Meer dan 6,3 miljoen beoordelingen en recensies Organiseer de boeken die je wilt lezen of gelezen hebt Het laatste boekennieuws Word gratis lid
×
Lezersrecensie

Dorsvloer vol Confetti recensie

RoosinSpanje 10 juni 2022
Titelbeschrijving
Franca Treur, Dorsvloer vol Confetti. Uitgevrij Prometheus. Amsterdam 2009 ( 33ste druk 2020).
Genre: Fictie, Psychologische roman, Streekroman

Over de schrijver
Franca Treur is een Nederlandse auteur en journalist. Ze is geboren op 23 juni 1979, nabij Meliskerke. Treur groeide op in een gereformeerd boerengezin in het Zeeuwse Meliskerke. Na het afmaken van de middelbare school, ging ze psychologie studeren aan de Universiteit Leiden. Later studeerde ze ook Nederlands en literatuurwetenschap aan dezelfde universiteit. In oktober 2009 verscheen haar eerste boek, Dorsvloer vol confetti. In 2010 won Franca Treur de Selexyz-debuutprijs en de Jan Bruijnsprijs. Dorsvloer vol confetti werd meerdere malen genomineerd, waaronder voor de AKO Literatuurprijs en de NS Publieksprijs. Later volgden De woongroep, Hoor nu mijn stem, Regieaanwijzingen voor de liefde en een drietal verhalenbundels. Ze schrijft nu voor onder meer NRC Handelsblad, Trouw en De Groene Amsterdammer. Verhalen vormen de leidraad in het leven van Treur. Alles draait volgens haar om verhalen: de Bijbelverhalen uit de cultuur waarin ze opgroeide, maar ook verhalen over familieleden of mensen in het dorp. De kracht van verhalen is dan ook een belangrijk thema in meerdere van haar boeken. Andere thema’s van haar boeken zijn ouder worden, haar gereformeerde jeugd en de maatschappij. Treur haar leven draait om het schrijven, maar ook vooral om haar familie. Dit kunnen we afleiden uit deze zinnen, uit een interview met een Zeeuws Dagblad: "Ik ben bijna geneigd om te zeggen dat het een soort kern vormt van wat een familie is, wat een familie met elkaar deelt, ook om wat je ze vertelt als je met elkaar bent, aan tafel, bij de koffie. Ik vind dat zoiets moois." Hierin legt ze uit dat haar familie en de dingen die ze met elkaar delen, erg belangrijk voor haar zijn.

Korte samenvatting
Het boek bestaat eigenlijk uit twaalf verhalen. Zij vormen de inhoud van het boek. Daardoor is er in mijn samenvatting misschien wat minder samenhang.
Katelijne Minderhoud is twaalf jaar en woont in een klein dorp op een boerderij samen met haar vader, moeder en 6 broers. Samen vormen ze een gezin van 9. Ze heeft drie jongere broers en drie oudere broers. Moeder heeft veel aandacht voor haar tuin. Haar broers zijn niet zo slim. En haar vader is veel aan het werk op de boerderij met haar broers. Katelijne is integendeel erg slim en leest veel boeken. De familie Minderhoud is een gereformeerd gezin. Ze gaan vaak twee keer per zondag naar de kerk en lezen samen veel Bijbelteksten, waar ze daarna quizjes over houden. Op een zondag komt er opeens een Duits stel met een ziek zoontje aan de deur. Ze vragen of ze met hun auto en tent op het erf mogen staan. Katelijne haar ouders zijn aan het slapen en dus is er niemand om aan te vragen of dit mag. Ze zegt tegen het gezin dat het vast wel mag, maar als haar ouders wakker worden, dan zijn ze er niet erg blij mee. Ze houden namelijk niet van vreemde mensen op hun erf. ’s Avonds zijn de Duitsers weg.
Katelijne heeft nog een oma van haar vaders kant en daar gaat ze vaak bij op bezoek. Haar oma woont niet erg ver weg. Opa is helaas al een paar jaar geleden overleden, omdat hij boven een gierput stond en er giftige dampen waren vrijgekomen, waardoor hij onwel is geworden en is overleden. Haar oma is erg vol van het geloof en leest vaak de Bijbel voor aan Katelijne. Dit vindt ze wat minder, want ze heeft meer aandacht voor de snoepjes die ze altijd van haar oma krijgt.
In het gezin heeft iedereen een taak: de vader en broers werken op de boerderij en de moeder en Katelijne, doen als de enige vrouwen, het huishouden. Katelijne vindt het huishoudelijke werk niet zoveel en ze vindt het stom dat haar broers niet hoeven mee te helpen in huis.
Een tijdje later gaat Katelijne bij haar tante logeren. Hier mag ze sprookjes en verhalen lezen. Iets dat bij haar thuis echt niet mag, omdat het haar weg zou houden bij de waren woorden van de Bijbel. De buurvrouw van haar tante heet Gloria en daar krijgt ze een goede band mee.
Haar vader is natuurlijk boer en verkoopt de melk van de koeien en soms ook de koeien zelf. Op een dag komt de veekoopman. Katelijne vindt hem erg leuk, omdat hij vaak grappige verhalen vertelt. Haar vader vindt ze te makkelijk over te halen. Ze zou zelf een betere prijs kunnen krijgen voor de koeien.
Katelijne gaat ook naar school. Hier doet ze het erg goed. Ze krijgt een vriendin op school, genaamd Suzanne. Om een beetje interessant te lijken op school verzint Katelijne vaak verhalen over haar leven. De rest geloven die verhalen niet en houden daarom een beetje afstand van haar. Katelijne is soms brutaal, zeggen haar ouders. Op een dag hoort ze waarom ze de vader en moeder van haar moeder niet kent. Opa is blijkbaar homo en als gereformeerd gezin vinden ze dit niet acceptabel. Haar oudste broer Rogier krijgt als enige van het gezin soms een cadeautje van ze opgestuurd. Deze keer was het een boek over de Tweede Wereldoorlog. Katelijne steelt dit boek vanuit Rogier zijn kamer en gaat het lezen. De volgende dag gaat Katelijne haar vader helpen op de boerderij. Ze is er erg goed in, maar ze vergeet om het hek van de koeien af te sluiten en vervolgens breken de koeien los. Het komt gelukkig wel allemaal weer goed. Als ze dan later terugkomt van het helpen, leest haar moeder haar broers voor uit het schriftje waarin Katelijne een verhaal heeft geschreven. Haar broers vinden het raar dat hun zusje schrijft, maar ze vinden het wel een goed verhaal.
Katelijne is een stuk slimmer, dan haar broers. Haar broers hebben allemaal een mavo of net een havo advies, behalve haar broer Christiaan, die vwo doet. Dan komt de dag dat de uitslag van de Cito-toets binnenkomt. Katelijne krijgt als advies het vwo. Daarna als ze naar school moet heeft de leraar het over popmuziek en de gevaren daarvan. Hij zegt dat ze leiden tot andere slechte dingen, zoals seks en drugs. Thuis lachen haar ouders hierom.
Op Tweede Pinkerstad gaan ze er op uit met het hele gezin met de auto. In Westkapelle op het strand ziet ze een man alleen zitten. Ze vindt hem interessant en vraagt of ze bij hem mag wonen: ze kan namelijk veel in het huishouden en ze liegt dat ze kan koken. De man vraagt daarna wat ze op seksgebied kan. Van deze vraag schrikt Katelijne en ze loopt weg. In de avond bid ze God om vergeving voor haar zondige en slechte gedachten.
Rogier wordt verlief op een meisje, genaamd Jannemieke. Jannemieke blijft soms bij het gezin thuis slapen en dan slaapt ze bij Katelijne in bed. Rogier komt wel eens tussen hen in liggen en dan friemelen ze en zoenen ze. Op een dag komt Jannemieke langs en Katelijne vraagt of ze haar haar mag doen. Dit mag, maar omdat Katelijne ondertussen kauwgom aan het kauwen was, ontploft er een kauwgombel en die belandt in Jannemiekes haar. Hierna moet haar haar eraf. Rogier maakt het daarna uit, omdat hij haar niet meer mooi vindt.
Niet lang daarna is er een ouderenbezoek van de kerk. Katelijne wil ze veel vragen stellen, maar dat durft ze niet.
Op een dag wordt de Statenbijbel van Katelijne haar oma gestolen. De kinderen speculeren wie de dief zou kunnen zijn. Want wie steelt er nou een bijbel? De Bijbel wordt al heel snel teruggebracht op het politiebureau.
Katelijne fiets een tijdje later met een van haar broers, genaamd Jeroen naar Middelburg. Daar gaan ze naar de kermis. Op de kermis gaat ze met een paar vrienden van Jeroen in een attractie, dat mag van haar ouders niet en het valt ook niet goed bij ze.
Thuis ontstaat er een ruzie over kunstmatige inseminatie van koeien. De vader is erop tegen, omdat het onnatuurlijk is, maar Jeroen vindt het makkelijk en snel gaan en is voor.
Katelijne wordt dikker, door de veranderingen in haar lichaam en haar broers maken hier grapjes over. Ze willen weten hoe zwaar ze is en willen haar op een weegschaal zetten. Katelijne wil dit niet. Ze wordt gered door haar vader, die vraagt of ze mee wil op de trekker.
Als de tarwe op de boerderij is gedorst, racen haar broers met de brommer over het veld. Daar ontmoet Katelijne haar broer Christiaan een jong meisje, genaamd Petra. Hierna krijgen ze een relatie en maakt Christiaan Petra zwanger. Daarom moeten ze trouwen. Petra is nog maar 16 jaar oud en moet daarom om toestemming vragen. Die krijgt ze. Katelijne maakt voor de bruiloft confetti om uit te strooien.
Dan breekt de dag van de bruiloft aan. Katelijne praat met haar oma, die bang is dat haar man niet in de hemel is aangekomen, omdat hij niet in God geloofde. Katelijne stelt haar oma gerust door haar een verzonnen verhaal te vertellen, dat bewijst dat Opa wel geloofde.
Op de bruiloft strooit Katelijne dan met haar broer Rogier de confetti uit over de dorsvloer.


