Lezersrecensie
De Helaasheid der Dingen
TITELBESCHRIJVING
Dimitri Verhulst, de Helaasheid der Dingen. Uitgeverij Contact. Amsterdam, 2006
( 54ste druk, 2013).
Genre: Fictie, humor
OVER DE SCHRIJVER
Dimitri Verhulst is een Vlaamse schrijver, dichter en programmamaker. Hij wordt geboren op 2 oktober 1972 in het Vlaamse Aalst. Zijn ouders zijn Pierre Verhulst, postbode, en Nicole Maesschalk, huisvrouw. Ze hebben een slecht huwelijk, vader Verhulst houdt te veel van pintjes, zijn moeder te veel van andere mannen. Daarnaast beschreef Verhulst het als een moeilijke jeugd. Hijzelf zei het volgende: “Er werd ongelofelijk veel gevochten thuis, de pinten vlogen door de woonkamer, er hing altijd agressie in de lucht (…) wij waren de losers, het crapuul, de messenvechters.”. Zijn schoolcarrière is roerig, hij wordt regelmatig van school gestuurd vanwege zijn tegendraadse gedrag. Een jaar na de dood van zijn vader begint Dimitri in 1991 aan de studie Germaanse filologie in Gent, maar na een aantal weken houdt hij er mee op. Hij besluit om een jaar te gaan werken in een textielfabriek in Sint-Niklaas. Hierna, in 1993 gaat Dimitri kunstgeschiedenis studeren, een studie waaraan hij meer plezier beleeft. Zijn studie probeert hij te financieren door middel van verschillende baantjes, waaronder pizzakoerier. Vanwege geldgebrek geeft Dimitri zijn studie uiteindelijk op. Hij gaat zich meer richten op het schrijven. Zijn officiële prozadebuut vindt plaats in 1999 met de verhalenbundel De Kamer hiernaast, maar Verhulst heeft dan al een ongelofelijke productie op zijn naam, waaronder poëzie en toneelteksten. Verhulst heeft het tegenovergestelde van een writers block: hij is altijd aan het schrijven, ziet altijd nieuwe projecten. Hij publiceert met grote regelmaat gedichten, novelles en romans. Hij brak in 2006 door bij het Nederlandse publiek met de autobiografische roman De helaasheid der dingen, over zijn bewogen jeugd in het Vlaamse dorp Aalst, dat in het boek 'Reetveerdegem' wordt genoemd. Het boek wordt in 2009 verfilmd door de regisseur Felix Van Groeningen. Verhulst ontvangt voor de roman de Publieksprijs van de Gouden Uil, de Inktaap en nominaties voor de Libris Literatuurprijs en de AKO Literatuurprijs. Hij behoort inmiddels tot de grote Europese schrijvers. Hij heeft in totaal 19 boeken gepubliceerd, zijn werk wordt verfilmd en voor toneel bewerkt en is verschenen in 25 landen. Dimitri schrijft vooral over zijn moeilijke jeugd, het dorpsleven, alcoholgebruik en vader-zoon relaties. Deze thema’s kom je in al zijn boeken wel tegen. Verhulst is een gelukkig man, die over het grootste ongeluk kan schrijven. Dit vertelt hij zelf in een interview met de NPO. Hij is een bijzonder man, met een bijzondere schrijfstijl. Zijn boeken zijn duister, complex en altijd gemixt met een tintje humor en ironie.
KORTE SAMENVATTING
De helaasheid der dingen bestaat uit verschillende verhalen en dus uit verschillende hoofdstukken:
H1: Een schoon kind
Tante Rosie keert met haar dochter Sylvie terug uit Brussel naar haar ouderlijk huis met de familie Verhulst in Reetveerdegem. Zij trekt na een ruzie met haar man Robert weer bij haar moeder Maria in, die nog vier zoons in huis heeft, namelijk : Herman, Zwaren, Potrel en Pierre met zijn zoon Dimitri, de ik-verteller van het verhaal. Dimitri kent Sylvie van begrafenissen en van de korte familiebezoekjes en weet niet wat hij vindt van Sylvie, die vooral houdt van lezen, ballet en de piano. Ze nemen in de avond Sylvie mee naar een café, waar ze voor het eerst bier krijgt , waardoor ze uiteindelijk dronken thuiskomt. Ze zingen het pruimenlied dat ze net heeft geleerd in het café: 'Het wonder is geschied, mijn pruim is nat en 't regent niet' (p. 28). Kort erop komt Robert zijn vrouw en kind ophalen en sleurt ze de auto in.
H2: De vijver der gezonken babylijkjes
Dimitri en Potrel, die maar een paar jaar ouder is, zwemmen met vrienden en vriendinnen vaak in een vijver op het land van Palmier. Ze zijn bang voor de oude vrouw omdat het gerucht gaat dat ze vroeger haar baby’s in de vijver heeft verdronken. Vandaar de titel van dit hoofdstuk. Toch nemen ze vaak eten voor Palmier mee, zodat ze zo lang mogelijk in leven blijft en haar grond niet opgekocht wordt door de nieuwe dorpelingen om er een villa op te bouwen. Op haar verzoek verdrinken de kinderen de puppy's van waakhond Blondi, die later losbreekt.
H3: De Ronde van Frankrijk
De eigenaar van een café uit het dorp wil het record verbreken van het meeste bierdrinken. Herman is een van de deelnemers en uiteindelijk de nieuwe recordhouder. Op weg naar huis botst hij, op een tegenligger. Een agent komt grootmoeder melden dat een van haar zoons in coma ligt, maar ze is boos omdat ze het drankgedrag van haar zoons wel kent en de agent woorden gebruikt die ze niet kent, zoals 'comateus'. Potrel, die als minderjarige niet aan de wedstrijd had mogen meedoen, organiseert kort erop een drank-Tour de France, een bordspel waarbij bij elke afgelegde kilometer of klim een glas alcohol ingenomen moet worden. Opnieuw komt er op een dag een agent in verband met een ziekenhuisopname van een zoon aan grootmoeders deur. Opnieuw wordt hem de deur gewezen, omdat ze niet snapt wat hij zegt.
H4: Alleen de allenen
De deurwaarder komt bij de familie Verhulst langs, omdat Zwaren een gokschuld heeft opgebouwd. De televisie wordt weggehaald, omdat ze de schuld niet kunnen afbetalen. Maar dit is een probleem, omdat de zanger Roy Orbinson, die avond op de televisie komt. Ze krijgen de mogelijkheid om bij iemand anders in het dorp televisie te kijken, namelijk bij een nieuw stel uit Iran. Ze komen erachter dat de Iraniërs beter Nederlands spreken, dan de Verhulsten. Ondanks dit hebben ze een goede avond, totdat bij de bekendste song van Orbison "Only the lonely", de vader van Dimitri begint te huilen. Hij wordt hierna naar huis gesleept, omdat hij zoveel huilt. De Iraniërs hebben volgens de familie Verhulst een mooi beeld gekregen van inburgering.
H5: Het nieuwe liefje van mijn pa
Dimitri is gewend dat er altijd vrouwen voor de deur staan bij de Verhulsten. Alle nonkels hebben een typische smaak van vrouwen. Op een dag komt er een prachtige vrouw voor Dimitri’s vader Pie. Die ligt nog bij te komen van zijn avondje zuipen van de nacht ervoor. Hij wil niet uit zijn bed komen en vraagt zich af of het soms dat wijf van gisteren is. Hij is bang dat hij haar misschien zwanger heeft gemaakt. Hij komt uiteindelijk naar beneden en hij zegt dat hij de vrouw helemaal niet kent. Dat klopt want het is een vrouw van de Dienst Jeugdzorg die de woonomstandigheden van Dimitri komt onderzoeken. Ze vraagt het één en ander aan Dimitri o.a. over zijn moeder. Dimitri antwoordt dat zijn moeder een hoer is.
H6: Iets over mijn moeder, mevrouw?
Dimitri's moeder heeft een plaspas, omdat ze door zijn geboorte incontinent is geworden. Met die pas mag ze voor bij elk openbaar toilet. Dimitri schaamt zich voor haar, vooral wanneer ze met die pas ook nog eens kortingen wil krijgen. Hij wil weglopen en weer bij zijn vader gaan wonen. Tijdens een uitstapje naar het strand voert hij zijn plan uit om weg te lopen op het moment dat zijn moeder in zee staat te plassen, omdat de rij voor de wc te lang was.
H7: De pelgrim
"De pelgrim" is de naam van een afkickcentrum en Pie Verhulst wil zich aanmelden bij het afkickcentrum. Als een soort van afscheid van de drank bezoeken ze alle cafés op de weg naar de inrichting. Ze komen hierna dronken bij het afkickcentrum aan en net op dat moment besluit een psychiatrisch patiënt naar beneden te springen en zelfmoord te plegen. Het weerhoudt Dimitri’s vader er niet van om toch naar binnen te gaan.
H8: De verzamelaar
Van zijn vader mag Franky, die in een van de nieuwe villa's woont, niet meer met Dimitri omgaan. Het kan Dimitri weinig schelen, want hij vindt Franky maar saai, maar toch gaat hij mee naar de kelder om naar de elektrische treintjes te kijken die daar rondrijden. Twintig jaar later ontmoet Dimitri Franky weer. Hij gaat op bezoek en hoort dat Franky's vrouw is weggelopen na een ruzie, omdat ze met Zwaren heeft gevreeën. Franky vraagt aan Dimitri of hij hier iets kan doen, maar Dimitri zegt dat hij zijn eigen problemen moet oplossen.
H9: De genezene
Na drie maanden komt zijn vader op weekendverlof uit de kliniek. Hij is aangekomen en zit vol nieuwe energie. Voor Dimitri, die graag hardloopt, koopt hij een paar dure hardloopschoenen; hij belooft de volgende dag te komen kijken naar een wedstrijd die hij moet lopen. Maar die avond gaat zijn vader met zijn broers mee biljarten. De volgende morgen zijn ze nog niet terug en dus gaat Dimitri maar alleen naar de wedstrijd.
H10: De opvolging verzekerd
We volgen de bevalling van Dimitri’s kind. Hij is in het ziekenhuis en hij bedenkt zich dat hij niet houdt van de vrouw die van hem zwanger is geworden. Hij wil ook eigenlijk niet bij de bevalling zijn. Zijn gedachten gaan terug naar het verhaal van zijn eigen geboorte. Zijn vader zat in de kroeg toen zijn moeder moest bevallen, maar toen hij eenmaal gebeld was met de mededeling dat er een zoon geboren was, had hij Dimitri uit de wieg gehaald in de kliniek en hem aan alle mensen die hij in de kroegen ontmoette, laten zien. Een legendarisch verhaal in Reetveerdegem. Dimitri blijkt heel anders over zijn niet gewenste zoon te denken. Hij hoopt dat hij misschien nog wel doodgeboren wordt. Hij zou hem zeker niet trots aan iedereen willen laten zien.
H11: Voer voor etnologen
Dimitri gaat op visite bij grootmoeder, die wegens dementie in een verzorgingstehuis is opgenomen. Hij heeft besloten dat dit zijn laatste bezoek is. De oude vrouw weet toch niet meer wie hij is. Desondanks bedankt hij haar voor het inschakelen van Nele Fockedey, die hem uit huis plaatste. Ook vertelt hij dat hij nu een leuke vriendin heeft en eerder al een zoontje bij een andere vrouw heeft verwekt, wat een ongelukje was. Enige tijd later belt Potrel. Hij is benaderd door een professor die de oude drankliederen wil vastleggen voor ze zijn verdwenen. Zelf is hij alles vergeten. Dimitri weigert, ook tegen Herman, die hem later nog eens probeert over te halen. Uiteindelijk doet hij toch mee en meldt hij zich in grootmoeders verzorgingshuis. De familie hoopt dat de oude vrouw zich misschien nog iets herinnert. Maar de opname mislukt omdat uiteindelijk niemand de liedjes nog kent. Dimitri komt niet verder dan de eerste zin van het lievelingslied van zijn vader, het Pruimenlied.
H12: Een nonkel voor dat kind
We zijn inmiddels 5 jaar verder en Dimitri gaat met zijn zoon op stap om zijn geboortedorp aan hem te laten zien. Hij wil zijn ooms nog een keer ontmoeten. In de kroeg wil zijn zoontje eigenlijk niets drinken, maar zijn ooms willen dat hij wat drinkt. Joeri ( zoon) wil op de gokkast spelen. Een oom geeft hem wat geld. De jongen wint €1500, maar die mag hij van Dimitri niet houden. Oom Herman is er wel blij mee en later wint hij ook nog een belspelletje op de radio en krijgt een bon uit de videotheek. Daar koopt hij de film Bambi van voor Joeri. Op de terugweg moet Joeri “zeiken”. Hij moet van Dimitri “plassen” zeggen. Met die veelbetekenende correctie geeft Dimitri eigenlijk aan dat hij zijn geboortedorp ontgroeid is.
