van Kink, de hoofdpersoon. Deze relaties hebben niet alleen betrekking op zijn vier intieme vrienden. In elk van de vier delen richt hij zich tot iemand die buiten de 5-vriendschap staat. Gaandeweg blijkt meer en meer dat Kink een ingewikkelde gezinsgeschiedenis heeft. De plaats van handeling is Amsterdam. Het tijdperk van handeling is recent, maar niet specifiek benoemd.
Klinkt het bovenstaande wat fragmentarisch? Zo is het boek ook ingericht. De titel van het eerste van het eerste deel is 'Caleidoscopie', en dat geeft de opbouw van de hele roman treffend weer. Zo ook de zin: “We delen herinneringen, we spuien onze verhalen en we draaien net zolang tot er een beeld ontstaat dat ons bevalt.”
Wat te zeggen van deze roman? Rimpelgeweld boeit. Is af en toe ongrijpbaar. Wekt soms een te bedachte, gefabriceerde indruk. Maar kent tegelijkertijd poëtische passages die je als lezer aan het denken zetten. Zo is er een fraai beschreven bezoek aan een begraafplaats. Dat bezoek refereert op een subtiele manier aan de eindigheid van vriendschappen. De uitgelaten interesse van de vijf vrienden voor een onbekende dode verandert gaandeweg in een dreigend voorgevoel.
Ergens schrijft Van der Veen: “Ons huis heeft geen eigen fundamenten, het zit met touwtjes vast aan de wereld.” Dat geldt niet alleen voor het huis dat hij noemt, het geldt ook voor deze roman. Het boek heeft geen herkenbare verhaallijnen, het zit met elastiekjes vast aan het geheugen van de schrijver.
Is het een roman, zoals de flaptekst Rimpelgeweld noemt? Misschien is het eerder een cross-over tussen roman, dagboek en lyrische poëzie. Boeiend, maar net niet intrigerend.
Reageer op deze recensie