Lezersrecensie
De burgerbaron
Luc Panhuysen, De burgerbaron. Joan Derk van der Capellen en het begin van de democratie, Uitgeverij Atlas Contact, 2024
De burgerbaron
Panhuysen is een historicus die boeken schrijft voor een groter publiek dan de eigen vakgenoten. Hij schrijft geen fictie, dus we lezen bij hem geen historische romans. Maar Panhuysen is niet zo’n ‘populair’ schrijver als bijvoorbeeld Geert Mak. Panhuysen blijft dichterbij de historische werkelijkheid - als die al bestaat - dan Mak, en gelukkig deelt de eerste niet Maks visie ‘dat vroeger alles beter was’. Dat laatste zijn mijn woorden maar Mak heeft daar wel een handje van en ik stoor mij daar in toenemende mate aan. Maar dat terzijde.
Panhuysen heeft verschillende historische boeken voor een groter publiek op zijn naam staan, bijvoorbeeld: over het rampjaar 1672, over Maarten Tromp en de armada van 1639*. Hij gebruikt historische bronnen zoals archieven en pamfletten en geeft de lezer altijd een lijst met gebruikte bronnen en literatuur.
Joan Derk van de Capellen staat aan de basis van de Patriottenbeweging in de Republiek van de Nederlanden. Dat is een beweging die past in de politieke en en morele tijdgeest van het einde van de 18e eeuw en die enigszins te vergelijken is met de Amerikaanse en Franse Revolutie. Laten we zeggen: het strijden van gewone burgers naar meer politieke invloed, het begin van de moderne democratie.
Joan Derk liep als jonge man nogal met zijn ziel onder de arm. Hij zocht een levensdoel. Hij was wel van adel maar had geen eigen landgoed. Zijn vader wilde niets van hem weten en hij werd opgevoed door zijn strenge grootvader en moeder. Joan Derk vond in Overijssel de provincie waar hij zijn politieke ankers kon slaan. Hij werd na wat gedoe toegelaten tot de Ridderschap maar wierp zich op als voortrekker voor het gewone volk. Met name stelde hij alles in het werk om de drostendiensten in zijn provincies af te schaffen. Die drostendiensten waren een soort middeleeuws relict die boeren verplichtten gratis diensten te verrichten voor de heer en ook tot het betalen van bepaalde zaken; een vorm van slavernij dus.
Om zijn streven kracht bij te zetten gebruikte Joan Derk het schrijven van pamfletten als wapen. Daar was hij tamelijk succesvol in.
Hij was geen gezond en sterk mens en zijn inspanningen kostten hem veel. Oud is hij niet geworden.
Even kort door de bocht, de patriotten keerden zich tegen de stadhouder, Willen V, die te veel naar aartsvijand Engeland neigde en geen sterk regeerder was. Misschien had men nog wel meer kritiek op de kliek rondom de stadhouder. De situatie leek wel een beetje op die van het rampjaar 1672. Dreiging voor de Republiek kwam er vanuit Engeland, Frankrijk en Pruisen. De Republiek was verdeeld tussen prinsgezinden en patriotten. Het was Joan Derks kracht dat hij erin slaagde een aanvankelijk provinciaal conflict, dat van de drostendiensten in Overijssel, op een nationale niveau te tillen.
In dit boek gaat logischerwijze veel aandacht uit naar het gedoe in Overijssel en Joan Derks gevecht tegen de oude orde, de Ridderschap. De bronnen die Panhuysen gebruikt zijn notulen en officiële stukken en de pamfletten van Joan Derk. De stroperigheid van de toenmalige politiek maakt dit boek niet tot een levendig geheel. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik dit boek van Panhuysen waardeer. Enerzijds ben ik altijd dol geweest op de Patriottentijd in de Republiek vanwege het democratiserende karakter - en passend in de eeuwen durende strijd tussen de prinsgezinden en tegenstanders van de Oranjes, die voortdurend streefde naar monarchale macht -. Anderzijds leest dit boek niet lekker en vlot, en dat vind ik jammer. Zal dit boek een groot publiek aantrekken? Maar ik vrees dat ik het er niet beter vanaf zou brengen.
Hulde sowieso voor Panhuysen om deze belangrijke periode van de Nederlandse geschiedenis onder onze aandacht te brengen.
*
—Rousseau: Beknopte biografische schets van de Franse filosoof en pedagoog, uitg. Mets/Passatempo, Amsterdam, 1991, ISBN 90-5330-036-8
—Lord Byron: Beknopte levensschets van de Britse dichter, uitg. Mets/Passatempo Amsterdam, 1992, ISBN 90-5330-056-2 (secundaire auteur: Sjoerd de Jong)
—De beloofde stad: opkomst en ondergang van het koninkrijk der wederdopers uitg. Atlas, 1e dr 2000, 2e dr. 2008, ISBN 978-90-467-0188-1
—Jantje van Leiden, uitg. Verloren, Hilversum, 2001, ISBN 90-6550-461-3
—De ware vrijheid: De levens van Johan en Cornelis de Witt, uitg. Atlas, 2005, ISBN 978-90-450-0028-2
—Rampjaar 1672: hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte, uitg. Atlas, 2009, ISBN 978-90-450-1328-2
—Een Nederlander in de wildernis : de ontdekkingsreizen van Robert Jacob Gordon in Zuid-Afrika, Nieuw Amsterdam, 2010, ISBN 978-90-8689-066-8
—Oranje tegen de Zonnekoning : De strijd van Willem III en Lodewijk XIV om Europa, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2016, ISBN 978-90-450-2329-8
—Het monsterschip: Maarten Tromp en de armada van 1639, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2021, ISBN
De burgerbaron
Panhuysen is een historicus die boeken schrijft voor een groter publiek dan de eigen vakgenoten. Hij schrijft geen fictie, dus we lezen bij hem geen historische romans. Maar Panhuysen is niet zo’n ‘populair’ schrijver als bijvoorbeeld Geert Mak. Panhuysen blijft dichterbij de historische werkelijkheid - als die al bestaat - dan Mak, en gelukkig deelt de eerste niet Maks visie ‘dat vroeger alles beter was’. Dat laatste zijn mijn woorden maar Mak heeft daar wel een handje van en ik stoor mij daar in toenemende mate aan. Maar dat terzijde.