VERHAALANALYSE

Ruimte
Het verhaal speelt zich af in een dorpje in Zeeland. Het gezin woont op een boerderij dichtbij zee. Dit leid ik af uit r.10-12 op blz.6: “Op het wegje waar ze aan wonen waait het altijd. Een zoute zeewind die tegen hun voorhoofden beukt en die van hun haren vettige stengetjes maakt. Vlak bij het hofhek van hun boerderij gaat degene aan kop, die niet meer kan worden ingehaald, achteloos rechtop zitten, een hand losjes in de jaszak.’ Deze plaats is van belang, omdat het in het boek vooral draait om de gereformeerde opvoeding van Katelijne. Als je kijkt naar hoe iemand is opgevoed, dan kijkt je ook naar waar iemand is opgegroeid. De plaats waar Katelijne is opgegroeid is van belang, omdat het haar heeft gevormd. Van die vorming en de opvoeding, is een boek gemaakt en daarom is de plaats waar het boek zich afspeelt van belang. Ook speelt het verhaal zich even in Rotterdam af, als Katelijne bij haar tante gaat logeren. Er wordt niet verteld in welke jaartallen het verhaal zich afspeelt, maar aan het verhaal te zien is het in eind jaren 80 of begin jaren 90. Dit leid ik af uit het verhaal, doordat er in het boek nog geen sprake is van euro’s, maar van gulden. De euro werd in 2002 ingesteld en daarom is het boek van eind jaren 80 of begin jaren 90.