VERHAALANALYSE
Ruimte
Het verhaal speelt zich grotendeels in Reetveerdegem af, voornamelijk in kroegen en bij Dimitri thuis in zijn geboortedorp. De plaats van het boek is van belang, omdat het boek gaat over het leven van Dimitri samen met zijn vader, broers en oma in zijn geboortedorp. Daarom is het ook van belang dat het verhaal zich daar ook daadwerkelijk afspeelt. Er staat niet precies een jaartal in, wanneer het verhaal zich afspeelt, maar er staan wel aanwijzingen in de tekst. De schrijver zelf werd in 1972 geboren en dit lijkt overeen te komen met de tijd in de roman. Aan het begin van het verhaal is Dimitri een tiener, hij is ongeveer dertien jaar oud. Dit is in de jaren tachtig. Aan het eind van het verhaal wordt er gesproken over euro’s, dus het is na 2002. Dimitri is dan ongeveer 30 jaar oud. Dus de vertelde tijd zou ongeveer 17 jaar moeten zijn.
Personages
De uiterlijke kenmerken van de personages worden niet beschreven in het boek.
Dimitri Verhulst: is de ik-verteller en zo ook het belangrijkste personage. Hij is in het begin van het verhaal 13 jaar. Zijn ouders scheiden als hij nog heel klein is en daarna woont hij een tijdje bij zijn moeder, maar dat vindt hij niks en hij wil bij zijn vader gaan wonen. Hij gaat in Reetveerdegem wonen samen met zijn ooms, vader en grootmoeder in één huis. Hij woont in een arm gezin, omdat zijn vader en ooms allemaal alcoholverslaafd zijn. Zodra hij bij zijn vader gaat wonen wordt hem aangeleerd dat zijn moeder een hoer is. Ze wonen eigenlijk met z’n allen in bij de grootmoeder, omdat die zo grootmoedig is om ze allemaal weer in te nemen en van haar kleine pensioentje voor ze te zorgen. Op school brengt hij er weinig van terecht en hij leert al jong wat alcohol is door de verslaving van zijn familieleden. Hij leert ook van zijn ooms en van zijn vader dat vrouwen er zijn voor seks en om af en toe een mep te verkopen. In het midden van het boek wordt hij door de jeugdbescherming uit huis geplaats en groeit hij op in een pleeggezin en daarna in verschillende tehuizen. Hier leert hij andere dingen dan thuis: hij leert zich netjes te gedragen en hij krijgt andere normen en waarden mee. Uiteindelijk is Dimitri 30 jaar en is hij een volwaardig schrijver, die zijn plekje in de wereld heeft gevonden. Hij heeft een vriendin, die hij goed behandeld en hij heeft een zoontje Joeri van 5 jaar oud, waar hij een redelijke vader voor probeert te zijn. Hij heeft een lange weg moeten afleggen om voor zichzelf een redelijk bestaan op te bouwen, aangezien zijn vader en ooms dit nooit hebben gedaan. Zijn ontwikkeling in het boek is daarom goed te zien. Hij is de enige van de familie, die zijn leven een beetje op orde heeft en daarom klikt het niet meer zo goed tussen hem en zijn familie. Hij vindt zichzelf niet meer passen in de trieste en vieze wereld waarin zijn familie nog steeds leeft. Hierdoor zijn de onderlinge banden niet meer zo goed, als toen hij een klein jongetje was. Hij is volwassen geworden en hij leidt nu zijn eigen leven. Dimitri Verhulst is een rond karakter, omdat we hem jongs af aan leren kennen. We weten hoe hij is opgegroeid en hoe hij daardoor is geworden wie hij nu op zijn dertigste is.
Pie (Pierre) Verhulst: is de vader van Dimitri en is alcoholverslaafd. Je kan uit het boek niet afleiden hoe oud hij is. Pie werkt als postbode. Zijn vrouw heeft hem verlaten, waardoor hij weer bij zijn moeder gaat wonen. Hij deelt het huis met zijn drie broers: Potrel, Herman en Zwaren. Zij zijn ook allemaal alcoholverslaafd. Naast zijn baan als postbode is hij bijna altijd te vinden in de kroegen van het dorp. Pierre heeft wel de intentie om zijn leven te verbeteren, maar het lukt hem telkens niet. Toch wordt hij door Dimitri omschreven als een liefdevolle vader, die in ieder geval zijn best deed. Uiteindelijk sterft Pierre aan kanker, net zoals zijn eigen vader. Pierre is een rond karakter, omdat we hem over de jaren heen zien in zijn strijd tegen zijn alcoholprobleem. We weten waarom hij de toch liefdevolle vader is geworden voor Dimitri, die hij wilde zijn en waarom de ene helft van zijn leven zo naar is gelopen. We zien ook een grote ontwikkeling in zijn karakter, want hij ging van een dronkenlap, die nergens om gaf, naar toch een redelijk vaderfiguur voor Dimitri. Hier heeft hij heel erg zijn best voor moeten doen en daar lezen we dan ook over in het boek. Zijn band met zijn broers is goed, omdat ze allemaal drinken en dus geen last hebben van elkaar. Ik kan mij voorstellen, dat het erg moeilijk kan zijn om een alcoholverslaafde broer te hebben, maar ze hebben allemaal een verslaving, dus kunnen ze het goed met elkaar vinden. We gaan niet echt de diepte in om te zien wat ze echt van elkaar vinden, maar ze drinken en zingen veel met elkaar, dus ze hebben in ieder geval een goede band daarin.
Nonkel Potrel: is bijna even oud als Dimitri, maar is toch een oom van Dimitri en dus een broer van Pierre. Ondanks zijn leeftijd houdt hij er net als zijn broers een nogal trieste levensstijl op na. Elke avond komt hij totaal dronken thuis en hij heeft veel vriendinnen. Omdat hij baalt dat hij niet mee mag doen met de wedstrijd over wie het meeste kan drinken, organiseert hij zijn eigen wereldkampioenschap zuipen. Hij maakt zijn eigen versie van de tour de France, waarbij je elke 5 km een biertje moet drinken. Potrel lijkt tevreden met zijn manier van leven en ziet er geen heil om iets te veranderen. Hij is een vlak karakter, omdat we niet echt veel van hem te zien krijgen in het boek. We lezen alleen over bepaalde gebeurtenissen in zijn leven, zoals zijn eigen versie van de tour de France, maar we lezen bijv. niet over hoe hij over zijn eigen leven dacht. Potrel heeft een goede relatie met zijn familie. Hij is een soort broer voor Dimitri, omdat ze niet zoveel jaren schelen, maar later wordt de band tussen die twee toch minder. Dit komt doordat Dimitri zich heeft ontwikkeld en een ander persoon is geworden met een toekomst, maar Potrel is een beetje blijven hangen in zijn vroegere leven. Hij heeft nooit de behoefte gehad om iets te veranderen en daardoor botst het een beetje tussen Dimitri en hem later. Maar als het gaat om de band tussen zijn broers en hem, dan zit het helemaal goed. Ze drinken nog steeds met elkaar en ze zingen veel. Daarin is niets veranderd.
Zwaren: is een vlak karakter in het boek. Hij is een van de broers van Pierre, maar we lezen bijna niets over hem in het boek. We kunnen wel lezen dat hij ook alcoholverslaafd was, zoals zijn broers en dat hij vooral te vinden was in kroegen of met een van vriendinnen bezig was, maar dat was het dan ook.
Grootmoeder Verhulst: is de oma van Dimitri en de moeder van Pierre, Potrel en Zwaren. Ze heeft haar man verloren aan kanker en is sindsdien alleen. Ze woont samen met zonen en met haar kleinzoon ( Dimitri) in één huis. Ze is een grootmoedige vrouw, die haar zonen die werkloze alcoholisten met torenhoge schulden zijn, die hun liefdesleven hebben verpest, toch in huis neemt. Het is een zorgzame moeder, die nooit over iets klaagt. Zij is degene die zich een beetje over Dimitri probeert te ontfermen en zorgt er uiteindelijk ook voor dat hij uit huis wordt geplaatst door iemand van Jeugdzorg. Ze heeft al genoeg zoons die hun leven hebben verprutst Ze krijgt uiteindelijk dementie en belandt in een verzorgingstehuis. Hier overlijdt ze ook. De grootmoeder is een vlak karakter, want we weten niet hoe het leven haar vergaan is. We weten alleen dat ze haar zoons en kleinzoon weer in huis heeft genomen, na al hun fouten en dat ze trouw voor hen blijft zorgen, totdat ze dement wordt. Ze heeft een goede band met Dimitri, die haar in het einde van het boek ook bedankt, omdat ze toentertijd de jeugdzorg heeft gebeld, waardoor hij een goed bestaan heeft kunnen opbouwen. Over de band met haar zoons kan ik niet zoveel zeggen, omdat we hier niet over lezen in het boek. Je kan wel uit het boek opmaken, dat ze vindt dat haar zoons hun levens hebben verprutst, maar ze blijft wel voor ze zorgen. Er vindt wel een ontwikkeling plaats in haar leven: ze gaat namelijk van oud, maar toch nog thuiswonend naar dement en in een verzorgingstehuis wonend. Dit is wel een ontwikkeling in haar leven, waar we over hebben gelezen.
Vertelwijze
Het verhaal wordt verteld vanuit één ik-verteller, namelijk Dimitri Verhulst. Hij is in het begin van het boek 13 jaar, maar op het eind heeft hij een kind van 5 jaar en is hij rond de dertig. De helaasheid der dingen is opgebouwd uit twaalf hoofdstukken. Ieder hoofdstuk beschrijft een fragment of gebeurtenis uit het leven van de ik-figuur, Dimitri Verhulst. In een groot deel van de hoofdstukken is Dimitri dus een tiener. In de laatste hoofdstukken is hij een volwassen man. Er kan dus gesproken worden van een chronologische vertelling van het boek. Het boek heeft geen proloog en ook geen epiloog. We beginnen gelijk met het boek zelf.
Motieven
Er zijn meerdere motieven in dit verhaal. Waaronder:
- Jeugdherinneringen: 'De helaasheid der dingen' is een verzameling van jeugdherinneringen van schrijver Dimitri Verhulst. Het is een selectie van gebeurtenissen uit zijn jeugd, de meeste uit de tijd dat hij een tiener was. Uit alles blijkt dat het een moeilijke jeugd is geweest. Dit is een verhaalmotief, omdat het boek gevuld is met waarnemingen vanuit Dimitri zijn jeugd. Alles wat hij heeft onthouden en heeft moeten verwerken, dus al zijn waarnemingen komen steeds voor in het boek.
- Dorpsleven: We lezen in het boek dat Dimitri opgroeit in een dorp, genaamd Reetvegerdeem. Het dorpsleven staat echt centraal in het boek, omdat daar het hele verhaal omheen draait. Hoe is het voor Dimitri geweest om op te groeien in dat dorp samen met zijn ooms, vader en grootmoeder? Daar lezen we over in het boek. In het dorp staan de Verhulsten bekend aan zuiplappen. De rest van het dorp kan er ook wat van. Er zijn vele cafés in het dorp, waar dag en nacht de mannen van het dorp zich te pletter drinken. Ook worden er zuipwedstrijden gehouden, zoals in r.11- 13 op blz. 46: ‘ Twaalf krukken telde het podium, elk ervan vergezeld van een houten ton waarin de aanvaller van het record naar believen kotsen kon. En hopelijk werd er gekotst, dat was waar de mensen voor kwamen. Bovendien stond het regelement vomeren toe, de uitgebraakte hoeveelheid bier werd niet van het totaal afgetrokken, elke pint die was ingeslikt verscheen op het scorebord.’ Hierin lees je dus dat er veel mannen in het dorp veel dronken, omdat je anders geen wedstrijd zuipen kan organiseren. In het dorp gingen geruchten ook snel de ronde, zoals in kleine dorpen vaak gebruikelijk is door gebrek aan beter. Dit lezen we in r. 16-17 op blz. 30: ‘ Het gruwelijke verhaal dat over Palmier in ons dorp echter de ronde deed, was dat zij vaker was bevallen dan men kon nagaan in het geboorteregister van de Dienst Bevolking, en dat zij meermaals haar pas geworpen baby’s had verdronken in haar vijver, waarin sommigen, onder wie ik in het gezelschap van mijn niet zoveel oudere nonkel Potrel, nog hebben gezwommen, en waarin wij destijds naakt op het ponton lagen te luieren en onverdroten keken naar elkaar.’ Dit is dus ook een voorbeeld van het dorpsleven: geruchten over anderen. Het dorpsleven is een verhaalmotief: het is een waarneming en een gebeurtenis dat steeds terugkomt.