Panhuysen heeft verschillende historische boeken voor een groter publiek op zijn naam staan, bijvoorbeeld: over het rampjaar 1672, over Maarten Tromp en de armada van 1639*. Hij gebruikt historische bronnen zoals archieven en pamfletten en geeft de lezer altijd een lijst met gebruikte bronnen en literatuur.
Joan Derk van de Capellen staat aan de basis van de Patriottenbeweging in de Republiek van de Nederlanden. Dat is een beweging die past in de politieke en en morele tijdgeest van het einde van de 18e eeuw en die enigszins te vergelijken is met de Amerikaanse en Franse Revolutie. Laten we zeggen: het strijden van gewone burgers naar meer politieke invloed, het begin van de moderne democratie.
Joan Derk liep als jonge man nogal met zijn ziel onder de arm. Hij zocht een levensdoel. Hij was wel van adel maar had geen eigen landgoed. Zijn vader wilde niets van hem weten en hij werd opgevoed door zijn strenge grootvader en moeder. Joan Derk vond in Overijssel de provincie waar hij zijn politieke ankers kon slaan. Hij werd na wat gedoe toegelaten tot de Ridderschap maar wierp zich op als voortrekker voor het gewone volk. Met name stelde hij alles in het werk om de drostendiensten in zijn provincies af te schaffen. Die drostendiensten waren een soort middeleeuws relict die boeren verplichtten gratis diensten te verrichten voor de heer en ook tot het betalen van bepaalde zaken; een vorm van slavernij dus.
Om zijn streven kracht bij te zetten gebruikte Joan Derk het schrijven van pamfletten als wapen. Daar was hij tamelijk succesvol in.
Hij was geen gezond en sterk mens en zijn inspanningen kostten hem veel. Oud is hij niet geworden.
Even kort door de bocht, de patriotten keerden zich tegen de stadhouder, Willen V, die te veel naar aartsvijand Engeland neigde en geen sterk regeerder was. Misschien had men nog wel meer kritiek op de kliek rondom de stadhouder. De situatie leek wel een beetje op die van het rampjaar 1672. Dreiging voor de Republiek kwam er vanuit Engeland, Frankrijk en Pruisen. De Republiek was verdeeld tussen prinsgezinden en patriotten. Het was Joan Derks kracht dat hij erin slaagde een aanvankelijk provinciaal conflict, dat van de drostendiensten in Overijssel, op een nationale niveau te tillen.
In dit boek gaat logischerwijze veel aandacht uit naar het gedoe in Overijssel en Joan Derks gevecht tegen de oude orde, de Ridderschap. De bronnen die Panhuysen gebruikt zijn notulen en officiële stukken en de pamfletten van Joan Derk. De stroperigheid van de toenmalige politiek maakt dit boek niet tot een levendig geheel. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik dit boek van Panhuysen waardeer. Enerzijds ben ik altijd dol geweest op de Patriottentijd in de Republiek vanwege het democratiserende karakter - en passend in de eeuwen durende strijd tussen de prinsgezinden en tegenstanders van de Oranjes, die voortdurend streefde naar monarchale macht -. Anderzijds leest dit boek niet lekker en vlot, en dat vind ik jammer. Zal dit boek een groot publiek aantrekken? Maar ik vrees dat ik het er niet beter vanaf zou brengen.
Hulde sowieso voor Panhuysen om deze belangrijke periode van de Nederlandse geschiedenis onder onze aandacht te brengen.
*
—Rousseau: Beknopte biografische schets van de Franse filosoof en pedagoog, uitg. Mets/Passatempo, Amsterdam, 1991, ISBN 90-5330-036-8
—Lord Byron: Beknopte levensschets van de Britse dichter, uitg. Mets/Passatempo Amsterdam, 1992, ISBN 90-5330-056-2 (secundaire auteur: Sjoerd de Jong)
—De beloofde stad: opkomst en ondergang van het koninkrijk der wederdopers uitg. Atlas, 1e dr 2000, 2e dr. 2008, ISBN 978-90-467-0188-1
—Jantje van Leiden, uitg. Verloren, Hilversum, 2001, ISBN 90-6550-461-3
—De ware vrijheid: De levens van Johan en Cornelis de Witt, uitg. Atlas, 2005, ISBN 978-90-450-0028-2
—Rampjaar 1672: hoe de Republiek aan de ondergang ontsnapte, uitg. Atlas, 2009, ISBN 978-90-450-1328-2
—Een Nederlander in de wildernis : de ontdekkingsreizen van Robert Jacob Gordon in Zuid-Afrika, Nieuw Amsterdam, 2010, ISBN 978-90-8689-066-8
—Oranje tegen de Zonnekoning : De strijd van Willem III en Lodewijk XIV om Europa, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2016, ISBN 978-90-450-2329-8
—Het monsterschip: Maarten Tromp en de armada van 1639, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2021, ISBN
1
Reageer op deze recensie