Lezersrecensie
Een roman over een sterke vrouw
Een roman over een sterke vrouw
Nebraska, circa 1880, een plaatsje met de naam Hanover, op een winderig plateau in de Divide - de waterscheiding in Zuid-Centraal-Nebraska -. Sneeuwklokjes, een groepje lage gebouwen, een grijze prairie onder een grijze hemel. Dat is het decor voor Willa Cathers debuutroman O pioniers! uit 1913. Onthoud dat jaartal: 1913!
Op de stoep voor een sombere winkel zit een Zweeds jochie koukleumend te huilen. Hij heet Emil en is een van de hoofdpersonen van deze roman. Zijn kleine poesje is de top van een telegraafpaal in gevlucht. Zijn grote zus, Alexandra, doet, gekleed in mannenkleren, boodschappen. Zij vraagt haar vriend Carl Linstrum het poesje te redden. Dit zijn de drie mensen die een grote rol spelen in deze roman. Het is het land van voornamelijk Zweden, Bohemers en Fransen.
De kleine Emil speelt met de kleine Marie.
Emil en Alexandra hebben twee broers, Lou en Oscar, die de oudste is. Hun vader, John Bergson, ligt op sterven. In deze barre omstandigheden - de hypotheek is nauwelijks afgelost - kan de vader niet gemist worden.
‘In elf lange jaren had John Bergson maar weinig indruk kunnen maken op het wilde land dat hij was komen temmen. Het was nog steeds een wild wezen dat zijn nare buien had, en niemand wist wanneer je die kon verwachten of waarom ze kwamen,’ (2022: 19)
Het leven van de pioniers is hard. Ik moest ook denken aan de romans van Annie Proulx en ook die van Steinbeck; het leven van pioniers is voor veel Amerikaanse auteurs inspiratie geweest voor romans en verhalen.
Vrijwel de meesten van die pioniers waren in het oude land handwerkers geweest, geen boeren in ieder geval.
John bespreekt veel zaken met zijn dochter, meer dan met zijn zoons. Alexandra lijkt op haar intelligente en doortastende grootvader. Zij las de kranten en volgde de beursnoteringen. Op zijn sterfbed geeft hij zijn dochter de zeggenschap over het bedrijf en het land.
Vanaf het begin begin voel je dat er een zware dreiging hangt boven het gezin Bergson. Het land is zijn bewerkers niet bijzonder goed gezind. De verstandige Alexandra roept bij Lou en Oscar niet alleen maar dankbaarheid op. Een sterke vrouw is een bedreiging in een behoudende samenleving. Jaloezie, roddel, achterklap zijn Alexandra’s deel. Maar dat is ook niet het enige geluid dat klinkt. Alexandra is even zo goed een grote hulp in die plattelandssamenleving.
Cather vertelt subtiel en met grote nuance het verhaal van Alexandra en Emil en de bewoners van de Divide. Cather toont de schoonheid van het land, van de natuur, de bomen, de gewassen, de dieren en de mensen zonder daar (te) veel woorden voor nodig te hebben. Door de schoonheid en de zoetheid van die woorden en het succes van Alexandra’s ondernemingen lijkt de lezer enigszins in slaap te worden gewiegd als in een hangmat op een lome zomerse dag. En daarna slaat het noodlot meedogenloos toe. Veel woorden wil ik daaraan niet kwijt. Het is alsof de bliksem onvoorzien inslaat op een zonnige dag. Nou ja, een paar voortekenen zijn er al maar daar moet je wel oog voor hebben. En ik merkte al op dat je vanaf het begin die dreiging voelt. Het begin van de roman is een keiharde in medias res: winter, vrieskou, zielig klein poesje in de telegraafpaal en een vader die zich wentelt tussen de klamme doodslakens.
Cather heeft maar weinig woorden nodig - nogmaals - om situaties aan te duiden. En die woorden neigen naar poëzie. Bij gedichten gaat de lezer direct op zoek naar de achterliggende betekenis. Dat doe je in een roman minder snel. Daar laat je je leiden door de loop van het verhaal. Maar in deze roman hebben de woorden zeker een achterliggende betekenis.
Ongelooflijk is dat deze roman werd gepubliceerd in 1913. Dat geloof je echt niet. Zo modern, of misschien is beter: tijdloos - als in goede poëzie - doet deze roman aan.
Dit is ook een roman om snel nog eens te lezen om de verborgen verbanden naar boven te halen.
Er is maar weinig dat Cather uitlegt. Prachtig is dat. Over het algemeen houd ik er niet zo van als mij alles uitgelegd wordt door een auteur, behalve als die auteur Philip Roth heet of A.F.Th van der Heijden. De uitleg kan natuurlijk tot stijlfiguur gemaakt worden of zelfs tot thema, wat bij van der Heijden zeker het geval is.
Omdat Cather zo weinig uitlegt en zulke eenvoudige woorden gebruikt, lijkt het bijna alsof je te maken hebt met een simpele familieroman. En dat is niet het geval, of tenminste zeker niet alleen.