- Alcoholverslaving: Het leven van de ooms van Dimitri bestaat vooral uit drinken. De broers Verhulst zijn de absolute zuipkampioenen van het dorp. Ze zijn ook allemaal werkloos en brengen in de kroegen hun dagen door. Regelmatig worden ze thuis gebracht door de politie, zoals in r. 7 -9 op blz. 49: ‘ Ook voor de politie was mijn grootmoeder opgehouden ’s nachts de deur open te maken. De laatste jaren was ze het beu geraakt haar slaap te moeten onderbreken voor vriendelijke agenten die mijn laveloze ouwe uit de goot hadden geraapt en hem thuis kwamen afleveren.’ Ook belanden ze regelmatig in het ziekenhuis door hun alcoholverslaving, zoals in r.10 – op blz.51: ‘ Uw zoon, mevrouw, Herman Verhulst.. Ja? Wat heeft hij nu weer uitgespookt? … ligt momenteel in comateuze toestaan.’ Hierin lezen we dat Herman in een coma ligt in het ziekenhuis, doordat hij weer te veel heeft gedronken. De vader van Dimitri besluit uiteindelijk om er iets aan te gaan doen en hij reist af naar een afkickkliniek. Hier gaat hij proberen om van de alcohol af te blijven. Dit lezen we in r.21- 26 op blz. 115 : ‘ Zij ge zeker, Pie, dat gij daar binnen wilt? Juist. En het zal pas na drie maanden zijn, Pie, na drie maanden zeg ik u, dat gij voor het eerst terug naar huis zult mogen komen. Voor twee onnozele dagen. En tijdens die twee dagen zult ge geen drup mogen aanraken of ze binden u weer aan dat ijzeren bedje vast met weer diezelfde riemen, en steken ze weer die rubberen vingers in uw gat en begint gans de cinema opnieuw. Tot ge geen bier meer kunt zien.’ Pierre gaat in dit stuk naar een afkickcentrum, zodat hij van zijn probleem afkomt. Helaas gaat hij gelijk weer aan de alcohol als hij weer thuiskomt uit de kliniek. De alcoholverslaving van de broers is een verhaalmotief, omdat het een gebeurtenis is die steeds terugkomt. Het is een terugkomende gebeurtenis in hun levens dat ze hiertegen moeten vechten of niet.
- Armoede: Dimitri groeit op in een arm gezin. Dit komt door de torenhoge schulden van zijn vader en ooms. Deze schulden hebben ze gemaakt door hun alcoholverslaving en door de gewoonte van Zwaren om te gokken. De deurwaarder komt dan ook vaak bij de deur om weer iets uit huis mee te nemen, wat het geld kan vervangen, dat eigenlijk afbetaald moet worden. Hierover lezen we in r. 5-7 op blz.72: ‘ Dit keer hadden we bezoek van de deurwaarder te danken aan mijn nonkel Zwaren die ineens maniakaal op de bingokast was beginnen te spelen. Hij had natuurlijk gelijk toen hij had ingezien dat je makkelijk geld kan winnen op zo’n kastje, makkelijker is dan je het verdiende wanneer je werkte voor een baas. Maar daar staat altijd tegenover dat je nog veel makkelijker geld verliest op hetzelfde kastje, en van kansberekening had onze Zwaren nog nooit gehoord.’ De ooms en vader van Dimitri hebben allemaal geen werk, maar ze drinken wel heel veel en dat moet betaald worden. Hierdoor komen ze terecht in de schulden en wordt hun bestaan nog armoediger. Het wordt zelfs zo erg dat de jeugdzorg een bezoek brengt aan het huis van de familie. We lezen meer over de leefsituatie van Dimitri in r. 11-14 op blz. 100: ‘ Het mens liep door onze woning, notuleerde secuur wat ze zag. In de slaapkamer aanschouwde ze de asbakken, de nachtemmers die we vergeten waren uit te gieten, de berg kleren. En het product tegen schaamluizen op het nachtkastje moet haar niet ontgaan zijn. Alsook de flessen onder het bed.’ Dit stuk getuigt van de slechte en vieze leefomgeving waarin Dimitri moet wonen. Het gezin leeft in echte armoede. De armoede in het boek is een verhaalmotief. Het is de terugkeer van een gebeurtenis in het boek, namelijk de armoede waarin ze allemaal leven.
- Seksualiteit: De mannen Verhulst nemen erg vaak vrouwen mee naar huis voor een one-night stand en hierdoor krijgt Dimitri met een hoop schunnig taalgebruik te maken, zoals in r. 3- op blz. 98: ‘ Hoe ziet ze eruit vraag ik u? Bruin haar. Hoop en al een kilo of zestig. Ze draagt een brilletje. Aan haar kuiten te zien jogt ze af en toe. Er hangt tamelijk wat tiet aan ook.’ Dit is natuurlijk niet hoe je over een vrouw zou moeten praten. Het is helemaal niet respectvol en dit is taalgebruik dat Dimitri niet zou moeten horen op zo’n jonge leeftijd. Dimitri is 13 jaar oud en zit dus in de tienerfase, waarin je ontdekt wie je bent, maar waarin je ook nadenkt over de veranderingen van je lichaam en de veranderingen in het lichaam van een ander. Dit lezen we in r.19 – op blz. 33, waarin Dimitri het lichaam, van een van zijn vriendinnen, genaamd Helena observeert: ‘ Zij lag op het ponton, zoals ze altijd deed, en ik bekeek haar. Niet dat vunzige kijken, dat kwam later. Mijn ogen lagen gewoon op haar te rusten, in alle onschuld. En ineens waren ze daar. Veel was het niet, maar onmiskenbaar was het meer dan de verhoging die ook jongens op die plaats van hun lichaam hebben.’ Je leest in dit stukje dat Dimitri zijn eigen seksualiteit aan het ontdekken was en ondertussen ook bij zijn vrienden keek naar wat er allemaal aan het veranderen was. Seksualiteit is een verhaalmotief, omdat het een terugkerende gebeurtenis is in het boek.
- Standsverschil: In het begin van het verhaal lezen we over de komst van tante Rosie en haar dochter Sylvie. Er is duidelijk een kloof tussen hen en de familie. Zij zijn keurige en intelligente mensen en de familie Verhulst beschikken die kwaliteiten helaas niet. Dit lezen we in r. 8-9 op blz. 15: ‘ Om zich voor haar vader te verschuilen was Sylvie drie weken lang niet naar school geweest en keek ze toe hoe ik aan de smerige keukentafel studeerde en strafwerk schreef. Ondertussen las zij boeken die haar slimmer maakten, bespraakter, en die op termijn een nog grotere kloof zouden slaan tussen haar en de rest van de familie.’ In dit stukje zie je dat er een kloof zit in intelligentie en in stand, tussen de familie Verhulst en tussen tante Rosie en haar dochter. Dit is een verhaalmotief, omdat het een waarneming is uit het boek.
Thema
De auteur schrijft in dit boek over zijn geboortedorp, de dorpsbewoners en zijn familie. De thematiek in dit boek is de bewondering van Dimitri voor zijn vader. Ondanks zijn alcoholverslaving bewondert hij zijn vader. Als Dimitri zelf vader wordt, vergelijkt hij zijn vaderschap met dat van zijn eigen vader. Hij lijkt een ander soort vader te zijn, dan zijn eigen vader was. Hij lijkt niet van zijn zoon Joeri te houden, geboren uit een vrouw waar Dimitri niet meer van houdt. In het laatste hoofdstuk neemt Dimitri zijn zoontje mee naar zijn geboortedorp om hem zijn ooms te laten ontmoeten. Dimitri voelt zich niet meer thuis in de levensstijl van zijn ooms. Hij is anders gaan praten, dan zijn ooms en hij is in tegenstelling tot hen geen zuiplap geworden. Het wordt hem duidelijk dat er een kloof is ontstaan tussen zijn nieuwe leven en het verhaal van zijn jeugd. Daarom kan je de roman ook zien als een vader-zoonroman. Hij rekent niet af met zijn jeugd, maar het is meer de constatering dat hij de manier van leven in zijn jeugd is ontgroeid. Ik denk dat de boodschap van de schrijver is dat ondanks dat je opgroeit onder minder fraaie omstandigheden, je toch nog veel meer kan bereiken, dan in eerste instantie denkt. Dimitri was slim genoeg om te beseffen dat het leven dat zijn vader en zijn ooms leefden uiteindelijk zou eindigen op een dood spoor. Er is meer dan drank in het leven en daarom heeft Dimitri zijn leven anders ingericht, dan zijn familie. Hieruit blijkt dat niet je afkomst of de plek waar je opgroeit bepalen wie je bent, maar wat je doet en wat je zegt bepalen wie je bent. Hij heeft meegemaakt wat drank met een mens kan doen en dat pad is hij dus niet ingeslagen. Hij heeft zijn eigen toekomst gecreëerd. Ik denk dat dat de boodschap is die de schrijver ons wil meegeven.
Titelverklaring en verklaring motto
In de titel de Helaasheid der Dingen heeft betrekking op de moeilijke jeugd van Dimitri. De dingen zijn niet altijd rooskleurig. De titel komt ook letterlijk voor in een passage van het boek, namelijk r. 14-15 op blz.181: 'In een cafetaria vol lekkende mensen, en jengelende kinderen die andere bezoekers hadden meegebracht, ter compensatie, of om er de nadruk op te leggen dat het leven van de oude doorgegeven was, als stokjes in een eeuwige estafette waar niemand de zin van kent maar waar men zich aan vastklampt in de grote helaasheid der dingen'. Het woord ‘helaasheid’ bestaat eigenlijk niet. Het staat niet in een woordenboek geschreven. Ik denk dat de schrijver dit woord zelf heeft gemaakt om een zekere spijt uit te drukken over het leven: de Helaasheid der Dingen.
Er staan twee motto’s op de eerste pagina van het boek, dit zijn:
1. 'Het verbaasde me dat je daaraan je leven kon wijden, de wereld nabootsen en daar niet helemaal in slagen, en wanneer je er wel in slaagt voeg je slechts het vergankelijke aan het vergankelijke toe, dat wat je niet kunt krijgen aan dat wat je niet hebt.' - Pierre Michon, Meesters en knechten
2. 'Waarom droom ik nu niet meer over mijn moeder? Misschien omdat ik te veel over haar geschreven heb, ik heb zelfs haar mooie profiel verspreid op de omslag van een boek, en ik heb haar aanwezigheid bezworen zonder ook maar iets te willen bezweren. Mij viel mijn moeder niet lastig, ik heb haar zelf opgeroepen door zoveel over haar te schrijven, maar ik vermoed dat ik uiteindelijk een literair personage heb geschapen, complex, artistiek, ingewikkeld, en daarmee is me de echte moeder ontvallen, de dode moeder. Ik ben de wees van een dode moeder omdat ik teveel over haar geschreven heb.' Francisco Umbral, Een wezen van verten.
Beide motto’s zijn erg toepasselijke bij het boek. Het eerste motto gaat over het feit dat Dimitri Verhulst zijn jeugdherinneringen probeert om te toveren in een boek. Hij probeert zijn leven na te bootsen, zodat hij het kan vatten in een verhaal. En het tweede motto heeft betrekking op de moeder van Dimitri. Hij had geen goede band met zijn moeder. In het boek verlaat Dimitri zijn moeder en ziet haar daarna nooit meer terug. In het echte leven heeft zijn moeder hem uit huis gezet en ziet hij haar ook nooit meer. Zijn moeder leeft dus alleen nog maar in de verhalen, die hij over haar schrijft. De motto’s hebben niet veel te maken met de thema’s van het boek. Het eerste motto gaat vooral over het schrijven van het boek en niet over het verhaal zelf en het tweede motto gaat over zijn moeder, die eigenlijk maar heel weinig voorkomt in het boek.
Schrijfstijl
De stijl van Dimitri Verhulst is erg cynisch en ironisch. Hij beschrijft alle gebeurtenissen heel precies en met veel aandacht. Sommige gebeurtenissen beschreef hij erg vermakelijk, zoals dit stukje tekst op blz. 54: ‘ “Luttele minuten later bevond onze Herman zich reeds op de autostrade, zij het spookrijdend, en zij het niet langer dan enkele seconden. De klap moet verschrikkelijk zijn geweest. Ondanks de buitenmenselijke hoeveelheden gemeten alcohol in zijn bloed en ondanks zijn zware verkeersovertreding, alles bij elkaar voldoende om hem een levenslang rijverbod op te leggen, heeft zijn verzekeraar hem volledig schadeloos gesteld voor het ongeval en werden zijn hospitalisatiekosten en de factuur van de garagist tot de laatste centiem terugbetaald. Hij was, typisch onze Herman, frontaal tegen een gestolen wagen aangeknald en mocht op de koop toe een maand later op het gemeentehuis een medaille in ontvangst nemen omdat hij een bende gangsters, waarnaar men al maanden tevergeefs op zoek was, in de prak had gereden.” Dit is erg ironisch en grappig geschreven. Aan de andere kant kan de schrijfstijl van Dimitri ook een beetje te poëtisch zijn. Hij schrijft niet vaak wat hij echt vindt of bedoeld en het is soms lastig om daarachter te komen. Ik vind deze zin op blz. 42 bijv. een beetje te kunstig in elkaar gezet: ‘ Herinnering is de troostende stuiptrek van een leven, een hogere soort van nageboorte.’ Dit is een moeilijke zin om te doorgronden. Ik denk dat dit soort poëtische zinnen helemaal goed zijn om toe te voegen aan je verhaal, maar soms hebben ze niets te maken met het verhaal en dan worden ze verwarrend. In dit geval was het niet verwarrend, maar ik zou oppassen met te veel moeilijke zinnen aan een verhaal toevoegen. Dimitri Verhulst is een Vlaamse schrijver en daardoor staan er ook veel Vlaamse woorden in het boek, zoals: ‘ Nonkel’, ‘besognes’ en ‘steegbeluik.’ Deze woorden kennen wij niet en daardoor is het soms moeilijk om te begrijpen waar de tekst over gaat, maar in het algemeen was het ondanks de Vlaamse woorden wel te volgen. Ik vind de schrijfstijl van Dimitri goed te lezen. Het is af en toe wat lastig om te volgen, vanwege de poëtische zinnen en de Vlaamse woorden, maar dat is een leuke uitdaging die volgt met het lezen van het boek.