Personages
Katelijne Minderhoud: is het enige meisje tussen 6 broers en is twaalf jaar oud. Katelijne is de hoofdpersoon in het verhaal. Ze is fantasierijk en leest veel boeken. Ze schrijft ook zelf veel verhalen in haar schriftje. Ze draagt altijd rokken, omdat ze van haar ouders en oma geen broeken mag dragen, want die zijn voor jongens. Ze heeft blond haar, net zoals al haar broers. Ze voelt zich vaak alleen, omdat ze opgroeit tussen alleen maar broers. Ze heeft haar vraagtekens bij het christelijke geloof, dat haar gezin aanhangt. Ze heeft veel vragen over het geloof, maar ze durft ze niet te stellen. Het gezin van Katelijne besteed niet veel aandacht aan haar. Haar vader en broers zijn altijd druk op de boerderij of met vrienden weg en haar moeder is altijd bezig met het huishouden. Katelijne kan alleen op wat aandacht rekenen, als ze veel meehelpt in het huishouden, dan zijn haar ouders wel trots op haar. Katelijnes karakter een kleine ontwikkeling. Er vindt niet veel ontwikkeling plaats in haar karakter en ik denk dat dat komt , doordat we haar maar 2 jaar van haar leven volgen. Haar kijk op de wereld wordt wat verbreed en ze leert meer over bijv. seks en de maatschappij, maar daar blijft het bij. We volgen haar vanaf de leeftijd van 12 en het verhaal stopt op haar veertiende. Katelijne is wel een rond karakter, want we volgen wel echt 2 jaar van haar leven. We lezen over haar opvoeding en haar gezin. We lezen ook veel over haar kijk op de wereld en op haar leven. Daarom is ze wel een rond karakter.
De twee belangrijkste bijpersonen in het boek zijn Katelijne haar vader en moeder. Haar ouders worden geportretteerd als twee strenggelovige mensen, die hun kinderen goed en gelovig willen opvoeden, maar hier soms iets te ver in gaan. Haar moeder wil namelijk bijv. dat alle kinderen stipt op tijd aan tafel zitten om te gaan eten, om ze zo structuur te leren. De vader van Katelijne is altijd aan het werk op de boerderij. Aan tafel praat hij ook altijd over het werk. Haar broers praten dan vaak met hem mee. De moeder is wat zwaarder, de vader niet, want die is altijd aan het werk en daar kweek je natuurlijk spieren mee. De vader en moeder zijn allebei een vlak karakter, omdat we niets meekregen over hun leven, vanuit hun perspectief. We weten niet wat ze denken of voelen en als ze aan bod komen in het verhaal, dan is dat vanuit het perspectief van Katelijne, daarom zijn het allebei vlakke karakters.
De oma van Katelijne is daarnaast ook een belangrijk personage. We lezen in het boek veel over de bezoeken van Katelijne aan haar oma en over de verhalen uit de Bijbel, die haar oma dan aan haar verteld. Katelijne en oma spreken niet veel met elkaar, maar Katelijne luistert veel. Ze hebben een goede band, ondanks dat Katelijne het soms saai vindt om naar haar oma te gaan.
De broers van Katelijne kan je eigenlijk zien als figuranten. Van sommige broers weten we de naam, zoals Rogier, Christiaan en Jeroen, maar van de andere drie broers weten we dat niet. Haar broers komen soms heel kort voorbij, maar het grootste deel van het verhaal, zijn ze niet aanwezig. We weten wel dat ze allemaal blond haar hebben. Dit weten we door r.9-10 op blz.6: ‘ Zeven uithijgende kinderen, met zandkleurige haren en in de ooghoek het beginnetje van een traan van de harde wind.’ Hieruit kan je afleiden dat alle broers blond haar hebben. Katelijne haar relatie met haar broers is wat stroef. Ze vindt dat haar broers veel vrijheid hebben en die wil zij ook. Ook moeten zij nooit meehelpen in het huishouden en zij wel, waardoor ze een beetje een hekel aan ze krijgt. Als enige zusje zien haar broers haar niet echt. Ze vragen nooit wat zij ergens van vindt of wat zij de hele dag heeft gedaan. Ze helpen op de boerderij en eten mee, maar dat is bijna de enige interactie die ze hebben met elkaar. Haar broers nemen haar soms wel mee, zoals bijv. op blz. 153 naar de kermis: ‘ Tis me zusje, zegt Jeroen. Wat doen jullie hier? Wat we hier doen? Stront rijden, nou goed! Sjonge jonge! Wat dacht je van over de kermis lopen.’ Hierin lees je dat Jeroen Katelijne heeft meegenomen op de fiets naar zijn vrienden en daarna lopen ze over de kermis. De relatie onderling de broers is zover we weten goed. Ze werken allemaal op de boerderij en dus zien ze elkaar vaak, dus moeten ze wel met elkaar op kunnen schieten. Zoals in een normaal gezin zijn er wel vaak ruzies, waarin soms ze allemaal een kant kiezen. Daaruit kan je wel vaak opmaken welke broers het extra goed met elkaar kunnen vinden. We lezen over het kiezen van kanten op blz. 15 in r.3-6: ‘ De kleintjes scharen zich achter Rogier en beginnen met hun mollige handjes op Christiaans knieën te meppen, waar op zondag een beige broek omheen spant, geen spijkerstof ( die zijn voor doordeweeks). Katelijne stelt zich vierkant achter Christiaan, niet omdat hij gelijk heeft, maar omdat het Christiaan is, en degene die het altijd tegen Rogier moet afleggen.’ Uit deze zinnen kan je de onderlinge banden tussen de broers en Katelijne afleiden. Wat opvalt is dat Katelijne zich achter Christiaan schaart, omdat ze het zielig vindt dat hij het altijd tegen Rogier moet afleggen. Ondanks dat ze af en toe een hekel aan haar broers heeft, komt ze wel voor ze op. De banden onderling tussen de familie zijn dus vaak moeizaam, maar ze houden wel van elkaar, allemaal op hun eigen manier.

Vertelwijze
Het verhaal wordt verteld vanuit een ik-perspectief, namelijk vanuit het perspectief van Katelijne. Het is prettig dat het verhaal wordt verteld vanuit één persoon, maar aan de andere kant zorgt het er ook voor dat we de andere personages niet goed leren kennen. We kennen Katelijne door het verhaal heen steeds meer, maar we weten bijna niets over haar vader, moeder, oma en broers.
Het boek wordt onderverdeeld in 12 hoofdstukken, allemaal met een eigen titel. Een paar voorbeelden van hoofdstukken zijn: Gegrepen door het Woord en Dorsvloer vol Confetti. Het boek heeft geen proloog en ook geen epiloog. We beginnen gelijk met het verhaal zelfs en er is ook geen voorstukje.
Het verhaal verloopt bijna de hele tijd chronologisch. Aan het begin van het verhaal is Katelijne namelijk twaalf en op het eind is ze veertien. Er is dus twee jaar verstreken in het boek. Het verhaal wijkt af en toe af van het chronologische na vertellen, doordat Katelijne af en toe flashbacks heeft. Een daarvan is de flashback van Katelijne naar de dood van haar opa en wat ze de tweeling daarvoor over de gierput had verteld, op blz.26 in r.5-6: ‘ Maar Katelijne herinnerde zich dat ze een week of wat daarvoor tegen de tweeling had verteld hoe de paardenbloemen uit de wei in de magen van de koeien verdwenen, eerst in de pens, dan in de netmaag, daarna in de boekmaag en ten slotte in de lebmaag, en dat ze in de stal weer door hen werden uitgepoept. Als je goed kijkt, kun je ze door de roosters zien liggen. Ze hadden toen op hun knieën bij het voerhek gezeten om door de vloerspleten te zoeken naar de gele bloemen, maar de tweeling had geklaagd dat ze niks zag.’ In de zin lezen we over Katelijne, die aan haar twee jongere broertjes uitlegt hoe de magen van een koe werken. Dit is dus een voorbeeld van een flashback in het boek, maar voor de rest wordt het verhaal dus chronologisch verteld.

