Lezersrecensie
Twee vrouwen
Twee vrouwen*
Het begin van deze nieuwe roman van Vonne van der Meer is ook écht het begin, en of het einde ook het werkelijke einde is, moet je zelf maar beoordelen. Daar zit iets moois en iets duidelijks in: het begin is het begin, vanaf hier begint ons verhaal. Zelfben ik wel dol op een verhaal dat in medias res begint: gewoon er vól in, middenin het verhaal en zie maar als lezer dat te weten komt hoe het in elkaar zit en hoe het zo gekomen is - met behulp van flash backs meestal, of dialogen of wat dan ook.
De auteur stelt ons voor: Cécile - Ciel - Landsma, net ontslagen, net gescheiden, op de drempel van de menopauze is onlangs komen wonen op de bovenste verdieping van een tamelijk nieuwe flat in Nieuw-West, ver voorbij de Ring, dus ver weg van het Amsterdamse centrum, in de buurt van de Sloterplas — waar ik zelf heel fijne zomers heb doorgebracht; zoiets geeft een verhaal meteen veel sjeu —. Ciel loopt met haar ziel onder de arm. Ze zit een beetje te mijmeren op een bankje bij een kinderspeelplaatsje - wat denk je direct: een ongewenst kinderloze vrouw of een nare kinderlokker -. Een jonge moeder, die een mengelmoes van Nederlands en Engels spreekt vraagt haar even op haar kindje te passen want ze moet eventjes weg. Die schommel is een motief dat steeds terugkomt: het is heel prettig om te schommelen, los van de grond, alsof je vliegt, maar er loert ook gevaar; op het moment dat je niet oplet kunnen er nare dingen gebeuren, zoals dat je moeder ineens vervangen is door een vreemde witte mevrouw. Je wordt in slaap gesust en als je bij zinnen komt is de wereld totaal veranderd. Het kind heet Faith - what’s in a name?, nou inderdaad: een heleboel!
Als de moeder zich niet meldt ga je er als lezer vanuit dat er een spannende thriller op je ligt te wachten, ook al omdat er later een lijk en een rechercheur om de hoek komen kijken. Het is geen verkeerde move om je lezer, je kijker op het verkeerde been te zetten. Net zoals er ineens een vreemde mevrouw je schommel duwt, zo word je wakker in een andere realiteit als de schrijver, de regisseur, de kunstenaar je wakker laat worden in een andere werkelijkheid - a separate reality. Hopla, we zijn weer helemaal in het hier en nu; we kunnen geen gebaande paden gaan. Wakker worden en zelf gaan nadenken. Dat is wat Van der Meer ons laat doen in deze roman.
Ik geloof dat ik in dit geval niet te veel moet vertellen over het verhaal; dat haalt het mooie en onverwachte eraf. Gaande het boek raak je geïnformeerd over de vrouwen om wie dit verhaal draait. Ciel, de oudere witte vrouw, Gladys, de zwarte moeder van de peuter Faith.
Beide vrouwen staan op een kruispunt in hun leven. Wat is het juiste om te doen? Wat durf je aan? Welke beren zie je op de weg? Wat zijn jouw eigen duistere kanten? Zo voelt Ciel diep in zich het verlangen naar een kind, naar dit kind en gloort er ergens een hebberig gevoel het kind voor zichzelf te houden. Ook ervaart ze jaloezie ten opzichte van Gladys, die veel jonger is en verleidelijker dan zijzelf - dan gaat het om Ciels nieuwe nieuwe vriend Rogier, maar lees daar zelf maar over -.
Ciel doet een offer en ze weet niet of zij daar juist aan doet, of ze hoopt dat het goed is en dat zijzelf niet opgelicht wordt of dat zij zichzelf niet gebruikt gaat voelen - dat staat dan een beetje op gelijke voet met het misbruik dat van Gladys gemaakt wordt. Het is werkelijk een offer: ze weet niet of het haar iets oplevert en daarom doet ze het niet, of toch wel? En durft een mens een kant op te gaan waarvan zij/hij van te voren niet weet of het de goede is?
De twee vrouwen lijken elkaars tegenpolen maar toch ook wel niet: oud versus jong; geen moeder/oma versus moeder; wit versus zwart; schuld vs geen schuld; christelijke achtergrond vs voodoo-achtige krachten. Wellicht lijken zij in een diepre laag meer op elkaar dan zij verwacht hadden, en wat wij lezers verwacht hadden. Er lijkt voor beiden een nieuwe toekomst te zijn.
Een van de mooiste passages van deze roman vind ik het einde: ‘Er bleef intussen iets knagen.’ (2021: 204). Nooit is het leven ‘af’. In tegenstelling tot een afgebakend begin blijft er aan het eind iets knagen….