BEOORDELING
Verhaalelementen
Ik vind het verhaalelement waarin de moeder van Dimitri haar plaspas krijgt erg positief. Ik wist niet dat iemand een plaspas kon krijgen en dan voorrang kreeg op andere toiletgangers. Ik vond het een vermakelijk stukje en het zegt in een klap wat voor persoon de moeder van Dimitri is. Dit is het stukje: ‘ Zoals anderen trots wapperen met de perskaart die ze net bemachtigd hebben, of zoals kinderen het erf oplopen met een goed rapport in hun hand dat daar als een vaandel de eeuwige vakantie salueert, zo kwam mijn moeder op een dag zo fier als een gieter aangewaggeld met haar plaspas. Er was een hele administratieve rompslomp aan voorafgegaan, doktersbezoeken en onderzoeken met koude stangen en staven in de holen van mijn prehistorie, maar eindelijk had ze hem, haar plaspas, en hij werd op de schouw geplaats, naast de doodsprentjes en De Heilige Maagd Maria onder haar elke vrijdag opnieuw afgestofte kaasstolp.’ Een ander verhaalelement dat ik erg positief vind is de passage waarin de vader van Dimitri weer terugkomt uit de afkickkliniek en al zijn gespaarde geld, dat hij heeft gespaard door het niet drinken, uitgeeft aan nieuwe hardloopschoenen voor Dimitri. Ik vind dit een heel erg lief gebaar. Dit lezen we in r. 14- op blz. 156: ‘ Zitten je spikes goed? Niets had ooit zo goed gezeten als deze hardloopschoenen om mijn voeten. Heb je morgen wedstrijd? Ik knikte. Ik moet in die tijd veel hebben geknikt. Ik kom kijken, kadee.’ Dit was een ontroerende passage en daarom had hij op mij een positieve werking. Maar er waren natuurlijk ook verhaalelement die een negatieve werking op mij hadden. Zoals dit verhaalelement op blz. 23: ‘ Over het karakter van dwergen is al veel geschreven en geplaverd en ik voel niet de behoefte om mij in dat debat te mengen, maar die avond gedroeg de tweeling lilliputters van het Hoekske zich meer dan onhebbelijk. Ze konden er niet mee overweg dat een wildvreemde hier alle aandacht kreeg, geroemd werd om haar voorwereldlijke schoonheid. Natuurlijk, de dingen zijn oneerlijk verdeeld, zij waren gedrochtelijk en voorbestemd om jong te sterven.’ Dit vond ik een onaardige passage, want er wordt heel erg denigrerend gesproken over lilliputters. Ik vond het ook heel onaardig om ze dwergen te noemen en gedrochten. Dat ging voor mij te ver. Je kan niet zoiets onaardigs zeggen over een medemens. Daarom sprak deze passage mij niet aan.
Passages
Ik denk dat de passage waarin de grootmoeder God dankt omdat hij volgens haar haar zoon ( Potrel) op het goede pad brengt, mij het meest aanspreekt. Dat is deze passage: ‘ Haar jongen ging fietsen, en te oordelen naar het vuur in zijn ogen zou hij dat fietsen zodanig ernstig nemen dat hij spoedig de drank en de sigaretten zou verruilen voor een leven dat helemaal in het teken stond van de gezonde sport. De Heer had haar getart, vee gebeden had Hij haar laten prevelen om haar jongste de weg te wijzen naar het rechte pad. Maar Hij had het gedaan. Waarvoor dank.’ Dit vind ik een mooie passage, omdat het lief is dat ondanks alle fouten die haar zonen hebben gemaakt, ze toch nog wil dat het goed met ze gaat. Aan de andere kant vind ik het ook een zielige passage, omdat de grootmoeder zo graag wil dat er iets veranderd, maar er veranderd niets. Ze blijven door drinken en door roken. Het is ook een beetje triest. Het is triest voor de grootmoeder, die zo graag een ander leven voor ze wil en het is triest voor de broers, die blijkbaar hun leven zo prima vinden, terwijl er zoveel meer is in het leven dan drank en vrouwen. Daarom sprak deze passage mij erg aan. Het is een trieste passage, maar er zit ook hoop voor de toekomst in.
Vergelijking met andere boeken/films
Het boek zelf is in 2009 verfilmd en daarom zou je het boek dus kunnen vergelijken met de verfilming. De film volgt wel de belangrijke gebeurtenissen in het boek en het volgt de verhaallijn, alleen zijn de namen in de film wel anders. Dimitri Verhulst heet in de film: Gunther Strobbe. Ik heb geen andere boeken gelezen, die lijken op de Helaasheid der Dingen. Ik vind boeken over verslavingen en rokkenjagers vaak niet zo interessant om te lezen. Dat soort boeken hebben vaak allemaal dezelfde toon. Alleen dit boek had niet die toon en daarom is hij ook niet te vergelijken met andere boeken over verslavingen of rokkenjagers.
Oordeel over het thema
Het boek bestaat uit meerdere thema’s, waaronder: vader-zoonrelaties en alcoholverslavingen. Ik vind deze thema’s erg goed om over te praten in boeken, want iedereen heeft weer een andere relatie met zijn vader. Alleen de alcoholverslavingen hoefde er voor mij niet in, want ik hou niet van mensen die veel drinken. Verslavingen leiden toch vaak tot verwoestende omgevingen, zoals de omgeving waarin je gezin moet leven. Je ziet ook in het verhaal dat het voor Dimitri erg moeilijk is om op te groeien met zo’n vader. Het was een liefdevolle vader, maar het was toch ook een zuiplap. Naar mijn mening zijn het wel goede thema’s, waar je veel over kan vertellen en waar mensen ook echt iets aan hebben.
Taalgebruik
Ik vind het taalgebruik van Dimitri Verhulst redelijk makkelijk om te lezen. Dimitri gebruikt veel poëtische zinnen, maar die weerhouden mij er niet van om het verhaal te begrijpen. Zijn taalgebruik is goed te volgen en voor iedereen, denk ik, goed te begrijpen.
Eindoordeel
Ik vind de Helaasheid der Dingen een goed geschreven boek. Het verhaal begint gelijk met een gebeurtenis, namelijk de terugkeer van tante Rosie naar het dorp. Maar voor de rest vond ik het een triest boek. Ten eerste, er zat niet veel hoop of perspectief in het verhaal. Alle Verhulsten zaten aan de drank en ze vallen vrouwen lastig, dat is niet een goede manier om je leven in te delen. Vooral niet als je al op een wat hogere leeftijd bent. Op een gegeven moment word je volwassen en dan trouw je en sticht je een gezin, misschien ga je reizen of je gaat werken. Maar het punt is dat je in ieder geval iets gaat doen met je leven en dat waren de Verhulsten niet van plan. Het hele verhaal doet mij een beetje denken aan een liedje van de zanger Milow, genaamd: Is dit nu later? Dit is een stukje van de songtekst: ‘ Is dit nu later? Is dit nu later als je groot bent? Ik snap geen donder van het leven. Ik weet nog steeds niet wie ik ben. Is dit nu later?’ Dit liedje vond ik erg toepasselijk, aangezien de Verhulsten ook nog steeds niet weten wie ze nou zijn of wat ze met hun leven aan moeten. Ten tweede, ik vond het nogal een grof boek. Er zaten een hoop scheldwoorden en lelijke woorden in het boek en dat vond ik ook niet prettig om te lezen. Ik vind dat je ook je punt kan makken, doormiddel van sterk taalgebruik, maar sterk taalgebruik zijn niet hele rijen met scheldwoorden uitspuien, zoals in r. 1 -6 op blz. 99: ‘ De Dienst Bijzonder Jeugdzorg werd alleen maar ingeschakeld als de rottigheid tot op hun fardes was gelekt. Als wij ooit te weten kwamen wie er zijn beklag was gaan doen over ons gezin, nou ja gezin, dan kon de klikspaan maar beter maken dat hij het land verliet. Bijzonder Jeugdzorg, fok zeg, die namen je kinderen af, onze Herman wist daar alles van. Ze stopten jouw grut gvddedommemiljaardenondedju in een pleeggezin of in een gezinsvervangen pensionaat en veroordeelden jou voor laksheid en halve kindermishandeling. Gvdgvd. Miljaardenonde.’ Dit was een erg grof stuk en dat is voor mij allemaal niet nodig. Dat was dus ook een minpunt in dit boek. Ten derde, ik vond het boek niet respectvol jegens vrouwen. Alles in de familie Verhulst heeft te maken met seks of met drank. Ik vond het vaak nogal ranzig om over te moeten lezen. Er is helemaal niets mis met seks, maar dit boek laat het klinken als iets viezig, zoals in r.21- 22 op blz.94: ‘ Onze Portel, met een fluisterstem ,tegen mij: Als dat binnenkort uw nieuwe moeder wordt, jongen, dan zal het voor u nog zeer moeilijk worden om daar met uw vingertjes af te blijven.’ Ik vond het een vrouwonvriendelijke stukje en ik vond het ook een rare opmerking om te maken tegen een 13-jarig jongetje, want die denkt als het goed is daar nog helemaal niet op die manier over na. Ten vierde, ik vond Dimitri in het boek op het eind echt een lafaard. Hij heeft een kind verwekt bij een vrouw waarvan hij niet houdt en daarom wil hij haar en het kind gaan verlaten. Ik vind dat echt niet kunnen, want ondanks dat je niet romantisch van iemand houdt, kan je wel op een zorgzame manier van iemand houden. Hij kan voor haar zorgen in de kraamtijd en helpen met zorgen voor de baby, als zij te moe is. Dit zijn allemaal liefdevolle dingen, die je voor iemand kan doen, ook als je niet van iemand houdt op een andere manier, hou dan van iemand op de manier waarop je van je medemens dient te houden. Daarom vond ik dit stukje ook niet kunnen, op blz. 165: ‘ Spijtig dat ik eerst een kind had moeten maken om tot zulke inzichten te komen. Spijtig ook voor de zeer aanstaande moeder, die ik ongeacht de toestand vroeg of laat zou moeten verlaten, als ik nog de moed had om ooit gelukkig te zijn.’ Ik ben van mening dat het er helemaal niet om draait of jij nog de moed hebt om ooit gelukkig te zijn. Je dient verantwoordelijkheid te nemen voor je daden en je bent echt een lafaard, als je je kind en voormalige vriendin gewoon alleen laat, zodat je zelf gelukkig kan gaan worden met een ander, terwijl zij nog jaren lang jouw kind in haar eentje zit te verzorgen. Ik vond dit boek op veel vlakken niet kunnen. Misschien komt het ook doordat ik dit soort gebeurtenissen helemaal niet gewend ben. Ik ben opgegroeid met liefdevolle ouders, die mij belangrijke normen en waarden hebben meegegeven. En ik zie eerlijk gezegd geen van die normen en waarden terug in dit boek. Daarom is mijn oordeel over dit boek voornamelijk negatief.
Aanraden of niet?
Ik zou dit boek niet aanrijden aan mensen om mij heen. Ik vind het zelf geen goed boek om te laten lezen aan anderen. Al helemaal niet met de Covid-tijd die er net een beetje op zit. Iedereen is begonnen met het opnieuw starten van hun leven en dan ga ik ze niet zo’n triest en hopeloos boek laten lezen. Ik snap dat veel mensen het een mooi boeken kunnen vinden door het fraaie taalgebruik en door de levenslessen, die je uit het boek kan halen, zoals dat je je eigen toekomst bepaalt en dat je afkomst dat niet voor je doet. Maar ik zou dit boek toch niet aanraden, behalve als iemand mij vroeg of ik nog een boek ken dat gaat over alcoholverslavingen of vader-zoonrelaties. Maar mijn interesses liggen niet bij deze thema’s en daarom zou ik het boek niet aan iemand aanraden.