Motieven
- Religie: Tijdens het verhaal speelt religie een hele grote rol. Katelijne groeit namelijk op in een christelijk gezin. Er wordt veel over het geloof en de regels die er bij hen bij het geloof bijkomen gepraat, zoals op blz. 54 in r.16-22: ‘ De evangelieschen en de katholieken gaan met een ingebeelde hemel naar de hel, daarover bestaan-wat de oma betreft-geen misverstanden. M’n kind, dat het van jezelf uit toch eens onmogelijk werd om zalig te worden. Ik zou willen dat jij dat nog een beleven mag. Ze klopt met haar vingertoppen op het tafelzeiltje. Katelijne weet nooit wat ze daarop moet zeggen, dus zegt ze niks en kijkt schaapachtig voor zich uit. De oma zegt dat ze vroeger net zo was. Dat ze net als Katelijne er maar op los leefde en niks van de Heere wou weten.’ Hier in lezen we dat de oma van Katelijne over het geloof praat en over Katelijne haar geloof. Haar gezin verwacht namelijk van Katelijne dat ze gelooft in de Heere en dat ze leeft volgens de regels, die ze door middel van hun geloof moeten volgen. Ook worden er veel Bijbelverhalen verteld in het verhaal, zoals op blz.54 in r. 20-24: ‘ Katelijne knikt. Ze kent het verhaal. Ze weet ook hoe het verderging. Dat de oma van weken van getob opeens in de Bijbel las over de farizeeër en de tollenaar, die beiden gingen bidden in de tempel. De farizeeër dankte dat hij zo’n goede man was en niet zo slecht als de tollenaar, die mensen immers geld afhandig maakte, De tollenaar bleef echter van verre staan en durfde zijn ogen niet op te heffen naar de hemel. Hij zei enkel: O , God! Wees mij zondaar genadig!’ Hierin lezen we over het Bijbelverhaal van de farizeeër en de tollenaar. Dat is een erg bekend Bijbelverhaal over nederigheid en wie de laatste zijn, zullen de eerste worden. Een van de motieven van het boek is dus religie. Religie is een verhaalmotief, omdat het een terugkerende gebeurtenis is in het boek.
- Familie: Een belangrijk motief in het boek is familie. Het gezin van Katelijne is erg groot. Ze heeft namelijk nog 6 broers en haar vader en moeder natuurlijk. Grote gezinnen zijn erg normaal in het christelijke milieu. Dit komt doordat veel christelijke gezinnen niet doen aan voorbehoedsmiddelen, daardoor zijn de gezinnen vaak erg groot. Wat ook het geval is in dit boek. De familie waarin je opgroeit is erg belangrijk voor het verloop van je verdere leven. Katelijne groeit op in een christelijk gezin met bepaalde normen en waarden. En ondanks dat ze die normen en waarden misschien niet aanhangt, ze heeft ze wel leren kennen. Familie is dus een hele belangrijke in dit boek. Een voorbeeld hiervan lezen we op blz. 9 in r.11-17: ‘ Katelijne weet dat ze haar oma geen groter plezier kan doen dan door verder te zeggen als ze klaar is met een verhaal. Dan denkt de oma dat de Heere heel misschien al bezig is om een zaadje te laten ontkiemen in haar hart. Wat zou het een wonder zijn, want van Gods kinderen worden er nog maar weinig meer gevonden. Hoewel het heel speciaal voelt als de oma zo over haar denkt, moedigt Katelijne haar meestal niet aan om verder te lezen. De verhalen zijn bekend, en ze is eerlijk gezegd meer geïnteresseerd in het handje zoute pinda’s. De broers komen ook een voor een langs, hun wangen blozend roze van de buitenlucht.’ Hierin lees je dat ondanks dat Katelijne geen zin heeft om naar de Bijbelverhalen te luisteren van haar oma, ze toch steeds op bezoek komt. Haar broers komen ook op bezoek bij oma. Familie is dus belangrijk voor het gezin. Familie is een verhaalmotief, omdat het een terugkerende gebeurtenis is en een waarneming.
- Seksualiteit: Seksualiteit is ook een belangrijk motief. Katelijne is twaalf jaar oud en weet nog niet veel over de wereld om haar heen. Ze wordt ook vaak in het donker gehouden voor bepaalde onderwerpen, zoals bijv. seks. Dit lezen we op blz.109 in r.8-10: ‘ Liedjes gaan ook heel vaak over seks, zegt de meester, maar daar heeft hij nu even geen voorbeeld van, en kant A is inmiddels afgelopen. Terwijl de meester het bandje omdraait, vraagt Louw de Visser aan Katelijne, die voor hem zit, of ze weet wat seks betekent. Nee, zegt Katelijne en Louw laat een geringschattend gegrinnik horen en zijn buurman lacht schaapachtig met hem mee. Moet je eens aan je moeder vragen. Moet je vanmiddag aan je moeder vragen.’ Uit deze zinnen kunnen we opmaken dat Katelijne niet weet wat seks betekent. Haar klasgenoot zegt dat ze het aan haar moeder moet vragen, maar zelfs als ze het zal vragen, dan krijgt ze waarschijnlijk geen antwoord. In christelijke gezinnen is seks vaak een moeilijk onderwerp. Er wordt hierdoor geen goede seksuele voorlichting gegeven. Het is ook de bedoeling vanuit het christendom dat je pas seks hebt, als je getrouwd bent. Door jonge meisjes geen voorlichting te geven, hopen ouders dat ze er daarom mee wachten om seks te hebben. Katelijne heeft daarom moeite met seksualiteit, omdat ze niet weet wat het betekent. Seksualiteit is een verhaalmotief, omdat het een terugkerende gebeurtenis is en een waarneming.
- Vrijheid: Omdat Katelijne opgroeit in een strenggelovig gezin, voelt het alsof ze geen vrijheid heeft. Ze mag heel veel dingen niet zelf bepalen in haar leven. De regels zijn al voor haar bepaald en daarom heeft ze beperkte vrijheid. Wat je ook vaak ziet in christelijke gezinnen is dat er al van jongs af aan, aan de meisjes wordt geleerd, dat ze onder de man staan en dat de man straks in het huwelijk de baas is. Ook zijn meisjes vooral bedoeld in gezinnen voor het huishouden en voor de opvoeding van de kinderen. Hier lezen we bijv. over op blz. 135 in r.14-19: ‘ Hij neemt haar apart en zegt dat ze de moeder meer moet helpen in het huishouden. Dat zij het druk genoeg heeft met zo’n groot huishouden en dat ze zich bij hem over haar heeft beklaagd. Het duizelt Katelijne van verontwaardiging. Is zij niet de enige die nog een vinger uitsteekt in het huis en die met Moederdag een cadeautje koop van haar eigen geld, terwijl de jongens alleen een jampot vullen met paardenbloemen en madeliefjes? Je bent nu eenmaal het enige meisje. En ze moet goed begrijpen dat ze net als iedereen de verantwoordelijkheid heeft om het allemaal draaiende te houden.’ Ook wordt Katelijne beperkt in haar vrijheid, doordat ze vaak niet mee mag met vriendinnen of op uitjes, zoals naar het strand gaan. Hierover lezen we op blz.113 in r.12-17: ‘ De hemel is blauw en ze voelt de zon op haar achterhoofd branden als een straalkacheltje. Boven de duinen hangen twee puddinggele matrasvliegers. Ze denkt aan het groepje uit haar klas dat met elkaar heeft afgesproken om naar het strand te gaan. Ze hebben mooi weer. Katelijne had aan de moeder gevraagd of ze mee mocht. Je gaat daar niet tussen die naakte badgasten liggen, was haar antwoord. Dat viel te verwachten. De moeder kijkt nogal neer op de mensen uit de kerk die het wel doen. Al dat vlees dat daar maar wordt uitgestald.’ Hieruit kunnen we opmaken dat Katelijne niet naar het strand mag, omdat het te naakt is om op het strand te liggen en dat kan niet, want je mag niet als meisje of als vrouw te bloot zijn, want dat wekt illusies op voor mannen. Er zijn meer situaties waarin Katelijne geen vrijheid krijgt van haar moeder, omdat het niet kan of niet netjes is, vanwege hun geloof. Vrijheid is een verhaalmotief. Het is een gevoel en een opvatting. Het gevoel van vrijheid, mist Katelijne heel erg.