De roman geeft de lezer de mogelijkheid om de eigen vooroordelen onder de loep te nemen en je meningen over een aantal zaken te herzien: over wit en zwart, vrouwen en mannen, immigratie, uitbuiting van vrouwen, over je eigen donkere kanten en hoe verschillend je daarmee om kunt gaan. Het is in zekere zin een feministische roman, niet in extremo, dus laat je daardoor niet afhouden van dit boek; ik hou wel van een lekker feministisch boek. Het is een heel, heel sympathiek boek, wellicht een beetje te soft en iets te vlak voor mij. Van der Meers schrijfstijl is prettig, licht, niet opdringerig.
Het ‘kauwtjesmotief’ dat staat voor de overgang van dag naar nacht is prachtig! Ik ben zelf altijd erg dol op het gebruik van motieven in romans - en in beeldende kunst -, die een verhaal een intense samenhang en diepe beleving kunnen geven. Hierboven had ik het al over het ‘schommelmotief’.
De zomervakantie waarin het verhaal zich afspeelt is erg heet en droog en lijkt in die zin op het land waar Gladys uit afkomstig is. Het lijkt te suggereren: Nederland is niet zo verschillende van Nigeria en dat geldt voor veel aspecten van het leven. ‘Wij’, witte Europeanen, hoeven ons niet op de borst te kloppen. Het leven is het leven, waar je ook geboren bent en waar je ook woont en in welke fase van je bestaan je je ook bevindt.
De titel Naar Lillehammer deed me denken aan een Netflix-serie over een ondergedoken New-Yorkse (het was toch New York?) maffiabaas die terecht komt in Lillehammer, Noorwegen. Het is een absoluut hilarische serie, waarin maffiabaas en de Noren keer op keer giga op de korrel genomen worden.
Gladys’ broer woont in Lillehammer. Dat lijkt een onwaarschijnlijke plaats voor een Nigeriaans gezin.
Van der Meers vorige roman Vindeling las en besprak ik ook.
Ik sta er inmiddels wel een beetje bekend om, geloof ik, om die rare titels van mijn stukjes over boeken. Heel vaak schiet mij een titel door het hoofd die verband houdt met andere boeken of films o.i.d. Alle boeken die ik lees gaan een bepaald verband aan met elkaar. Dat verband kan net zo makkelijk weer veranderen na het lezen van het volgende boek. Dat verband is niet objectief maar zeer persoonlijk. Deze roman van Vonne van der Meer gaat over twee vrouwen en Twee vrouwen doet denken aan de roman van Harry Mulisch; overigens niet zijn beste, maar wel met de beste bedoelingen geschreven - associatie: the way to Hell is paved with good intentions; dat leerde mijn lerares Engels me al vroeg. Maar over die hel zijn ook prachtige boeken en verhalen geschreven en kunstwerken gemaakt: Dante, Jeroen Bosch…. Zó gaat dat dus….een stroom van persoonlijke associaties, betekenissen en relaties.
Over de auteur:
https://vonnevandermeer.nl/_WPVVDM/wp-content/uploads/2020/11/Biografie-Vonne-van-der-Meer.pdf
Vonne van der Meer werd in 1952 in Eindhoven geboren. Ze was het jongste kind in een gezin van drie. Haar moeder was een fanatieke lezer die haar kinderen veel en graag voorlas. De familie verhuisde naar Laren, waar Van der Meer na de lagere school de MMS bezocht. Omdat ze zich bij de lessen Nederlands onderscheidde bij het opstelschrijven mocht Van der Meer bij haar eindexamen verhalen inleveren. Na haar eindexamen ging ze een jaar naar een high school in de Verenigde Staten, waar haar liefde voor het toneel werd aangewakkerd door de acteerlessen die ze volgde.
Twee jaar later werd ze toegelaten tot de regieafdeling van de Amsterdamse Theaterschool. Tijdens deze opleiding bleef ze eigen werk schrijven: verhalen, toneel, schetsen. Al snel werd ze de belangrijkste tekstleverancier van haar klas: "Als er voor Koninginnedag een straattheaterstuk gemaakt moest worden, bewerkte ik in één nacht een sprookje. Als twee medeleerlingen een stuk zochten om samen aan te werken, maar niks konden vinden dat bij hun leeftijd en mogelijkheden paste, schreef ik het. Daar ontdekte ik ook dat het niet verstandig is je eigen werk te regisseren. De afstand ontbreekt dan. Als een scène niet meteen lukt, ben je geneigd meteen te gaan herschrijven, in plaats van de acteurs een andere opdracht te geven.”