Het einde
Dimitri Verhulst, de Helaasheid der Dingen. Uitgeverij Contact. Amsterdam, 2006
( 54ste druk, 2013).
Genre: Fictie, humor
OVER DE SCHRIJVER
Dimitri Verhulst is een Vlaamse schrijver, dichter en programmamaker. Hij wordt geboren op 2 oktober 1972 in het Vlaamse Aalst. Zijn ouders zijn Pierre Verhulst, postbode, en Nicole Maesschalk, huisvrouw. Ze hebben een slecht huwelijk, vader Verhulst houdt te veel van pintjes, zijn moeder te veel van andere mannen. Daarnaast beschreef Verhulst het als een moeilijke jeugd. Hijzelf zei het volgende: “Er werd ongelofelijk veel gevochten thuis, de pinten vlogen door de woonkamer, er hing altijd agressie in de lucht (…) wij waren de losers, het crapuul, de messenvechters.”. Zijn schoolcarrière is roerig, hij wordt regelmatig van school gestuurd vanwege zijn tegendraadse gedrag. Een jaar na de dood van zijn vader begint Dimitri in 1991 aan de studie Germaanse filologie in Gent, maar na een aantal weken houdt hij er mee op. Hij besluit om een jaar te gaan werken in een textielfabriek in Sint-Niklaas. Hierna, in 1993 gaat Dimitri kunstgeschiedenis studeren, een studie waaraan hij meer plezier beleeft. Zijn studie probeert hij te financieren door middel van verschillende baantjes, waaronder pizzakoerier. Vanwege geldgebrek geeft Dimitri zijn studie uiteindelijk op. Hij gaat zich meer richten op het schrijven. Zijn officiële prozadebuut vindt plaats in 1999 met de verhalenbundel De Kamer hiernaast, maar Verhulst heeft dan al een ongelofelijke productie op zijn naam, waaronder poëzie en toneelteksten. Verhulst heeft het tegenovergestelde van een writers block: hij is altijd aan het schrijven, ziet altijd nieuwe projecten. Hij publiceert met grote regelmaat gedichten, novelles en romans. Hij brak in 2006 door bij het Nederlandse publiek met de autobiografische roman De helaasheid der dingen, over zijn bewogen jeugd in het Vlaamse dorp Aalst, dat in het boek 'Reetveerdegem' wordt genoemd. Het boek wordt in 2009 verfilmd door de regisseur Felix Van Groeningen. Verhulst ontvangt voor de roman de Publieksprijs van de Gouden Uil, de Inktaap en nominaties voor de Libris Literatuurprijs en de AKO Literatuurprijs. Hij behoort inmiddels tot de grote Europese schrijvers. Hij heeft in totaal 19 boeken gepubliceerd, zijn werk wordt verfilmd en voor toneel bewerkt en is verschenen in 25 landen. Dimitri schrijft vooral over zijn moeilijke jeugd, het dorpsleven, alcoholgebruik en vader-zoon relaties. Deze thema’s kom je in al zijn boeken wel tegen. Verhulst is een gelukkig man, die over het grootste ongeluk kan schrijven. Dit vertelt hij zelf in een interview met de NPO. Hij is een bijzonder man, met een bijzondere schrijfstijl. Zijn boeken zijn duister, complex en altijd gemixt met een tintje humor en ironie.
KORTE SAMENVATTING
De helaasheid der dingen bestaat uit verschillende verhalen en dus uit verschillende hoofdstukken:
H1: Een schoon kind
Tante Rosie keert met haar dochter Sylvie terug uit Brussel naar haar ouderlijk huis met de familie Verhulst in Reetveerdegem. Zij trekt na een ruzie met haar man Robert weer bij haar moeder Maria in, die nog vier zoons in huis heeft, namelijk : Herman, Zwaren, Potrel en Pierre met zijn zoon Dimitri, de ik-verteller van het verhaal. Dimitri kent Sylvie van begrafenissen en van de korte familiebezoekjes en weet niet wat hij vindt van Sylvie, die vooral houdt van lezen, ballet en de piano. Ze nemen in de avond Sylvie mee naar een café, waar ze voor het eerst bier krijgt , waardoor ze uiteindelijk dronken thuiskomt. Ze zingen het pruimenlied dat ze net heeft geleerd in het café: 'Het wonder is geschied, mijn pruim is nat en 't regent niet' (p. 28). Kort erop komt Robert zijn vrouw en kind ophalen en sleurt ze de auto in.
H2: De vijver der gezonken babylijkjes
Dimitri en Potrel, die maar een paar jaar ouder is, zwemmen met vrienden en vriendinnen vaak in een vijver op het land van Palmier. Ze zijn bang voor de oude vrouw omdat het gerucht gaat dat ze vroeger haar baby’s in de vijver heeft verdronken. Vandaar de titel van dit hoofdstuk. Toch nemen ze vaak eten voor Palmier mee, zodat ze zo lang mogelijk in leven blijft en haar grond niet opgekocht wordt door de nieuwe dorpelingen om er een villa op te bouwen. Op haar verzoek verdrinken de kinderen de puppy's van waakhond Blondi, die later losbreekt.
H3: De Ronde van Frankrijk
De eigenaar van een café uit het dorp wil het record verbreken van het meeste bierdrinken. Herman is een van de deelnemers en uiteindelijk de nieuwe recordhouder. Op weg naar huis botst hij, op een tegenligger. Een agent komt grootmoeder melden dat een van haar zoons in coma ligt, maar ze is boos omdat ze het drankgedrag van haar zoons wel kent en de agent woorden gebruikt die ze niet kent, zoals 'comateus'. Potrel, die als minderjarige niet aan de wedstrijd had mogen meedoen, organiseert kort erop een drank-Tour de France, een bordspel waarbij bij elke afgelegde kilometer of klim een glas alcohol ingenomen moet worden. Opnieuw komt er op een dag een agent in verband met een ziekenhuisopname van een zoon aan grootmoeders deur. Opnieuw wordt hem de deur gewezen, omdat ze niet snapt wat hij zegt.
H4: Alleen de allenen
De deurwaarder komt bij de familie Verhulst langs, omdat Zwaren een gokschuld heeft opgebouwd. De televisie wordt weggehaald, omdat ze de schuld niet kunnen afbetalen. Maar dit is een probleem, omdat de zanger Roy Orbinson, die avond op de televisie komt. Ze krijgen de mogelijkheid om bij iemand anders in het dorp televisie te kijken, namelijk bij een nieuw stel uit Iran. Ze komen erachter dat de Iraniërs beter Nederlands spreken, dan de Verhulsten. Ondanks dit hebben ze een goede avond, totdat bij de bekendste song van Orbison "Only the lonely", de vader van Dimitri begint te huilen. Hij wordt hierna naar huis gesleept, omdat hij zoveel huilt. De Iraniërs hebben volgens de familie Verhulst een mooi beeld gekregen van inburgering.
H5: Het nieuwe liefje van mijn pa
Dimitri is gewend dat er altijd vrouwen voor de deur staan bij de Verhulsten. Alle nonkels hebben een typische smaak van vrouwen. Op een dag komt er een prachtige vrouw voor Dimitri’s vader Pie. Die ligt nog bij te komen van zijn avondje zuipen van de nacht ervoor. Hij wil niet uit zijn bed komen en vraagt zich af of het soms dat wijf van gisteren is. Hij is bang dat hij haar misschien zwanger heeft gemaakt. Hij komt uiteindelijk naar beneden en hij zegt dat hij de vrouw helemaal niet kent. Dat klopt want het is een vrouw van de Dienst Jeugdzorg die de woonomstandigheden van Dimitri komt onderzoeken. Ze vraagt het één en ander aan Dimitri o.a. over zijn moeder. Dimitri antwoordt dat zijn moeder een hoer is.
H6: Iets over mijn moeder, mevrouw?
Dimitri's moeder heeft een plaspas, omdat ze door zijn geboorte incontinent is geworden. Met die pas mag ze voor bij elk openbaar toilet. Dimitri schaamt zich voor haar, vooral wanneer ze met die pas ook nog eens kortingen wil krijgen. Hij wil weglopen en weer bij zijn vader gaan wonen. Tijdens een uitstapje naar het strand voert hij zijn plan uit om weg te lopen op het moment dat zijn moeder in zee staat te plassen, omdat de rij voor de wc te lang was.
H7: De pelgrim
"De pelgrim" is de naam van een afkickcentrum en Pie Verhulst wil zich aanmelden bij het afkickcentrum. Als een soort van afscheid van de drank bezoeken ze alle cafés op de weg naar de inrichting. Ze komen hierna dronken bij het afkickcentrum aan en net op dat moment besluit een psychiatrisch patiënt naar beneden te springen en zelfmoord te plegen. Het weerhoudt Dimitri’s vader er niet van om toch naar binnen te gaan.
H8: De verzamelaar
Van zijn vader mag Franky, die in een van de nieuwe villa's woont, niet meer met Dimitri omgaan. Het kan Dimitri weinig schelen, want hij vindt Franky maar saai, maar toch gaat hij mee naar de kelder om naar de elektrische treintjes te kijken die daar rondrijden. Twintig jaar later ontmoet Dimitri Franky weer. Hij gaat op bezoek en hoort dat Franky's vrouw is weggelopen na een ruzie, omdat ze met Zwaren heeft gevreeën. Franky vraagt aan Dimitri of hij hier iets kan doen, maar Dimitri zegt dat hij zijn eigen problemen moet oplossen.
H9: De genezene
Na drie maanden komt zijn vader op weekendverlof uit de kliniek. Hij is aangekomen en zit vol nieuwe energie. Voor Dimitri, die graag hardloopt, koopt hij een paar dure hardloopschoenen; hij belooft de volgende dag te komen kijken naar een wedstrijd die hij moet lopen. Maar die avond gaat zijn vader met zijn broers mee biljarten. De volgende morgen zijn ze nog niet terug en dus gaat Dimitri maar alleen naar de wedstrijd.
H10: De opvolging verzekerd
We volgen de bevalling van Dimitri’s kind. Hij is in het ziekenhuis en hij bedenkt zich dat hij niet houdt van de vrouw die van hem zwanger is geworden. Hij wil ook eigenlijk niet bij de bevalling zijn. Zijn gedachten gaan terug naar het verhaal van zijn eigen geboorte. Zijn vader zat in de kroeg toen zijn moeder moest bevallen, maar toen hij eenmaal gebeld was met de mededeling dat er een zoon geboren was, had hij Dimitri uit de wieg gehaald in de kliniek en hem aan alle mensen die hij in de kroegen ontmoette, laten zien. Een legendarisch verhaal in Reetveerdegem. Dimitri blijkt heel anders over zijn niet gewenste zoon te denken. Hij hoopt dat hij misschien nog wel doodgeboren wordt. Hij zou hem zeker niet trots aan iedereen willen laten zien.
H11: Voer voor etnologen
Dimitri gaat op visite bij grootmoeder, die wegens dementie in een verzorgingstehuis is opgenomen. Hij heeft besloten dat dit zijn laatste bezoek is. De oude vrouw weet toch niet meer wie hij is. Desondanks bedankt hij haar voor het inschakelen van Nele Fockedey, die hem uit huis plaatste. Ook vertelt hij dat hij nu een leuke vriendin heeft en eerder al een zoontje bij een andere vrouw heeft verwekt, wat een ongelukje was. Enige tijd later belt Potrel. Hij is benaderd door een professor die de oude drankliederen wil vastleggen voor ze zijn verdwenen. Zelf is hij alles vergeten. Dimitri weigert, ook tegen Herman, die hem later nog eens probeert over te halen. Uiteindelijk doet hij toch mee en meldt hij zich in grootmoeders verzorgingshuis. De familie hoopt dat de oude vrouw zich misschien nog iets herinnert. Maar de opname mislukt omdat uiteindelijk niemand de liedjes nog kent. Dimitri komt niet verder dan de eerste zin van het lievelingslied van zijn vader, het Pruimenlied.
H12: Een nonkel voor dat kind
We zijn inmiddels 5 jaar verder en Dimitri gaat met zijn zoon op stap om zijn geboortedorp aan hem te laten zien. Hij wil zijn ooms nog een keer ontmoeten. In de kroeg wil zijn zoontje eigenlijk niets drinken, maar zijn ooms willen dat hij wat drinkt. Joeri ( zoon) wil op de gokkast spelen. Een oom geeft hem wat geld. De jongen wint €1500, maar die mag hij van Dimitri niet houden. Oom Herman is er wel blij mee en later wint hij ook nog een belspelletje op de radio en krijgt een bon uit de videotheek. Daar koopt hij de film Bambi van voor Joeri. Op de terugweg moet Joeri “zeiken”. Hij moet van Dimitri “plassen” zeggen. Met die veelbetekenende correctie geeft Dimitri eigenlijk aan dat hij zijn geboortedorp ontgroeid is.