Thema
Katelijne wordt grootgebracht op een boerderij, in een groot gereformeerd gezin. Dit is dan ook het thema in het boek. We lezen over Katelijne haar opvoeding en over hoe zij haar opvoeding heeft beleeft van de leeftijd van twaalf tot veertien. Haar belevingswereld is erg anders, dan die van de rest van haar familie. Als enig meisje tussen zes broers, is het soms ook erg moeilijk om een eigen identiteit te ontwikkelen. Het thema van het boek is dus de christelijke opvoeding van Katelijne en hoe die heeft bijgedragen aan haar eigen perceptie op de wereld. Het is vooral het punt dat Katelijne een christelijke opvoeding heeft gehad, dat heel erg naar voren komt in het boek. Dit is namelijk bepalend voor haar eigen normen en waarden. Ondanks dat Katelijne christelijk wordt opgevoed, heeft ze veel twijfels bij haar geloof. Ze heeft het gevoel dat ze erg anders is, dan de rest van haar gezin en daarom voelt ze zich een beetje een buitenstaander. Toch is de toon van het boek niet hatelijk tegenover het christendom. Het geloof wordt vooral feitelijk en soms ook warm beschreven door Katelijne. Het boek zit vol met verwondering over het geloof en niet met verbittering, tegenover haar ouders, die haar zo hebben opgevoed of over de jeugd, die ze heeft gehad. Ik denk dat de schrijver vooral wilde beschrijven aan haar lezers, hoe het is om in een christelijk gezin op te groeien. De schrijver laat een portret zien van het leven op een boerderij, in een kleine geloofsgemeenschap, in een klein dorpje. Katelijne worstelt heel erg met het geloof en met haar verlangen om ergens bij te horen. De schrijver laat hiermee zijn dat je kunt twijfelen aan het geloof of aan de normen en waarden, waarmee je bent opgegroeid. Ze laat zonder de liefde voor haar familie en gemeenschap te verliezen, toch een realistisch beeld zien van haar jeugd. Ik denk dus dat de boodschap van de schrijver is, dat het goed om voor jezelf na te denken en om voor jezelf een toekomst te creëren, waarin jij je prettig voelt. De manier waarop je bent opgegroeid is erg bepalend, maar niet zo bepalend, dat je niet je eigen plan kan trekken in het leven. Ik denk dat dat de boodschap is van dit boek.

Titelverklaring en verklaring motto
De titel verwijst naar het allerlaatste hoofdstuk van het boek, dat dezelfde naam heeft. Het boek heet Dorsvloer vol Confetti en zo heet het laatste hoofdstuk ook. Een van de broers van Katelijne, moet verplicht trouwen met zijn liefje Petra, omdat hij haar zwanger heeft gemaakt. Om de bruiloft zo goedkoop mogelijk te houden, wordt de bruiloft gehouden op de boerderij zelf. De versiering voor de bruiloft wordt dus ook zelfgemaakt. In dit geval wordt er confetti gemaakt door Katelijne. Ze heeft met twee vriendinnen in totaal vijf dozen met confetti gemaakt, om straks over de dorsvloer te strooien. Het strooien met de confetti mislukt bijna, maar uiteindelijk wordt het toch verstrooid. De confetti is zwart met wit, dat getuigt van de sombere sfeer van de bruiloft. In het evangelie van Mattëus en Lukas staat dat God op de Dag des Oordeels Zijn dorsvloer zal doorzuiveren, ‘en de tarwe zal Hij in Zijn schuur samenbrengen; maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur verbranden’. De dorsvloer is dus een beladen term. Het feit dat de confetti zwart met wit is, moet de strenge opvoeding van Katelijne voorstellen. Haar opvoeding was niet bedoeld om vrolijk te zijn met heel veel kleuren, maar om strikt en effectief te zijn. Katelijne strooit uiteindelijk de confetti over de vloer, die ‘in een wervelende slang’ over de vloer wordt geblazen. Dit representeert de twijfels die Katelijne heeft over het geloof. Er is geen sprake van een motto.
Schrijfstijl
Ik vind de schrijfstijl van Treur erg prettig om te lezen. Ze maakt afwisselend gebruik van lange en korte zinnen, waardoor het verhaal makkelijk te begrijpen is. Ze maakt gebruik van zinnen met veel bijvoeglijke naamwoorden, zoals in deze zin op blz. 5 in r.9-10: ‘Dan gaat het slalommend door het uitwaaierende kerkvolk, langs mannen in pak en vrouwen met vrome gedachtes, langs opgeschoten jongens die niet te beroerd zijn om hen uit evenwicht te brengen. In deze zin zitten veel bijvoeglijke naamwoorden, zoals uitwaaierende en opgeschoten. Maar ik vind niet dat het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden, in dit geval, het verhaal moeilijker te begrijpen maakt. Het voegt juist meer toe aan het verhaal, omdat het meer beschreven wordt verteld. Wat wel moeilijk was om te lezen, waren de stukken tekst over de Bijbel. Deze teksten waren vaak moeilijk om te lezen, omdat er veel moeilijke en oude woorden in zaten, die de meeste jongeren van nu, niet meer kennen. Zoals op blz. 23 in r.6-8, waarin ze met het gezin bidden: ‘ Wij hebben het maar zo nodig dat het ons gaat als de ware Sionieten. Vaders en moeders, jongelingen en jonge dochters, kinderen: wat zou het groot zijn, wanneer we het eens uit mochten roepen; We hebben God op ’t hoogst misdaan, wij zijn van ’t heilspoor afgegaan. Ja, wij en onze vaad’ren tevens. Och, dat we eens hartelijk mochten buigen voor Gods onfeilbaar en dierbaar Woord. Amen.’ Hierin zitten moeilijke woorden, zoals Sionieten, heilspoor en vaad’ren. De woorden zijn goed te begrijpen, als je kijkt naar de context, waarin ze worden gesproken, maar ze waren toch moeilijk om te begrijpen. Er werden ook veel Zeeuwse woorden in de tekst gebruikt, omdat Katelijne natuurlijk opgroeit op het Zeeuwse platteland. Dit zijn bijv. uitdrukkingen, zoals: ‘de dag is geen kakstoel’, ‘een kleintje in de genade zijn’ en ‘Dat is een haveloos aanwensel van je’. Dit zijn allemaal Zeeuwse uitspraken, die voor mij redelijk onbekend waren. Ik heb ze dan ook even opgezocht op internet. Ondanks dat de Zeeuwse uitspraken lastig te begrijpen zijn, maken ze het verhaal wel reëler, omdat het echt voelt alsof je in Zeeland op de boerderij bent. Ook werd in het boek veel gebruik gemaakt van oud en gereformeerd taalgebruik. Dit noemen ze Kanaäns. Hierin worden termen gebruikt, zoals: Genadetijd’ of de uitspraak ‘het is de Heere een gruwel’. Eerlijk gezegd, vond ik deze termen niet moeilijk om te begrijpen. Ik ben zelf opgegroeid in een christelijk gezin en wijzelf spraken niet deze taal, maar de oudere generatie gebruikte deze termen soms nog wel. Daarom vond ik dit niet storend in het boek. Voor de rest is de schrijfstijl van Treur erg prettig en helder.