Zoek de verbanden. Proef de poëzie. Voel het drama en het noodlot, die groot zijn maar subtiel door de roman en de velden sluipen.
Over de auteur:
Willa Sibert Cather (7 december 1873 – New York, 24 april 1947) was een Amerikaanse schrijfster. Ze beschreef onder meer de Great Plains in verschillende van haar romans, zoals O Pioneers!, My Ántonia en The Song of the Lark.
Cathers baptistische familie woonde bij haar geboorte op een boerderij in de Back Creek-vallei nabij Winchester. Ze was de dochter van Charles Fectigue Cather en Mary Virginia Boade en de oudste van zeven kinderen. In 1883 verhuisde Cather met haar familie naar Catherton in Webster County en het jaar daarna naar Red Cloud. Toen Cather wilde gaan studeren, leende ze geld van haar familie waarmee ze aan de UNL kon gaan studeren.
Als studente leverde ze haar eerste bijdragen aan het Lincoln Journal Star, dat toen nog Nebraska State Journal heette. Daarna verhuisde ze naar Pittsburgh. Voor een baan bij het McClure's Magazine verhuisde ze naar New York, waar ze de rest van haar leven zou blijven wonen. Haar eerste roman, Alexander's Bridge, was sterk beïnvloed door haar bewondering voor Henry James. Het verhaal verscheen als serie in het tijdschrift.
In 1922 liet ze haar oorspronkelijke geloof varen en sloot zich aan bij de Episcopale Kerk van de Verenigde Staten, waar ze vanaf 1906 diensten bijwoonde.
Zij was een succesvol Amerikaans auteur. Ze won in 1923 de Pullitzer Price voor One of Ours, dat zich afspeelt in de Eerste Wereldoorlog. Ze heeft twaalf romans geschreven en veel ander werk.
O Pioneers!, The Song of the Lark, My Antonia worden de Prairietriologie genoemd. Ze zijn geïnspireerd op Cathers jeugdervaring in Nebraska.
Willa Cather leefde bijna veertig jaar samen met Edith Lewis.
Cather overleed aan de gevolgen van een intracerebraal hematoom.
Bibliografie;
Titel: O pioniers!
Auteur: Willa Cather
Uitgever: Uitgeverij Karmijn, Elburg
Vertaler: Johannes Jonkers
Jaar van uitgave: oorspronkelijk 1913; in Nederlandse vertaling 2022
Aantal pagina’s: 216
Nebraska, circa 1880, een plaatsje met de naam Hanover, op een winderig plateau in de Divide - de waterscheiding in Zuid-Centraal-Nebraska -. Sneeuwklokjes, een groepje lage gebouwen, een grijze prairie onder een grijze hemel. Dat is het decor voor Willa Cathers debuutroman O pioniers! uit 1913. Onthoud dat jaartal: 1913!
Op de stoep voor een sombere winkel zit een Zweeds jochie koukleumend te huilen. Hij heet Emil en is een van de hoofdpersonen van deze roman. Zijn kleine poesje is de top van een telegraafpaal in gevlucht. Zijn grote zus, Alexandra, doet, gekleed in mannenkleren, boodschappen. Zij vraagt haar vriend Carl Linstrum het poesje te redden. Dit zijn de drie mensen die een grote rol spelen in deze roman. Het is het land van voornamelijk Zweden, Bohemers en Fransen.
De kleine Emil speelt met de kleine Marie.
Emil en Alexandra hebben twee broers, Lou en Oscar, die de oudste is. Hun vader, John Bergson, ligt op sterven. In deze barre omstandigheden - de hypotheek is nauwelijks afgelost - kan de vader niet gemist worden.
‘In elf lange jaren had John Bergson maar weinig indruk kunnen maken op het wilde land dat hij was komen temmen. Het was nog steeds een wild wezen dat zijn nare buien had, en niemand wist wanneer je die kon verwachten of waarom ze kwamen,’ (2022: 19)
Het leven van de pioniers is hard. Ik moest ook denken aan de romans van Annie Proulx en ook die van Steinbeck; het leven van pioniers is voor veel Amerikaanse auteurs inspiratie geweest voor romans en verhalen.
Vrijwel de meesten van die pioniers waren in het oude land handwerkers geweest, geen boeren in ieder geval.
John bespreekt veel zaken met zijn dochter, meer dan met zijn zoons. Alexandra lijkt op haar intelligente en doortastende grootvader. Zij las de kranten en volgde de beursnoteringen. Op zijn sterfbed geeft hij zijn dochter de zeggenschap over het bedrijf en het land.
Vanaf het begin begin voel je dat er een zware dreiging hangt boven het gezin Bergson. Het land is zijn bewerkers niet bijzonder goed gezind. De verstandige Alexandra roept bij Lou en Oscar niet alleen maar dankbaarheid op. Een sterke vrouw is een bedreiging in een behoudende samenleving. Jaloezie, roddel, achterklap zijn Alexandra’s deel. Maar dat is ook niet het enige geluid dat klinkt. Alexandra is even zo goed een grote hulp in die plattelandssamenleving.