VERHAALANALYSE
Ruimte
Het verhaal speelt zich grotendeels in Reetveerdegem af, voornamelijk in kroegen en bij Dimitri thuis in zijn geboortedorp. De plaats van het boek is van belang, omdat het boek gaat over het leven van Dimitri samen met zijn vader, broers en oma in zijn geboortedorp. Daarom is het ook van belang dat het verhaal zich daar ook daadwerkelijk afspeelt. Er staat niet precies een jaartal in, wanneer het verhaal zich afspeelt, maar er staan wel aanwijzingen in de tekst. De schrijver zelf werd in 1972 geboren en dit lijkt overeen te komen met de tijd in de roman. Aan het begin van het verhaal is Dimitri een tiener, hij is ongeveer dertien jaar oud. Dit is in de jaren tachtig. Aan het eind van het verhaal wordt er gesproken over euro’s, dus het is na 2002. Dimitri is dan ongeveer 30 jaar oud. Dus de vertelde tijd zou ongeveer 17 jaar moeten zijn.
Personages
De uiterlijke kenmerken van de personages worden niet beschreven in het boek.
Dimitri Verhulst: is de ik-verteller en zo ook het belangrijkste personage. Hij is in het begin van het verhaal 13 jaar. Zijn ouders scheiden als hij nog heel klein is en daarna woont hij een tijdje bij zijn moeder, maar dat vindt hij niks en hij wil bij zijn vader gaan wonen. Hij gaat in Reetveerdegem wonen samen met zijn ooms, vader en grootmoeder in één huis. Hij woont in een arm gezin, omdat zijn vader en ooms allemaal alcoholverslaafd zijn. Zodra hij bij zijn vader gaat wonen wordt hem aangeleerd dat zijn moeder een hoer is. Ze wonen eigenlijk met z’n allen in bij de grootmoeder, omdat die zo grootmoedig is om ze allemaal weer in te nemen en van haar kleine pensioentje voor ze te zorgen. Op school brengt hij er weinig van terecht en hij leert al jong wat alcohol is door de verslaving van zijn familieleden. Hij leert ook van zijn ooms en van zijn vader dat vrouwen er zijn voor seks en om af en toe een mep te verkopen. In het midden van het boek wordt hij door de jeugdbescherming uit huis geplaats en groeit hij op in een pleeggezin en daarna in verschillende tehuizen. Hier leert hij andere dingen dan thuis: hij leert zich netjes te gedragen en hij krijgt andere normen en waarden mee. Uiteindelijk is Dimitri 30 jaar en is hij een volwaardig schrijver, die zijn plekje in de wereld heeft gevonden. Hij heeft een vriendin, die hij goed behandeld en hij heeft een zoontje Joeri van 5 jaar oud, waar hij een redelijke vader voor probeert te zijn. Hij heeft een lange weg moeten afleggen om voor zichzelf een redelijk bestaan op te bouwen, aangezien zijn vader en ooms dit nooit hebben gedaan. Zijn ontwikkeling in het boek is daarom goed te zien. Hij is de enige van de familie, die zijn leven een beetje op orde heeft en daarom klikt het niet meer zo goed tussen hem en zijn familie. Hij vindt zichzelf niet meer passen in de trieste en vieze wereld waarin zijn familie nog steeds leeft. Hierdoor zijn de onderlinge banden niet meer zo goed, als toen hij een klein jongetje was. Hij is volwassen geworden en hij leidt nu zijn eigen leven. Dimitri Verhulst is een rond karakter, omdat we hem jongs af aan leren kennen. We weten hoe hij is opgegroeid en hoe hij daardoor is geworden wie hij nu op zijn dertigste is.
Pie (Pierre) Verhulst: is de vader van Dimitri en is alcoholverslaafd. Je kan uit het boek niet afleiden hoe oud hij is. Pie werkt als postbode. Zijn vrouw heeft hem verlaten, waardoor hij weer bij zijn moeder gaat wonen. Hij deelt het huis met zijn drie broers: Potrel, Herman en Zwaren. Zij zijn ook allemaal alcoholverslaafd. Naast zijn baan als postbode is hij bijna altijd te vinden in de kroegen van het dorp. Pierre heeft wel de intentie om zijn leven te verbeteren, maar het lukt hem telkens niet. Toch wordt hij door Dimitri omschreven als een liefdevolle vader, die in ieder geval zijn best deed. Uiteindelijk sterft Pierre aan kanker, net zoals zijn eigen vader. Pierre is een rond karakter, omdat we hem over de jaren heen zien in zijn strijd tegen zijn alcoholprobleem. We weten waarom hij de toch liefdevolle vader is geworden voor Dimitri, die hij wilde zijn en waarom de ene helft van zijn leven zo naar is gelopen. We zien ook een grote ontwikkeling in zijn karakter, want hij ging van een dronkenlap, die nergens om gaf, naar toch een redelijk vaderfiguur voor Dimitri. Hier heeft hij heel erg zijn best voor moeten doen en daar lezen we dan ook over in het boek. Zijn band met zijn broers is goed, omdat ze allemaal drinken en dus geen last hebben van elkaar. Ik kan mij voorstellen, dat het erg moeilijk kan zijn om een alcoholverslaafde broer te hebben, maar ze hebben allemaal een verslaving, dus kunnen ze het goed met elkaar vinden. We gaan niet echt de diepte in om te zien wat ze echt van elkaar vinden, maar ze drinken en zingen veel met elkaar, dus ze hebben in ieder geval een goede band daarin.
Nonkel Potrel: is bijna even oud als Dimitri, maar is toch een oom van Dimitri en dus een broer van Pierre. Ondanks zijn leeftijd houdt hij er net als zijn broers een nogal trieste levensstijl op na. Elke avond komt hij totaal dronken thuis en hij heeft veel vriendinnen. Omdat hij baalt dat hij niet mee mag doen met de wedstrijd over wie het meeste kan drinken, organiseert hij zijn eigen wereldkampioenschap zuipen. Hij maakt zijn eigen versie van de tour de France, waarbij je elke 5 km een biertje moet drinken. Potrel lijkt tevreden met zijn manier van leven en ziet er geen heil om iets te veranderen. Hij is een vlak karakter, omdat we niet echt veel van hem te zien krijgen in het boek. We lezen alleen over bepaalde gebeurtenissen in zijn leven, zoals zijn eigen versie van de tour de France, maar we lezen bijv. niet over hoe hij over zijn eigen leven dacht. Potrel heeft een goede relatie met zijn familie. Hij is een soort broer voor Dimitri, omdat ze niet zoveel jaren schelen, maar later wordt de band tussen die twee toch minder. Dit komt doordat Dimitri zich heeft ontwikkeld en een ander persoon is geworden met een toekomst, maar Potrel is een beetje blijven hangen in zijn vroegere leven. Hij heeft nooit de behoefte gehad om iets te veranderen en daardoor botst het een beetje tussen Dimitri en hem later. Maar als het gaat om de band tussen zijn broers en hem, dan zit het helemaal goed. Ze drinken nog steeds met elkaar en ze zingen veel. Daarin is niets veranderd.
Zwaren: is een vlak karakter in het boek. Hij is een van de broers van Pierre, maar we lezen bijna niets over hem in het boek. We kunnen wel lezen dat hij ook alcoholverslaafd was, zoals zijn broers en dat hij vooral te vinden was in kroegen of met een van vriendinnen bezig was, maar dat was het dan ook.
Grootmoeder Verhulst: is de oma van Dimitri en de moeder van Pierre, Potrel en Zwaren. Ze heeft haar man verloren aan kanker en is sindsdien alleen. Ze woont samen met zonen en met haar kleinzoon ( Dimitri) in één huis. Ze is een grootmoedige vrouw, die haar zonen die werkloze alcoholisten met torenhoge schulden zijn, die hun liefdesleven hebben verpest, toch in huis neemt. Het is een zorgzame moeder, die nooit over iets klaagt. Zij is degene die zich een beetje over Dimitri probeert te ontfermen en zorgt er uiteindelijk ook voor dat hij uit huis wordt geplaatst door iemand van Jeugdzorg. Ze heeft al genoeg zoons die hun leven hebben verprutst Ze krijgt uiteindelijk dementie en belandt in een verzorgingstehuis. Hier overlijdt ze ook. De grootmoeder is een vlak karakter, want we weten niet hoe het leven haar vergaan is. We weten alleen dat ze haar zoons en kleinzoon weer in huis heeft genomen, na al hun fouten en dat ze trouw voor hen blijft zorgen, totdat ze dement wordt. Ze heeft een goede band met Dimitri, die haar in het einde van het boek ook bedankt, omdat ze toentertijd de jeugdzorg heeft gebeld, waardoor hij een goed bestaan heeft kunnen opbouwen. Over de band met haar zoons kan ik niet zoveel zeggen, omdat we hier niet over lezen in het boek. Je kan wel uit het boek opmaken, dat ze vindt dat haar zoons hun levens hebben verprutst, maar ze blijft wel voor ze zorgen. Er vindt wel een ontwikkeling plaats in haar leven: ze gaat namelijk van oud, maar toch nog thuiswonend naar dement en in een verzorgingstehuis wonend. Dit is wel een ontwikkeling in haar leven, waar we over hebben gelezen.
Vertelwijze
Het verhaal wordt verteld vanuit één ik-verteller, namelijk Dimitri Verhulst. Hij is in het begin van het boek 13 jaar, maar op het eind heeft hij een kind van 5 jaar en is hij rond de dertig. De helaasheid der dingen is opgebouwd uit twaalf hoofdstukken. Ieder hoofdstuk beschrijft een fragment of gebeurtenis uit het leven van de ik-figuur, Dimitri Verhulst. In een groot deel van de hoofdstukken is Dimitri dus een tiener. In de laatste hoofdstukken is hij een volwassen man. Er kan dus gesproken worden van een chronologische vertelling van het boek. Het boek heeft geen proloog en ook geen epiloog. We beginnen gelijk met het boek zelf.
Motieven
Er zijn meerdere motieven in dit verhaal. Waaronder:
- Jeugdherinneringen: 'De helaasheid der dingen' is een verzameling van jeugdherinneringen van schrijver Dimitri Verhulst. Het is een selectie van gebeurtenissen uit zijn jeugd, de meeste uit de tijd dat hij een tiener was. Uit alles blijkt dat het een moeilijke jeugd is geweest. Dit is een verhaalmotief, omdat het boek gevuld is met waarnemingen vanuit Dimitri zijn jeugd. Alles wat hij heeft onthouden en heeft moeten verwerken, dus al zijn waarnemingen komen steeds voor in het boek.
- Dorpsleven: We lezen in het boek dat Dimitri opgroeit in een dorp, genaamd Reetvegerdeem. Het dorpsleven staat echt centraal in het boek, omdat daar het hele verhaal omheen draait. Hoe is het voor Dimitri geweest om op te groeien in dat dorp samen met zijn ooms, vader en grootmoeder? Daar lezen we over in het boek. In het dorp staan de Verhulsten bekend aan zuiplappen. De rest van het dorp kan er ook wat van. Er zijn vele cafés in het dorp, waar dag en nacht de mannen van het dorp zich te pletter drinken. Ook worden er zuipwedstrijden gehouden, zoals in r.11- 13 op blz. 46: ‘ Twaalf krukken telde het podium, elk ervan vergezeld van een houten ton waarin de aanvaller van het record naar believen kotsen kon. En hopelijk werd er gekotst, dat was waar de mensen voor kwamen. Bovendien stond het regelement vomeren toe, de uitgebraakte hoeveelheid bier werd niet van het totaal afgetrokken, elke pint die was ingeslikt verscheen op het scorebord.’ Hierin lees je dus dat er veel mannen in het dorp veel dronken, omdat je anders geen wedstrijd zuipen kan organiseren. In het dorp gingen geruchten ook snel de ronde, zoals in kleine dorpen vaak gebruikelijk is door gebrek aan beter. Dit lezen we in r. 16-17 op blz. 30: ‘ Het gruwelijke verhaal dat over Palmier in ons dorp echter de ronde deed, was dat zij vaker was bevallen dan men kon nagaan in het geboorteregister van de Dienst Bevolking, en dat zij meermaals haar pas geworpen baby’s had verdronken in haar vijver, waarin sommigen, onder wie ik in het gezelschap van mijn niet zoveel oudere nonkel Potrel, nog hebben gezwommen, en waarin wij destijds naakt op het ponton lagen te luieren en onverdroten keken naar elkaar.’ Dit is dus ook een voorbeeld van het dorpsleven: geruchten over anderen. Het dorpsleven is een verhaalmotief: het is een waarneming en een gebeurtenis dat steeds terugkomt.