In 1976 werd Van der Meers monoloog De behandeling door toneelgroep Centrum op het repertoire genomen. In 1978 sloot ze haar toneelopleiding af en werd regieassistent van Franz Marijnen bij het RO-theater. Al snel regisseerde ze zelf stukken van Goethe, Osborne, Frisch en een bewerking van Plato's Symposium. Daarna regisseerde ze een kleine tien jaar bij uiteenlopende gezelschappen als Baal, Centrum, De Haagse Comedie en het RO-theater. Bij het laatste gezelschap ging in 1996 ook haar toneelstuk Weiger nooit een dans in première.
Van der Meers verzamelde verhalen uit Hollands Maandblad werden in 1987 gebundeld in haar debuut Het limonadegevoel, dat prompt bekroond werd met de Geertjan Lubberhuizenprijs. Sindsdien publiceert ze met grote regelmaat romans, verhalenbundels en novellen. Met haar werk heeft Van der Meer zowel in binnen- als buitenland een groot lezerspubliek bereikt. De doorbraak naar het grote publiek kwam in 1999 met Eilandgasten, een roman-in-verhalen waarin we de tijdelijke bewoners van huize Duinroos leren kennen, gevolgd door de romans De avondboot en Laatste seizoen. Twintig jaar later verschenen deze drie Eilandromans gebundeld in een jubileumeditie.
Haar meest recente werk is Vindeling (2019), een verhaal dat begint tijdens de Hongaarse opstand in Boedapest. Jutka Horvath vlucht met haar moeder via Oostenrijk naar Amsterdam. Haar leven begint met verlies: van haar familie, haar taal, haar vader. Door de toevallige vondst – in haar nieuwe vaderland – van een handtas raakt Jutka in de ban van het vinden. Wat ze vindt brengt ze terug, maar zelf blijft ze zoek.
Vonne van der Meer is gastdocent aan de Ritcs, School of Arts in Brussel en zit in het bestuur van PEN Nederland. Van der Meer is getrouwd met auteur Willem Jan Otten met wie zij twee zoons heeft.
Bibliografie:
Titel: Naar Lillehammer
Auteur: Vonne van der Meer
Uitgever: AtlasContact
Jaar van uitgave: 2021
Aantal pagina’s: 206
ISBN: 97 89025 470593
Het begin van deze nieuwe roman van Vonne van der Meer is ook écht het begin, en of het einde ook het werkelijke einde is, moet je zelf maar beoordelen. Daar zit iets moois en iets duidelijks in: het begin is het begin, vanaf hier begint ons verhaal. Zelfben ik wel dol op een verhaal dat in medias res begint: gewoon er vól in, middenin het verhaal en zie maar als lezer dat te weten komt hoe het in elkaar zit en hoe het zo gekomen is - met behulp van flash backs meestal, of dialogen of wat dan ook.
De auteur stelt ons voor: Cécile - Ciel - Landsma, net ontslagen, net gescheiden, op de drempel van de menopauze is onlangs komen wonen op de bovenste verdieping van een tamelijk nieuwe flat in Nieuw-West, ver voorbij de Ring, dus ver weg van het Amsterdamse centrum, in de buurt van de Sloterplas — waar ik zelf heel fijne zomers heb doorgebracht; zoiets geeft een verhaal meteen veel sjeu —. Ciel loopt met haar ziel onder de arm. Ze zit een beetje te mijmeren op een bankje bij een kinderspeelplaatsje - wat denk je direct: een ongewenst kinderloze vrouw of een nare kinderlokker -. Een jonge moeder, die een mengelmoes van Nederlands en Engels spreekt vraagt haar even op haar kindje te passen want ze moet eventjes weg. Die schommel is een motief dat steeds terugkomt: het is heel prettig om te schommelen, los van de grond, alsof je vliegt, maar er loert ook gevaar; op het moment dat je niet oplet kunnen er nare dingen gebeuren, zoals dat je moeder ineens vervangen is door een vreemde witte mevrouw. Je wordt in slaap gesust en als je bij zinnen komt is de wereld totaal veranderd. Het kind heet Faith - what’s in a name?, nou inderdaad: een heleboel!
Als de moeder zich niet meldt ga je er als lezer vanuit dat er een spannende thriller op je ligt te wachten, ook al omdat er later een lijk en een rechercheur om de hoek komen kijken. Het is geen verkeerde move om je lezer, je kijker op het verkeerde been te zetten. Net zoals er ineens een vreemde mevrouw je schommel duwt, zo word je wakker in een andere realiteit als de schrijver, de regisseur, de kunstenaar je wakker laat worden in een andere werkelijkheid - a separate reality. Hopla, we zijn weer helemaal in het hier en nu; we kunnen geen gebaande paden gaan. Wakker worden en zelf gaan nadenken. Dat is wat Van der Meer ons laat doen in deze roman.