BEOORDELING

Verhaalelementen
Het verhaalelement waarin Katelijne weer terug naar huis gaat, had een positieve werking op mij. In dit element droomt ze over de toekomst en mist ze Gloria heel erg. Gloria was een vriendin van haar Tante en een hele lieve vrouw, die haar sprookjes en verhalen voorlas. Thuis mag Katelijne die verhalen niet lezen, maar bij haar tante zijn de regels allemaal wat milder. Katelijne krijgt dus voor het eerst het gevoel van iemand missen en ze droomt voor het eerst over een toekomst. Dit lezen we op blz.40 in r.10-13: ‘ Als ze na een week teruggaat naar Zeeland, blijft een deel van haar achter en ze schrijft lange brieven naar Gloria, die het eerste halfjaar trouw na elke vierde brief antwoordt. Pas later zal ze de pijn van het missen herkennen als de pijn van een gebroken hart en deze zomer als het moment waarop ze aan zichzelf niet meer voldoende had. Ze heeft een schrift waarin ze droomt van verhuizen naar een stad waar ze vanuit haar bed de treinen kan horen. Waar moet je anders heen met je onpraktische verlangens?’ Wat ik ook heel mooi vind aan dit stuk, is dat Katelijne over haar verlangens en gevoelens schrijft en dat dat opluchting geeft. Ik zou zelf ook heel erg van schrijven, dus ik vond dit erg herkenbaar. Ook is het mooi dat er staat dat ze vanaf nu, niet meer voldoende had aan alleen haarzelf. Ik ben van mening dat inderdaad iedereen niet helemaal genoeg heeft aan zichzelf. We hebben altijd een paar andere mensen nodig, die ons een goed gevoel geven en ons het gevoel geven dat we iets waard zijn. Katelijne krijgt geen waardering vanuit haar familie en dus moet ze het ergens anders aan zoeken, want vanuit jezelf vind je op zo’n jonge leeftijd geen waardering en voldoening. Een ander verhaalelement dat mij heel erg ontroerde was het stuk waarin Katelijne haar schooladvies ontvangt. Hierover wordt gesproken op blz.102 in r.14-18: ‘ Je schooladvies staat erin. Wat staat er? Opeens voelt Katelijne aan het gedraai in haar maag dat het niet in orde is. Hier, kijk zelf maar, ik moet nodig naar m’n aardappels. Advies vervolgopleiding vwo leest Katelijne, waarop de tranen haar in de ogen springen, want vwo, dat is de school waar Christiaan ook op zit.’ Hierin lezen we dat Katelijne heel erg blij is met haar schooladvies, want de tranen springen haar in de ogen. Katelijne was erg bang dat ze niet slim genoeg was voor de mavo en nu gaat ze zelfs naar het vwo. Ik vond dit een ontroerend element, omdat ik het erg sneu vind voor Katelijne, dat ze helemaal niet weet waartoe ze in staat is. Vanuit thuis wordt haar meegegeven dat ze straks het huishouden runt en voor de kinderen zorgt, maar Katelijne heeft nooit bedacht dat er iets meer is dan dat. Voor het eerst kan ze zelf keuzes gaan maken in haar leven. Dit moment is het begin van zoveel meer, als toekomst. Daarom had dit verhaalelement ook een hele positieve werking op mij.