- Alcoholverslaving: Het leven van de ooms van Dimitri bestaat vooral uit drinken. De broers Verhulst zijn de absolute zuipkampioenen van het dorp. Ze zijn ook allemaal werkloos en brengen in de kroegen hun dagen door. Regelmatig worden ze thuis gebracht door de politie, zoals in r. 7 -9 op blz. 49: ‘ Ook voor de politie was mijn grootmoeder opgehouden ’s nachts de deur open te maken. De laatste jaren was ze het beu geraakt haar slaap te moeten onderbreken voor vriendelijke agenten die mijn laveloze ouwe uit de goot hadden geraapt en hem thuis kwamen afleveren.’ Ook belanden ze regelmatig in het ziekenhuis door hun alcoholverslaving, zoals in r.10 – op blz.51: ‘ Uw zoon, mevrouw, Herman Verhulst.. Ja? Wat heeft hij nu weer uitgespookt? … ligt momenteel in comateuze toestaan.’ Hierin lezen we dat Herman in een coma ligt in het ziekenhuis, doordat hij weer te veel heeft gedronken. De vader van Dimitri besluit uiteindelijk om er iets aan te gaan doen en hij reist af naar een afkickkliniek. Hier gaat hij proberen om van de alcohol af te blijven. Dit lezen we in r.21- 26 op blz. 115 : ‘ Zij ge zeker, Pie, dat gij daar binnen wilt? Juist. En het zal pas na drie maanden zijn, Pie, na drie maanden zeg ik u, dat gij voor het eerst terug naar huis zult mogen komen. Voor twee onnozele dagen. En tijdens die twee dagen zult ge geen drup mogen aanraken of ze binden u weer aan dat ijzeren bedje vast met weer diezelfde riemen, en steken ze weer die rubberen vingers in uw gat en begint gans de cinema opnieuw. Tot ge geen bier meer kunt zien.’ Pierre gaat in dit stuk naar een afkickcentrum, zodat hij van zijn probleem afkomt. Helaas gaat hij gelijk weer aan de alcohol als hij weer thuiskomt uit de kliniek. De alcoholverslaving van de broers is een verhaalmotief, omdat het een gebeurtenis is die steeds terugkomt. Het is een terugkomende gebeurtenis in hun levens dat ze hiertegen moeten vechten of niet.
- Armoede: Dimitri groeit op in een arm gezin. Dit komt door de torenhoge schulden van zijn vader en ooms. Deze schulden hebben ze gemaakt door hun alcoholverslaving en door de gewoonte van Zwaren om te gokken. De deurwaarder komt dan ook vaak bij de deur om weer iets uit huis mee te nemen, wat het geld kan vervangen, dat eigenlijk afbetaald moet worden. Hierover lezen we in r. 5-7 op blz.72: ‘ Dit keer hadden we bezoek van de deurwaarder te danken aan mijn nonkel Zwaren die ineens maniakaal op de bingokast was beginnen te spelen. Hij had natuurlijk gelijk toen hij had ingezien dat je makkelijk geld kan winnen op zo’n kastje, makkelijker is dan je het verdiende wanneer je werkte voor een baas. Maar daar staat altijd tegenover dat je nog veel makkelijker geld verliest op hetzelfde kastje, en van kansberekening had onze Zwaren nog nooit gehoord.’ De ooms en vader van Dimitri hebben allemaal geen werk, maar ze drinken wel heel veel en dat moet betaald worden. Hierdoor komen ze terecht in de schulden en wordt hun bestaan nog armoediger. Het wordt zelfs zo erg dat de jeugdzorg een bezoek brengt aan het huis van de familie. We lezen meer over de leefsituatie van Dimitri in r. 11-14 op blz. 100: ‘ Het mens liep door onze woning, notuleerde secuur wat ze zag. In de slaapkamer aanschouwde ze de asbakken, de nachtemmers die we vergeten waren uit te gieten, de berg kleren. En het product tegen schaamluizen op het nachtkastje moet haar niet ontgaan zijn. Alsook de flessen onder het bed.’ Dit stuk getuigt van de slechte en vieze leefomgeving waarin Dimitri moet wonen. Het gezin leeft in echte armoede. De armoede in het boek is een verhaalmotief. Het is de terugkeer van een gebeurtenis in het boek, namelijk de armoede waarin ze allemaal leven.
- Seksualiteit: De mannen Verhulst nemen erg vaak vrouwen mee naar huis voor een one-night stand en hierdoor krijgt Dimitri met een hoop schunnig taalgebruik te maken, zoals in r. 3- op blz. 98: ‘ Hoe ziet ze eruit vraag ik u? Bruin haar. Hoop en al een kilo of zestig. Ze draagt een brilletje. Aan haar kuiten te zien jogt ze af en toe. Er hangt tamelijk wat tiet aan ook.’ Dit is natuurlijk niet hoe je over een vrouw zou moeten praten. Het is helemaal niet respectvol en dit is taalgebruik dat Dimitri niet zou moeten horen op zo’n jonge leeftijd. Dimitri is 13 jaar oud en zit dus in de tienerfase, waarin je ontdekt wie je bent, maar waarin je ook nadenkt over de veranderingen van je lichaam en de veranderingen in het lichaam van een ander. Dit lezen we in r.19 – op blz. 33, waarin Dimitri het lichaam, van een van zijn vriendinnen, genaamd Helena observeert: ‘ Zij lag op het ponton, zoals ze altijd deed, en ik bekeek haar. Niet dat vunzige kijken, dat kwam later. Mijn ogen lagen gewoon op haar te rusten, in alle onschuld. En ineens waren ze daar. Veel was het niet, maar onmiskenbaar was het meer dan de verhoging die ook jongens op die plaats van hun lichaam hebben.’ Je leest in dit stukje dat Dimitri zijn eigen seksualiteit aan het ontdekken was en ondertussen ook bij zijn vrienden keek naar wat er allemaal aan het veranderen was. Seksualiteit is een verhaalmotief, omdat het een terugkerende gebeurtenis is in het boek.
- Standsverschil: In het begin van het verhaal lezen we over de komst van tante Rosie en haar dochter Sylvie. Er is duidelijk een kloof tussen hen en de familie. Zij zijn keurige en intelligente mensen en de familie Verhulst beschikken die kwaliteiten helaas niet. Dit lezen we in r. 8-9 op blz. 15: ‘ Om zich voor haar vader te verschuilen was Sylvie drie weken lang niet naar school geweest en keek ze toe hoe ik aan de smerige keukentafel studeerde en strafwerk schreef. Ondertussen las zij boeken die haar slimmer maakten, bespraakter, en die op termijn een nog grotere kloof zouden slaan tussen haar en de rest van de familie.’ In dit stukje zie je dat er een kloof zit in intelligentie en in stand, tussen de familie Verhulst en tussen tante Rosie en haar dochter. Dit is een verhaalmotief, omdat het een waarneming is uit het boek.
Thema
De auteur schrijft in dit boek over zijn geboortedorp, de dorpsbewoners en zijn familie. De thematiek in dit boek is de bewondering van Dimitri voor zijn vader. Ondanks zijn alcoholverslaving bewondert hij zijn vader. Als Dimitri zelf vader wordt, vergelijkt hij zijn vaderschap met dat van zijn eigen vader. Hij lijkt een ander soort vader te zijn, dan zijn eigen vader was. Hij lijkt niet van zijn zoon Joeri te houden, geboren uit een vrouw waar Dimitri niet meer van houdt. In het laatste hoofdstuk neemt Dimitri zijn zoontje mee naar zijn geboortedorp om hem zijn ooms te laten ontmoeten. Dimitri voelt zich niet meer thuis in de levensstijl van zijn ooms. Hij is anders gaan praten, dan zijn ooms en hij is in tegenstelling tot hen geen zuiplap geworden. Het wordt hem duidelijk dat er een kloof is ontstaan tussen zijn nieuwe leven en het verhaal van zijn jeugd. Daarom kan je de roman ook zien als een vader-zoonroman. Hij rekent niet af met zijn jeugd, maar het is meer de constatering dat hij de manier van leven in zijn jeugd is ontgroeid. Ik denk dat de boodschap van de schrijver is dat ondanks dat je opgroeit onder minder fraaie omstandigheden, je toch nog veel meer kan bereiken, dan in eerste instantie denkt. Dimitri was slim genoeg om te beseffen dat het leven dat zijn vader en zijn ooms leefden uiteindelijk zou eindigen op een dood spoor. Er is meer dan drank in het leven en daarom heeft Dimitri zijn leven anders ingericht, dan zijn familie. Hieruit blijkt dat niet je afkomst of de plek waar je opgroeit bepalen wie je bent, maar wat je doet en wat je zegt bepalen wie je bent. Hij heeft meegemaakt wat drank met een mens kan doen en dat pad is hij dus niet ingeslagen. Hij heeft zijn eigen toekomst gecreëerd. Ik denk dat dat de boodschap is die de schrijver ons wil meegeven.
Titelverklaring en verklaring motto
In de titel de Helaasheid der Dingen heeft betrekking op de moeilijke jeugd van Dimitri. De dingen zijn niet altijd rooskleurig. De titel komt ook letterlijk voor in een passage van het boek, namelijk r. 14-15 op blz.181: 'In een cafetaria vol lekkende mensen, en jengelende kinderen die andere bezoekers hadden meegebracht, ter compensatie, of om er de nadruk op te leggen dat het leven van de oude doorgegeven was, als stokjes in een eeuwige estafette waar niemand de zin van kent maar waar men zich aan vastklampt in de grote helaasheid der dingen'. Het woord ‘helaasheid’ bestaat eigenlijk niet. Het staat niet in een woordenboek geschreven. Ik denk dat de schrijver dit woord zelf heeft gemaakt om een zekere spijt uit te drukken over het leven: de Helaasheid der Dingen.
Er staan twee motto’s op de eerste pagina van het boek, dit zijn:
1. 'Het verbaasde me dat je daaraan je leven kon wijden, de wereld nabootsen en daar niet helemaal in slagen, en wanneer je er wel in slaagt voeg je slechts het vergankelijke aan het vergankelijke toe, dat wat je niet kunt krijgen aan dat wat je niet hebt.' - Pierre Michon, Meesters en knechten
2. 'Waarom droom ik nu niet meer over mijn moeder? Misschien omdat ik te veel over haar geschreven heb, ik heb zelfs haar mooie profiel verspreid op de omslag van een boek, en ik heb haar aanwezigheid bezworen zonder ook maar iets te willen bezweren. Mij viel mijn moeder niet lastig, ik heb haar zelf opgeroepen door zoveel over haar te schrijven, maar ik vermoed dat ik uiteindelijk een literair personage heb geschapen, complex, artistiek, ingewikkeld, en daarmee is me de echte moeder ontvallen, de dode moeder. Ik ben de wees van een dode moeder omdat ik teveel over haar geschreven heb.' Francisco Umbral, Een wezen van verten.
Beide motto’s zijn erg toepasselijke bij het boek. Het eerste motto gaat over het feit dat Dimitri Verhulst zijn jeugdherinneringen probeert om te toveren in een boek. Hij probeert zijn leven na te bootsen, zodat hij het kan vatten in een verhaal. En het tweede motto heeft betrekking op de moeder van Dimitri. Hij had geen goede band met zijn moeder. In het boek verlaat Dimitri zijn moeder en ziet haar daarna nooit meer terug. In het echte leven heeft zijn moeder hem uit huis gezet en ziet hij haar ook nooit meer. Zijn moeder leeft dus alleen nog maar in de verhalen, die hij over haar schrijft. De motto’s hebben niet veel te maken met de thema’s van het boek. Het eerste motto gaat vooral over het schrijven van het boek en niet over het verhaal zelf en het tweede motto gaat over zijn moeder, die eigenlijk maar heel weinig voorkomt in het boek.
Schrijfstijl
De stijl van Dimitri Verhulst is erg cynisch en ironisch. Hij beschrijft alle gebeurtenissen heel precies en met veel aandacht. Sommige gebeurtenissen beschreef hij erg vermakelijk, zoals dit stukje tekst op blz. 54: ‘ “Luttele minuten later bevond onze Herman zich reeds op de autostrade, zij het spookrijdend, en zij het niet langer dan enkele seconden. De klap moet verschrikkelijk zijn geweest. Ondanks de buitenmenselijke hoeveelheden gemeten alcohol in zijn bloed en ondanks zijn zware verkeersovertreding, alles bij elkaar voldoende om hem een levenslang rijverbod op te leggen, heeft zijn verzekeraar hem volledig schadeloos gesteld voor het ongeval en werden zijn hospitalisatiekosten en de factuur van de garagist tot de laatste centiem terugbetaald. Hij was, typisch onze Herman, frontaal tegen een gestolen wagen aangeknald en mocht op de koop toe een maand later op het gemeentehuis een medaille in ontvangst nemen omdat hij een bende gangsters, waarnaar men al maanden tevergeefs op zoek was, in de prak had gereden.” Dit is erg ironisch en grappig geschreven. Aan de andere kant kan de schrijfstijl van Dimitri ook een beetje te poëtisch zijn. Hij schrijft niet vaak wat hij echt vindt of bedoeld en het is soms lastig om daarachter te komen. Ik vind deze zin op blz. 42 bijv. een beetje te kunstig in elkaar gezet: ‘ Herinnering is de troostende stuiptrek van een leven, een hogere soort van nageboorte.’ Dit is een moeilijke zin om te doorgronden. Ik denk dat dit soort poëtische zinnen helemaal goed zijn om toe te voegen aan je verhaal, maar soms hebben ze niets te maken met het verhaal en dan worden ze verwarrend. In dit geval was het niet verwarrend, maar ik zou oppassen met te veel moeilijke zinnen aan een verhaal toevoegen. Dimitri Verhulst is een Vlaamse schrijver en daardoor staan er ook veel Vlaamse woorden in het boek, zoals: ‘ Nonkel’, ‘besognes’ en ‘steegbeluik.’ Deze woorden kennen wij niet en daardoor is het soms moeilijk om te begrijpen waar de tekst over gaat, maar in het algemeen was het ondanks de Vlaamse woorden wel te volgen. Ik vind de schrijfstijl van Dimitri goed te lezen. Het is af en toe wat lastig om te volgen, vanwege de poëtische zinnen en de Vlaamse woorden, maar dat is een leuke uitdaging die volgt met het lezen van het boek.