Ik geloof dat ik in dit geval niet te veel moet vertellen over het verhaal; dat haalt het mooie en onverwachte eraf. Gaande het boek raak je geïnformeerd over de vrouwen om wie dit verhaal draait. Ciel, de oudere witte vrouw, Gladys, de zwarte moeder van de peuter Faith.
Beide vrouwen staan op een kruispunt in hun leven. Wat is het juiste om te doen? Wat durf je aan? Welke beren zie je op de weg? Wat zijn jouw eigen duistere kanten? Zo voelt Ciel diep in zich het verlangen naar een kind, naar dit kind en gloort er ergens een hebberig gevoel het kind voor zichzelf te houden. Ook ervaart ze jaloezie ten opzichte van Gladys, die veel jonger is en verleidelijker dan zijzelf - dan gaat het om Ciels nieuwe nieuwe vriend Rogier, maar lees daar zelf maar over -.
Ciel doet een offer en ze weet niet of zij daar juist aan doet, of ze hoopt dat het goed is en dat zijzelf niet opgelicht wordt of dat zij zichzelf niet gebruikt gaat voelen - dat staat dan een beetje op gelijke voet met het misbruik dat van Gladys gemaakt wordt. Het is werkelijk een offer: ze weet niet of het haar iets oplevert en daarom doet ze het niet, of toch wel? En durft een mens een kant op te gaan waarvan zij/hij van te voren niet weet of het de goede is?
De twee vrouwen lijken elkaars tegenpolen maar toch ook wel niet: oud versus jong; geen moeder/oma versus moeder; wit versus zwart; schuld vs geen schuld; christelijke achtergrond vs voodoo-achtige krachten. Wellicht lijken zij in een diepre laag meer op elkaar dan zij verwacht hadden, en wat wij lezers verwacht hadden. Er lijkt voor beiden een nieuwe toekomst te zijn.
Een van de mooiste passages van deze roman vind ik het einde: ‘Er bleef intussen iets knagen.’ (2021: 204). Nooit is het leven ‘af’. In tegenstelling tot een afgebakend begin blijft er aan het eind iets knagen….
De roman geeft de lezer de mogelijkheid om de eigen vooroordelen onder de loep te nemen en je meningen over een aantal zaken te herzien: over wit en zwart, vrouwen en mannen, immigratie, uitbuiting van vrouwen, over je eigen donkere kanten en hoe verschillend je daarmee om kunt gaan. Het is in zekere zin een feministische roman, niet in extremo, dus laat je daardoor niet afhouden van dit boek; ik hou wel van een lekker feministisch boek. Het is een heel, heel sympathiek boek, wellicht een beetje te soft en iets te vlak voor mij. Van der Meers schrijfstijl is prettig, licht, niet opdringerig.
Het ‘kauwtjesmotief’ dat staat voor de overgang van dag naar nacht is prachtig! Ik ben zelf altijd erg dol op het gebruik van motieven in romans - en in beeldende kunst -, die een verhaal een intense samenhang en diepe beleving kunnen geven. Hierboven had ik het al over het ‘schommelmotief’.
De zomervakantie waarin het verhaal zich afspeelt is erg heet en droog en lijkt in die zin op het land waar Gladys uit afkomstig is. Het lijkt te suggereren: Nederland is niet zo verschillende van Nigeria en dat geldt voor veel aspecten van het leven. ‘Wij’, witte Europeanen, hoeven ons niet op de borst te kloppen. Het leven is het leven, waar je ook geboren bent en waar je ook woont en in welke fase van je bestaan je je ook bevindt.
De titel Naar Lillehammer deed me denken aan een Netflix-serie over een ondergedoken New-Yorkse (het was toch New York?) maffiabaas die terecht komt in Lillehammer, Noorwegen. Het is een absoluut hilarische serie, waarin maffiabaas en de Noren keer op keer giga op de korrel genomen worden.
Gladys’ broer woont in Lillehammer. Dat lijkt een onwaarschijnlijke plaats voor een Nigeriaans gezin.
Van der Meers vorige roman Vindeling las en besprak ik ook.