Maar, er waren ook verhaalelementen die een negatieve werking op mij hadden. Een voorbeeld hiervan is op blz. 135 in r.14-19: ‘ Hij neemt haar apart en zegt dat ze de moeder meer moet helpen in het huishouden. Dat zij het druk genoeg heeft met zo’n groot huishouden en dat ze zich bij hem over haar heeft beklaagd. Het duizelt Katelijne van verontwaardiging. Is zij niet de enige die nog een vinger uitsteekt in het huis en die met Moederdag een cadeautje koop van haar eigen geld, terwijl de jongens alleen een jampot vullen met paardenbloemen en madeliefjes? Je bent nu eenmaal het enige meisje. En ze moet goed begrijpen dat ze net als iedereen de verantwoordelijkheid heeft om het allemaal draaiende te houden.’ Hierin lezen we dat Katelijne meer moet gaan doen in het huishouden, omdat haar moeder heeft geklaagd dat ze te weinig doet. Dit vind ik echt niet kunnen, want ze is een kind van twaalf. Ze zou onbezorgd rond moeten rennen of met vriendinnen op pad moeten zijn, niet uren zwoegen in huis. Ik snap dat het vroeger normaler was om als vrouw actief mee te helpen in het huishouden, maar dit gaat wel erg ver. En om dan als moeder ook nog te klagen, terwijl Katelijne altijd lieve dingen voor haar doet, is erg ondankbaar. Kinderen van nu helpen bijna helemaal niet meer mee in het huishouden. Tenzij je nog ouders er tussen hebt, die dat belangrijk vinden, maar anders dan zie je dat echt niet meer. Ik vond dit verhaalelement niet oké, omdat ik het niet eens was met de manier waarop Katelijne wordt behandeld. Ik werd er net zoals Katelijne ook erg verontwaardigd van. Een ander verhaalelement dat ook een negatieve werking op mij had, was het stuk waarin de vader klaagt over de moeder, die de koffie nog niet heeft klaarstaan, als hij terugkomt van werk, op blz.71 in r.4-11: ‘ Die mannen zijn de hele dag op pad, zegt de vader dan. Die zitten de hele dag de schijven uit hun ruggengraat te rammelen. Vind je het gek dat we wel een keer een bakje lusten? Je kan wel aan de gang blijven. De vader vindt dat wel het minste. Hij is zo opgevoed. Maar hij heeft makkelijk praten, hij hoeft zich alleen mar in zijn makkelijke stoel te laten zakken en na het eerste bakje zijn kommetje weer bij te schuiven voor een doe hem nog maar een keertje vol, vrouw.’ Ik was het in dit stuk tekst helemaal met Katelijne eens. Haar vader gaat maar zitten en verwacht dat iedereen op hem afrent om het hem naar de zin te maken. En dat dan ook nog eens de taak van een vrouw is, gaat voor mij te ver. De vader mag dan wel zo opgevoed zijn, maar hij mag wel wat meer respect tonen richting zijn vrouw. Ze is meer dan een koffiemachine! Daarom had dit verhaalelement een negatieve werking op mij. Het was erg vrouwonvriendelijk en erg verwend.
Passages
Een passage die mij heel erg aansprak was het stuk waarin een neef van Katelijne zich afvraagt wie er slimmer is: Katelijne of Rogier? Dat lezen we in dit stuk: ‘ t’ Is winter, zegt de neef. Het is bitter koud en het heeft zo hard gevroren dat er ijs ligt op de sloot rond deze tuin- kijk, hier. Oké, zegt Katelijne, die op het papier een vierkantje in een vierkantje ziet staan. Jij staat hier en je moet naar daar, want daar hangen appels aan de boom met drie veel te grote appels eraan. Appels, denkt Katelijne. In de winter? Ze wil echter haar neef die haar kennelijk hoog heeft zitten niet voor het hoofd stoten. Daar gaat het nu blijkbaar niet om. Nu gaat het erom, zegt de neef, de spanning vergrotend door eerst nog heel precies de steeltjes aan de appels te tekenen en zelfs nog een paar bladeren met nerven, wat de kortste weg is naar de appels. Hier, zo, langs dit pad, of zo, over het ijs. En waar staat dat ook alweer? Hierr! Minstens vijf wijsvingers wijzen haar de plek aan. Over het ijs, zegt Katelijne. Dat is veel korter, Dat ziet een klein kind. Fout! Roept de jury unaniem. In de winter worden er geen appels geplukt. Ha haaaa! Rogier lacht opgelucht.’ Hierin lezen we dat Katelijne wel degelijk het antwoord wist, maar omdat ze iemand anders zijn gevoelens wilde besparen, zei ze het niet. Hierdoor denkt de rest dat ze even slim is of zelfs minder slim is, dan Rogier, maar dat is helemaal niet zo. Katelijne is de slimste van haar familie, maar ook het enige meisje en dus heeft ze het minst te zeggen, waardoor ze als ze iets weet, nooit het durft te zeggen. Deze passage sprak mij heel erg, omdat ik zelf ook wel vaak het antwoord heb geweten, maar het nooit durfde te zeggen. Ik was bijv. bang dat ik het antwoord fout had of dat als ik hem goed had, iedereen zou denken dat ik een opschepper was. Daarom zei ik nooit wat; dat was erg veilig. Deze passage was daarom erg herkenbaar en daarom sprak hij mij erg aan.
Vergelijking met andere boeken/films
Ik kan dit boek wel vergelijken met een ander boek, namelijk het boek: de Helaasheid der Dingen. Dit boek gaat over Dimitri Verhulst die opgroeit in een klein dorp met zijn alcoholverslaafde ooms en vader. Hij vertelt in het boek over zijn opvoeding en over zijn jeugd. In dit boek volgen we Katelijne, die opgroeit in een klein dorp, op een boerderij, samen met haar zes broers en vader en moeder. Dit is een andere gezinssamenstelling, maar in beide boeken wordt wel vanuit de hoofdpersoon verteld over zijn of haar jeugd en opvoeding. Beide hoofdpersonen hebben een bijzondere jeugd gehad en daardoor kan ik deze boeken wel met elkaar vergelijken. Ik kan dit boek niet vergelijken met andere films die ik heb gezien, maar het boek zelfs is wel verfilm. De verfilming wordt regisseert door Tallulah Hazekamp Schwab en Hendrikje Nieuwerf als Katelijne. De film volgt de gebeurtenissen uit het boek en er spelen ook dezelfde personages in.
Oordeel over het thema