BEOORDELING
Verhaalelementen
Ik vind het verhaalelement waarin de moeder van Dimitri haar plaspas krijgt erg positief. Ik wist niet dat iemand een plaspas kon krijgen en dan voorrang kreeg op andere toiletgangers. Ik vond het een vermakelijk stukje en het zegt in een klap wat voor persoon de moeder van Dimitri is. Dit is het stukje: ‘ Zoals anderen trots wapperen met de perskaart die ze net bemachtigd hebben, of zoals kinderen het erf oplopen met een goed rapport in hun hand dat daar als een vaandel de eeuwige vakantie salueert, zo kwam mijn moeder op een dag zo fier als een gieter aangewaggeld met haar plaspas. Er was een hele administratieve rompslomp aan voorafgegaan, doktersbezoeken en onderzoeken met koude stangen en staven in de holen van mijn prehistorie, maar eindelijk had ze hem, haar plaspas, en hij werd op de schouw geplaats, naast de doodsprentjes en De Heilige Maagd Maria onder haar elke vrijdag opnieuw afgestofte kaasstolp.’ Een ander verhaalelement dat ik erg positief vind is de passage waarin de vader van Dimitri weer terugkomt uit de afkickkliniek en al zijn gespaarde geld, dat hij heeft gespaard door het niet drinken, uitgeeft aan nieuwe hardloopschoenen voor Dimitri. Ik vind dit een heel erg lief gebaar. Dit lezen we in r. 14- op blz. 156: ‘ Zitten je spikes goed? Niets had ooit zo goed gezeten als deze hardloopschoenen om mijn voeten. Heb je morgen wedstrijd? Ik knikte. Ik moet in die tijd veel hebben geknikt. Ik kom kijken, kadee.’ Dit was een ontroerende passage en daarom had hij op mij een positieve werking. Maar er waren natuurlijk ook verhaalelement die een negatieve werking op mij hadden. Zoals dit verhaalelement op blz. 23: ‘ Over het karakter van dwergen is al veel geschreven en geplaverd en ik voel niet de behoefte om mij in dat debat te mengen, maar die avond gedroeg de tweeling lilliputters van het Hoekske zich meer dan onhebbelijk. Ze konden er niet mee overweg dat een wildvreemde hier alle aandacht kreeg, geroemd werd om haar voorwereldlijke schoonheid. Natuurlijk, de dingen zijn oneerlijk verdeeld, zij waren gedrochtelijk en voorbestemd om jong te sterven.’ Dit vond ik een onaardige passage, want er wordt heel erg denigrerend gesproken over lilliputters. Ik vond het ook heel onaardig om ze dwergen te noemen en gedrochten. Dat ging voor mij te ver. Je kan niet zoiets onaardigs zeggen over een medemens. Daarom sprak deze passage mij niet aan.
Passages
Ik denk dat de passage waarin de grootmoeder God dankt omdat hij volgens haar haar zoon ( Potrel) op het goede pad brengt, mij het meest aanspreekt. Dat is deze passage: ‘ Haar jongen ging fietsen, en te oordelen naar het vuur in zijn ogen zou hij dat fietsen zodanig ernstig nemen dat hij spoedig de drank en de sigaretten zou verruilen voor een leven dat helemaal in het teken stond van de gezonde sport. De Heer had haar getart, vee gebeden had Hij haar laten prevelen om haar jongste de weg te wijzen naar het rechte pad. Maar Hij had het gedaan. Waarvoor dank.’ Dit vind ik een mooie passage, omdat het lief is dat ondanks alle fouten die haar zonen hebben gemaakt, ze toch nog wil dat het goed met ze gaat. Aan de andere kant vind ik het ook een zielige passage, omdat de grootmoeder zo graag wil dat er iets veranderd, maar er veranderd niets. Ze blijven door drinken en door roken. Het is ook een beetje triest. Het is triest voor de grootmoeder, die zo graag een ander leven voor ze wil en het is triest voor de broers, die blijkbaar hun leven zo prima vinden, terwijl er zoveel meer is in het leven dan drank en vrouwen. Daarom sprak deze passage mij erg aan. Het is een trieste passage, maar er zit ook hoop voor de toekomst in.
Vergelijking met andere boeken/films
Het boek zelf is in 2009 verfilmd en daarom zou je het boek dus kunnen vergelijken met de verfilming. De film volgt wel de belangrijke gebeurtenissen in het boek en het volgt de verhaallijn, alleen zijn de namen in de film wel anders. Dimitri Verhulst heet in de film: Gunther Strobbe. Ik heb geen andere boeken gelezen, die lijken op de Helaasheid der Dingen. Ik vind boeken over verslavingen en rokkenjagers vaak niet zo interessant om te lezen. Dat soort boeken hebben vaak allemaal dezelfde toon. Alleen dit boek had niet die toon en daarom is hij ook niet te vergelijken met andere boeken over verslavingen of rokkenjagers.
Oordeel over het thema
Het boek bestaat uit meerdere thema’s, waaronder: vader-zoonrelaties en alcoholverslavingen. Ik vind deze thema’s erg goed om over te praten in boeken, want iedereen heeft weer een andere relatie met zijn vader. Alleen de alcoholverslavingen hoefde er voor mij niet in, want ik hou niet van mensen die veel drinken. Verslavingen leiden toch vaak tot verwoestende omgevingen, zoals de omgeving waarin je gezin moet leven. Je ziet ook in het verhaal dat het voor Dimitri erg moeilijk is om op te groeien met zo’n vader. Het was een liefdevolle vader, maar het was toch ook een zuiplap. Naar mijn mening zijn het wel goede thema’s, waar je veel over kan vertellen en waar mensen ook echt iets aan hebben.
Taalgebruik
Ik vind het taalgebruik van Dimitri Verhulst redelijk makkelijk om te lezen. Dimitri gebruikt veel poëtische zinnen, maar die weerhouden mij er niet van om het verhaal te begrijpen. Zijn taalgebruik is goed te volgen en voor iedereen, denk ik, goed te begrijpen.
Eindoordeel
Ik vind de Helaasheid der Dingen een goed geschreven boek. Het verhaal begint gelijk met een gebeurtenis, namelijk de terugkeer van tante Rosie naar het dorp. Maar voor de rest vond ik het een triest boek. Ten eerste, er zat niet veel hoop of perspectief in het verhaal. Alle Verhulsten zaten aan de drank en ze vallen vrouwen lastig, dat is niet een goede manier om je leven in te delen. Vooral niet als je al op een wat hogere leeftijd bent. Op een gegeven moment word je volwassen en dan trouw je en sticht je een gezin, misschien ga je reizen of je gaat werken. Maar het punt is dat je in ieder geval iets gaat doen met je leven en dat waren de Verhulsten niet van plan. Het hele verhaal doet mij een beetje denken aan een liedje van de zanger Milow, genaamd: Is dit nu later? Dit is een stukje van de songtekst: ‘ Is dit nu later? Is dit nu later als je groot bent? Ik snap geen donder van het leven. Ik weet nog steeds niet wie ik ben. Is dit nu later?’ Dit liedje vond ik erg toepasselijk, aangezien de Verhulsten ook nog steeds niet weten wie ze nou zijn of wat ze met hun leven aan moeten. Ten tweede, ik vond het nogal een grof boek. Er zaten een hoop scheldwoorden en lelijke woorden in het boek en dat vond ik ook niet prettig om te lezen. Ik vind dat je ook je punt kan makken, doormiddel van sterk taalgebruik, maar sterk taalgebruik zijn niet hele rijen met scheldwoorden uitspuien, zoals in r. 1 -6 op blz. 99: ‘ De Dienst Bijzonder Jeugdzorg werd alleen maar ingeschakeld als de rottigheid tot op hun fardes was gelekt. Als wij ooit te weten kwamen wie er zijn beklag was gaan doen over ons gezin, nou ja gezin, dan kon de klikspaan maar beter maken dat hij het land verliet. Bijzonder Jeugdzorg, fok zeg, die namen je kinderen af, onze Herman wist daar alles van. Ze stopten jouw grut gvddedommemiljaardenondedju in een pleeggezin of in een gezinsvervangen pensionaat en veroordeelden jou voor laksheid en halve kindermishandeling. Gvdgvd. Miljaardenonde.’ Dit was een erg grof stuk en dat is voor mij allemaal niet nodig. Dat was dus ook een minpunt in dit boek. Ten derde, ik vond het boek niet respectvol jegens vrouwen. Alles in de familie Verhulst heeft te maken met seks of met drank. Ik vond het vaak nogal ranzig om over te moeten lezen. Er is helemaal niets mis met seks, maar dit boek laat het klinken als iets viezig, zoals in r.21- 22 op blz.94: ‘ Onze Portel, met een fluisterstem ,tegen mij: Als dat binnenkort uw nieuwe moeder wordt, jongen, dan zal het voor u nog zeer moeilijk worden om daar met uw vingertjes af te blijven.’ Ik vond het een vrouwonvriendelijke stukje en ik vond het ook een rare opmerking om te maken tegen een 13-jarig jongetje, want die denkt als het goed is daar nog helemaal niet op die manier over na. Ten vierde, ik vond Dimitri in het boek op het eind echt een lafaard. Hij heeft een kind verwekt bij een vrouw waarvan hij niet houdt en daarom wil hij haar en het kind gaan verlaten. Ik vind dat echt niet kunnen, want ondanks dat je niet romantisch van iemand houdt, kan je wel op een zorgzame manier van iemand houden. Hij kan voor haar zorgen in de kraamtijd en helpen met zorgen voor de baby, als zij te moe is. Dit zijn allemaal liefdevolle dingen, die je voor iemand kan doen, ook als je niet van iemand houdt op een andere manier, hou dan van iemand op de manier waarop je van je medemens dient te houden. Daarom vond ik dit stukje ook niet kunnen, op blz. 165: ‘ Spijtig dat ik eerst een kind had moeten maken om tot zulke inzichten te komen. Spijtig ook voor de zeer aanstaande moeder, die ik ongeacht de toestand vroeg of laat zou moeten verlaten, als ik nog de moed had om ooit gelukkig te zijn.’ Ik ben van mening dat het er helemaal niet om draait of jij nog de moed hebt om ooit gelukkig te zijn. Je dient verantwoordelijkheid te nemen voor je daden en je bent echt een lafaard, als je je kind en voormalige vriendin gewoon alleen laat, zodat je zelf gelukkig kan gaan worden met een ander, terwijl zij nog jaren lang jouw kind in haar eentje zit te verzorgen. Ik vond dit boek op veel vlakken niet kunnen. Misschien komt het ook doordat ik dit soort gebeurtenissen helemaal niet gewend ben. Ik ben opgegroeid met liefdevolle ouders, die mij belangrijke normen en waarden hebben meegegeven. En ik zie eerlijk gezegd geen van die normen en waarden terug in dit boek. Daarom is mijn oordeel over dit boek voornamelijk negatief.
Aanraden of niet?
Ik zou dit boek niet aanrijden aan mensen om mij heen. Ik vind het zelf geen goed boek om te laten lezen aan anderen. Al helemaal niet met de Covid-tijd die er net een beetje op zit. Iedereen is begonnen met het opnieuw starten van hun leven en dan ga ik ze niet zo’n triest en hopeloos boek laten lezen. Ik snap dat veel mensen het een mooi boeken kunnen vinden door het fraaie taalgebruik en door de levenslessen, die je uit het boek kan halen, zoals dat je je eigen toekomst bepaalt en dat je afkomst dat niet voor je doet. Maar ik zou dit boek toch niet aanraden, behalve als iemand mij vroeg of ik nog een boek ken dat gaat over alcoholverslavingen of vader-zoonrelaties. Maar mijn interesses liggen niet bij deze thema’s en daarom zou ik het boek niet aan iemand aanraden.
Het einde
1
Reageer op deze recensie