Cather vertelt subtiel en met grote nuance het verhaal van Alexandra en Emil en de bewoners van de Divide. Cather toont de schoonheid van het land, van de natuur, de bomen, de gewassen, de dieren en de mensen zonder daar (te) veel woorden voor nodig te hebben. Door de schoonheid en de zoetheid van die woorden en het succes van Alexandra’s ondernemingen lijkt de lezer enigszins in slaap te worden gewiegd als in een hangmat op een lome zomerse dag. En daarna slaat het noodlot meedogenloos toe. Veel woorden wil ik daaraan niet kwijt. Het is alsof de bliksem onvoorzien inslaat op een zonnige dag. Nou ja, een paar voortekenen zijn er al maar daar moet je wel oog voor hebben. En ik merkte al op dat je vanaf het begin die dreiging voelt. Het begin van de roman is een keiharde in medias res: winter, vrieskou, zielig klein poesje in de telegraafpaal en een vader die zich wentelt tussen de klamme doodslakens.
Cather heeft maar weinig woorden nodig - nogmaals - om situaties aan te duiden. En die woorden neigen naar poëzie. Bij gedichten gaat de lezer direct op zoek naar de achterliggende betekenis. Dat doe je in een roman minder snel. Daar laat je je leiden door de loop van het verhaal. Maar in deze roman hebben de woorden zeker een achterliggende betekenis.
Ongelooflijk is dat deze roman werd gepubliceerd in 1913. Dat geloof je echt niet. Zo modern, of misschien is beter: tijdloos - als in goede poëzie - doet deze roman aan.
Dit is ook een roman om snel nog eens te lezen om de verborgen verbanden naar boven te halen.
Er is maar weinig dat Cather uitlegt. Prachtig is dat. Over het algemeen houd ik er niet zo van als mij alles uitgelegd wordt door een auteur, behalve als die auteur Philip Roth heet of A.F.Th van der Heijden. De uitleg kan natuurlijk tot stijlfiguur gemaakt worden of zelfs tot thema, wat bij van der Heijden zeker het geval is.
Omdat Cather zo weinig uitlegt en zulke eenvoudige woorden gebruikt, lijkt het bijna alsof je te maken hebt met een simpele familieroman. En dat is niet het geval, of tenminste zeker niet alleen.
Zoek de verbanden. Proef de poëzie. Voel het drama en het noodlot, die groot zijn maar subtiel door de roman en de velden sluipen.
Over de auteur:
Willa Sibert Cather (7 december 1873 – New York, 24 april 1947) was een Amerikaanse schrijfster. Ze beschreef onder meer de Great Plains in verschillende van haar romans, zoals O Pioneers!, My Ántonia en The Song of the Lark.
Cathers baptistische familie woonde bij haar geboorte op een boerderij in de Back Creek-vallei nabij Winchester. Ze was de dochter van Charles Fectigue Cather en Mary Virginia Boade en de oudste van zeven kinderen. In 1883 verhuisde Cather met haar familie naar Catherton in Webster County en het jaar daarna naar Red Cloud. Toen Cather wilde gaan studeren, leende ze geld van haar familie waarmee ze aan de UNL kon gaan studeren.
Als studente leverde ze haar eerste bijdragen aan het Lincoln Journal Star, dat toen nog Nebraska State Journal heette. Daarna verhuisde ze naar Pittsburgh. Voor een baan bij het McClure's Magazine verhuisde ze naar New York, waar ze de rest van haar leven zou blijven wonen. Haar eerste roman, Alexander's Bridge, was sterk beïnvloed door haar bewondering voor Henry James. Het verhaal verscheen als serie in het tijdschrift.
In 1922 liet ze haar oorspronkelijke geloof varen en sloot zich aan bij de Episcopale Kerk van de Verenigde Staten, waar ze vanaf 1906 diensten bijwoonde.
Zij was een succesvol Amerikaans auteur. Ze won in 1923 de Pullitzer Price voor One of Ours, dat zich afspeelt in de Eerste Wereldoorlog. Ze heeft twaalf romans geschreven en veel ander werk.
O Pioneers!, The Song of the Lark, My Antonia worden de Prairietriologie genoemd. Ze zijn geïnspireerd op Cathers jeugdervaring in Nebraska.
Willa Cather leefde bijna veertig jaar samen met Edith Lewis.
Cather overleed aan de gevolgen van een intracerebraal hematoom.
Bibliografie;
Titel: O pioniers!
Auteur: Willa Cather
Uitgever: Uitgeverij Karmijn, Elburg
Vertaler: Johannes Jonkers
Jaar van uitgave: oorspronkelijk 1913; in Nederlandse vertaling 2022
Aantal pagina’s: 216
2
Reageer op deze recensie