We lezen in het boek over Katelijne haar geformeerde opvoeding en over hoe zij haar opvoeding heeft beleeft van de leeftijd van twaalf tot veertien. Dit is het thema van het boek. Het thema van het boek heeft mij wel aan het denken gezet. Ik ben namelijk zelf in een christelijk gezin opgevoed en nu nog steeds, natuurlijk, maar in die opvoeding zaten wel erg veel verschillen met die van Katelijne. Ik ben Evangelisch opgevoed en dat is een groot verschil met gereformeerd. Ik heb nooit het gebrek aan vrijheid gekend, zoals Katelijne deed en ik mocht ook overal mee naar toe. Ik leef precies hetzelfde als elke andere tiener, maar er zitten bepaalde normen en waarden aan mijn geloof vast, zoals : heb je naasten lief, zoals je zelf . Ook heb je waardes, die erg belangrijk zijn in je leven met God, zoals vrede, barmhartigheid, liefde, vreugde, zelfbeheersing en vergevingsgezindheid. Ik zie deze normen en waarden, als iets universeels. We moeten allemaal goed zijn voor onze naasten en streven naar vrede. Omdat het thema van het boek voor mij herkenbaar was, was het boek voor mij wel makkelijk te begrijpen. Ik snap dat je soms twijfels hebt aan het geloof en in sommige gemeenschappen is het inderdaad een feit dat de vrouw onder de man staat, maar dit heb ik zelf niet meegekregen, vanuit huis. Ik vond het thema van het boek erg goed, omdat het belangrijk is om mensen een goed beeld te geven van het geloof. Ik vond dat hierin het beeld van het christelijk geloof wel wat aangepast mag worden, want in het boek is het christendom erg somber en zitten er veel regels aan vast. Maar als je kijkt naar de regels, dus de normen en waarden die je aanhangt, als christen, dan zullen veel mensen deze herkennen. Ook is het christendom voor mij helemaal niet somber. Er zit juist een bepaalde vreugde in en een kracht, die je er uit put. Mijn oordeel over het thema van het boek is dus, dat het een goed thema is, maar de verschillende kanten van het geloof hadden wel wat meer belicht kunnen worden. Maar dit boek is natuurlijk geschreven vanuit iemands zijn eigen ervaringen en daardoor is mijn oordeel dat het zo een heel goed thema was om te behandelen.
Taalgebruik
Ik vond het taalgebruik van Treur makkelijk te begrijpen en het wat niet te ingewikkeld. Soms zaten er moeilijke Bijbelse verhalen in. Ikzelf lees de Bijbel altijd in de HTB, dit is een hele makkelijke vertaling van de Bijbel, maar in het boek gebruikten ze die niet. Ik denk dat als ze deze vertaling had gebruikt, dat het voor de lezers wel makkelijker te lezen was geweest, maar aan de andere kant, de oma van Katelijne vertelt vooral de verhalen en zij is opgegroeid met de oude vertalingen, dus het is ook beeldender dat ze voor deze vertaling zijn gegaan. Voor de rest was het taalgebruik erg origineel en helder. Het boek was te begrijpen en er zaten vaak mooie zinnen in. De zinnen waren niet te lang en niet te kort. Lange en korte zinnen werden steeds afgewisseld, daardoor was het verhaal erg prettig om te lezen. In het algemeen was het dus fijn taalgebruik.
Eindoordeel
Ik vond Dorsvloer vol Confetti een goed bedacht en geschreven boek. Ik vind het een mooi idee dat iemand over zijn opvoeding schrijft en er dus op terug heeft gekeken. Onze opvoeding is erg belangrijk voor ons latere leven en daarom is het goed dat we terugkijken naar de gebeurtenissen in onze jeugd en hoe ze ons hebben beinvloed. Daar kunnen we van leren en als je een fijne jeugd hebt gehad, dan kun je er dankbaar voor zijn en als je een slechte jeugd hebt gehad, dan kan je ervan leren. Het verhaal is erg realistisch opgebouwd. Het is boek is dan ook een fictie, dus alles kan ook echt gebeuren, in onze wereld. De schrijfster van het boek heeft met dit boek, denk ik, willen aankaarten dat religie niet meer zo werkt, als dat het zou moeten werken, want de jeugd heeft geen zin meer om naar de kerk te gaan. Eerlijk gezegd, snap ik dit erg goed, want als ik uren lang naar een hele lange preek zou moeten luisteren, dan haak ik ook af. In onze kerk gaan de dingen echt heel anders, dan bij Katelijne in de kerk. Dit vond ik dan ook fascinerend om over te lezen. Wij beginnen met de kerk op zondag om tien uur en daarna gaan we eerst een half uur met elkaar zingen en God prijzen en daarna hebben we een preek van ongeveer een half uur, door onze dominee. Vaak zit er ook een PowerPoint bij de preek of wordt er een voorwerp meegenomen om iets te demonstreren of duidelijk te maken. Voor de baby’s is er een crèche, zodat de ouders kunnen meezingen en rustig kunnen luisteren naar de preek en voor de kinderen is er een zondagsschoolprogramma. Dit zijn hele leuke programma’s over de Bijbel, waarin er wordt gespeeld en er worden kleurplaten gemaakt. En voor de jongeren vanaf twaalf jaar worden er jeugddiensten gehouden, doen we spelletjes samen, gaan we op kamp en delen we onze levens met elkaar. Ik vond de toon van het boek een beetje somber, omdat Katelijne zich duidelijk niet thuis voelt in de strenge en sombere sfeer van haar gezin. Haar vorm van geloof is erg anders, dan die van mij en door dit boek te lezen, kon ik de twee werelden goed vergelijken. Het voelde ook echt alsof er een wereld tussen ons zat, tijdens het lezen van dit boek. Ondanks dat we allebei christen zijn, hangen we wel een andere stroming aan en ik had niet bedacht, dat die stromingen zo konden verschillen. Daardoor vond ik dit boek erg leerzaam en ik snap nu ook beter, waardoor veel jongeren het geloof niet meer interessant vinden. Het boek heeft zeker indruk op mij gemaakt. Het heeft mij doen realiseren dat anderen mensen heel anders over mij kunnen denken, als ik zeg dat ik christen ben. Ik zag het altijd als iets vreugdevols en iets fijns, dat je een geloof aanhangt, maar misschien zagen andere mensen mij anders, omdat ze dachten dat ik door mijn geloof erg somber en streng zou zijn. Dit heb ik echt meegenomen in mijn leven nu. Ik vind het belangrijk dat mensen een goed beeld krijgen van het christendom en ik denk dat Treur een deel ervan heeft geschetst, maar niet hele plaatje. Daardoor vind ik het een mooi boek met een goed verhaal en een goed thema, maar er mist voor mij wel wat. Maar mijn mening over dit boek is erg positief en ik heb ervan geleerd en genoten, tijdens het lezen.
Aanraden of niet?
Ik zou dit boek wel aanraden aan iemand anders. Ik vind het goed dat er boeken worden geschreven over christelijke gezinnen, maar ik zou wel zelf ook graag dingen over het geloof aan ze vertellen. Ik vind namelijk dat het goed is om andere culturen, talen en dus ook geloven te leren kennen. Dit boek is een goed begin om meer te leren over het geloof, maar ik zou dan zelf ook graag willen vertellen over de manier waarop wij geloven, zodat je als niet-gevoelige een beeld krijgt van alle christelijke stromingen. Ik denk dat er anders veel misvattingen ontstaan. Ik zou dit boek dus wel aan iemand anders aanraden, omdat het gewoon een goed boek is, dat makkelijk te begrijpen is en dat erg leerzaam is, voor iedereen die dit boek zou willen lezen; christen of geen christen.
Het einde

Reageer op deze recensie

Meer recensies van RoosinSpanje