Ik sta er inmiddels wel een beetje bekend om, geloof ik, om die rare titels van mijn stukjes over boeken. Heel vaak schiet mij een titel door het hoofd die verband houdt met andere boeken of films o.i.d. Alle boeken die ik lees gaan een bepaald verband aan met elkaar. Dat verband kan net zo makkelijk weer veranderen na het lezen van het volgende boek. Dat verband is niet objectief maar zeer persoonlijk. Deze roman van Vonne van der Meer gaat over twee vrouwen en Twee vrouwen doet denken aan de roman van Harry Mulisch; overigens niet zijn beste, maar wel met de beste bedoelingen geschreven - associatie: the way to Hell is paved with good intentions; dat leerde mijn lerares Engels me al vroeg. Maar over die hel zijn ook prachtige boeken en verhalen geschreven en kunstwerken gemaakt: Dante, Jeroen Bosch…. Zó gaat dat dus….een stroom van persoonlijke associaties, betekenissen en relaties.
Over de auteur:
https://vonnevandermeer.nl/_WPVVDM/wp-content/uploads/2020/11/Biografie-Vonne-van-der-Meer.pdf
Vonne van der Meer werd in 1952 in Eindhoven geboren. Ze was het jongste kind in een gezin van drie. Haar moeder was een fanatieke lezer die haar kinderen veel en graag voorlas. De familie verhuisde naar Laren, waar Van der Meer na de lagere school de MMS bezocht. Omdat ze zich bij de lessen Nederlands onderscheidde bij het opstelschrijven mocht Van der Meer bij haar eindexamen verhalen inleveren. Na haar eindexamen ging ze een jaar naar een high school in de Verenigde Staten, waar haar liefde voor het toneel werd aangewakkerd door de acteerlessen die ze volgde.
Twee jaar later werd ze toegelaten tot de regieafdeling van de Amsterdamse Theaterschool. Tijdens deze opleiding bleef ze eigen werk schrijven: verhalen, toneel, schetsen. Al snel werd ze de belangrijkste tekstleverancier van haar klas: "Als er voor Koninginnedag een straattheaterstuk gemaakt moest worden, bewerkte ik in één nacht een sprookje. Als twee medeleerlingen een stuk zochten om samen aan te werken, maar niks konden vinden dat bij hun leeftijd en mogelijkheden paste, schreef ik het. Daar ontdekte ik ook dat het niet verstandig is je eigen werk te regisseren. De afstand ontbreekt dan. Als een scène niet meteen lukt, ben je geneigd meteen te gaan herschrijven, in plaats van de acteurs een andere opdracht te geven.”
In 1976 werd Van der Meers monoloog De behandeling door toneelgroep Centrum op het repertoire genomen. In 1978 sloot ze haar toneelopleiding af en werd regieassistent van Franz Marijnen bij het RO-theater. Al snel regisseerde ze zelf stukken van Goethe, Osborne, Frisch en een bewerking van Plato's Symposium. Daarna regisseerde ze een kleine tien jaar bij uiteenlopende gezelschappen als Baal, Centrum, De Haagse Comedie en het RO-theater. Bij het laatste gezelschap ging in 1996 ook haar toneelstuk Weiger nooit een dans in première.
Van der Meers verzamelde verhalen uit Hollands Maandblad werden in 1987 gebundeld in haar debuut Het limonadegevoel, dat prompt bekroond werd met de Geertjan Lubberhuizenprijs. Sindsdien publiceert ze met grote regelmaat romans, verhalenbundels en novellen. Met haar werk heeft Van der Meer zowel in binnen- als buitenland een groot lezerspubliek bereikt. De doorbraak naar het grote publiek kwam in 1999 met Eilandgasten, een roman-in-verhalen waarin we de tijdelijke bewoners van huize Duinroos leren kennen, gevolgd door de romans De avondboot en Laatste seizoen. Twintig jaar later verschenen deze drie Eilandromans gebundeld in een jubileumeditie.
Haar meest recente werk is Vindeling (2019), een verhaal dat begint tijdens de Hongaarse opstand in Boedapest. Jutka Horvath vlucht met haar moeder via Oostenrijk naar Amsterdam. Haar leven begint met verlies: van haar familie, haar taal, haar vader. Door de toevallige vondst – in haar nieuwe vaderland – van een handtas raakt Jutka in de ban van het vinden. Wat ze vindt brengt ze terug, maar zelf blijft ze zoek.
Vonne van der Meer is gastdocent aan de Ritcs, School of Arts in Brussel en zit in het bestuur van PEN Nederland. Van der Meer is getrouwd met auteur Willem Jan Otten met wie zij twee zoons heeft.
Bibliografie:
Titel: Naar Lillehammer
Auteur: Vonne van der Meer
Uitgever: AtlasContact
Jaar van uitgave: 2021
Aantal pagina’s: 206
ISBN: 97 89025 470593
2
2
Reageer op deze recensie