Hebban recensie
Politieroman met een twist
Een politieroman of detective valt of staat met de hoofdpersoon. Als die niet binnen een paar paginas aangenaam of interessant overkomt, dan wordt het vaak niets meer. Fred Vargas weet dat heel goed, en verstaat de kunst van het neerzetten van de hoofdpersoon tot in de puntjes. Ook als je in De eeuwige jacht pas voor het eerst kennis maakt met Commissaris Adamsberg, ga je hem al snel waarderen.
Adamsberg heeft zo zijn gewoontes. Zo heeft hij eigenlijk helemaal niets met leidinggeven, en laat hij zijn team liever zn gang gaan dan dat hij met ferme hand een onderzoek uitstippelt. Verder wandelt hij graag in de regen, en is hij niet bepaald een gestructureerde denker: hij volgt liever wolken die hem naar nieuwe inzichten doen afdwalen.
Soms zorgt dat ervoor dat je als lezer wel wat geduld moet hebben met Adamsberg en de zaak waar hij aan werkt. Want die zaak lijkt hij soms bijna te verwaarlozen, om letterlijk en figuurlijk schimmen na te jagen. In De eeuwige jacht heeft de commissaris te maken met de moord op twee duistere types in een schimmige buurt. Adamsberg weet zeker dat er iets vreemds is met deze twee moorden, maar de afdeling Narcotica is ervan overtuigd dat de zaak met drugs te maken heeft, en wil het onderzoek overnemen.
Het team heeft nog maar kort de tijd voordat Narcotica de lijken opeist, en juist als je dan verwacht dat ze wel snel iets zullen ontdekken dat ervoor zorgt dat het hun zaak blijft, lijkt Adamsberg af te dwalen. Hij verdiept zich ineens in geslachte herten, de schim van een bejaarde moordenares en zijn verleden, waarin een nieuwe collega een bizarre rol blijkt te hebben vervuld.
Nogmaals: de lezer moet soms wat geduld hebben met deze speurder, en daarnaast ook met de schrijfstijl van Vargas. Ze weet prachtige, melancholische en romantische beelden neer te zetten, maar soms lijkt ze zich daar ook een beetje in te verliezen. Degene die voor het eerst over Adamsberg leest, moet ook wat geduld hebben met de verwijzingen naar diens eerdere avonturen; dat is soms vervelend.
Maar het geduld wordt wel beloond: nooit duurt het heel lang voordat Vargas weer terugkeert naar het plot, en ongeveer halverwege krijgt ze de vaart echt te pakken.
Dan ontspint zich een ingenieus verhaal, waarin de bruut gedode herten, religieuze relikwieën, dode maagden, geopende graven én de door Narcotica opgeeiste moorden op een volstrekt logische manier samenkomen. Mét een onverwachte twist aan het eind.
Adamsberg heeft zo zijn gewoontes. Zo heeft hij eigenlijk helemaal niets met leidinggeven, en laat hij zijn team liever zn gang gaan dan dat hij met ferme hand een onderzoek uitstippelt. Verder wandelt hij graag in de regen, en is hij niet bepaald een gestructureerde denker: hij volgt liever wolken die hem naar nieuwe inzichten doen afdwalen.
Soms zorgt dat ervoor dat je als lezer wel wat geduld moet hebben met Adamsberg en de zaak waar hij aan werkt. Want die zaak lijkt hij soms bijna te verwaarlozen, om letterlijk en figuurlijk schimmen na te jagen. In De eeuwige jacht heeft de commissaris te maken met de moord op twee duistere types in een schimmige buurt. Adamsberg weet zeker dat er iets vreemds is met deze twee moorden, maar de afdeling Narcotica is ervan overtuigd dat de zaak met drugs te maken heeft, en wil het onderzoek overnemen.
Het team heeft nog maar kort de tijd voordat Narcotica de lijken opeist, en juist als je dan verwacht dat ze wel snel iets zullen ontdekken dat ervoor zorgt dat het hun zaak blijft, lijkt Adamsberg af te dwalen. Hij verdiept zich ineens in geslachte herten, de schim van een bejaarde moordenares en zijn verleden, waarin een nieuwe collega een bizarre rol blijkt te hebben vervuld.
Nogmaals: de lezer moet soms wat geduld hebben met deze speurder, en daarnaast ook met de schrijfstijl van Vargas. Ze weet prachtige, melancholische en romantische beelden neer te zetten, maar soms lijkt ze zich daar ook een beetje in te verliezen. Degene die voor het eerst over Adamsberg leest, moet ook wat geduld hebben met de verwijzingen naar diens eerdere avonturen; dat is soms vervelend.
Maar het geduld wordt wel beloond: nooit duurt het heel lang voordat Vargas weer terugkeert naar het plot, en ongeveer halverwege krijgt ze de vaart echt te pakken.
Dan ontspint zich een ingenieus verhaal, waarin de bruut gedode herten, religieuze relikwieën, dode maagden, geopende graven én de door Narcotica opgeeiste moorden op een volstrekt logische manier samenkomen. Mét een onverwachte twist aan het eind.
1
Reageer op deze recensie